Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Voorzitter, minister, een enquête van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV), uitgevoerd voor de zomer, laat zien dat een groot deel van de Vlamingen problemen heeft om zich aan de verkeerslimieten te houden. Een op drie automobilisten vergeet vaak op hun snelheid te letten. Dat cijfer verschilt naargelang het snelheidsregime en is schokkend voor de zone 30 buiten de schoolomgeving. Daar geeft 44 procent van de bestuurders aan dat ze moeite hebben om zich aan de snelheidslimiet te houden. Zelfs bij de schoolomgeving geeft 37 procent aan dat ze regelmatig te snel rijden.
Mevrouw Lambrecht, er is wellicht iets mis met uw verbinding, u valt regelmatig weg.
Ja, er zijn werken in mijn straat. Mijn excuses.
Gaat u gewoon door, we zullen wel zien.
Ook verontrustend is dat 38 procent van de bestuurders moeite heeft om zich aan de snelheidslimiet te houden op de autostrade. Contradictorisch is wel dat te snel rijden door de meerderheid van de automobilisten als gevaarlijk wordt ervaren en dat twee op de drie automobilisten het belangrijk vindt om de snelheidslimieten na te leven.
Deze cijfers zijn verontrustend maar verrassen niet. Minister, u gaat samen met de VSV een campagne opstarten die mensen aanmaant om zich aan de snelheidslimiet te houden. Het is een positief initiatief maar er zijn al ettelijke campagnes gevoerd rond verkeersveiligheid en snelheidslimieten. Wat volgens ons echt doorslaggevend kan zijn om eindelijk deze maatschappelijke ingesteldheid te keren, is een betere pakkans. Op Vlaams niveau worden er veel trajectcontroles geplaatst maar recent kunnen ook lokale besturen kleine inbreuken op de verkeerssnelheid handhaven.
In de commissie bleek dat de problemen juridisch nog niet helemaal uitgeklaard waren. U wist ook niet, minister, hoeveel lokale besturen dat al toepassen. Dat lijkt ons nochtans interessant als we een geïnformeerd en efficiënt verkeersveiligheidsbeleid willen voeren.
Minister, weet u hoeveel en welke lokale besturen de nodige stappen hebben gezet om beperkte snelheidsovertredingen lokaal te bestraffen?
Voor het reces liet u weten dat er twee gemeenten zijn die het decretaal kader gebruiken. Hebt u al feedback ontvangen van de lokale besturen over het decretaal kader? Zo ja, welke opmerkingen werden er gegeven? Bent u op de hoogte van hoeveel GAS-boetes de gemeenten al hebben uitgeschreven voor kleine overtredingen?
Daarnaast werd al meermaals de opmerking geuit in deze commissie maar ook door de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG), dat het voor kleine gemeenten administratief niet haalbaar is om het systeem in te voeren. Daarnaast is het voor hen moeilijk om buitenlandse overtreders te beboeten omdat de boete in de taal van hun land opgesteld moet worden. Gaat u kleine lokale besturen, die dat willen, ondersteunen bij het uitschrijven van GAS-boetes voor kleine snelheidsovertredingen? Een bovenlokale administratieve samenwerking op initiatief van de Vlaamse overheid kan hier misschien al een oplossing bieden.
Is er al een oplossing voor het registreren van recidivisten?
Minister Peeters heeft het woord.
Eerst en vooral, de lokale besturen zijn uiteraard niet verplicht om het gewest ervan op de hoogte te brengen of ze gebruik willen maken van GAS 5 voor snelheidsovertredingen. Ze zijn niet verplicht om ons dat te melden.
Ik lanceerde begin oktober een vragenlijst gericht aan de lokale besturen om te peilen naar de implementatiegraad van een GAS-snelheid of GAS 5 om een afweging te kunnen maken. We hebben dat begin dit jaar ingevoerd en nu willen we zien welke knelpunten er eventueel zijn, hoeveel lokale besturen het hebben doorgevoerd, en waar geremedieerd moet worden. We verwachten de antwoorden van de lokale besturen eind oktober. Nogmaals, dat is facultatief, we kunnen hen niet dwingen om daarop te reageren.
U zegt dat dit voor kleine gemeenten niet haalbaar is. We gaan het ook niet verplichten. Het is gewoon een tool. Het zijn vooral de grotere en de centrumsteden die geneigd zijn om daarmee aan de slag te gaan. Het staat voor iedereen vrij om gebruik te maken van deze eigen handhaving. Uit de enquête willen we een en ander distilleren om daar een evaluatie aan te koppelen.
De kwestie van de recidivisten kennen we al langer en lag al op de tafel bij de introductie in februari dit jaar. Lokale besturen die GAS-snelheid implementeren, moeten het gemeentelijk sanctieregister invullen zodat we dat kunnen laten nazien op recidive.
Onder andere de Wereldbank heeft recent nog bevestigd dat campagnes een effectieve manier zijn om het aantal verkeersongevallen te verminderen. Wel zijn campagnes niet zaligmakend, zeker niet als ze alleen staan, maar moeten ze vergezeld worden van doorgedreven controles. Daarom hebben we de recente campagne ‘Als je te snel rijdt, zie je minder’ samen met de VSV gelanceerd. Die was gekoppeld aan de flitsmarathon van de politie. De koppeling van een campagne en een handhaving heeft altijd een grotere impact. Meten wat de meeste impact heeft, is wat moeilijker.
De VSV laat telkens een voor- en nameting uitvoeren door een extern bureau. Van de laatste campagne snelheid zullen we de evaluatie begin december ontvangen. Ik wil die gerust delen met de commissie. Zoals al meermaals gezegd, is het een en-enverhaal. Ik geloof zeker in campagnes, maar daarnaast is handhaving een heel belangrijk aspect inzake verkeersveiligheid, zeker als het op snelheid aankomt.
Ik zal het nog maar eens benadrukken: we blijven inzetten op onze trajectcontroles en snelheidscamera’s ter hoogte van rode lichten.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Inderdaad, we kunnen het nieuws niet meer aanzetten of we krijgen verkeersongevallen, de cijfers blijven slecht. U herhaalt het vaak, snelheid is echt een killer. Het is een van de zwaarste killers in het verkeer. Het is contradictorisch, mensen zijn van goede wil, ze beseffen het, maar de maatregelen zijn niet altijd even efficiënt. U kunt maar op uw elan doorgaan. Het is inderdaad een en-enverhaal, dat steun ik zeker. Campagnes blijven belangrijk.
Ik vind het wel belangrijk om de lokale besturen zo veel mogelijk te steunen als ze knel zitten om de controles met GAS 5 uit te voeren. Ik denk aan kleine gemeenten, die zouden moeten op een bepaalde manier een ondersteuning krijgen als ze dat vragen om GAS 5 naar behoren uit te voeren.
Minister, moet ik een vervolgvraag stellen om de knelpunten van de lokale besturen te kennen eind oktober? Of moet ik daar langer mee wachten? Ik ben wel benieuwd om te weten hoeveel er die GAS 5 gebruiken. Wat zijn de knelpunten?
Volgt er na een tijdje een evaluatie van GAS 5? Als het zeer weinig wordt gebruikt, of enkel door de centrumsteden, dan is er toch iets fout, want er wordt op veel plaatsen vaak veel te snel gereden.
Minister Peeters heeft het woord.
Lokale besturen met vragen willen we zeker te allen tijde ondersteunen. Dat is in het verleden al meermaals gebeurd. Ook de VVSG is er nauw bij betrokken. Dat gebeurt zeker.
Wat de evaluatie betreft, zal begin november nog te vroeg zijn. Ervaring leert dat als we zo’n bevraging doen, we niet automatisch van iedereen op 29 oktober een antwoord krijgen. Tegelijkertijd moet ik meegeven dat de mogelijkheid er is sinds de regelgeving geïntroduceerd is, namelijk 1 februari dit jaar. Voor de lokale besturen die er willen instappen of de intentie gegeven hebben om er gebruik van te maken, gaan we zelf handhavingsmateriaal en camera’s aankopen. Ik vermoed veeleer dat er bij velen de intentie is, maar dat ze nu bezig zijn met de opmaak van hun beleids- en beheerscyclus (BBC), hun begrotingsinstrumenten. Ik vermoed dat ze eerder zullen aangeven dat ze al dan niet de intentie hebben om in te zetten op handhavingsmateriaal en camera’s, met de boodschap om daar knowhow uit te distilleren, en dat zal dan eerder iets zijn voor begin 2022.
U zou me begin november al willen vragen hoe het hiermee staat, maar men zal sowieso ook de resultaten moeten verwerken, tenzij we geen enkel resultaat krijgen, natuurlijk, maar dat is nog eventjes afwachten. We hebben alleszins de brieven laten vertrekken naar de lokale besturen. Het departement zal sowieso verder aan de slag gaan met die resultaten.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Ik zal dus niet al begin november een evaluatie vragen. Ik zal een beetje mijn tijd nemen, maar ik ben wel heel benieuwd hoe dat systeem aanslaat. Dat horen we dan echter wel over een klein jaar. Dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.