Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Brouns heeft het woord.
Ook ik heb vandaag de eer om geflankeerd te worden door twee YOUCA-studenten, die zich vandaag inzetten voor het goede doel zoals zovelen onder ons: Nina Schiering en Lisa Plantaz. De vraag gaat heel toepasselijk ook over de treinverbinding tussen Hamont en Weert, die voor onze regio heel belangrijk is. De studenten zijn afkomstig uit Nederland en wonen in mijn gemeente Kinrooi. Ze zijn zich dus heel bewust van het belang van grensoverschrijdend vervoer.
Nina zal de vraag stellen over Hamont-Weert.
De IJzeren Rijn is een opeenvolging van spoorlijnen die Vlaanderen via Noord-Brabant en Nederlands-Limburg met Noordrijn-Westfalen verbond. Ze werd oorspronkelijk aangelegd met als doel om goederenvervoer te faciliteren vanuit de haven van Antwerpen tot het Ruhrgebied. Sinds 1992 is ze niet meer als dusdanig in gebruik, doordat het gedeelte tussen Roermond en Dalheim gesloten werd. Over een heropening wordt al jarenlang onderhandeld. Vandaag worden verschillende spoorlijnen op deze route voor personenvervoer gebruikt.
Vandaag loopt er geen personentrein tussen Hamont en Weert, het deel van de IJzeren Rijn dat de grens tussen België en Nederland overschrijdt. De gemiddelde reistijd met de trein tussen Hamont en Weert is 5 uur en 14 minuten, en dit met een enorme omweg. De trein Antwerpen-Hamont staat nu 40 minuten stil in Hamont vooraleer opnieuw te vertrekken, in plaats van door te reizen naar Weert. De twee gemeenten liggen op maar ongeveer 10 kilometer afstand van elkaar. Met de auto duurt deze rit gemiddeld 21 minuten.
Om personenvervoer op het gedeelte Hamont-Weert opnieuw mogelijk te maken, zou een volledige elektrificatie van de lijn nodig zijn. Hiervoor zijn nog investeringen nodig vanuit Nederland.
In de Beleidsnota Mobiliteit en Openbare Werken 2019-2024 stond onder operationele doelstelling 2.6, “Stimuleren van prioritaire Vlaamse spoorprojecten”, de cofinanciering van lijn 19 Mol-Neerpelt-Hamont als een van de elf spoorprioriteiten opgenomen. Deze renovaties werden in 2021 afgerond, en sinds juni dit jaar rijdt een elektrische trein tot in Hamont. Sindsdien is het Belgische deel van de IJzeren Rijn volledig gemoderniseerd.
België, Nederland en Duitsland hebben ondertussen een internationale studiegroep opgericht om de verdere uitwerking van het 3RX-tracé te onderzoeken. De verbinding Hamont-Weert is daar geen specifiek onderdeel van, maar is er wel nauw bij betrokken. NMBS maakt geen deel uit van de internationale studiegroep, maar onderhoudt nauwe contacten met de federale overheid over de potentiële verbinding Hamont-Weert. Ik citeer de minister uit een antwoord van 24 juni 2021:
“Er is een nauwe samenwerking tussen de federale overheid en vooral NMBS over de potentiële verbinding Hamont-Weert. De grootste infrastructuuraanpassingen daarvoor moeten nog gebeuren op Nederlands grondgebied. Infrabel is daar minder bij betrokken. De federale administratie onderhoudt een nauw contact met haar Vlaamse tegenhanger, zowel voor dit dossier als voor andere grensoverschrijdende dossiers waarbij Vlaanderen betrokken is. Wat betreft Nederland werd in de schoot van de bestaande stuurgroep voor het grensoverschrijdend spoorverkeer een technische werkgroep opgezet om de verbinding Hamont-Weert verder te bespreken.
(…) Verder kan ik u meegeven dat het Departement Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) betrokken is bij de opmaak van de nieuwe maatschappelijke kosten-batenanalyse. Het departement is lid van de subwerkgroep van de internationale werkgroep 3RX, die deze studie begeleidt. De FOD Mobiliteit en Vervoer zal optreden als de leidend ambtenaar van de studie en zal die mee in de markt zetten. De studie zal gefinancierd worden door België, Nederland en Duitsland.
Voor het opstellen van het bestek van die studie waren de FOD Mobiliteit en Vervoer en het Departement MOW gezamenlijk penhouder, waarna dit bestek in de subwerkgroep van de internationale werkgroep 3RX verder werd besproken.”
NMBS weigert momenteel om het volledige rapport van deze nieuwe kosten-batenanalyse vrij te geven. In datzelfde antwoord op 24 juni 2021 laat u weten dat ook u deze maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA) tot dan toe niet in handen hebt gekregen.
In de Kamer werd op 3 juni een resolutie van mijn federale collega’s Jef Van den Bergh en Steven Matheï voor het realiseren van de verbinding Hamont-Weert eenparig aangenomen.
Wat is de stand van zaken van het moderniseren van de spoorlijn Hamont-Weert?
Welke contacten werden de laatste maanden met minister Gilkinet onderhouden? Hoe ondersteunt u de federale minister in het onderhouden van zijn contacten met de Nederlandse bevoegde instanties?
Wat is de stand van zaken van de kosten-batenanalyse van NMBS? Wanneer verwacht u dit rapport te ontvangen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank je wel, Nina. Als iemand die de situatie ter plaatse heel goed kent, ben jij zeker de best geplaatste persoon om deze vraag te stellen.
We praten er inderdaad al lange tijd over om de spoorlijn tussen Hamont en Weert te moderniseren, maar helaas zijn er vandaag nog geen concrete plannen om dat te doen. U zegt het zelf: u bent 20 minuten met de auto onderweg, terwijl de trein in Hamont stilstaat en eigenlijk perfect zou kunnen doorrijden naar Weert. We willen allemaal inzetten op meer openbaar vervoer en dit zou dan ook een goede suggestie zijn.
Ik moet u wat dat betreft meegeven dat aan Belgische of Vlaamse zijde het tracé helemaal vernieuwd is, maar dat er op Nederlands grondgebied nog wat werken moeten gebeuren. Daarover is er wel regelmatig overleg, maar helaas zijn er vandaag nog geen concrete plannen om hieraan uitvoering te geven.
Wij blijven uiteraard de Nederlandse collega’s ook aanporren om over te gaan tot actie, want in het kader van tal van uitdagingen – ik denk alleen al maar aan de klimatologische – zou het een goede zaak zijn dat de trein tot in Weert zou kunnen doorrijden.
U weet dat wij die spoorlijn 19 tot in Hamont recent volledig hebben geëlektrificeerd. Dit is dus een duurzame verbinding.
Hoe staat het met mijn contacten met minister Gilkinet? Ik kan u geruststellen dat wij op vaste tijdstippen een aantal interministeriële conferenties hebben. Meestal is dat om de twee maanden. Daarin zitten de gewestelijke ministers samen met de federale minister en worden tal van mobiliteitsproblemen besproken. Uiteraard komt het spoor daar meermaals aan bod.
Ik kan u ook meegeven dat we recent door minister Gilkinet zijn uitgenodigd op een spoortop tussen België en Nederland, waar alle grensoverschrijdende dossiers aan bod zullen komen. Die spoortop zal eind oktober plaatsvinden.
Wat is de stand van zaken van de kosten-batenanalyse van NMBS? NMBS heeft een potentieelstudie Hamont-Weert uitgevoerd en heeft de businesscase voor de uitbating van de verbinding uitgewerkt. De detailstudie werd tot op heden nog niet vrijgegeven.
Wel is het zo dat op de spoortop van 2016 ook een subgroep Hamont-Weert werd opgericht. Het is afwachten wat er in dat kader verder aan bod zal komen tijdens de besprekingen tussen België en Nederland.
De studie van NMBS waar we het hier over hebben, is wel nog geen volledige kosten-batenanalyse. Het is nog geen element dat we onmiddellijk kunnen gebruiken om te kijken hoe het nu verder met dit verhaal zal gaan.
U verwijst zelf naar uw collega’s in de Kamer. U weet ook dat het aanleggen of doortrekken van een spoor een federale bevoegdheid is. Wat dat betreft, is het denk ik aan uw collega’s in de Kamer om opnieuw het initiatief te nemen en te kijken of we toch niet snel werk kunnen maken van die verbinding tussen Hamont en Weert.
De heer Brouns heeft het woord.
We durven deze vraag uiteraard ook aan u te stellen omdat we groot vertrouwen hebben in u en in uw politieke kracht. Ik denk dat het inderdaad ook een verhaal is van vereende krachten. U bent samen met mij heel goed geplaatst om het strategisch belang van die ontsluiting te kunnen inschatten. Ik heb al vaak aan Vlamingen, die dan een beetje de wenkbrauwen fronsen, verteld dat de doortrekking van de lijn tussen Hamont en Weert ertoe zal leiden dat een grote Vlaamse regio via een Nederlands station een veel betere aansluiting heeft op het binnenlandse Vlaamse spoor. Dat klinkt vreemd, maar dat zal de realiteit zijn. De regio Noordoost-Limburg is via het spoor vanuit Nederland veel beter ontsloten dan vanuit eender welk dichtstbijzijnd Vlaams station. Dat is positief.
We moeten vandaag inderdaad grenzeloos denken, zeker in de mobiliteit. We liggen centraal in Europa, maar we hebben nog veel te weinig internationale grensovergangen en dit is een heel belangrijke overgang. De Nederlanders hebben altijd geaarzeld uit angst voor goederen vanuit Antwerpen en uit angst voor de concurrentiepositie van de havens. We kennen die discussie, maar we voelen veel draagvlak aan Nederlandse zijde als het over personenvervoer gaat. We mogen dat nu echt niet loslaten.
De vorige Nederlandse regering had de verbinding Hamont-Weert, eerder uitzonderlijk, expliciet in haar regeerakkoord opgenomen. De Nederlanders zijn er vandaag nog niet uit hoe de samenstelling zal zijn, maar wij nemen alle initiatieven en contacten die we hebben te baat om dit in het volgende regeerakkoord opnieuw in te schrijven. We moeten nu voldoende politiek gewicht in de schaal leggen zodat die verbinding er komt. Misschien kan dat op die spoortop besproken worden of moet minstens die subwerkgroep Hamont-Weert in leven blijven om dat tijdens de volgende legislatuur mogelijk te maken.
Ik heb u horen zeggen dat er eind oktober een spoortop is. We zijn nu eind oktober. Is dat voor nu gepland? Is dat voor deze maand? Ja.
Goed, minister, ik denk dat we gewoon met vereende krachten moeten volhouden om dit traject op Nederlandse bodem te realiseren. Vlaanderen heeft zijn verantwoordelijkheid genomen. In het verleden heeft Nederland hiervoor ook Europese middelen veiliggesteld. Er is de Nederlandse provincie Limburg, die heel wat meer middelen heeft dan bij ons. We zouden die opnieuw moeten activeren zodat de trein tussen Nederland en Vlaanderen gaat rijden.
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, we weten allemaal dat het dossier heel belangrijk is voor Limburg. Ik wil eventjes verwijzen naar mijn collega, kamerlid Wouter Raskin. Hij heeft in het federale parlement gevraagd om het station van Weert al op te nemen in de toekomstige beheersovereenkomst van NMBS. Ik heb begrepen dat dat voorstel daar is weggestemd of dat men eerst wil dat het gerealiseerd is alvorens men dat kan opnemen. We weten allemaal hoe moeizaam beheersovereenkomsten tot stand komen. Ik zou dan ook met aandrang willen vragen om Nederland er toch wel duidelijk van te overtuigen dat we in België klaar zijn om de verbinding te laten landen, én om het station van Weert reeds proactief te laten opnemen in de toekomstige beheersovereenkomst met NMBS.
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s.
Nog eventjes over die spoortop: die zou inderdaad eind oktober plaatsvinden. Ik neem aan dat die ergens volgende week zal plaatsvinden, samen met minister Gilkinet en onze Nederlandse collega’s.
Mevrouw Moors, dit is hoe dan ook een federale materie. Aan Nederlandse zijde moet er nog heel wat werk worden verricht. NMBS heeft heel de lijn geëlektrificeerd tot in Hamont, maar aan Nederlandse zijde moet nog heel wat werk gebeuren. De vraag is of het dan al aan de orde is om dat op te nemen in de beheersovereenkomst. Ik denk dat we in eerste instantie ervoor moeten zorgen dat de Nederlanders overtuigd zijn van het belang van deze spoorlijn voor het personenvervoer. Ik denk dat dat op zich het belangrijkste is, maar het dossier van het goederenvervoer en 3RX houden we uiteraard ook warm.
De vraag om uitleg is afgehandeld.