Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de projectoproep in het kader van Clean Power for Transport
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Brouns heeft het woord.
Ik heb vandaag twee YOUCA-studenten bij me. Nina heeft daarnet de eerste vraag gesteld, en Lisa zal een vraag stellen over het elektrisch rijden, waarvoor laadpalen nodig zijn. Ik geef het woord aan Lisa.
Op 30 september 2021 kondigde de federale staatssecretaris voor Consumentenbescherming Eva De Bleeker aan dat ze werk wil maken van het verduidelijken van de kostprijs voor individuele laadpalen. Dat deed ze nadat de mobiliteitsorganisatie Touring vaststelde dat veel aanbieders van laadpalen andere kosten hanteren. Staatssecretaris De Bleeker wil dat consumenten tegen 2023 exact weten wat een elektrische oplaadbeurt hun kost.
Professor technologie en mobiliteit Vanhaverbeke stelde dat thuis opladen ruwweg 27 eurocent per kilowattuur kost. Het opladen van je auto aan een publieke paal zou 30 cent kosten, terwijl krachtige snelladers tot 60 cent per kilowattuur aanrekenen. Vandaag zijn er maar liefst vierhonderd mogelijke prijscombinaties te vinden.
Op 14 juli 2021 werd het voorstel van decreet over zero-emissievoertuigen en voertuigen aangedreven door alternatieve brandstoffen aangenomen in de plenaire vergadering. Dit decreet past in het kader van CPT, oftewel Clean Power for Transport. Ik citeer uit het decreet, artikel 7, §4: “De Vlaamse Regering kan ervoor zorgen dat de prijzen die de laadpuntexploitanten aanrekenen voor het gebruik van publiek en semipubliek toegankelijke laadpunten, redelijk zijn.”
De Europese AFID-richtlijn (Alternative Fuels Infrastructure Directive) stelt in artikel 4, punt 10, dat “de prijzen die aangerekend worden door de exploitanten van oplaadpunten redelijk, gemakkelijk en duidelijk te vergelijken, transparant en niet-discriminerend zijn”.
Daarover heb ik de volgende vragen, minister. Bent u reeds in overleg getreden met de staatssecretaris voor Consumentenbescherming? Is er een gezamenlijk plan van aanpak overeengekomen of zal dat er komen? Hoe zult u ervoor zorgen dat de prijzen op korte termijn gemakkelijk en duidelijk te vergelijken, transparant en niet-discriminerend zijn? Op welke basis zult u bepalen wat redelijke prijzen zijn voor publiek en semipubliek toegankelijke laadpunten? Hoe zult u die redelijke prijzen realiseren?
Dank u wel, Lisa.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Minister, ik hoef u niet uit te leggen dat veel mensen met een elektrische auto veel vragen hebben, evenals diegenen die er een willen aankopen. Tegen 2026 zullen alle bedrijfswagens elektrische wagens moeten zijn om fiscaal aftrekbaar te zijn. Veel mensen zijn dus vragende partij.
Als schepen van Openbare Werken in Brugge kreeg ik vanmorgen nog enkele vragen. Als we allemaal elektrisch moeten rijden, hoe zal dat dan gaan? Waar zullen we moeten opladen? Zullen er genoeg oplaadpalen zijn? Hoeveel zal dat kosten? Zal er wel genoeg elektriciteit zijn? Minister, er zijn dus dikwijls meer vragen dan antwoorden.
Bovendien is het ook zo, zoals mijn voorganger reeds heeft aangekaart, dat er niet zoveel duidelijkheid is omtrent de prijzen en hoe die transparant zullen zijn voor de gebruiker. Daarom heb ik volgende vragen voor u, minister.
Kunt u een beeld geven van de eerste resultaten van de projectoproep voor semipublieke laadinfrastructuur? Hoe is de spreiding van de ingediende projectvoorstellen? Uit een antwoord op een schriftelijke vraag maak ik op dat een derde zich in West-Vlaanderen zou bevinden. Een steeds weerkerende vraag is ook of er genoeg laadpalen zullen zijn. Zullen er geen files staan aan de laadpalen om te kunnen opladen? Zullen mensen daar geen uren moeten staan aanschuiven?
Hoe staat u ten opzichte van de suggestie van de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) om tariefstructuren op een systematische wijze ter beschikking te stellen aan overheid en gebruikers? Ziet u de noodzaak om bijkomend in te zetten op informatieverstrekking naar buitenlandse bestuurders met betrekking tot de beschikbaarheid van laadinfrastructuur en tarieven voor laadpunten op openbare plaatsen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor uw terechte vragen en bedenkingen. De laadpaalinfrastructuur en heel het verhaal van Clean Power for Transport is uiteraard heel belangrijk. Uiteraard zijn ook de toekomstige prijzen voor het opladen heel belangrijk, zodat men een duidelijke afweging kan maken of elektrisch rijden al dan niet interessant is. Ik kan u meedelen dat er wel degelijk een overleg geweest is tussen het kabinet van federaal collega Eva De Bleeker en mijn kabinet rond het gebruiksvriendelijk maken van het opladen van de elektrische wagens.
Het laden van elektriciteit kan beschouwd worden als het kopen van een product. Dat valt uiteraard ook onder de consumentenbescherming. In die zin is het uiteraard ook de bevoegdheid van staatssecretaris De Bleeker om daaromtrent een initiatief te nemen en ervoor te zorgen dat er duidelijkheid en transparantie is in de prijszetting en de tarieven. Het mag alleszins niet misleidend zijn. Daar zal men, zeker in het kader van de consumentenbescherming, te allen tijde over blijven waken. Uiteraard moet er ook altijd een prijsweergave zijn door de ondernemingen die hun producten aanbieden. Dat moet dus duidelijk geafficheerd zijn en, zoals gezegd, niet misleidend.
Op Vlaams niveau hebben we onze eigen projectcalls – mevrouw Van Volcem heeft er al naar verwezen. We hebben bijvoorbeeld een projectcall voor laadpalen op publiek-private plaatsen, zoals parkings van grootwarenhuizen of bedrijven. Daarin hebben we ook opgenomen dat de prijszetting transparant en duidelijk moet zijn, om zo het elektrisch rijden te faciliteren.
Ik kan u ook meegeven dat in de AFID-richtlijn, waarnaar Lisa al verwees, is opgenomen dat er redelijke prijzen moeten worden gehanteerd. Ik denk dat wat dat betreft de markt ook wel zal spelen. Als men exuberante prijzen vraagt om op te laden, zal de e-rider ervoor kiezen om zijn auto elders op te laden.
Als Vlaamse overheid faciliteren wij daarin, in die zin dat wij massaal zorgen voor de uitrol van laadpaalinfrastructuur. Straks willen we op alle drukke verkeersassen om de 25 kilometer laadpalen hebben. Daar denken we ook wel dat de markt zal meespelen rond de prijssetting.
Mevrouw Van Volcem, wat de projectoproep betreft: ik kan daarvoor enerzijds verwijzen naar uw schriftelijke vragen. Maar ik geef u nog mee dat we inzake de publiek-private plaatsen een tijdje geleden onze projectcall hebben gelanceerd, met indiening voor 1 september. Dat was een enorm succes, en dat is een goed teken. Men heeft echt vertrouwen in dat verhaal. We hadden niet minder dan 221 projectvoorstellen, en dat is goed voor ruim 9680 extra laadpaalequivalenten de komende twee jaar.
Als we dat bekijken naast alle andere initiatieven, zoals de BENEFIC-call voor snelle en extra snelle laadinfrastructuur en het plan van het Agentschap Wegen en Verkeer – een laadpaal om de 25 kilometer op de drukke assen –, dan is dat een teken dat wij onze doelstelling van december vorig jaar, die 30.000 extra laadpaalequivalenten tegen 2025, zeker zullen halen. En we zijn ook altijd bereid om bij te sturen als zou blijken dat de markt van de elektrische wagens nog enorm zou boomen. Maar ik heb er een goede kijk op, op wat we recent aan projectcalls gelanceerd hebben. Er zal dus heel wat extra laadpaalinfrastructuur komen, wat uiteraard ook de elektrische rijder nog meer vertrouwen zal geven om te kiezen voor een elektrische wagen.
De heer Brouns heeft het woord.
Bedankt voor de positieve antwoorden. Het is inderdaad heel hoopgevend, als we die aantallen horen op zo’n korte tijd. Dat is inderdaad aanzienlijk, dat is heel positief.
Er zijn nog een aantal technische kwesties over het vermogen dat nodig is bij de verdere uitrol. Ik hoor dan vanuit de sector vaak dat men dat nog niet goed kan inschatten. Dat is dan de technische vraag: welk vermogen heb je nodig? We zitten vandaag aan amper 1 procent van volledig elektrische wagens. Als dat wagenpark versneld elektrisch wordt, hoe zal dat vermogen dan mee moeten evolueren? Ik denk dat het belangrijk is dat we daar zicht op houden.
Minister, misschien kunt u nog wat meer informatie geven over de vorig jaar aangekondigde uitbreiding van ‘paal volgt wagen’ naar ‘paal volgt paal’. Hoever staan we daarmee?
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Bedankt voor het antwoord. Ik denk dat het belangrijk is voor de investeringen en ook voor het vertrouwen dat er duidelijke antwoorden kunnen worden gegeven. En u hebt die nu ook vandaag gegeven. Het feit dat er 221 projecten waren voor niet minder dan 9680 laadpalen, dat kan toch wel vertrouwen geven. De collega zegt nu dat men 1 procent volledig elektrische wagens heeft, maar recent heeft men er in De Tijd toch op gewezen dat men toch voor 25 à 30 procent naar elektrische wagens zou overschakelen. Minister, u spreekt van 30.000 laadpalen tegen 2025. Met hoeveel wagens houdt u dan procentueel rekening die volledig elektrisch rijden?
De heer Bex heeft het woord.
Ik dank de collega's voor de vragen. Ik denk dat de Mobiliteitsraad van Vlaanderen (MORA) er in zijn adviezen al op heeft gewezen dat het heel belangrijk is om voldoende ambitieus te zijn, en er ook zeker rekening mee te houden dat de verwachtingen die er op dit moment bestaan, wel eens zeer zwaar overtroffen zouden kunnen worden.
Ik maak even de vergelijking. Toen er gemotoriseerd verkeer begon te ontstaan, dachten mensen eerst dat we nog heel lang met paard en kar zouden rijden. Maar op tien jaar tijd was er geen enkel paard of kar meer, en reed iedereen met een auto. Ik denk dat we daar voor wat betreft elektrische wagens ook ernstig rekening mee moeten houden.
In dat opzicht vind ik de vraag van mevrouw Van Volcem wel zeer interessant: wat kunnen we aan met die 30.000 laadpalen? En is het al niet tijd om eens te bestuderen in welke mate we zouden moeten opschalen in de verschillende scenario's? Ligt daar een plan voor klaar, of bent u van plan om daar werk van te maken? Want ik denk wel dat het belangrijk is om heel kort op de bal te spelen wanneer zich zulke snelle veranderingen zouden voordoen.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, ook vanuit onze fractie zou ik u nog even willen wijzen op het belang van de redelijke prijzen die aangerekend worden bij de publieke en semipubliek toegankelijke laadpunten. Eerst en vooral is dat vanuit sociaal oogpunt enorm belangrijk, want het kan eigenlijk niet de bedoeling zijn dat de omslag naar elektrische mobiliteit ervoor zal zorgen dat mensen die hun wagen niet thuis of op het werk kunnen opladen, hiervoor een meerprijs moeten betalen. Zo wordt op lange termijn de total cost of ownership van de elektrische wagen stevig de hoogte ingeduwd.
Daarnaast moeten we er ook voor zorgen dat de elektrificatie van het verkeer in het algemeen een welvaartsverhoging met zich meebrengt voor de burger. Onze fractie past voor het verhaal waarin niet iedereen nog over een eigen wagen moet kunnen beschikken en dat we fundamenteel anders moeten leven. Maar ik geloof dat de energietransitie en de welvaartsgroei hand in hand moeten kunnen gaan. En dat is op het vlak van elektrische mobiliteit enkel mogelijk indien we beschikken over voldoende voorradige, goedkope en schone stroom. En het is misschien daar dat het schoentje nog het meest zal knellen de komende jaren. We kunnen niet verwachten dat de Vlaamse Regering voor redelijke prijzen bij de exploitanten zal zorgen, zonder dat daar ook het grotere plaatje in het achterhoofd gehouden wordt.
Minister, u gaf in uw uitgebreide antwoord ook al aan dat u uitgebreid overleg hebt gehad met uw collega, de minister van Energie. Maar het is mij niet duidelijk of in dat overleg ook de impact op lange termijn van de omslag naar elektrische mobiliteit en de impact op de stroomprijzen aan bod zijn gekomen.
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt voor de bijkomende vragen. Ik wil misschien eerst nog even opnieuw verwijzen naar ons verhaal van Clean Power for Transport. Binnen het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) zijn wij volledig bevoegd voor alles wat elektrisch rijden betreft en Clean Power for Transport tout court. We hebben dat plan onmiddellijk ter harte genomen en uitgerold, en we hebben daarin expliciet de ambitie opgenomen dat we sowieso werk willen maken van de uitfasering van verbrandingsmotoren tussen 2021 en 2030, met een volledige omschakeling van fossiele brandstoffen richting elektriciteit en/of waterstof.
Nu, we hebben daarin ook de doelstelling opgenomen dat we tegen 2025 willen dat 20 procent van onze personenwagens elektrisch rijdt, en tegen 2030 zelfs 50 procent. Dat zijn ambitieuze cijfers, maar als ik de tendensen de laatste tijd zie en hoor, zijn die cijfers alleszins hoopgevend. Kijk ook naar wat onze federale collega’s gedaan hebben, onder andere collega Van Peteghem. Er is het verhaal van de salariswagen, waar men een boost geeft aan de tweedehandsmarkt door ook daar de elektrische wagen volop te ondersteunen. Dat betekent dat er veel meer elektrisch gereden zal worden binnen afzienbare tijd.
Men maakt ook de prognose dat de total cost of ownership van een elektrische wagen volledig bijgebeend is met de kosten van een wagen op fossiele brandstof tegen 2024 – of uiterlijk 2026. Ik verwacht ook nog wel dat dat verder zal evolueren, gelet op het feit dat daar echt massaal op wordt ingezet. En bij heel wat mensen groeit het bewustzijn met de dag om toch een aantal klimaatmaatregelen te nemen. Dat juichen we zeker toe.
Wat de vraag rond ‘paal volgt wagen’ betreft: daarrond hebben we recent ons besluit op de Vlaamse Regering gebracht. Dat zit op dit ogenblik in de adviesrondes, en zal dan naar de Raad van State gaan. Dan wordt dat ook zo snel mogelijk uitgerold. Dat komt er dus ook binnen afzienbare tijd.
Ik wil ook nog eens benadrukken dat we in een finale fase zitten wat betreft de opmaak van onze potentieelkaarten. Die zijn van belang om te kijken waar het voor lokale besturen maar ook voor private initiatiefnemers aangewezen is om in de toekomst laadpaalinfrastructuur te plaatsen, al dan niet op het openbaar domein of in de nabijheid van appartementen. Die plannen worden opgemaakt in samenspraak met de netbeheerders, zodat men weet of het net daar al voldoende sterk is. Die kaarten zijn volledig klaar voor de 13 centrumsteden, en tegen het einde van het jaar voor heel Vlaanderen. Dan kan men daar onmiddellijk mee aan de slag, om te kijken waar bijkomende laadpaalinfrastructuur echt aangewezen en wenselijk is.
We mogen natuurlijk niet vergeten, en dat is vroeger eigenlijk altijd het uitgangspunt geweest, dat we massaal investeren in publieke laadpalen, maar dat er daarnaast ook nog altijd heel veel mensen bij voorkeur zowel thuis als op het werk hun wagen opladen. Dat gebeurt dan vanwege de prijs en hun eigen energieopbrengst en dergelijke. Dus wat is de tendens, en zullen we nog meer laadpalen nodig hebben? We vermoeden sowieso dat heel veel mensen opnieuw inzetten op eigen laadinfrastructuur. En als het thuis niet kan, bijvoorbeeld bij gebrek aan een eigen parkeerplaats of parkeergarage, dan kan het wel via de potentieelkaarten of via het principe ‘paal volgt wagen’, binnen een marge van 250 meter, op aanvraag. Neem daarbij nog de publieke laadpalen, en dan denk ik dat we daar ruim voldoende op inzetten. Maar we sturen bij als dat moet.
Dan was er ook de vraag of er voldoende elektriciteit is en de vraag naar die energietransitie. Dat gaat daar uiteraard mee gepaard. Ik ken de cijfers niet meer van buiten, maar naar aanleiding van ons Vlaams Energie-en Klimaatplan hebben we daar heel wat experten gehoord. Dat expertenpanel gaf toen al aan dat er nog heel wat elektrische wagens mogen rijden voor er een tekort zou zijn aan elektriciteit. Dat speelt natuurlijk ook mee met de hele energietransitie die we doormaken. Daar moeten we inzetten op een gezonde energiemix.
Mevrouw Van Volcem heeft het woord.
Bedankt, minister. Ik denk echt dat we in een transitie zijn. Dat hebben we vandaag ook gezien in het advies van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV). Zij pleiten voor 1 miljoen elektrische wagens. Dus ik denk dat dat een goede omslag is die Vlaanderen maakt. Ik denk dat we ambitieus zijn. Ik ben ervan overtuigd dat u de netcapaciteit en de potentieelkaarten vooral in gebieden waar er vooral rijbebouwing is goed moet opvolgen en bijschalen als de elektrische wagen er voor iedereen komt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.