Verslag vergadering Commissie voor Landbouw, Visserij en Plattelandsbeleid
Vraag om uitleg over de mogelijke gevolgen van het Frans-Brits visserijconflict voor de Vlaamse visserij
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, het Brexitakkoord tussen Europa en de UK bepaalt dat de Europese vissers kunnen blijven vissen in sommige Britse wateren maar dat ze dan wel een vergunning nodig hebben. Voor die vergunning moeten ze kunnen aantonen dat ze er in het verleden al visten.
Dat loopt niet van een leien dakje, zou ik zeggen. Vooral de Fransen discussiëren met de Britten over welke bewijzen daarvan geleverd moeten worden. Om het Brexitakkoord in de plooi te laten vallen, was er eerst een overgangsperiode tot 1 juni. Dan werd dat met drie maanden uitgesteld, tot september. Als ik het goed begrepen heb, werd het recent nog eens uitgesteld tot eind oktober. Dat zou dan de ultieme deadline zijn. Tegen dan zou er een oplossing uit de bus moeten komen.
In juni waren de Fransen al boos. Ik vroeg toen in de commissie of Vlaanderen daardoor getroffen was. Ik meen mij te herinneren dat Vlaanderen daardoor niet getroffen was, dat het enkel de Franse vissers waren. Maar langs de andere kant denk ik dat wij toch nog altijd een aantal reders hebben die geen vergunning hebben om te mogen vissen in de Britse wateren.
De Fransen hebben ondertussen al iets meer dan 200 vergunningen binnen, maar ze eisen er nog 244. Ondertussen blijven ze ook dreigen met het stopzetten van de energiebevoorrading en met andere zaken. Op de recente Landbouwraad met de Europese ministers werd een verklaring ondertekend waarbij Europa solidariteit betoont. Ook wij hebben, als België, die verklaring meeondertekend, samen met Cyprus, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Nederland, Portugal, Spanje en Zweden, en uiteraard ook Frankrijk, in de hoop om een collectief antwoord vanuit het VK te krijgen en om dat probleem op te lossen.
Minister, wat staat er precies inhoudelijk in die verklaring? Hoe zullen we dat nu verder opvolgen?
Is het inderdaad de solidariteit in Europa die nog altijd speelt, misschien gelukkig maar, om samen verder te strijden om die Brexit zo goed mogelijk te laten uitvoeren?
De vijf of zes resterende Vlaamse vissersboten die begin juni nog geen licenties hadden toegekend gekregen door de Britse autoriteiten om te mogen vissen in de Britse wateren, is daar ondertussen een oplossing voor gevonden? Hebben we daarin vooruitgang kunnen boeken?
Zijn er in de Europese Landbouw- en Visserijraad naast dat onderwerp nog andere topics die betrekking hebben op de visserij besproken? Kunt u dit nader toelichten?
De heer Tommelein heeft het woord.
Het post-Brexitakkoord dat eind vorig jaar werd gesloten tussen het Verenigd Koninkrijk en de Europese Unie, voorziet dat Europese vissers kunnen blijven werken in sommige Britse wateren mits ze een vergunning hebben, waarbij ze moeten aantonen dat ze er eerder al hebben gevist. Helaas is er een kink in de kabel gekomen tussen de Fransen en de Britten over welke bewijzen daarvoor precies geleverd moeten worden.
Het Verenigd Koninkrijk en het Kanaaleiland Jersey kenden in totaal iets meer dan 200 definitieve vergunningen toe in de zone van 6 tot 12 zeemijl van de Britse kust en de Kanaaleilanden. Frankrijk eist er nog 244. Volgens de Fransen komen de Britten hun afspraken niet na.
Elf landen gaan inmiddels mee in deze discussie, waaronder ook België. Ze hebben een gemeenschappelijke verklaring ondertekend waarin ze kritiek uiten op de reactie van het Verenigd Koninkrijk in de kwestie van de visvergunningen in de Britse wateren. Het is Frankrijk dat opgeroepen heeft om een Europees front te vormen na de beslissing van de Britten om maar een beperkt aantal Europese boten meer toe te laten in hun wateren.
Het conflict dreigt te ontaarden in een heuse visserijoorlog, want ook termen als ‘vergeldende maatregelen’ worden intussen niet meer geschuwd. Gelet op het grote belang van de Britse wateren voor de Vlaamse vissers, is het risico hoog dat bij een escalatie van het conflict de gevolgen voor onze vissers groot kunnen zijn.
Minister, wat is de huidige stand van zaken in de discussie rond de toegang tot de Britse wateren? Worden er inmiddels vergeldende maatregelen overwogen vanuit de Europese Unie? Zo ja, welke kunnen dat zijn? Welke gevolgen kan de escalatie van het conflict hebben voor de Vlaamse vissers? Werd er op EU-niveau al nagedacht over een strategie om dit conflict te ontmijnen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, het handels- en samenwerkingsakkoord voorziet in de toegang tot de Britse 12 mijlszone en die van de Kanaaleilanden. De toekenning van vislicenties verloopt moeilijker dan bij de 200 mijlszone, waarvoor de meeste licenties vorig jaar al op oudejaarsavond toegekend zijn.
Met de nieuwe verklaringen roepen we dan het Verenigd Koninkrijk op om hier zo snel mogelijk werk van te maken en de technische werkzaamheden voort te zetten. Dat is noodzakelijk om de toekomstige onderhandelingen over visserij met het Verenigd Koninkrijk op te starten over de gedeelde bestanden, technische maatregelen, de aanlandplicht en het gelijke speelveld, en om elke unilaterale interpretatie van het handels- en samenwerkingsakkoord te vermijden.
De verklaring verwijst in het bijzonder naar de Britse eis om bewijzen aan te leveren over geolokalisatie voor vaartuigen onder de 12 meter, terwijl dat niet in het akkoord vermeld staat. Deze vaartuigen moesten dat bovendien ook niet hebben volgens de EU-regelgeving die tijdens de referentieperiode 2012-2016 van toepassing was. Eigenlijk is dat een kleine schande. Het is zo'n voorwaarde die erbij komt en die nergens is afgesproken.
Vooral Frankrijk is getroffen door de weigering van het toekennen van vislicenties, maar ook vijf Vlaamse vissersvaartuigen wachten nog steeds op hun erkenning. Met het medeondertekenen van deze verklaring wilde ik zowel mijn solidariteit met Frankrijk tonen, alsook nogmaals aandacht vragen voor onze zaak.
Naast Frankrijk en België hebben ook Cyprus, Duitsland, Griekenland, Ierland, Italië, Portugal, Spanje, Zweden en Nederland de verklaring op 11 oktober tijdens de Agrifish Raad meeondertekend.
Vijf vaartuigen wachten dus nog op hun vislicentie voor de Britse 12 mijlszone. Het gaat onder andere over overmachtsituaties, zoals een vissersvaartuig dat schipbreuk heeft geleden, of een reder die overleden is tijdens de referentieperiode.
De afgelopen weken heeft het Departement Landbouw en Visserij een intensieve uitwisseling gehad met het directoraat-generaal MARE van de Europese Commissie. Vertegenwoordigers van het directoraat-generaal MARE zullen in Londen opnieuw de discussie aangaan met hun Britse partners. Het is dus nog te vroeg om een uitspraak te doen. De verhoogde aandacht van de afgelopen weken heeft er wel voor gezorgd dat we nu een stroomversnelling kennen. Ik hoop dan ook dat we snel antwoord krijgen voor de vijf resterende vissersvaartuigen.
De Vlaamse vloot is niet actief in de wateren rond de Kanaaleilanden. Dat is voornamelijk een Franse aangelegenheid. Frankrijk had wel een aantal vragen. Voor de wateren rond Guernsey vroeg Frankrijk 64 definitieve licenties, maar het zou momenteel 64 voorlopige licenties ontvangen hebben, tot 31 januari 2022. Voor Jersey had Frankrijk 216 definitieve licenties gevraagd, en het zou hiervan slechts 113 licenties ontvangen hebben. Frankrijk wacht dus nog op 103 definitieve licenties, waarvan er 74 licenties tot eind deze maand lopen. De spanningen nemen vooral rond Jersey toe. Anderzijds zou de minister van Buitenlandse Zaken van Jersey deze week hierover nog contacten hebben met EU-commissaris voor Visserij, Virginijus Sinkevicius, en de Franse minister voor de Zee, Annick Girardin.
De verklaring roept op om zo snel mogelijk een oplossing te vinden voor de uitstaande vragen voor vislicenties. Er zijn momenteel intense contacten op zowel het diplomatieke als het technische niveau, waardoor het conflict werd ontmijnd. In die zin heeft de verklaring het overleg bevorderd, maar uiteraard wil ik – leve mijn egoïsme – dat er zo snel mogelijk goed nieuws komt voor de vissersvaartuigen die al zo lang op hun vislicentie wachten.
Ik kom tot uw laatste vraag, over de topics. De Agrifish Raad in oktober stond voornamelijk in het teken van het bereiken van een politiek akkoord over de vangstmogelijkheden in de Oostzee. Onze Vlaamse vloot heeft daar geen directe belangen.
Bij de gedachtewisseling over het visserijakkoord met het VK heb ik voornamelijk de gevolgen van de Brexit voor de Vlaamse vloot toegelicht, onder meer de problematiek rond aanlandingen in het VK, de technische maatregelen die het VK in zijn wateren oplegt en de vijf vislicenties die nog ontbreken.
Voor het visserijakkoord met Noorwegen heb ik de gevolgen voor onze Vlaamse vloot door de sluiting van enkele belangrijke visgronden in de tweede helft van het jaar aangekaart.
De vorige raad was dus druk, collega’s, niet alleen omdat de varkens op de agenda stonden, maar ook omdat er veel visproblemen waren.
Dank u wel, minister. Specifiek over de verslaggeving rond de raden hebben we in de volgende vergadering ook nog de attachés, die die mee voor u opvolgen.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Wat die vislicenties betreft, hoop ik net zoals u dat er daarvoor snel een oplossing komt.
Los van de solidariteit die we in Europa betuigen, en van het feit dat we in Vlaanderen ook nog altijd vijf vislicenties nodig hebben, denk ik dat het wel goed is dat Europa daar aan hetzelfde zeel blijft trekken. Het is inderdaad bijna schandalig dat, als die bijkomende voorwaarden bij het Brexitakkoord nergens werden besproken, die er nu plots wel komen.
Wat betreft de gezamenlijke verklaring: als ik hoor dat dat dossier in een stroomversnelling terechtkomt, dan kan ik alleen maar met u hopen dat het snel is opgelost.
Het is ook goed dat de problematiek van de aanlandingen en de vangstmogelijkheden nog eens onder de aandacht werd gebracht.
Bijkomend pols ik graag of er al nieuws is over de Brexit Adjustment Reserve. En ten tweede, dat gespecialiseerde viscomité dat ook werd opgericht in het kader van de Brexit, had in juni al een eerste keer digitaal vergaderd. Toen gaf men aan dat er een gezamenlijke visie rond het toekomstige werkprogramma zou moeten worden ontwikkeld, met onder andere de vaste werkwijze om quota te ruilen. Als ik me niet vergis, zou dat comité een tweede keer zijn samengekomen in september. Welke aandachtspunten werden daar naar voren geschoven? Is er een verdere vordering in het dossier om op een gestructureerde manier de visquota en de ruil te kunnen aanpakken?
De heer Tommelein heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord op onze vragen. Ik wil ook de collega's danken om die vragen te laten voorgaan, omdat ik straks ook naar een vergadering van de raad van bestuur van de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) moet.
Minister, als u zelf zegt dat het een schande is en mijn collega van aan de kust het schandalig noemt, wie ben ik dan om te zeggen dat het niet schandalig is? Het is inderdaad een pure schande. Als je afspraken maakt, dan begin je niet en passant de zaken te veranderen en bijkomende zaken te eisen.
Het is een goede zaak dat er een gemeenschappelijk front is dat de zaken echt heel nauw opvolgt. En ook dat wij al het mogelijke doen om onze vijf Vlaamse vissersvaartuigen effectief hun vergunning te laten krijgen, lijkt mij een goede zaak.
Minister, voor de rest hoop ik dat er een oplossing komt en dat het niet verder escaleert. Want ik denk dat het toch wel belangrijk is om dergelijke zaken niet te laten escaleren tot het einde. Ik hoop dat het gezond verstand zegeviert. Maar ik reken daarvoor ook op u als vertegenwoordiger van ons land en van onze visserij om daarvoor het nodige te doen. Ik dank u.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel voor de aanvullende opmerkingen.
Collega Coudyser, wij blijven binnen Europa aan één zeel trekken voor het bekomen van de licentie. Ik heb ook een bilateraal overleg gehad met een van onze lidstaten, om zeker dat ene zeel te blijven handhaven. De quotaregeling van dit jaar zal sowieso geëvalueerd moeten worden. Wat de Brexit Adjustment Reserve (BAR) betreft: we wachten nog altijd op de definitief goedgekeurde tekst van Europa. Intussen bereiden we op Vlaams niveau de invulling van de middelen voor, en we doen dat in heel nauw overleg met de sector.
Collega Tommelein: ja, ik hoop echt – samen met u en collega Coudyser en alle anderen die de visvangst een warm hart toedragen – dat er via de lopende gesprekken een oplossing geboden wordt. Ik wil nog van de gelegenheid gebruikmaken om onze visserijattachés echt te danken. Zij doen enorme inspanningen in dit dossier. We hebben niet vaak de kans om ze te danken. Ik heb gehoord, voorzitter, dat ze nog naar de commissie komen. Het zijn superdegelijke mensen. Ik heb al heel veel van hen geleerd. Ik steun hen ook volop in al hun diplomatieke inspanningen die ze doen om dit conflict tot een einde te brengen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.