Verslag vergadering Commissie voor Algemeen Beleid, Financiën, Begroting en Justitie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister-president, de fameuze staatshervormingen die in dit land doorgevoerd zijn sinds 1970 blijven discussie opleveren en blijven ook allerlei dialoogplatformen opleveren. De Federale Regering heeft de voorbije weken een aantal initiatieven genomen om via een zogenaamd dialoogplatform gesprekken te voeren over institutionele hervormingen. Een van die initiatieven zijn de zogenaamde thematische werkgroepen.
Het opzet ervan bestaat erin om ook de deelstaten te betrekken bij een soort van informatiegaring, om expertise inzake bepaalde thema's te verzamelen, om de bevoegdheidsverdeling in de verschillende domeinen zoals wij die vandaag kennen te analyseren en om informatie uit te wisselen via allerlei thematische fiches. In dat verband zou het ook de bedoeling zijn om een ‘ambtelijke interfederale taskforce’ op te richten, bestaande uit de administraties van de deelstaten en van de federale overheid.
Dit spoor zou op ministerieel niveau voornamelijk verlopen via een interministeriële conferentie Institutionele Hervormingen, waarvan naar verluidt al een vergadering zou hebben plaatsgevonden begin deze maand. Het is blijkbaar ook de bedoeling om de deelstaatparlementen daar op een of andere manier bij te betrekken, al heb ik daar in het Uitgebreid Bureau nog geen informatie over gekregen. Het is me dus niet meteen duidelijk hoe dat zou moeten gebeuren.
Daarom heb ik een aantal vragen om van u wat duidelijkheid te krijgen.
Wanneer werd de Vlaamse Regering hierover voor het eerst door haar federale collega’s gecontacteerd? Gaat de Vlaamse Regering in op het eventuele verzoek, gelet op het feit dat de Vlaamse Regering in haar regeerakkoord het institutionele debat eigenlijk heeft overgelaten aan het Vlaams Parlement?
Hoe ziet de Vlaamse Regering dit federale initiatief in het licht van de werkzaamheden van de Werkgroep Institutionele Hervormingen die in dit huis momenteel aan de slag is?
Hoe staat de regering tegenover het opzet van dit initiatief van de federale overheid? Indien ze daaraan haar medewerking wil verlenen, met welke doelstellingen voor ogen zal dat dan zijn? Wil de regering dit eerder beperkt houden tot een veeleer technische operatie, of wil zij daar ook een uitgesproken politieke invulling aan geven, zowel wat themakeuze als inhoud betreft?
Heeft de Vlaamse administratie al voorbereidingen getroffen voor eventuele knelpuntenfiches of thematische fiches? Uit de hoorzittingen die momenteel in de Werkgroep Institutionele Hervormingen plaatsgrijpen, menen wij begrepen te hebben dat dit nog niet het geval zou zijn.
Heeft de regering al meer zicht op wat die ‘ambtelijke interfederale taskforce’ zal zijn, hoe die zal functioneren en hoe de besluitvorming daar zal verlopen? Hoe zal de besluitvorming op interministerieel niveau gebeuren?
Hoe denkt u eventueel, indien gewenst, het parlement te betrekken bij deze hele kwestie die op het federale niveau ontwikkeld wordt?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Janssens, een interministeriële conferentie (IMC) Institutionele Hervormingen is bijeengekomen op 6 juli laatstleden. De Vlaamse Regering ontving de uitnodiging daarvoor pas op 30 juni met daarbij ook de nota over de fiches en de taskforce. We hebben dat dus niet kunnen voorbereiden op het niveau van de Vlaamse Regering. De stelling die ik tijdens die interministeriële conferentie heb ingenomen – en ook het antwoord op veel van uw vragen – is de volgende: ik heb geen enkel probleem met de uitwisseling van technische fiches, maar dan moeten alle fiches die op alle niveaus circuleren ook uitgewisseld worden met alle niveaus. Het kan niet zijn dat enkel het federale niveau alle fiches verzamelt. Iedereen moet beschikken over alle fiches.
Over de werkgroepen – ambtelijk of niet ambtelijk, politiek of niet politiek – hebben we ons als Vlaamse Regering in dat korte tijdsbestek niet kunnen uitspreken. Dat staat zeker nog op de agenda van de Vlaamse Regering. We zullen dat bekijken en daar dan een antwoord op formuleren. Daar heb ik dus nog geen uitspraak over gedaan en daar kan ik hier nu aan u namens de Vlaamse Regering ook geen uitspraak over doen.
Is de Vlaamse Regering hierop voorbereid? De Vlaamse administratie volgde de uitrol van de zesde staatshervorming uiteraard verder op. Ik verwijs daarbij onder andere naar de bespreking van het rapport van het Rekenhof tijdens de vorige regeerperiode. Ook in het Vlaams Parlement werden reeds vertegenwoordigers uit de administratie gehoord. We starten dus niet van een wit blad, er werden reeds binnen tal van domeinen knelpunten geïdentificeerd. Op basis van deze oefeningen kunnen binnen relatief korte termijn fiches opgesteld worden. Op voorwaarde van die clausule van wederzijdsheid ben ik dus bereid om die fiches ter beschikking te stellen. Over de rest gaan we nog overleggen binnen de Vlaamse Regering: of we al dan niet in ambtelijke of ambtelijk-politieke werkgroepen zullen deelnemen.
Wat de betrokkenheid van het parlement betreft: ik denk dat het parlement vooral zelf over zijn werkzaamheden moet beslissen. Het is niet mijn taak, als voorzitter van de uitvoerende macht, om te beslissen wat het parlement al dan niet moet doen. Misschien treden we daarover het best in overleg met het parlement om te bekijken wat de beste opstelling daarover is. Maar het parlement is autonoom bevoegd om zelf zijn werkzaamheden te bepalen. Laat daar geen misverstand over bestaan.
De heer Janssens heeft het woord.
Zo is dat, minister-president. We zullen daar inderdaad zelf over beslissen. Maar mijn bedenking was: het zou wel bizar zijn dat de Vlaamse Regering, ook in haar regeerakkoord, zegt dat ze het institutionele debat aan het parlement overlaat, om dan tegelijkertijd met de Federale Regering en het federale parlement in overleg te gaan om een en ander inzake institutionele hervormingen te bespreken. Als de regering al enig initiatief neemt – en hoe meer, hoe liever wat mij betreft – inzake het debat over de staatkundige structuur van Vlaanderen en België, dan zal dat in eerste instantie met het Vlaams Parlement moeten zijn en niet met het federaal parlement of de Federale Regering.
U zegt dat er een eerste vergadering is geweest op 6 juli, waarvoor u onvoldoende tijd hebt gehad om er u op voor te bereiden. Wat is het verdere traject, het verdere tijdspad hiervoor? Ik neem aan dat dat iets wordt voor na het zomerreces en dat dat in september hervat zal worden. Kunt u iets meer zeggen over die timing?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Er is geen nieuwe vergadering van de IMC vastgelegd. Eigenlijk hebben alle deelstaten dezelfde positie ingenomen als Vlaanderen. Wanneer elke deelstaat zijn input geleverd heeft, zal er een nieuwe vergaderdatum vastgelegd worden. Die timing ligt dus nog niet vast, maar het zal zeker en vast pas na het zomerreces zijn.
De heer Janssens heeft het woord.
Ik heb geen verdere opmerkingen, voorzitter.
De vraag om uitleg is afgehandeld.