Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik wil u nog één keer mijn ongerustheid meegeven over een probleem dat ik hier al herhaaldelijk op de tafel heb gelegd: de wolvenroedel die zich in Limburg heeft gevestigd. De ongerustheid daarover neemt enkel maar toe. Ik spreek hier niet uit persoonlijke naam, ik denk dat ik mag spreken voor heel veel ongeruste inwoners uit mijn gemeente en de omliggende gemeenten.
In eerste instantie leek het erop dat die wolf het op schapen heeft gemunt. Het wolfproof omheinen van de schapenweiden leek het probleem te zullen oplossen. Nu leert de ervaring ons iets anders. Er zijn al heel wat schapenhouders die hun weiden wolfproof hebben uitgerust. Veel schapenhouders hebben voor andere oplossingen gekozen, zoals het ’s nachts op stal zetten van hun dieren. Mensen die minder schapen hebben kunnen dat uiteraard doen. Maar er zijn ook mensen die jammer genoeg met hun hobby gestopt zijn. Er beginnen incidenten bij te komen waar we toch eens over moeten nadenken.
Er was al twee keer een wolvenaanval in een wolfproof omheinde weide. Op 12 november 2020 werd een hond doodgebeten door de wolf. Op 31 mei hebben de wolven een volwassen koe in een weide gedood. Ik heb daarover ook al een vraag gesteld. Een bijkomend incident dat mij zorgen baart is dat van zaterdag 19 juni, toen op klaarlichte dag in de buurgemeente Houthalen-Helchteren twee schapen doodgebeten werden in de aanwezigheid van de schaapherder.
Na de aanval op de volwassen koe heb ik gevraagd om in te grijpen en het protocol voor probleemwolven op te starten. Minister, u zei toen dat het protocol in werking werd gezet en dat het verder werd opgevolgd. “We zullen nagaan wat het protocol oordeelt en of het probleem inderdaad groot genoeg is.” Dat was wat u daar letterlijk over zei.
Minister, wat zal er ondernomen worden naar aanleiding van het opstarten van het protocol na de aanval op de koe?
Zult u naar aanleiding van dit incident op klaarlichte dag het protocol probleemwolven opnieuw opstarten?
De betrokken schapenhouder heeft in 2019 al een aanvraag gedaan voor een wolfproof omheining, maar tot op heden heeft hij daar nog geen subsidie voor ontvangen. Hoe komt dat en wanneer zal dit uitbetaald worden?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Ceyssens, dank u voor deze vraag, die u inderdaad meermaals in deze commissie aan bod hebt laten komen.
Bij elke aanval treedt het protocol in werking. Ook hier is dat gebeurd. Het ging wel om de eerste aanval op een rund in het wolventerritorium. Er is onmiddellijk verder onderzoek gedaan op het dier op de faculteit Dierengeneeskunde in Merelbeke.
Het gaat in dit geval over een aanval op onbeschermd vee, wat uiteraard niet wenselijk is. Het voorval wordt op dit moment verder gedocumenteerd en zal goed worden opgevolgd. Ik vind dat uitermate belangrijk, want ik realiseer me dat dit bij de rundveehouders inderdaad tot ongerustheid leidt. Het is de eerste keer dat het over een rund gaat. Het protocol bepaalt ook dat, indien blijkt dat de wolven zich meer dan een keer op runderen richten, er zal worden bekeken welke bijkomende maatregelen moeten worden genomen. Daarom blijven we dat verder opvolgen.
U vroeg of ik naar aanleiding van dit incident het protocol inzake probleemwolven opnieuw zal opstarten. Ik wil meegeven dat we dat bij elk incident opstarten, alsook bij elk schadegeval. Het protocol bepaalt echter ook dat zoiets meerdere keren moet voorkomen vooraleer er kan worden gesproken van een probleemwolf. De mensen van het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) hebben goede contacten met de schapenhouder om dit samen verder op te volgen.
Wat de derde vraag betreft, de betrokken schapenhouder heeft in 2019 inderdaad al een aanvraag gedaan voor een omheining. Hij heeft dat toen inderdaad niet gekregen omdat de regelgeving van 2019 niet was aangepast aan zijn situatie. Intussen is dat echter aangepast. Ik heb begrepen dat er een oplossing in de maak is, die ook grondig met de man in kwestie is doorgesproken. Op zeer korte termijn zal dit dus worden afgehandeld, zodat de man in kwestie in aanmerking komt, wat zeer terecht is, voor financiële ondersteuning voor een omheining die wolfproof is.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Zoals u correct zei in uw antwoord, was dit een dier dat in een onbeschermde weide liep. Ik herinner me echter ook heel goed dat u in een vorig antwoord op een van mijn vragen zei dat er duidelijk voor werd gekozen om niet te gaan beschermen bij grote runderachtigen omdat dat een onhaalbare zaak is en de kans op aanvallen ook erg klein is. Het lijkt me inderdaad onhaalbaar om alle weilanden waar grotere dieren grazen, dus koeien en paarden, volledig te gaan uitrasteren. Ik denk dat ons landschap zo heel versnipperd zou worden, ook voor ander wild. Ik heb immers ook al gevallen gehoord van kleine reeën die verstrikt raken in die omheining. Dat is een barrière. Het lijkt me niet wenselijk dat we heel ons landschap opdelen in kooien.
Misschien moet veeleer over het volgende worden nagedacht. Hier is een heel groot wolvengebied, een militair domein, waar die dieren ongestoord kunnen lopen, maar van daaruit lopen ze ook een heel groot landbouwgebied in één keer binnen. Dat is eigenlijk zo’n beetje een rustige plek waar ze kunnen aanschuiven aan het buffet. Als er moet worden beschermd, dan moet er misschien maar een heel lange omheining worden geplaatst aan de rand van dat militair domein. Anders is dat een onhaalbare zaak.
In uw antwoord zegt u dat het maar eenmaal is gebeurd, dat het meermaals moet gebeuren. Het lijkt me heel nuttig om dat te horen. Dat vind ik een belangrijk antwoord, want ik heb daar vroeger na het wolvenprotocol een vraag over willen stellen: wat is ‘meermaals’? Die is toen niet geselecteerd omdat ik al te veel vragen over die wolf had gesteld. Ik begrijp dus dat met meermaals meer dan een keer wordt bedoeld, en dat vanaf het moment dat het een tweede keer gebeurt, dat als meermaals geldt. Kunt u dat zo dadelijk nog even bevestigen? Dat is wel een duidelijke definitie.
Ik begrijp ook dat het protocol opnieuw wordt opgestart voor dit incident. Met welke factoren gaat men dan rekening houden? Daar zijn immers twee factoren bij die mij sterk verontrusten: ten eerste dat het op klaarlichte dag gebeurde en ten tweede dat het eigenlijk gebeurde in het bijzijn van de herder.
En dit is mijn laatste vraag die ik aan u wil stellen, minister. Een tijdje geleden was er een landbouwer in dat gebied boswegen aan het ploegen en die werd gevolgd door een wolf. Die man heeft dat ook op social media geplaatst, maar werd door het ANB achteraf gevraagd om die beelden te verwijderen. Ik heb nog al meldingen gehad van landbouwers die zeggen dat die wolven tot bij hen aan de tractor komen lopen. Ook deze herder bevestigt mij telefonisch dat hij ernaartoe gelopen is, dat hij ertegen geroepen heeft, dat hij in een wagentje zat en lawaai heeft gemaakt, maar dat het dier eigenlijk maar mondjesmaat afgedropen is. Het maakte absoluut geen schuwe indruk, terwijl we hier eigenlijk altijd horen dat de wolf een schuw dier is en bij het minste onmiddellijk gaat vluchten. Zal daar ook verder onderzoek naar gebeuren, bijvoorbeeld door het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO), minister, want dit vind ik toch wel een heel belangrijk gegeven dat ernstig moet worden onderzocht. Hoe schuw is die wolf nog in de nabijheid van mensen?
De heer Pieters heeft het woord.
Het is niet de eerste keer dat ik rond dit thema tussenkom. Er is mij al verweten dat ik de boel te zeer benadruk, maar ik wil toch een kleine omschrijving geven uit het protocol. Dat is een stukje over de vraag wanneer we de wolf moeten doden: “Nadat geen enkele preventieve of werende maatregel nog succes kent om het probleemgedrag van de wolf te veranderen of te wijzigen (…)”. Ik wil u er even attent op maken dat je het gedrag van een wolf niet wijzigt.
Als er ergens één wolf rondloopt, dan is dat een schuw beest. Zodra er twee rondlopen – en in het protocol staat dat je vanaf twee wolven van een roedel spreekt –, dan valt het nog mee, want dat zijn dan meestal twee volwassen beesten. In de situatie waarin we nu zitten is het zo: dat koppel heeft vorig seizoen een nest geworpen, waarvan er nog drie jongen zijn overgebleven. Ondertussen heeft dat koppel opnieuw een nest welpjes. Die gaan nog niet mee op jacht, maar die moeten wel gevoerd worden. Men heeft hier in de commissie al gezegd dat het een mythisch dier is, wat inderdaad zo is, maar het is ook een ontzettend intelligent dier, en ontzettend instinctief. Het INBO geeft aan dat, zodra het instinct naar boven komt, er nog weinig verweer is. Dat komt op, dat is eigen aan die beesten.
Internationaal is er iets opgesteld van zeven fases en dat valt perfect af te stemmen op de situatie hier, toen het twee of drie jaar geleden allemaal begon. Op dit moment zitten we in de zesde fase. En in de zevende fase is het problematisch.
Nu, in het protocol wordt aangegeven wat een probleemwolf is – hier in de commissie is altijd gesproken over ‘een probleemwolf’ – en wat een probleemsituatie is. Maar ik heb het de vorige keer ook al gezegd: het protocol vermeldt bijna nergens een roedel, behalve dan het feit dat twee wolven een ‘roedel’ genoemd worden. Maar bij probleemsituaties komt ‘roedel’ niet voor.
Kunt u stilaan afronden, alstublieft?
Bij dat laatste geval, het rund dat in de hoek gedreven was door een roedel, was er duidelijk een gevaar.
Nu, het beest moet dus blijkbaar bijna een schrijven krijgen om zich van het grondgebied te verwijderen, maar het mag niet doodgeschoten worden, tenzij… Maar dan nog, een probleemwolf, welke is dat van de zeven of wellicht negen? Mijn vraag is dus in welke mate u kort op de bal gaat spelen.
Ook in het gebied waar de wolven zitten, zijn veel jeugdkampen. Wat gaat u doen voor die jeugdkampen om toch enigszins de ouders gerust te stellen?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil mij graag even aansluiten bij deze vraag. Wat betreft het rund: het gaat inderdaad om één rund. Maar dat is gegrepen uit een kudde runderen. Dat noopt tot meer waakzaamheid dan gewoon één aangevallen dier. Voorts is er het element dat de wolven de nabijheid van de mens ook niet erg als schrikbarend zien. Ook dat element is van groot belang om mee te nemen en we mogen de feiten niet ontkennen. Ik heb in mijn vorige vraag al ernaar verwezen dat als bepaalde tolerantiegrenzen overschreden worden door een dier, waarbij ik bijvoorbeeld denk aan een hond die betrokken is bij bijtincidenten, dat dier als potentieel gevaarlijk wordt beschouwd. Waarom is dat? Dat is omdat dan een soort specifiek natuurlijk gedrag wordt vastgesteld en omdat dat ons noopt tot een alertheid en waakzaamheid. De vragen van collega Ceyssens zijn zeer pertinent. Ik hoop dat u daarop duidelijk antwoord geeft.
Ik heb een bijkomende vraag. Zijn de resultaten van het onderzoek dat wordt ingesteld telkens het protocol in voege treedt en de afwegingen die daarbij in overweging worden genomen, publiekelijk raadpleegbaar? Of op welke manier kunnen wij daar inzage van krijgen?
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Ik bedankt collega Ceyssens voor deze vraag en om deze problematiek hier al jaren op de agenda te hebben gehouden. Minister, in uw antwoord op een schriftelijke vraag hebt u gezegd dat er heel weinig onderscheid te maken is tussen een roedel wolven en de individuele wolf. Je kunt in een roedel heel moeilijk de individuen selecteren. Maar zoals collega Pieters vraag ik hoe het protocol werkt in een dergelijk geval. Wordt het protocol dan afgemeten op de roedel of kan men dan toch individuele wolven uit de roedel detecteren en in de gaten houden? Als het protocol in werking treedt, wordt er dan naar één specifieke wolf gekeken, naar enkele, of naar de hele roedel?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Rombouts, wij kunnen de resultaten van de aftoetsing aan het protocol overmaken aan de commissieleden. Dat is geen probleem. Onze ambtenaren houden zich nauwgezet aan het protocol. Het heeft immers geen zin risico’s te nemen. Dat wil ik ook nog eens benadrukken. In die zin heb ik er geen probleem mee om de resultaten aan de commissieleden bekend te maken.
Collega Pieters, u weet wellicht wel dat allerlei informatie die het INBO en het ANB verzameld hebben over de wolf meegegeven wordt aan de jeugdbewegingen. Dit jaar en de jaren ervoor is daarover een brochure verspreid door Ambrassade en de jeugdbewegingen, die ze meegeven aan de organisatoren van jeugdkampen.
Colllega Ceyssens, meermaals is inderdaad meer dan één keer. Daarom zeg ik ook dat we dat nauwgezet opvolgen en dat er ook via DNA wordt onderzocht of het om dezelfde wolf gaat. Want ik hoop dat het niet gebeurt, maar stel dat er voor de tweede keer een rund wordt aangevallen. Dan wordt er via de faculteit Diergeneeskunde nagegaan of dat opnieuw dezelfde wolf is. Daarom houden we alles goed bij. Zoals ik eerder heb gezegd, is dat het protocol. Anders moet je ook geen protocol afsluiten. In dat geval zal worden bekeken welke maatregelen we zullen nemen. Voor alle duidelijkheid: die maatregelen zullen we dan ook nemen.
Collega Pieters, het is niet geweten of het rund werd aangevallen door een roedel dan wel door een wolf. Via DNA-onderzoek wordt bekeken welke individuele wolf – als ik dat zo mag zeggen – verantwoordelijk is voor de aanval. Zodra er een volgende aanval is en uit DNA-onderzoek blijkt dat het om dezelfde wolf gaat, zullen we het protocol nauwgezet naleven en bijkomende maatregelen nemen. Want anders moet je ook geen protocol afsluiten, vind ik. We hebben dat gedaan in overleg met de nodige experten. Dat wordt daar duidelijk in vermeld.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik noteer ten eerste heel duidelijk dat, indien een tweede rund wordt gepakt door dezelfde wolf, er wordt ingegrepen. Dat is een heel duidelijk antwoord.
Ten tweede wil ik mijn bekommernis uiten over het gedrag van de wolf en vragen om daar bijkomend onderzoek naar te doen en dat als indicatie mee te nemen. Het feit dat de mensen beginnen te melden dat het dier niet schuw is, moet op de radar staan. Dat moet zeer, zeer nauwgezet worden opgevolgd.
Ten slotte stel ik tot mijn grote tevredenheid vast dat hier ook in de toekomst nog vragen over de wolf zullen worden gesteld.
De vraag om uitleg is afgehandeld.