Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Het Steunpunt Werk heeft een studie gedaan. Die studie was niet zo positief, in die zin dat de uitstroom uit beroepsactiviteiten naar niet-beroepsactiviteiten is gestegen. En er zijn weinig niet-beroepsactieven die richting werk zijn gestroomd. Corona heeft daar uiteraard iets mee te maken maar deze studie moet toch wat alarmbellen doen afgaan
Minister, welke lessen trekt u daaruit? We willen niet-beroepsactieven sensibiliseren en stimuleren, verleiden eigenlijk om aan de slag te gaan, maar we zien dat die instroom naar werk het afgelopen jaar is afgenomen. Is er volgens u vandaag een kentering nu de arbeidsmarkt opnieuw aantrekt? Wanneer de afstand tot de arbeidsmarkt groter wordt, stellen we vast dat het matchingsproces op een zeer krappe arbeidsmarkt complexer is geworden. Hoe kijkt u daarnaar?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse, ik heb het recente artikel van het Steunpunt Werk over de invloed van corona op arbeidsmarkttransities gelezen. Eerst en vooral stel ik vast dat we er met de Vlaamse en federale steunmaatregelen in grote mate in geslaagd zijn om de negatieve impact van de coronacrisis op de arbeidsmarkt te beperken. De economie trekt intussen weer flink aan, en de krapte op de arbeidsmarkt is helemaal terug van weggeweest. Tegelijk moeten we vaststellen dat een aantal kwetsbare groepen zoals kortgeschoolden, jongeren en personen met een migratieachtergrond, die het voor de coronacrisis ook al moeilijker hadden om duurzaam aansluiting te vinden met de arbeidsmarkt, het extra moeilijk hebben. Dat hangt in sterke mate ook samen met de vaststelling dat personen in deze kwetsbare groepen ook nog eens oververtegenwoordigd zijn in die sectoren die zwaar getroffen werden tijdens de coronacrisis, zoals de horecasector, de luchtvaartsector enzovoort. Veel vaker dan gemiddeld worden zij met tijdelijke of interimcontracten tewerkgesteld.
De analyse van het Steunpunt Werk sterkt mij in de klemtonen die ik vandaag leg en in de beleidsinitiatieven die ik vandaag neem om maximaal te gaan voor 80 procent werkzaamheidsgraad tegen 2030. In het akkoord van het Vlaams Economisch Sociaal Overlegcomité (VESOC) ‘Iedereen aan boord’ lag de klemtoon specifiek op het bieden van kansen aan de potentiële arbeidsreserve, met een belangrijke focus op niet-beroepsactieven. Ook in daaropvolgende VESOC-akkoord, ‘Alle hens aan dek’, van december 2020, hebben we samen met de sociale partners impactvolle acties uitgewerkt.
Maar natuurlijk is het van belang dat, eenmaal mensen zich op de arbeidsmarkt bevinden, we ze daar ook houden en zo de vervroegde uitstroom vermijden. Dus moeten we leren om duurzame loopbanen te ontwikkelen. Dat is een superbelangrijke doelstelling, waar je zeer, zeer hard aan maatwerk moet doen. Wat kan daarbij helpen? Werkbaar werk, opleiden en levenslang leren en het stimuleren van werk-naar-werktransities. Daarover hebben we het in deze commissie al uitgebreid gehad.
Uw tweede en derde vraag komen een beetje te vroeg, omdat de relance nog volop bezig is. Voor 2021 zijn er nog geen definitieve jaarcijfers in verband met de transities in en uit de inactiviteit beschikbaar. Zodra ze er zijn, zullen wij daar analyses aan koppelen. We kunnen wel met behulp van de datareeks rond ‘Transities op de arbeidsmarkt’ van het Belgisch statistiekbureau Statbel gegevens voor het tweede kwartaal van 2021 vergelijken met eerdere periodes. Ik zou daar persoonlijk voorzichtig in zijn. Ik geef u iets mee, maar ik schrijf met voorzichtig krijt.
Voor het tweede kwartaal van 2021 liggen de cijfers weer helemaal in lijn met de precoronaperiode. 10,3 procent van de inactieven uit het tweede kwartaal van 2020 was een jaar later aan de slag, wat in lijn ligt met de cijfers uit 2019 en 2018. 5,8 procent van wie in 2020 werkte, was een jaar later inactief, wat wel nog iets hoger ligt dan de precoronacijfers. Ook in eerdere tijden van krapte was het een uitdaging om niet-beroepsactieven toe te leiden richting de arbeidsmarkt. Het is wel van belang hier mee te geven dat het gaat om kwartaalcijfers. We kunnen dus nog niet in detail focussen op kwetsbare groepen. Om te bekijken of de huidige inspanningen voldoende zijn, hebben we de jaarcijfers nodig.
De heer Ronse heeft het woord.
Het zou vooral interessant zijn op het moment dat we de jaarcijfers hebben om daar dan een gedachtewisseling over te houden. Daarom laat ik het hierbij.
De vraag om uitleg is afgehandeld.