Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Minister, op 25 juni hebben de loodsenverenigingen, meer bepaald de Beroepsvereniging van Loodsen (BVL) en de Onafhankelijke Vereniging van Loodsen (OVL), aangekondigd dat ze met onmiddellijke ingang zouden stoppen met de proefvaarten tot 16 meter diepgang op de Schelde. Verder bekijken ze ook of ze schepen groter dan 340 meter niet meer zouden beloodsen. Dat zou natuurlijk zeer slecht nieuws zijn, de grotere schepen sowieso, maar ook die proefvaarten met betrekking tot een diepgang van 16 meter, die in uitvoering zijn en ook succesvol verlopen. Dat zou een groot verschil kunnen betekenen voor de totale tonnages die binnen zouden kunnen worden gevoerd via zulke schepen.
Als die proefvaarten niet meer zouden kunnen worden uitgevoerd, is dat natuurlijk een streep door de rekening, want dat zou er wel voor kunnen zorgen dat er heel wat extra TEU (Twenty Foot Equivalent Unit) en tonnage binnen kan komen per schip in de Antwerpse haven.
De stakingsaanzegging valt nu ook wel ongelukkig, want we hebben het afgelopen anderhalf jaar gezien – en nogmaals hoedje af voor alle mannen en vrouwen die in onze verschillende havens aan de slag zijn – dat zij zich op een enorme manier ingezet hebben. We zijn honderd procent operationeel gebleven, in tegenstelling tot sommige andere havens. En dus betreuren we dit ten zeerste.
U hebt zelf ook al gereageerd. Ik had natuurlijk niets anders verwacht dan dat u dat als bevoegd minister ook betreurt. Welke stappen onderneemt u? Is er al contact opgenomen met de loodsenbonden om daarover in overleg te gaan? Met welke visie zult u naar dat toekomstige overleg gaan?
Minister Peeters heeft het woord.
Bedankt, mevrouw De Ridder, om aandacht te vragen voor onze loodsen en zeker voor het overleg, dat daar toch wel zeer essentieel is.
U weet dat de Permanente Commissie van Toezicht op de Scheldevaart het hoogste orgaan is in de organisatie van het Gemeenschappelijk Nautisch Beheer van het Scheldegebied. Ze is daarbij verantwoordelijk voor de veilige en vlotte afwikkeling van het scheepvaartverkeer.
Naar aanleiding van de vaststelling van de nieuwe loodsplichtregels in Nederland heeft de Permanente Commissie in haar vergadering van maart 2020 besloten om enerzijds de regionale werkgroep voor de nieuwe loodsplichtregels in het Scheldegebied te heractiveren en om anderzijds die regionale werkgroep prioritair opdracht te geven om verder de inhoudelijke besprekingen te voeren over nieuwe loodsplichtregels, en dat op basis van het advies van de werkgroep en de besluitvorming in de Permanente Commissie van juni 2016, weliswaar rekening houdend met het voortschrijdend inzicht.
De herziening van die loodsplicht loopt onder de naam Loodsplicht Nieuwe Stijl. In samenspraak en met advies van de diverse partijen, en onder voorzitterschap van de heer Jan Blomme, bijgestaan door de nautische expertise van de Gemeenschappelijke Nautische Autoriteit, zal het overleg daaromtrent verder plaatsvinden.
Nu, het vlot en veilig scheepvaartverkeer op de Schelde is daarbij sowieso het doel. Via een Vlaams-Nederlandse samenwerking willen we sowieso komen tot een gedragen wettekst. De regionale werkgroep is sedert oktober 2020 tot vandaag bezig met een zeer intensief overleg met alle betrokken partijen. Een stakingsaanzegging als dusdanig valt natuurlijk altijd te betreuren, maar we hopen alleszins dat het overleg goed verder kan verlopen. Alleszins is zowel het Vlaams als het Nederlands loodswezen rechtstreeks betrokken bij dat overleg. Daarnaast nemen ook de beroepsverenigingen van de rederijen maar ook de havens, de verenigingen van de waterbouwers en juristen deel aan dat overleg.
Zowel de leden van de permanente commissie, het management van het Agentschap Maritieme Dienstverlening en Kust (MDK) als wij hier op het kabinet hebben recent de brief ontvangen van de beroepsvereniging, de BVL en de OVL. Wij nemen uiteraard akte van al hun bekommernissen, van al hun bezorgdheden. Ik kan u alleszins meegeven dat de BVL en de OVL steeds inhoudelijk betrokken werden bij het overleg, en dat zij mee advies geven in dit dossier.
De BVL heeft zelf ook nog benadrukt dat een stakingsaanzegging nu niet aan de orde is. Dat hebben ze ook heel duidelijk per mail aan mij nog bevestigd. Daar was een beetje een foute omschrijving; op dit ogenblik krijgt het overleg alleszins nog alle kansen. Men wil daar alleszins verder mee aan tafel gaan zitten. Nu, de gesprekken zijn nog altijd lopende. Het aspect veiligheid staat daarbij centraal. Ik hoop alleszins dat we straks met alle stakeholders samen tot een vergelijk kunnen komen, met het oog op een vlot en veilig scheepvaartverkeer in het Scheldegebied.
Wellicht zullen de gesprekken pas in september afgerond worden. Alleszins willen we deze gesprekken alle kansen geven. Veiligheid staat centraal, maar we hopen dat dat overleg tot een goed einde komt inzake deze materie.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Bedankt, minister, ik sluit mij daar natuurlijk volmondig bij aan. Een veilig maar ook vlot verkeer op de Schelde is zeer belangrijk. Ik hoor u zeggen dat het momenteel niet aan de orde is, zolang die gesprekken lopende zijn. Het is ook wel een geruststelling om dat van u te horen, want 1 zaak is natuurlijk om voor die schepen tot 16 meter de beloodsing stil te leggen. Maar wat een nog ergere aankondiging was, is dat er vanaf september geen schepen meer zouden worden beloodst boven de 340 meter, en dat zijn er natuurlijk een pak. Om u een idee te geven: in 2019 ging het om 508 opvaarten, bijna 2 per dag. Ik hoef u niet te zeggen wat het betekent als dat zou stilvallen. Dat zou uiteraard een drama zijn. Maar het is geruststellend om te horen dat dat momenteel niet aan de orde is, en dat men de gesprekken afwacht.
Het is misschien ook nog nuttig om mee te geven dat men altijd denkt dat er meer en meer schepen komen, want de cijfers groeien aan of de haven groeit. Maar in vergelijking met tien jaar geleden gaat dat om ongeveer evenveel schepen. Maar de gemiddelde bruto tonnenmaat is wel met 40 procent toegenomen, en daarmee ook de diepgang en ook wel de complexiteit om die schepen veilig tot op hun bestemming te krijgen.
Maar goed, het is dus de zorg van ons beiden om dat ook in de toekomst te houden. Ik noteer dat die gesprekken nog volop lopende zijn, om op een veilige maar ook vlotte manier onze havens open te houden. Ik onthoud dat die eerste dreiging momenteel niet aan de orde was en dat men misschien wat ongelukkig was in de communicatie, aangezien die gesprekken nog volop lopende zijn. Bedankt voor uw antwoord.
De heer Bex heeft het woord.
Er zijn recent zowel bij het loodswezen als bij de vloot nieuwe tijdelijke CEO’s aangesteld. Zowel de vakbonden als belangenorganisaties hebben nogal wat kritische bedenkingen bij enerzijds het statuut en anderzijds de verloning van die personen. Er is ook al aangekondigd dat de vacatures voor die functies zo snel mogelijk zullen worden gepubliceerd, minister, maar ik wilde bij u toch eens navragen hoe u tegenover de kritiek op die tijdelijke aanstellingen van die CEO’s staat. Kunt u verzekeren dat er snel werk zal worden gemaakt van de procedures om die functies opnieuw in te vullen?
De heer Verheyden heeft het woord.
Minister, ik sluit aan bij de vraag van de heer Bex, maar ik heb ook nog een andere opmerking in verband met het project rond die diepgang. Het is inderdaad een zeer belangrijk project en mevrouw De Ridder heeft het al geschetst. Om de concurrentiepositie van de haven van Antwerpen te versterken, is het belangrijk dat zij ook de eerste aanloophaven of de ‘first port of call’ kan zijn. Uit die metingen en die proefvaarten die tot nog toe zijn uitgevoerd, blijkt dat er toch nog een aantal zaken zijn waar nood aan is. De loodsen vragen onder meer een marifoon VHF-kanaal (very high frequency) door het Deurganckdok, een ongestoorde communicatie tussen de loodsen en de sleepboten en specifieke IT-ondersteuning. Er moet ook nog worden berekend hoe snel die schepen zullen varen. Dat alles moet worden verwerkt in een nieuwe op- en afvaartregeling. Het is dus toch wel van groot belang dat aan die vragen wordt tegemoetgekomen, vind ik.
Is er reeds voldoende tegemoetgekomen aan de bovenvermelde opmerkingen van de loodsen? Welke initiatieven worden er op dat vlak genomen?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen.
Zoals een aantal collega’s zeggen, is dit heel belangrijk voor de concurrentiepositie van onze havens. Het is ook belangrijk dat alle transporten veilig kunnen doorgaan. Het respect voor de uitoefening van al die werken is uiteraard terecht. Mevrouw De Ridder zei het al: die tonnages nemen alsmaar toe en dat betekent diepere schepen waardoor het steeds moeilijker wordt om die te beloodsen. Wat dat betreft heb ik zeker alle respect voor het werk dat de loodsen doen.
We voeren op dit ogenblik heel wat gesprekken en heel wat overleg. Ik wil dat overleg, die constructieve vergaderingen die op dit ogenblik plaatsvinden met het oog op deze nieuwe regelgeving rond die loodsplichten, alle kansen geven. Ik denk dat het nu wat voorbarig is om tot in detail op welbepaalde facetten in te gaan. Ik hoop dat we in de loop van september meer duidelijkheid hebben over waar we kunnen landen. Ik hoop ook dat het zonder een staking kan gebeuren, een staking stelt alleen maar een heel aantal sectoren in een negatief daglicht. Dat willen we uiteraard niet. Ik zal het overleg dus alle kansen geven en ik hoop dat we in gezamenlijk overleg op een heel constructieve manier alles tot een goed einde kunnen brengen in het belang van eenieder.
Mijnheer Bex, u had nog een specifieke vraag over de tijdelijke aanstellingen. Ik zal u daar vandaag het antwoord schuldig op moeten blijven. Ik zal over die tijdelijke CEO’s navraag doen, maar, opnieuw, ik vind dat we hier omzichtig te werk moeten gaan en zeker het overleg vlot en constructief moeten laten verlopen. Daar wil ik op dit ogenblik alle prioriteit aan geven en zodoende actief naar oplossingen zoeken voor de problemen die zich op dit ogenblik stellen.
Mevrouw De Ridder heeft het woord.
Voor mij volstaat het antwoord. Ik ben ervan overtuigd dat ook de minister het belang beseft en daar volledig achterstaat. Dat volstaat voor mij.
Mijnheer Bex, hebt u nog iets op uw lever?
De heer Bex heeft het woord.
Ik vroeg mij af of de minister graag wil dat ik een schriftelijke vraag indien of zal zij d’office schriftelijk nog terugkomen op mijn bijkomende vragen?
Minister Peeters heeft het woord.
Als u dat wenst. Als u mij de vraag schriftelijk bezorgt, zal ik punctueel op uw vragen ingaan. Dat is het handigste.
De vraag om uitleg is afgehandeld.