Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister-president, deze zomer lanceerde Cultuurconnect de mededingingsprocedure met onderhandeling: ‘Opdracht voor diensten voor de uitbouw en de implementatie van een ticketingsysteem en uitbreidingen voor groepen van kunst- en cultuurhuizen’.
Op 1 oktober zou Cultuurconnect na beoordeling een selectie maken van de kandidaten die toegelaten worden tot de gunningsfase die start op 21 oktober. Tot 1 december krijgen de geselecteerde kandidaten de kans om een offerte in te dienen. In de periode december 2021 tot februari 2022 volgen dan de eventuele productdemonstraties, onderhandelingen en eventuele aangepaste offertes. In februari-maart volgt dan de gunningsbeslissing en wordt het contract afgesloten.
In heb daarover al eens een vraag gesteld, op 8 juli, over de stand van zaken van het pilootproject Digitaal Podium van Cultuurconnect, en toen beklemtoonde u dat het helemaal niet uw bedoeling is “om naar een grote, internationale multinational te gaan die dat hier allemaal eens voor ons komt regelen. Ons hele relanceplan is erop gericht om de Vlaamse economie een relance te laten doen, en niet om de economieën in het buitenland te herlanceren. Die bekommernis delen wij absoluut.”
Ik stelde toen ook enkele concrete vragen over het lastenboek voor deze mededingingsprocedure, en daarop antwoordde u: “Op uw zeer concrete vraag wie het lastenboek schrijft en wat de objectieve succescriteria zijn, moet ik u het antwoord schuldig blijven. Het departement werkt samen met Digitaal Vlaanderen, maar of daar een consultant bij betrokken wordt, en wie dat dan is, dat antwoord kan ik nu niet geven. We kunnen die informatie meegeven om aan het verslag toe te voegen, als dat goed is.”
Tenzij ik erover heb gekeken, hebben wij dat – bij mijn weten – niet ontvangen. Daarom herhaal ik mijn vragen.
Wie schreef het lastenboek en welke consultants werden hierbij betrokken? Welke achtergrond en expertise hebben zij ter zake? Hebben zij, bijvoorbeeld, een werkrelatie met sommige leveranciers van die ticketingsystemen, misschien eventueel zelfs in het buitenland?
Hoeveel kandidaten hebben zich ingeschreven voor de mededingingsprocedure en hoeveel daarvan zijn buitenlandse bedrijven? Ik bedoel daarmee bedrijven die met hun hoofdzetel niet binnen de Europese Unie gevestigd zijn. Hoeveel kandidaten werden op 1 oktober 2021 geselecteerd? Hoeveel daarvan zijn buitenlandse bedrijven?
Hoe ziet Cultuurconnect haar rol als derde partij? Het succes van een geslaagd ticketingsysteem is immers toch gebaseerd op de nauwe samenwerking tussen klant en leverancier.
Heeft Cultuurconnect onderzocht of haar pilootproject marktverstorende effecten heeft?
Welke objectieve succescriteria heeft Cultuurconnect geformuleerd voor dit pilootproject?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Brouwers, ik wil me eerst en vooral excuseren voor het niet nakomen van mijn belofte. U weet dat dat niet mijn gewoonte is. Het secretariaat mag er ons ook op wijzen als er nog iets openstaat. In ieder geval: ik ben mijn belofte niet nagekomen. Mijn excuses daarvoor. Het is niet voor herhaling vatbaar, het was ook geen slechte wil.
Het bestek werd geschreven door het projectteam van Cultuurconnect in zeer nauwe samenwerking met de projectteams van de piloten – dat zijn de cluster Gent, cluster Zuidwest en de cluster Pajottenland-Zennevallei – en een team van experten uit de brede sector. In totaal zijn meer dan twintig mensen intensief betrokken bij het bestek. Door de ruime samenstelling van de teams verzekert Cultuurconnect zich van heel wat expertise en ervaring met veel verschillende ticketing- en andere systemen. Zo wordt ook de onafhankelijkheid ten aanzien van leveranciers en systemen gevrijwaard.
Het projectteam van Cultuurconnect wordt versterkt met een consultant-expert die als onafhankelijke zelfstandige werkt in de culturele sector in Vlaanderen en in Nederland en die in het verleden heeft gewerkt bij een ticketingsysteemleverancier die geen ticketsystemen meer aanbiedt in de Benelux en ook niet intekent op de opdracht. Die man heeft dus zeker expertise maar is niet verbonden met een aanbod dat op tafel ligt.
Cultuurconnect heeft hierbij formeel onderzocht dat er geen belangenconflicten zijn. Dat wordt weerspiegeld in een aantal contractuele clausules waarbij een geheimhoudingsovereenkomst de vertrouwelijkheid van de hele procedure – onder meer ten aanzien van alle deelnemende en niet-deelnemende leveranciers – garandeert. Deze geheimhoudingsovereenkomst werd overigens met alle deelnemers in de betrokken teams afgesloten.
In totaal hebben zich vier kandidaten ingeschreven voor de procedure. Drie daarvan zijn in het buitenland gevestigd en één in Vlaanderen. Er zijn drie kandidaten geselecteerd waaronder ook het bedrijf met vestiging in Vlaanderen. Het gaat om entiteiten die, al dan niet via een beroep op onderaannemers, gespecialiseerd zijn in ticketingsoftware en sterke referenties kunnen voorleggen.
Cultuurconnect zal minstens de rol van contractpartner ten aanzien van de ticketingsysteemleverancier voor haar rekening nemen, het projectmanagement voor de kunst- en cultuurhuizen doen en ook de governance voor het indienen van change requests – dat zijn verzoeken tot aanpassing – of ontwikkelvragen organiseren. Cultuurconnect kan ook bijkomende rollen opnemen zoals configuratie, training, eerstelijns- of tweedelijnssupport. Cultuurconnect verenigt op die manier de huizen en is de tussenschakel voor de leverancier. Dit is een beproefd model van ontzorging en schaalvergroting dat in veel diensten van Cultuurconnect wordt toegepast tot grote tevredenheid van onder andere de openbare bibliotheken en de cultuur- en gemeenschapscentra. Die aanpak maakt ruimte vrij bij de cultuuractoren om zelf in te zetten op hun inhoudelijke kerntaken en te focussen op samenwerkings- en netwerkverbanden.
Wat de marktverstorende effecten betreft, heb ik Cultuurconnect de opdracht gegeven om, op basis van de conceptnota, deze aanbestedingsprocedure te lanceren. Zoals u weet, kende dit project een lang voortraject waarbij heel wat sectorspelers – inclusief leveranciers van ticketingsystemen – betrokken werden.
In de aanpak van haar aanbestedingsprocedure stelt Cultuurconnect alles in het werk om de competitie zo veel mogelijk te laten spelen op zo veel mogelijk vlakken. Gezien de waarde van deze opdracht gaat het om een Europese procedure, die ook de kans geeft aan niet-Belgische bedrijven om hieraan deel te nemen. De opdracht is opgedeeld in percelen, met onderscheiden vereisten, waardoor de marktwerking op onderscheiden domeinen kan spelen. Er werd bewust gekozen voor een ‘best of breed’-aanpak waarbij geen grote totaaloplossingen aan één partij worden gegund, maar voor specifieke deelaspecten telkens de beste leverancier wordt gekozen.
Ik heb er uitdrukkelijk voor geopteerd om Cultuurconnect eerst te laten beginnen met twee piloten, voor slechts een beperkt deel van de markt. Binnen die setting kan Cultuurconnect een aantal zaken onderzoeken. Pas wanneer de resultaten van de pilootprojecten worden gevalideerd, zal worden bekeken of het efficiënt is dat via schaalvergroting ook een groter deel van de kunst- en cultuurhuizen aan dit project deelneemt.
Ik kom tot de succescriteria. In eerste instantie is het doel van dit pilootproject een kwaliteitsvolle oplevering en succesvolle uitrol van de geselecteerde ticketingsystemen bij de piloten op basis van de vereisten uit het bestek. De leidraad voor het bestek zijn de krachtlijnen van de conceptnota Digitaal Podium waarbij vanuit de sector een aantal noden zijn gedefinieerd die als toetssteen zullen dienen bij de evaluatie: het verbeteren van de interne organisatie; een betere bezoekerservaring; op maat van het kunst- of cultuurhuis; meer samenwerking; een betere analyse, rapportering en acties door data, en een basis voor innovatie in de toekomst.
Bij de evaluatie zal er ook veel aandacht gaan naar de tevredenheid van de piloten, het perspectief op een duurzaam financieel model, de integratie in een Vlaams ecosysteem in het kader van het traject Doelgericht digitaal transformeren en een perspectief op opschaling die een duurzame marktwerking mogelijk maakt.
Zoals ik al eerder aangaf, zal dit pilootproject na afloop grondig worden geëvalueerd. Ik zal daarbij vooral bekijken of de door Cultuurconnect vooropgestelde werkwijze beantwoordt aan de noden van de sector en of het project voldoende aansluit bij de doelstellingen van het traject Doelgericht digitaal transformeren, dat in het kader van het relanceplan Vlaamse Veerkracht ontwikkeld wordt. Het pilootproject Digitaal Podium is immers slechts een van de interessante experimenten die in het kader van de digitale transformatie van de cultuursector worden opgezet.
Ten slotte, zoals ik in mijn antwoord op een van uw vorige parlementaire vragen over Digitaal Podium al eens heb aangegeven, moeten we omzichtig omspringen met de mededingingsprocedure Digitaal Podium.
Cultuurconnect dient immers, net als in alle andere aanbestedingsdossiers, die aanbestedingsfase in alle vertrouwelijkheid te kunnen doorlopen. Velen onder jullie kennen vanuit een lokale context de gevoeligheid van dergelijke aanbestedingsprocedures. En om deze tot een goed einde te brengen, moet aan alle juridische voorwaarden kunnen worden voldaan.
Ik ben ervan overtuigd dat de sleutel tot een aantal noodzakelijke vernieuwingen om verdere stappen te zetten in belangrijke lokale en Vlaamse beleidsprioriteiten zoals intergemeentelijke samenwerking, regiovorming, innovatie, digitalisering en cultuurparticipatie, wel degelijk in de kern van de werkprocessen van de kunst- en cultuurhuizen zit. Vele huizen zijn vragende partij om kennis en krachten te bundelen. Een bovenlokaal ontzorgend initiatief en onderlinge samenwerking zijn cruciaal. Dit project om digitale basisinfrastructuur vanuit de sector zelf uit te bouwen, is bovendien ook in hoge mate afgestemd met Digitaal Vlaanderen, met linken naar het relanceproject Doelgericht digitaal transformeren, en met culturele bovenbouwspelers, in het bijzonder publiq, waarvoor dit project een kans is om betere en meer integratie van hun UiT-platformen te realiseren. Ook hier liggen dus kansen om de sector grote stappen vooruit te laten zetten.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. We zitten natuurlijk midden in een procedure, waardoor het moeilijk is om hier bijvoorbeeld namen te gaan noemen of heel specifieke zaken die binnen de vertrouwelijkheid horen. Ik snap dat u hier of Cultuurconnect in de voorbereiding niet het achterste van de tong heeft kunnen laten zien.
Wat mij wel opviel, is dat er voorlopig drie bedrijven geselecteerd zijn, waarvan twee buitenlandse. Op zich hoeft dat niet echt een probleem te zijn, maar het gaat toch een beetje in tegen ... Vlaams relancegeld zouden we natuurlijk het liefst zo veel mogelijk aan Vlaamse bedrijven ten goede laten komen. We zullen zien hoe dit verder loopt.
In elk geval zijn we toch ook wel een beetje bang dat, als de dienstverlening uit het buitenland moet komen, dat nadien misschien wat kan haperen als er problemen rijzen en zo. De ervaring daarmee is toch dat als je een leverancier van dichtbij neemt, dat vaak toch een voordeel heeft. Ik hoop dus dat dat mee in overweging wordt genomen door degenen die daar nu over zullen moeten oordelen.
U zei dat er apart kan worden gegund voor verschillende deelaspecten. Dat vind ik wel heel goed. Het kan dus zijn dat ze alle drie een stukje van de koek hebben. Dat vind ik op zich wel niet slecht. Ik weet niet over wie het gaat, dat is niet het punt, maar er zou geen sprake zijn van één monopolist die hier alles eventjes gaat regelen, wat vanaf het begin toch wel onze vrees was.
We moeten natuurlijk ook opletten voor het volgende. Cultuurconnect besteedt daar relancemiddelen aan. In welke mate is goed afgesproken met Europa dat er in dezen geen sprake kan zijn van marktverstoring? U hebt dat eigenlijk ook zijdelings aangehaald.
De enige vraag die ik dan nog heb, is de volgende. Als Cultuurconnect een of verscheidene leveranciers kiest, en de deelnemers aan het proefproject gaan daar niet mee akkoord, kunnen zij zich dan nog terugtrekken? Is hun steun daarvoor voorwaardelijk of niet? Zijn we zeker dat de deelnemers die zijn uitgekozen – u hebt ze opgenoemd, dacht ik: Gent, Zuidwest en Pajottenland –, dan ook daadwerkelijk zullen volgen? Het hele traject is dan immers afgelegd. Als zij uiteindelijk zeggen dat ze met die of die niet willen samenwerken, zijn ze dan verplicht om dat te doen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Het project komt Vlaanderen ten goede. Dat is al één element. We bevinden ons echter natuurlijk in een Europees aanbestedingskader. Daar kan ik ook niet onderuit. Ik ben blij dat er een Vlaamse firma bij is. We zullen zien. Uw conclusie over de deelaspecten is echter terecht: het is niet één molochaanbesteding, er kan worden gekeken naar de beste wat de verschillende elementen betreft. We moeten er natuurlijk ook voor zorgen dat het daarna niet te complex wordt qua beheer. Dat is dus een afweging die die mensen moeten maken.
Kunnen piloten zich terugtrekken als ze niet akkoord gaan? We leven in een vrije samenleving. Er is geen bindend contract met die mensen gemaakt. Ze worden in ieder geval betrokken bij het bepalen van wie het uiteindelijk voor elk deel zal worden. Ik kan dat echter nooit verplichten. Het zou ook stom zijn om aan iemand te zeggen dat hij moet meedoen, zodat die dan volledig tegen zijn zin in dat project blijft zitten. Ik denk niet dat dat de kwaliteit van het project dan ten goede komt. Dat lijkt me nogal logisch.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor de bijkomende antwoorden. Ik hoop dat het inderdaad ook juridisch allemaal correct in elkaar zit. Het gaat uiteraard ‘maar’ over een proefproject, maar ook proefprojecten moeten aan alle regels voldoen. De vraag of er in dezen van marktverstoring sprake zou kunnen zijn, blijft toch nog niet helemaal beantwoord in mijn achterhoofd. Maar goed, het traject is bezig, we zullen zien hoe het verder verloopt, en ik hoop dat het allemaal correct gebeurt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.