Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Van Rooy heeft het woord.
De Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) wil vanaf volgend jaar – zoals wij weten – het zogenaamde capaciteitstarief invoeren. Dat beïnvloedt het onderdeel nettarieven op de stroomfactuur. Die zullen nu niet langer berekend worden op basis van het totale werkelijke verbruik, maar vooral op basis van de spreiding van het verbruik. Op deze manier wil de regulator de verbruiksmomenten van de consument sturen en verhinderen dat het elektriciteitsnet overbelast zou raken door een te hoog piekverbruik.
Het Netwerk Tegen Armoede stelde eind augustus dat het capaciteitstarief dat men wil invoeren onrechtvaardig is. Het Netwerk Tegen Armoede sluit zich op deze manier aan bij de analyse die wij, met het Vlaams Belang, reeds een hele tijd maken, namelijk dat mensen die het financieel minder breed hebben, het hardst zullen worden getroffen door de invoering van het capaciteitstarief, terwijl mensen die er nu financieel reeds knus bij zitten erop zullen vooruitgaan. Deze analyse wordt nogmaals bevestigd door een door de VREG zelf gelanceerde simulatie waarmee gezinnen en kleine bedrijven op het laagspanningsnet inzicht kunnen krijgen in de verwachte impact van het capaciteitstarief op hun jaarlijkse stroomfactuur. Vooral voor mensen met een laag verbruik – alleenstaanden, oudere mensen, mensen zonder kinderen, kotstudenten, tweedeverblijvers – geldt dat ze zullen moeten boeten. Uit die simulaties blijkt dat bijvoorbeeld alleenstaanden hun factuur zullen zien stijgen met 50 euro. Dat is een serieuze hap voor mensen met een klein budget. Gezinnen die zich nu reeds een elektrische wagen kunnen veroorloven – zoals ik net zei: mensen die er financieel knus bijzitten – zullen daarentegen door dit nieuwe tarief honderden euro’s kunnen besparen.
Volgens een eerdere simulatie van de VREG zouden na de invoering van het capaciteitstarief 40 procent van de Vlaamse gezinnen hun distributienettarieven met meer dan 10 procent zien toenemen ten opzichte van vandaag.
Samenhangend met het capaciteitstarief wordt trouwens ook het onderscheid tussen dag- en nachttarief afgeschaft. Voor mensen – vaak oudere mensen – die verwarmen op basis van elektrische accumulatieverwarming zal dat heel wat problemen opleveren. Bij deze manier van verwarmen wordt namelijk ’s nachts aan een voordelig tarief elektriciteit verbruikt om warmte op te wekken die tijdens de dag wordt afgegeven.
Vandaar mijn vragen, minister:
Deelt u de analyse dat de invoering van het capaciteitstarief, zoals het nu voorligt, onrechtvaardig is? Zoals door mij geschetst, gaan mensen die het financieel goed hebben erop vooruit, soms sterk vooruit, terwijl mensen die het financieel moeilijk hebben erop achteruit gaan.
Minister, u liet in maart nog weten dat u pleit voor een uitstel van de invoering van het capaciteitstarief. Staat u nog steeds achter dit standpunt? Zo ja, wat hebt u ondernomen om dit te bewerkstelligen en wat zult u eventueel nog ondernemen? Hoelang moet er dan uiteindelijk volgens u gewacht worden met de invoering van dit capaciteitstarief? Ik neem aan dat uitstel voor u geen afstel betekent. Helaas, voeg ik daaraan toe.
Is het volgens u aangewezen om te wachten met de invoering van het capaciteitstarief tot de uitrol van de digitale meter voltooid is? Zo neen, waarom niet?
Plant u flankerende maatregelen te nemen om de impact van het capaciteitstarief op alleenstaanden en andere getroffenen, die hun elektriciteitsfactuur zullen zien toenemen – met 40 procent, volgens berekeningen – te mitigeren? Zo ja, over welke maatregelen gaat het, en wanneer mogen we deze verwachten?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega Van Rooy. Het elektriciteitstarief zal een onderdeel zijn van de nettarieven. De VREG heeft dat uitgewerkt. Zoals u weet heb ik op 31 maart in de commissie gezegd dat ik dat goed en grondig wil onderzoeken vooraleer de VREG zijn capaciteitstarief invoert. Zij hebben inderdaad de verliezers en de winnaars op een rijtje gezet. Maar ik heb wel de opdracht gegeven aan de Universiteit Gent om voor verschillende categorieën van verbruikers weer te geven wat de impact is van dat tarief van de VREG op de distributiekost. Dat wil zeggen, een inschatting van het volledige nettarief in euro’s, zowel voor als na de invoering van het capaciteitstarief van de VREG. Ik ben daar dus eigenlijk toch wel voorzichtig in. Ik wil die studie afwachten. Die zal opgeleverd worden in de maand december. Daar zal duidelijk worden welke categorieën erop vooruitgaan, en welke erop achteruitgaan, en wat daar de verklaring voor is.
Wanneer die studie dat eenmaal duidelijk in kaart heeft gebracht, dan moeten we dat goed tegen het licht houden. Zowel ik, maar ook het parlement. De VREG valt natuurlijk onder het parlement, eerder onder jullie dan onder mij. Maar ik ga de druk ook wel opvoeren als ik een goed zicht heb, via een universitair onderzoek.
Ik heb inderdaad gezegd dat het draagvlak er niet is voor het tarief zoals het door de VREG is uitgewerkt. Daarop heeft de VREG ook beslist om het tarief al met 6 maanden uit te stellen. Sinds vorige maand is er ook een simulator, waar de impact van het tarief – zoals het op dit moment door de VREG is uitgewerkt – kan worden berekend. Ik denk dat het belangrijk is dat die simulator al veel gebruikt wordt. Het is dus al goed dat dit is uitgesteld, maar ik denk – voor zover ik iets over de VREG te zeggen heb – dat het aangewezen is om de studie van de Universiteit Gent af te wachten alvorens verdere conclusies te trekken, en alvorens zaken te gaan doen die niet wenselijk zijn.
Zoals ik eerder heb gezegd komt het capaciteitstarief niet boven op de nettarieven. Het zal een onderdeel zijn van de nettarieven. Het uitstellen van het capaciteitstarief tot in 2029 zal tot problemen leiden, zo zeggen experten mij. De belasting van het net zal ontsporen, het kan leiden tot overbelastingen en uitschakelingen. Daar zijn we ook wel gevoelig aan. Ik vind dat we vooral goed moeten kijken wat het tarief van de VREG zal zijn, en als er echt grote anomalieën zijn, dan moeten we vooral daaraan werken. Zoals ik eerder heb gezegd, zal ik dat doen zodra die studie af is, vanuit mijn hoedanigheid. Maar ik denk dat het ook heel belangrijk is dat, vooraleer de VREG iets invoert en aangezien ze onder toezicht van het Vlaams Parlement staan, jullie ook druk uitoefenen. Wanneer ik de studie heb, dan kunnen we dat het best eens bespreken in de commissie, voorzitter. We moeten het gesprek en de dialoog aangaan – zowel in het parlement, maar ook in de regering – om te zien welke wijzingen er eventueel nog kunnen worden aangebracht.
U vroeg ook naar flankerende maatregelen. Er zijn meerdere initiatieven om bepaalde doelgroepen te helpen.
Er zijn de premies voor het isoleren van woningen. Isoleren blijft een zeer belangrijke zaak, ook als je elektrisch verwarmt.
Ook is er de batterijpremie. Met een batterij kun je het piekverbruik beperken.
Verder heb je nog de sturingspremie voor elektrische warmte.
Voor bijkomende flankerende maatregelen wil ik nog even wachten tot de studie duidelijkheid heeft gegeven. Ik heb ook – meermaals – een gesprek gehad met de VREG. Ze hebben verschillende gevallen uitgewerkt, ze hebben nu ook die simulator. Ik ben persoonlijk ook wel gevoelig voor die moeilijke doelgroep. Vandaar dat ik ook die onafhankelijke studie van de universiteit heb besteld. In december hebben we die. Ik denk dat het goed is dat we dat hier dan ook in het parlement bespreken, maar ook dat deze commissie de VREG dan nog eens uitnodigt, en dat ook door jullie de druk wordt verhoogd. Ik zal dat in ieder geval ook wel van mijn kant doen, als de studie er eenmaal is. We zullen dan kijken wat de VREG verder gaat doen, en ook wat er flankerend nog moet worden gedaan.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Dank u, minister, voor uw antwoord. Meten is weten. Dus, ik juich die studie van de UGent absoluut toe. Ik vind het alleen vreemd dat daar een studie voor moet worden besteld bij de UGent en dat de VREG daar blijkbaar zelf niet voldoende toe in staat is.
Wat de VREG tot hiertoe wel laat zien – ik heb het aangehaald in mijn inleiding –, is dat maar liefst 40 procent van de gezinnen in Vlaanderen de distributienettarieven met meer dan 10 procent zullen zien toenemen en 60 procent de distributienettarieven ofwel niet zal zien toenemen, ofwel met minder dan 10 procent. Dat is dus ook een toename. Daar is dus ook een toename mogelijk.
U spreekt over verliezers versus winnaars. Zoals het er nu naar uitziet, zullen er veel meer verliezers dan winnaars zijn met dit nieuwe capaciteitstarief. Het gaat dus niet over een doelgroep of enkele doelgroepen, maar over een meerderheid of een zeer grote minderheid op zijn minst– 40 procent – van de Vlaamse gezinnen. Nogmaals, ik zie, net zoals u, die studie met veel nieuwsgierigheid tegemoet, maar ik denk dat we ons moeten voorbereiden op een uitkomst die erop zal wijzen dat er veel meer verliezers dan winnaars zijn.
Ik heb dus als bijkomende vraag aan u: hoeveel verliezers zijn er voor u aanvaardbaar? Of zegt u – en dat is natuurlijk mijn stelling – dat er bij de invoering van dit capaciteitstarief überhaupt geen verliezers mogen zijn en dat we alleen maar winnaars in Vlaanderen moeten hebben, mensen die hun tarieven zien dalen en niet zien stijgen? Hoelang kunt u uitstel van dit capaciteitstarief aanvaarden? U spreekt over zes maanden, maar kan dit uitstel worden verlengd? Zo ja, met hoeveel maanden of jaren?
De heer Tobback heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor het antwoord, maar u gaat eigenlijk voorbij aan de essentie. Ik heb in elk geval geen zin in een spelletje zwartepieten ten aanzien van de VREG of het parlement dat de VREG zou aansturen, om te kijken wie er verantwoordelijk is. De verantwoordelijkheid ligt bij het beleid in dezen. Dus, als de tarieven zullen stijgen en er kosten komen, dan is dat omdat het beleid in de voorbije jaren beter voor het net probeerde te zorgen dan voor de burgers. Dat is ook het idee achter het capaciteitstarief: vermijd dat de burgers het net overbelasten.
We weten allemaal dat we met het beleid, dat we zelf promoten, het gebruik van elektriciteit meer dan zullen verdubbelen in de komende twintig jaar en dus is ons net hopeloos ontoereikend. Maatregelen zoals het capaciteitstarief zullen dat niet veranderen. Het zal alleen maar burgers verder ambeteren.
Als u iets wilt doen, minister, meer dan zwartepieten ten aanzien van het parlement of de VREG of wie dan ook, dan verwacht ik dat er een concrete visie komt om eindelijk eens te investeren in de noodzakelijke versterking van het net en duidelijkheid over hoe dat gefinancierd zal worden, zonder dat de bal opnieuw naar de burger wordt gespeeld die dan maar moet investeren om de kosten, de uitschakeling en de overbelasting van het net te vermijden. Het net is ontoereikend en daar dragen vandaag, zoals het er nu uitziet op basis van het gevoerde beleid, de burgers en in de eerste plaats veel zwakke burgers de gevolgen van. Wat ik zou willen weten, is hoe deze Vlaamse Regering daar iets aan wil doen, niet door het nog eens zes maanden uit te stellen maar door fundamentele maatregelen te nemen die burgers helpen om ofwel een sterker net te kunnen gebruiken, ofwel er minder gebruik van te moeten maken. Maar ik hoor niets van dat alles.
Ik vrees – en ik hoop dat dit niet het geval zal zijn – dat we voor een jaar vertrokken zijn met zwartepieten over wiens fout het is zonder dat er fundamentele oplossingen komen. De burger heeft daar geen behoefte aan. Zorg nu eens voor die burgers in plaats van te vertrekken vanuit een beleid dat zorgt voor het net, want dat net en het beperken van de kosten is precies belangrijker dan de lasten voor de burgers. Dat moet eindigen. Maak daar een einde aan. Verander dat. Toon aan hoe u dit op termijn zult oplossen, want anders is het enkel wat geroep in de marge.
De heer Schiltz heeft het woord.
Het capaciteitstarief beladen met alle zonden van Israël of iets anders is natuurlijk een beetje te gemakkelijk. Het capaciteitstarief, als het wordt ingevoerd, heeft niet enkel tot doel om het net te verlichten, om meer spreiding ten bate van de netbeheerder te voorzien, maar het is ook een systeem waarbij de energietransitie met lokale energiegemeenschappen van de grond kan komen. Dat moet er net voor zorgen dat ook eenvoudige burgers die er niet warmpjes bij zitten – zoals de heer Van Rooy het aanhaalt –, in staat zijn om een graantje mee te pikken en er economisch op vooruit te gaan. Met andere woorden, het capaciteitstarief is een verandering van het systeem dat de winsten in energie niet alleen bij grote bedrijven en netbeheerders legt, maar ook in kleinere gemeenschappen.
Natuurlijk, minister, is het pleidooi bij veel collega's om er zeer behoedzaam mee om te springen en dat er, waar de winnaars en verliezers liggen, voldoende flankering ontstaat zodat er geen mattheuseffect is en ook de kleine man effectief dat graantje kan meepikken. Als op het einde van de rit alle goede bedoelingen weggespoeld geraken, dan zijn we natuurlijk veel verder van huis. Maar in dezen moeten we als parlementsleden ook een beetje intellectuele eerlijkheid aan de dag leggen en het capaciteitstarief niet, zoals het kind, met het badwater weggooien, maar net op zoek gaan op welke manier er grote vooruitgang, vooral voor de burger en de kleine consument, kan zijn.
Minister Demir heeft het woord.
Inderdaad, mijnheer Schiltz.
Mijnheer Tobback, u weet dat de nodige investeringen gebeuren en dat die ook gepland zijn in de toekomst. Elke investering in het versterken van het net, moet ook betaald worden. Wie betaalt dat dan? Dat zijn opnieuw de mensen die belastingen betalen enzovoort. Ik zal opvragen wat er in de toekomst verder wordt geïnvesteerd in de netten.
Ik heb dat gesprek ook gevoerd, maar er moet een evenwicht gevonden worden tussen enerzijds blijven investeren en anderzijds nadenken over hoe we gaan verbruiken. We zouden eigenlijk – daarom zou het een slim capaciteitstarief moeten zijn – mensen die een inspanning doen, via dat tarief moeten belonen, via een lagere factuur. We moeten stimuleren dat iedereen verstandig omgaat met het net en dat moet zich vertalen in de factuur. Die twee sporen moeten worden bewandeld.
Mijnheer Van Rooy, we moeten inderdaad goed bekijken in hoeverre het tarief van de VREG slim genoeg is, want de bedoeling zou zijn dat het een bepaald gedrag stimuleert, dat het aanzet om goed om te gaan met energieverbruik. Dat wordt nu door een onafhankelijke instantie, de universiteit, bekeken. Ik vind het niet slecht dat bij zo’n operatie wetenschappers worden betrokken die dat goed bekijken.
Het gaat mij niet om een spelletje zwartepieten, mijnheer Tobback, want u weet ook dat de VREG onder toezicht staat van het Vlaams Parlement. Ik probeer natuurlijk te wijzen op uw taken. Ik denk dat het als volksvertegenwoordiger goed is om daar de nodige druk op uit te oefenen. Ik zal dat ook doen. Ik zal ook bekijken of wat uit dat onderzoek komt voldoende goed is. We moeten mensen vooral stimuleren op het vlak van hun elektriciteitsgebruik en dat moet zich vertalen in de factuur. Dat is de opzet. Als zich dat niet vertaalt in de factuur, dan moeten we bekijken hoe we de scherpe kanten die er vandaag zijn en zoals die door de VREG zijn uitgewerkt, kunnen wegwerken. Dat is mijn betrachting. We moeten eventueel ook verder kijken naar flankerende maatregelen.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Minister, ik betreur dat u niet antwoordt op mijn bijkomende vragen. Eén, vindt u dat er überhaupt nog verliezers zijn bij de invoering van dit nieuwe tarief? U had daar natuurlijk ‘neen’ op moeten antwoorden, maar dat durft u duidelijk niet. er mogen alleen winnaars zijn bij dit nieuwe tarief.
Twee, u hebt ook niet gezegd hoelang dat uitstel nog zou kunnen duren van dat capaciteitstarief. Kan dat volgens u nog jaren zijn? Tot 2029 hebt u gezegd. Oké, dat is nog acht jaar.
Verder doet u alsof de VREG zomaar een orgaan is dat voor zijn plezier een nieuw tarief bedenkt en u wilt hen niet contacteren, terwijl dat natuurlijk gewoon het gevolg is – daar had de heer Tobback gelijk – van het beleid. Het beleid van deze regering is de elektrificatiewaanzin. Alles moet elektrisch worden want het CO2-dogma moet heersen. Dan krijg je natuurlijk een elektriciteitsnet dat overbelast dreigt te geraken en dus moet het gedrag – u hebt het letterlijk herhaald – van mensen worden gestimuleerd en gestuurd om verstandig om te gaan met het net. Wel, ik heb nieuws voor u, minister: mensen willen dat niet, mensen hebben daar geen zin in. ze willen zonder zorgen elektriciteit verbruiken en daarvoor betalen. Ze willen niet in hun gedrag gestuurd worden. dat is je reinste regelneverij, iets waar deze Vlaamse Regering van af wilde, dacht ik. Dat is af en toe verkondigd. We zullen dit capaciteitstarief blijven bekampen. Ik heb het al eerder zo benoemd, ik zal dat hier opnieuw doen, het is het rekeningrijden, niet voor weggebruikers maar voor elektriciteitsverbruikers. Daar zullen wij ons met hand en tand blijven tegen verzetten, want het is je reinste regelneverij waar Vlamingen niet op zitten te wachten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.