Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, mijn vraag gaat over het integraal handelsvestigingsbeleid. Het is een kader dat lokale besturen kunnen gebruiken om de lokale detailhandel en het lokaal ondernemerschap te stimuleren. In de beheer- en beleidstoelichting van Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) werd voorzien om dat kader te herevalueren. Het vorige dateert van 2016. Het biedt gemeenten de mogelijkheid om dingen te doen om de detailhandel vooruit te helpen, bijvoorbeeld het afbakenen van kernwinkel- en winkelarme gebieden. We zien echter dat enkele beschikbare instrumenten in het integraal handelsvestigingsbeleid nog fel onderbenut blijven. Begin 2020 had bijvoorbeeld nog geen enkele gemeente een ‘winkelarm gebied’ afgebakend.
Ik bundel mijn vragen, minister. Wat is de stand van zaken met betrekking tot de evaluatie van het integraal handelsvestigingsbeleid? Welke stappen voorziet u in de nabije toekomst?
Minister Crevits heeft het woord.
De evaluatie is nog lopende. Er heeft een participatietraject plaatsgevonden met de gemeenten, de provincies en vertegenwoordigers van de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO) en Comeos. De Vlaamse Vereniging van Steden en Gemeenten (VVSG), UNIZO en Comeos hebben hun visie op het regelgevend kader ook bezorgd. Het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) werkt momenteel aan een overzichtsnota en een aantal beleidsvoorstellen. Wordt zeker vervolgd.
De initiatieven hebben betrekking op aanpassingen aan het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid zelf. Daarnaast wordt onderzocht via welk instrument we een halt kunnen toeroepen aan het bouwen van nieuwe winkelcentra op onbebouwde terreinen als antwoord op de problematiek van de leegstand van handelspanden, voornamelijk in de kernen.
Aangezien VLAIO nog werkt aan een overzichtsnota, ga ik vandaag niet vooruitlopen op concrete voorstellen. Het is wel zo dat het aanpakken van de leegstand van handelspanden, voornamelijk in de kernen, door alle betrokkenen als een van de belangrijkste doelstellingen wordt gezien. We moeten daar ook met regelgeving op inspelen.
We kijken dan in de eerste plaats naar de inzet van ruimtelijke instrumenten die de lokale besturen hebben, in de tweede plaats naar gerichte aanpassingen van het decreet. De aandachtspunten die geformuleerd werden in de resolutie, zullen worden meegenomen. Ik denk daarbij aan het vergunningsplichtig maken van opsplitsingen van handelspanden en aan het nader preciseren van de vierde productcategorie, namelijk de verkoop van andere producten.
Vanuit de VVSG klinkt de verzuchting dat de procedures voor de opmaak van bestaande ruimtelijke instrumenten nogal stroef zijn. Aan de Vlaamse Regering wordt gevraagd na te denken over soepelere of alternatieve planningsinstrumenten Deze instrumenten situeren zich natuurlijk binnen het beleidsdomein Ruimtelijke Ordening.
Een aantal voorstellen tot bijsturing van het decreet worden momenteel uitgewerkt door VLAIO. Deze worden ook afgetoetst met het departement Omgeving, door de connectie die er is. Er wordt ook juridisch advies ingewonnen, daarna zal ik een voorstel voorleggen aan de Vlaamse Regering.
Ondertussen zitten we niet stil. Eind 2020 heb ik 700.000 euro extra vrijgemaakt voor het programma EHBOnline Verkopen, een tijdelijke versterking van het initiatief ‘Het Internet. Ook Uw Zaak’, dat vooral mikt op de digitale transformatie van onze lokale handelaars. Hiermee zijn een 3000-tal ondernemers bereikt. De webinars konden daarna ook via YouTube herbekeken worden. Via de ondernemersorganisaties UNIZO en het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen (NSZ) hebben we dit jaar gratis begeleiding op maat aangeboden op het vlak van e-commerce. U kent mijn mantra: zelfs de kleinste winkel moet online gaan maar toch dichtbij zijn. Dat is geen tegenspraak. Het is niet omdat je online gaat, dat je de mensen in de buurt niet kunt bedienen.
Ik heb voor de zomer ook al twee relance-initiatieven genomen. Sinds 1 april is het Investeringsfonds Handelspanden actief. Via dit fonds kunnen lokale besturen leegstaande handelspanden kopen en transformeren tot nieuwe publiekstrekkers. Hiervoor is 10 miljoen euro vrijgemaakt. Er zijn al zeven dossiers ingediend. Aan vier gemeenten heb ik al groen licht gegeven voor samen een klein miljoen euro.
Voor de geïnteresseerden kan ik misschien vermelden welke vier projecten we hebben goedgekeurd. Er is er een van de stad Lommel, waarbij een verbouwing en een gedeeltelijke herlocatie Toerisme gebruikt zal worden voor ateliers en tentoonstellingen voor glaskunst. Er is er eentje in de gemeente Puurs-Sint-Amands, waarbij een handelspand wordt aangekocht en een transformatie beoogd wordt tot horecazaak met terras. U weet dat we daar een regeling hebben, afhankelijk van wat je ermee doet, wanneer je moet terugbetalen. Ook de stad Harelbeke heeft een project, namelijk de aankoop van een handelspand. Bij dat project wordt een handelspand aangekocht in het centrum van de stad. De kleinere, grotendeels leegstaande minihandelszaken zullen worden samengevoegd tot één of twee vernieuwde en aantrekkelijke commerciële ruimtes. Dat is ook exact wat we willen. We willen dus eigenlijk een duwtje rug geven om iets te doen in die handelskernen. In Meise krijgen we een transformatie van het oud gemeentehuis tot een aantrekkelijk handelspand of horecazaak, ook om de aantrekkingskracht van de kern te verhogen. Dat zijn dus vier heel specifieke projecten, die wel het doel dienen dat we beogen.
Voor de profploeg zit de overheidsopdracht tot aanstelling van een consortium in de finale fase. Hier maken we bijna 1,5 miljoen euro voor vrij. Ik kan u wel zeggen dat er heel veel lokale besturen geïnteresseerd zijn om die profploeg te laten passeren bij hen. Het is dus wel dringend dat we een selectie maken.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, het is inderdaad moeilijk om een evaluatie van de evaluatie te maken als de evaluatie nog niet gebeurd is.
Ik ben blij met uw update van de andere steunmaatregelen. Ik kan u zeggen dat we vanuit Diest ook een aanvraag hebben gedaan voor de profploeg. We zijn ook nog een dossier aan het voorbereiden voor de handelspandregeling. Als Diest ervan gebruikmaakt, dan wil het natuurlijk zeggen dat het zeker een goede maatregel is.
Wat het integraal handelsvestigingsbeleid betreft, wou ik u nog een paar suggesties meegeven, die ik vanop het terrein hoor. Er staan natuurlijk al een heleboel suggesties of eigenlijk vragen in onze resolutie. Ik hoor vaak dat het bestrijden van leegstand in Vlaanderen een uitdaging is die het best op regionaal niveau, op het niveau van de toekomstige regio's, of op het niveau van een aantal gemeenten wordt aangepakt. Ik verklaar me nader. Sommige gemeenten voeren een heel sterk kernwinkelbeleid, maar doordat andere gemeenten heel expansief zijn in bijvoorbeeld het toelaten van veel baanwinkels, worden ze gehinderd in het voornemen om een krachtig kernwinkelgebied te hebben. Ik hoor bij veel gemeenten de vraag of er niet een soort van handelsvestigingsbeleid kan zijn waarbij de instrumenten ingezet kunnen worden op regioniveau, met verschillende gemeenten samen. Ik vroeg mij af of daar momenteel naar wordt gekeken.
Iets anders dat u zelf al hebt aangehaald, is het verfijnen van de productcategorieën. Dat is ook een zaak die veel gemeenten bezighoudt. Het is juridisch niet altijd duidelijk op welke manier die productcategorieën kunnen worden ingezet. Dat is ook moeilijk afdwingbaar. Het heeft vaak overleg nodig met de detailhandel zelf. Dus, als de gemeenten meer slagkracht krijgen om de productcategorieën nauwer te verfijnen, dan zou dat zeker een goede zaak zijn. Maar u hebt er eigenlijk al op geantwoord dat dit zeker in de scope van de oefening zit.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
De heer Vande Reyde stelt dat er begin 2020 nog geen winkelarme gebieden waren afgebakend. Het gaat dan wellicht over de vertaling naar effectieve uitvoeringsplannen en dergelijke, want bijvoorbeeld in Antwerpen zijn er wel al een aantal winkelarme gebieden afgebakend en zelfs een aantal no-gozones in hun beleidsnota ‘Detailhandel 2020’. Het is dus vooral de vertaling daarvan in juridisch afdwingbare ruimtelijke planningsinstrumenten, zoals ruimtelijke uitvoeringsplannen, bijzondere plannen van aanleg en dergelijke meer, dat op zich laat wachten.
Ik verwijs ook naar onze resolutie over handelskernversterking, waarin nog heel wat andere maatregelen stonden, zoals maatregelen om onze dorpskernen te versterken, differentiatie onroerende voorheffing, ondersteuning bij verwerking van retaildata en zo meer. Daar staan 33 acties in vermeld. Ik zal ze niet opsommen en vragen wat daar de stand van zaken van is. Minister, wat is de algemene stand van zaken bij de uitvoering van deze resolutie?
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik ging eigenlijk ook verwijzen naar onze resolutie, maar ik durf nu die 33 actiepunten niet meer te overlopen. Wat echter wel duidelijk is, is dat het eigenlijk nog altijd een zeer actueel thema is. Vandaag stond zo in de pers dat Schoenen Torfs naar de kern terugkeert. Minister, vangt u signalen op dat dat die terugkeer naar de kernen inderdaad misschien een nieuwe trend is, onder andere door bijkomende leegstand door de coronacrisis? Of staat Torfs daarin op dit moment alleen?
U verwees ook naar die profploeg. We zien ook in Brugge dat er wel werk wordt gemaakt van kernwinkelgebieden, dat daar ook wordt bekeken hoe men dat precies juridisch rond zou krijgen. Ik denk dat dat allemaal niet simpel is. Wordt daar bij jullie dan ook een soort overzicht van bijgehouden? Collega Vande Reyde zei ook dat er nog weinig winkelarme gebieden zijn afgebakend. Zijn daar overzichten van, en wordt achteraf dan ook geëvalueerd wat de impact is wanneer een stad of gemeente overgaat tot een dergelijk beleid? Het is immers natuurlijk interessant dat we achteraf, bijvoorbeeld inzake die profploeg – zij het dat die nu nog niet is gestart, dat men nog maar in de eerste fase is – ook weten wat werkt en wat niet werkt.
Minister, wat werkt er?
Minister Crevits heeft het woord.
Werk werkt.
Collega Vande Reyde, het samenwerken tussen burgemeesters is een goed punt, vind ik. Je zou dat bijvoorbeeld kunnen stimuleren op een hogere schaal. Dat kan regionaal, provinciaal zijn. Dat moeten we eens bekijken, maar ik vind dat een terechte suggestie.
Die productcategorie had ik zelf vermeld. Dat gebeurt dus zeker, absoluut.
Collega Vanryckeghem, je moet inderdaad afdwingbare ruimtelijke instrumenten hebben, maar het is ook belangrijk dat er gebruik van wordt gemaakt. Als je een instrument in het leven roept en er is niemand die het gebruikt, dan geraak je immers natuurlijk ook niet verder. Ik heb het gevoel dat daar soms nog onbenut potentieel is, dat men een beetje bang is om te springen, om ervan gebruik te maken, omdat er weinig ervaring is.
Wat de stand van zaken met betrekking tot de resolutie betreft: misschien is dat iets dat we eens globaal kunnen bekijken. Ik kan die actuele stand nu niet geven. Weet wel dat ik zeer, zeer nauwgezet de resolutie volg om mijn eigen actieplan bedrijvige kernen op te maken. De vraag hoe je kernen levendig maakt, is voor mij immers minder ideologisch, maar veeleer praktisch. We willen allemaal dat die kernen levendig zijn, dat mensen er graag aanwezig zijn. Wij proberen daar dus maximaal rekening mee te houden.
De resultaten van de profploeg zouden we via een vitrine willen delen. Daarin is voorzien in de beslissing van de Vlaamse Regering. Als die profploeg ter plaatse gaat, dan worden er suggesties gedaan en willen we eigenlijk open terugkoppelen, niet alleen naar het parlement, maar ook naar alle andere lokale besturen. De bedoeling is immers dat men leert van elkaar. Daar ligt ook nog wel wat onbenut potentieel.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Bedankt. Ik heb geen verdere vragen meer.
De vraag om uitleg is afgehandeld.