Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
Mijn vraag gaat over de relance in de cultuursector. Na meer dan anderhalf jaar coronaverlamming draait de cultuursector weer op volle toeren, zo lijkt het toch. De voorbije weken konden we dankzij het Covid Safe Ticket weer naar de festivalweide, en de cultuuragenda voor het komende seizoen zit propvol.
Als minister van Cultuur kondigde u onder de noemer Taskforce Cultuur aan dat er 10 miljoen euro extra wordt geïnvesteerd in de sector. 5 miljoen euro daarvan gaat naar wat u het innovatiemechanisme noemt. Dit dient om “na een periode van stilstand het fundament van het culturele businessmodel te heroverwegen en transformeren” en “het innovatiepotentieel in de culturele sector wakker te schudden”.
Ondertussen blijven verontrustende berichten binnenkomen: er is de onvoorspelbare en slabakkende ticketverkoop, en de grote hoeveelheid uitgestelde concerten, premières, releases en opdrachten zorgt voor een bottleneck. Bovendien zijn er meldingen van een stijgend aantal burn-outs bij cultuurwerkers. Daarbij komt nog dat de volgende indienronde voor structurele subsidies voor de deur staat. Ook zaken als het registeren van het Covid Safe Ticket aan de ingang bezorgt organisatoren kopzorgen, evenals ventilatie en luchtkwaliteit in de zalen. We zijn er nog niet helemaal, ook al is alles weer open.
Daarnaast is het internationale netwerk, zo belangrijk voor vele cultuurspelers in Vlaanderen, stilgevallen. Een grote internationale aanwezigheid zorgt al jaren voor een belangrijk deel van de eigen inkomsten en verzekert toekomstige spreiding: twee aspecten die door covid zijn weggevallen, en het is koffiedik kijken wanneer dit opnieuw zal aantrekken. Het internationale netwerk heropstarten is echt niet eenvoudig.
Een bijkomend probleem is de vaststelling dat veel nieuw en opkomend talent tussen de plooien dreigt te vallen. Doordat de cultuurhuizen nu op zeker willen spelen, worden in de eerste plaats de grotere artiesten geboekt, is het heropstartaanbod eerder schraal en worden jonge, nieuwe kunstenaars verdrongen van de affiches. Voor cultuurhuizen is investeren in talentontwikkeling op korte termijn een verliespost en door corona en de slabakkende ticketverkoop is er nog weinig ruimte voor deze investering.
Vele jonge artiesten is de moed in de schoenen gezakt en ze kozen voor andere richtingen. Zij die volhouden, ervaren enorme druk en stress door de uitdagingen hierboven beschreven. Als we niet opletten, zal heel wat talent verloren gaan, en kunnen we spreken van een regelrechte braindrain. We dreigen een hele generatie kunstenaars en hun creativiteit te verliezen.
In deze context worden de cultuurspelers gepord om wakker te schieten en hun businessmodel te innoveren, dit terwijl de deadline voor de aanvraag van werkingssubsidies met rasse schreden nadert. Dat de oefening van het innovatiemechanisme bovendien de helft van de voorziene 10 miljoen euro opsoupeert, doet bij vele cultuurwerkers de wenkbrauwen fronsen.
Ik heb een aantal vragen over de hele heropstart voor u, minister-president. Wat is de stand van zaken van de Taskforce Cultuur? Wie zit in die taskforce? Over welke bijkomende initiatieven wordt er momenteel nog nagedacht? Wordt daarbij rekening gehouden met de hierboven geschetste problematieken van de bottleneck en de tegenvallende ticketverkoop? In hoeverre denkt u dat het innovatiemechanisme de hierboven geschetste problematieken tegemoet zal komen? Hoe zal dat gemonitord worden?
Internationalisering en de individuele kunstenaar als hoeksteen van het landschap zijn twee pijlers uit de visienota Kunsten. Toch zijn er in de relanceplannen geen of weinig initiatieven terug te vinden die die pijlers ondersteunen. Wat specifiek met de jonge kunstenaars? Hoe zult u ervoor zorgen dat deze generatie jonge kunstenaars er niet tussenuit valt? Kunnen er incentives gegeven worden aan organisaties die jonge kunstenaars of aanstormend talent ondersteunen?
Wat met het stilgevallen internationale netwerk? Wat gaat u doen om dat weer aan te zwengelen? Kan daar budget voor worden vrijgemaakt, bijvoorbeeld voor internationale toonmomenten? Zal er werk worden gemaakt van een gecoördineerde Europese aanpak?
En dan is er nog een probleem waar veel zalen mee worstelen: wat met ventilatie? Zal er worden geïnvesteerd in geventileerde ruimtes en concert- en theaterzalen? Wat zijn haalbare normen, zodat de sector niet weer op halve capaciteit moet draaien als de cijfers weer de verkeerde kant opgaan?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, ik heb de Taskforce Cultuur opgezet met leden vanuit de administratie, het kabinet Cultuur, Cultuurloket en professor Annick Schramme van de Universiteit Antwerpen. Zij gingen participatief met verschillende actoren uit de brede cultuursector op zoek naar noodzakelijke maatregelen om de coronacrisis te overbruggen in 2021. Op dit moment staan alle voorstellen die op korte termijn werden geformuleerd, in uitvoering. Het traject op middellange termijn heeft zijn eerste resultaten opgebracht. Het bijhorende rapport dat Cultuurloket heeft gemaakt onder de naam ‘Cultuur na corona’, evalueer ik op dit moment. Daarbij ben ik een strategie aan het opzetten om daar, samen met de betrokken steunpunten, ook met de brede cultuursector over te communiceren. Daarna kunnen de observaties in de brede culturele sector besproken worden en kan de sector daar ook mee aan de slag.
Ik ben me bewust van de door u genoemde bottlenecks. Met de Taskforce Cultuur heb ik dan ook getracht om daarop te anticiperen met zowel maatregelen die in se geen financiële impact behoefden als maatregelen die vanwege de financiële impuls synergiën en meerwaarde creëren.
Het innovatiemechanisme zal een hefboom zijn om de draad na corona weer volledig te kunnen opnemen. Het zet zowel natuurlijke personen als organisaties als zelfstandigen aan om te reflecteren over hun businessmodel. Aan de hand van een zelfevaluatietool, die gehost wordt door Cultuurloket, kan de gehele cultuursector zijn eigen werking evalueren en de afweging maken wat de volgende stappen zijn in hun innovatieproces. Het innovatiemechanisme wil na de stilstand weer nieuwe energie en nieuwe opportuniteiten in de sector aanwakkeren. Het monitoren en het evalueren van het instrument zal ik van dichtbij volgen.
Ik streef er met het nieuwe Kunstendecreet naar om een evenwichtig en meerstemmig kunstenlandschap te ondersteunen. Daarin is zowel aandacht voor gevestigde als voor jonge kunstenaars. Ik formuleerde een aantal aandachtspunten voor de beoordeling van de dossiers die daarop scherpstellen. Onder andere meerstemmigheid en landschapszorg, traditie en innovatie en zelfredzaamheid moeten zorgen dat ook jonge kunstenaars aan bod komen. Vooral met het laatste aandachtspunt, zelfredzaamheid, wordt verwacht dat organisaties en projecten bijzondere aandacht hebben voor de kwetsbare positie van de individuele kunstenaar.
Daarnaast ondersteunen we de kunstensector ook met aanzienlijke VIA-middelen (Vlaams intersectorale akkoorden) voor maatregelen met betrekking tot de koopkrachtverhoging en de kwaliteitsverbetering. De koopkrachtmaatregelen hebben rechtstreeks effect op de koopkracht van werknemers van gesubsidieerde kunstenorganisaties. De kwaliteitsmaatregelen hebben rechtstreeks en onrechtstreeks effect op de werkomstandigheden van de werknemers en van losse medewerkers die geen vaste medewerkers zijn. Die middelen zijn niet specifiek gericht op jonge kunstenaars, maar komen ook hen ten goede.
Bovendien herhaal ik ook dat de budgetten voor de projectsubsidies eerder verhoogd werden en dat de betalingen van de subsidies aan de sector gedurende de coronacrisis niet onderbroken of stilgelegd werden. Bijgevolg zorgen die initiatieven er nu ook voor dat de sector opnieuw kan opstarten en ook jonge talenten kan tewerkstellen.
Dit wil ik daar nog even aan toevoegen: als je een besparing doorvoert, staat heel de sector op zijn kop, maar in de globale, grote besparingsoefening die we als Vlaamse Regering hebben moeten doorvoeren, gaat Cultuur geen enkele euro moeten inboeten. Dat mag ook wel opgemerkt worden.
Het Kunstendecreet heeft specifieke instrumenten voor de ondersteuning van internationale presentaties. In het nieuwe Kunstendecreet zijn de tegemoetkomingen voor internationale presentatiemomenten een toegankelijk en snel instrument voor de ondersteuning van internationale presentaties. Het is niet specifiek gericht op jonge kunstenaars, maar door de laagdrempeligheid is het voor hen een aantrekkelijk instrument. Daarnaast wordt in het nieuwe decreet een nieuw subsidie-instrument gelanceerd: de internationale presentatieprojecten. Die projecten zijn specifiek gericht op de internationale spreiding van onze kunstenaars en onze kunstproducties. Tot slot geven de residentiebeurzen ook mogelijkheden aan jonge kunstenaars om zich internationaal te ontwikkelen. Daarbij wordt ook aandacht gegeven aan de uitbouw van een internationaal netwerk.
Uw laatste vraag ging over de ventilatie in de concertzalen. Via de relancemiddelen investeer ik bijkomend in bovenlokale culturele infrastructuur, zowel in integrale projecten als in specifieke maatregelen via de bestaande instrumenten. Organisaties met bovenlokale culturele infrastructuur kunnen bij het Departement Cultuur, Jeugd en Media aanvragen indienen om investeringssubsidies te ontvangen voor duurzame investeringen. Dat kan ook ventilatie-infrastructuur omvatten.
Wat de capaciteit van de zalen betreft, hoop ik dat de vaccinatiecampagne de druk op de zorg kan weghouden, waardoor we nooit nog extra maatregelen moeten nemen. In concert- en theaterzalen is het, net zoals bij de horeca en in de sportinfrastructuur, van belang om een actieplan te kunnen opstarten wanneer drempelwaarden dreigen te worden overschreden. De heropstart van de sector en de metingen op het terrein verschaffen ons de nodige inzichten. Ik kan alleen maar vaststellen dat de drempelwaarden die het Coronacommissariaat blijft vooropstellen en die momenteel in het ministerieel besluit opgenomen zijn, zelfs met een actieplan onhaalbaar zijn voor de sector. Belangrijk is vooral dat we bekijken hoe we daar op langere termijn een actieplan rond kunnen opstellen.
Dank u wel, minister-president. Om met dat laatste punt te beginnen: ik denk dat u daar gelijk in hebt. De normen zijn heel streng. Als er gecontroleerd en gehandhaafd wordt, zal het bijzonder moeilijk zijn om aan die normen te voldoen. Ventilatie en gezonde luchtkwaliteit zijn extreem belangrijk, maar er moet natuurlijk een haalbaar plan voorliggen. En daar zullen toch ook extra middelen tegenover moeten staan, willen we ervoor zorgen dat de cultuurhuizen in de buurt kunnen komen en er op een redelijke termijn voor kunnen zorgen dat ze in orde zijn en dat ze dus niet opnieuw op halve capaciteit moeten draaien.
Hoewel u aankondigt dat er geen besparingen zijn, wat een goede zaak is, denk ik dat er hier en daar toch wel gerichte investeringen nodig zijn, of het verschuiven of anders aanwenden van middelen, om aan bepaalde problematieken te voldoen. Mijn vraag is tot stand gekomen na heel wat gesprekken met de sector. Ik denk wel dat ik met die vraag de vinger op de wonde leg van de problemen op dit moment. Dat zal u ook al ter ore gekomen zijn. U zit er wellicht nog dichter bij dan ik.
Het hele bottleneckverhaal is een acuut probleem, en het feit dat dat voor verdringing van de jonge kunstenaars zorgt. Hoewel de individuele kunstenaar voor een stuk ondersteund wordt, moeten we die jonge kunstenaar nog verder ondersteunen. Er is ook het feit dat de internationalisering nog niet helemaal aantrekt. Ik denk dat dat echt de knelpunten zijn op dit moment. Ik hoop dat u dat met uw taskforce nog herbekijkt en niet te beroerd bent om te herevalueren of de middelen wel juist aangewend worden en of het innovatiemechanisme niet voor een extra belasting zorgt, veeleer dan voor de nodige en gerichte ondersteuning waar nodig. Ik kijk uit naar die evaluatie. En ik roep u op om misschien voor de knelpunten die ik hier heb geduid en die, denk ik, terecht zijn, te kijken of er nog extra zaken kunnen worden gedaan.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. Ik heb het al vaak gezegd en ik herhaal het nog eens: ik vind het een heel goede zaak dat er niet bespaard werd op Cultuur. Het is een van de weinige domeinen waar niet op bespaard werd. Ik denk dat dat nog wat meer duidelijk mag worden gemaakt. Dit is nu op korte termijn, maar ik vraag me af wanneer we resultaten kunnen verwachten van het traject op middellange termijn.
Wat de ventilatie betreft: die bezorgdheid van de sector was mij ook al ter ore gekomen. Ik heb ook vanuit de sector vernomen dat u er op het federale niveau hard voor hebt gevochten om dat toch te kunnen aanpassen, omdat dat inderdaad onhaalbaar blijkt te zijn. Bij dezen zou ik dus nog eens een oproep willen doen aan de partijen hier die ook federaal vertegenwoordigd zijn, opdat voor onze sector toch enig onderscheid zou worden gemaakt – ik denk dat er een verschil is tussen een cultuurcentrum en een fitnesscentrum – en men dat ministerieel besluit in die zin zou willen herbekijken. Ik maak me daar net zo veel zorgen over als u, mevrouw Meuleman, en als de minister-president.
Er zijn daarnaast maatregelen genomen met betrekking tot het nieuwe innovatiemechanisme. Ik had gevraagd dat daarrond een communicatiecampagne zou worden gevoerd. Is dat daadwerkelijk gebeurd? Ik heb dat niet zien passeren, maar goed, we zitten natuurlijk ook niet elke dag op cultuurwebsites. Ik vond het echter toch wel wat eigenaardig dat ik daarover niets heb gezien.
Ten slotte: het budget voor hedendaagsekunstaankopen werd ook verhoogd. Ik vroeg me af of dat ondertussen al is geïmplementeerd en hoe dat verder in zijn werk zal gaan.
De heer Van de Wauwer heeft het woord.
Minister-president, ook vanwege CD&V dank voor het vrijwaren van de cultuursector tijdens deze besparingsronde. We hebben het al gezegd. Ik kan niet anders dan onze dankbaarheid daarvoor opnieuw uitdrukken.
Ik zou wel mevrouw Meuleman willen bijtreden wat haar bezorgdheid over de ventilatie betreft. Zoals collega D’Hose ook zei: wij horen die geluiden vanuit de sector ook. Indien het ministerieel besluit van minister Vandenbroucke volledig zal worden uitgevoerd, wordt dat onwerkbaar en onbetaalbaar voor de cultuursector. Minister-president, ik vroeg me dus af of u van plan bent om dat opnieuw ter sprake te brengen op de interministeriële conferentie met uw collega-ministers van Cultuur, om vanuit de diverse gemeenschappen het signaal te geven en te vragen om toch te bekijken welke aanpassingen er nog mogelijk zijn op dat vlak of hoe dat ministerieel besluit kan worden geïmplementeerd met het oog op zowel de volksgezondheid – uiteraard – als de gezondheid van onze cultuursector. Zoals collega D’Hose zei: cultuurcentra zijn immers geen fitnesscentra.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Mevrouw Meuleman, dank u wel voor de vraag. Ik denk dat het een belangrijke vraag is. Ik deel ook wel de bezorgdheden die u naar voren brengt, want die lijken mij heel terecht. Dat zijn ook de geluiden die mij zelf ter ore komen: de bottleneck, de verdringing van jonge kunstenaars en de ventilatieproblematiek. Minister-president, het is een heel goede vraag van collega Van de Wauwer aan u om dat zeker ook mee te nemen naar de interministeriële conferentie. Van mijn kant zal ik ook wel federaal proberen wat ik kan proberen.
Minister-president, ik ben helemaal niet te beroerd om ook van onze kant grote appreciatie te uiten voor het feit dat er geen besparing wordt doorgevoerd in Cultuur. Dat mag worden gezegd. Ik moet ook meegeven dat ik hoop dat u diezelfde reflex zult hebben in het kader van de Vlaamse Brede Heroverweging bij het Departement Cultuur, Jeugd en Media. We zullen die binnenkort ook bespreken. Dat rapport is heel duidelijk. Het zegt dat er ook daar geen vet op de soep is, dat men daar geen besparingen meer kan doorvoeren.
Ten slotte had ik ook nog de vraag welke timing wordt vooropgesteld voor het afronden en het vrijgeven van de evaluatie die de taskforce doet.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Dank u wel. Ik wil even het geheel schetsen. Ik denk dat we voor de crisis al met een aantal structurele problemen zaten. Ik deel de bezorgdheden daarover van de hele commissie, van alle collega’s die al zijn tussengekomen, maar het beleid werkte op dat vlak al vanaf het begin, al van voor de crisis. Het is hier gezegd: men is nu gevrijwaard van besparingen. Ook zijn de projectmiddelen nu opgetrokken, ondanks de grote commotie die daar in het begin over was. We passen ook de decreten aan, met als doel de problemen die er zijn, daadwerkelijk aan te pakken.
Maar die crisis is daartussen gekomen en dan was het crisismanagement. Daar hebben we heel snel op de bal gespeeld om de nodige crisismaatregelen te nemen – ik ga ze hier niet allemaal opsommen – en tegelijkertijd op de korte termijn gekeken hoe we die relance van de sector kunnen begeleiden. Anderzijds is er ook een werkgroep ‘lange termijn’ bezig, die binnenkort ook een rapport zal afleveren. Het is zeker belangrijk dat we daar dan een grondig debat over voeren in de commissie, maar dat is nu te vroeg.
Eén zaak die uit de werkgroep ‘korte termijn’ naar voren gekomen is, is dat innovatiemechanisme. In de loop van de zomer werden de voorbereidingen daarvoor opgestart, enerzijds door het extern bureau Bax & Company, geloof ik, waarbij er een startnota opgemaakt is. Die startnota kreeg de input van zowel de steunpunten als grote en kleinere culturele organisaties. Ook individuele kunstenaars en experten konden daar hun input leveren. Ondertussen, sedert 15 september, kunnen de aanvragen voor dat innovatiemechanisme gedaan worden. Tegelijkertijd loopt er ook een coachingstraject waarbij de innovatiesector samen met een twintigtal culturele organisaties gecoacht wordt richting innovatie. Dat is ook heel belangrijk.
Vandaar mijn vragen, minister. Kunt u een korte toelichting geven over wat er in die startnota aan bod gekomen is? Zijn er ondertussen – we zijn ongeveer een maand verder – al aanvragen daarvoor binnengekomen? Kunt u ook nog iets meer toelichting geven over het coachingstraject? Loopt dat ondertussen al? Wie werkt daarvoor met wie samen? Dat lijkt me hier ook wel een belangrijk issue.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel voor nog vele bijkomende vragen. De acties op middellange termijn zijn we nu aan het afronden. Dat kan dus in de volgende weken wel ter beschikking gesteld worden.
De campagne rond het innovatiemechanisme is op 15 september gestart en houdt eigenlijk vooral webinars in die Cultuurloket opzet met de verschillende sectoren. Dat is geen publiciteitscampagne als dusdanig, maar eerder een informatiecampagne naar de actoren toe via webinars en seminars en dergelijke. Cultuurloket houdt daarbij de pen vast.
De toename van het budget hedendaagse kunst wordt momenteel voorbereid. Dat is nog niet gestart, dat wordt nu voorbereid.
Wat de normen betreft, weet ik niet of we daar in de Interministeriële Conferentie voor Cultuur veel tijd aan moeten besteden. Ik denk dat dat rechtstreeks naar het Overlegcomité moet gaan om dat ministerieel besluit aan te passen, en het sterkt mij ongelooflijk dat de collega’s van de partijen die federaal ook in de meerderheid zitten, mee dat gevecht willen voeren. Het is daar niet zozeer tegen de Franstalige partijen dat ik mij moet weren. Dus als jullie vanuit jullie partijinstanties – en zeker naar de federale minister van Volksgezondheid toe – toch enig begrip voor de specificiteit van de cultuursector zouden kunnen bewerkstelligen, zou dat niet slecht zijn.
Het is ook zo dat er op een bepaald moment wel een einde aan die federale fase komt en dat we niet meer met ministeriële besluiten gaan besturen wat de crisis betreft, maar dat we dat op een ander niveau gaan doen, net zoals we dat nu al voor de bevoegdheden die we stilaan terugkrijgen – bijvoorbeeld de toepassing van het Covid Safe Ticket en ook de eventuele verstrenging door het dragen van een mondmasker – in Vlaanderen allemaal tot een strikt minimum herleiden, in tegenstelling tot de andere gewesten, waar de epidemische situatie natuurlijk ook anders is. Ik kijk uit naar het einde van die federale fase, zodat we een aantal dingen op Vlaams niveau kunnen regelen.
Mevrouw Segers, het is een beetje kort door de bocht dat er in het rapport van de Vlaamse Brede Heroverweging geen dingen staan waarop bespaard kan worden. Het globale cultuurbudget – ik zeg het nog eens – blijft bewaard, maar ik sluit niet uit dat er onder andere op basis van de Brede Heroverweging verschuivingen van budgetten binnen de ruime cultuur kunnen komen. Het is dus niet waar dat daaromtrent geen suggesties gedaan zijn in het rapport van de Brede Heroverweging.
Dank u wel, minister-president, dit wordt ongetwijfeld vervolgd. We houden goed in het oog hoe het gaat met de sector. Ik denk dat we allemaal willen dat we een sector hebben die weerbaar is en goed kan overleven en waar er geen braindrain is en talent verloren gaat omdat er geen plek meer is.
Wat het aanpassen van dat ministerieel besluit betreft: ik wil daar inderdaad mee voor ijveren. Ik denk dat er verschillen zijn ten opzichte van bijvoorbeeld fitness, maar ook het onderwijs, waar je verplicht bent om een hele dag samen te zitten. Cultuur is nog altijd een stukje een keuze en je zit er niet zo veel en niet zo lang. Maar het mag absoluut geen excuus zijn om niets te doen aan de luchtkwaliteit en aan de ventilatie en om geen werkbaar plan uit te werken. Ik denk dat we er elke winter baat bij zouden hebben als we goed geventileerde cultuurhuizen zouden hebben. Dat wil ik ook nog toevoegen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.