Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Voorzitter, onlangs is bekendgemaakt dat drie slachtoffers van tienerpooiers een brief van de Vlaamse overheid hebben gekregen om een gedeelte van het groeipakket terug te storten. Dit is een opmerkelijke situatie, aangezien tienerpooiers hun slachtoffers isoleren en dwingen zichzelf te prostitueren. Deze isolatie en uitbuiting leidt in veel gevallen tot spijbelen op school om aan de wensen van de tienerpooier te voldoen. Het is dan ook net dat element, het spijbelen, dat ervoor kan zorgen dat een gedeelte van het groeipakket wordt teruggevorderd. Deze terugvorderingen gebeuren automatisch op basis van de gegevens van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming.
Minister, het is echter niet een gedeelte van het groeipakket van het slachtoffer dat moet worden teruggevorderd, maar een gedeelte van het groeipakket van de daders zelf. Mijn fractie heeft er tijdens de plenaire vergadering van 20 februari 2020 dan ook voor gepleit het groeipakket van jeugddelinquenten in te trekken. U hebt toen gesteld dat u het er volledig mee eens bent dat minderjarigen die criminele feiten plegen een ernstig signaal moeten krijgen en ernstig moeten worden aangepakt, maar dat “kinderbijslag als principe tot de rechten van het kind behoort” en om die reden niet volledig kan worden ontzegd aan jonge criminelen, zoals tienerpooiers.
Deze situatie, waarin zowel de dader als het slachtoffer allebei een deel van hun groeipakket verliezen en op dezelfde manier worden gestraft, moet absoluut worden vermeden. Zult u initiatieven nemen om ervoor te zorgen dat minderjarigen die het slachtoffer van tienerpooiers zijn geworden alsnog hun recht op groeipakketgelden kunnen behouden indien ze door deze pooiers werden gedwongen om zich tijdens de schooluren te prostitueren en hierdoor door de schooldirectie als onwettig afwezig werden aangemeld?
Welke maatregelen zult u nemen om de reeds door uw administratie van de slachtoffers van tienerpooiers teruggevorderde groeipakketgelden aan deze kinderen en hun ouders terug te betalen?
Minister Beke heeft het woord.
Voorzitter, de schooltoeslag worden jaarlijks automatisch onderzocht voor alle kinderen die in een door de Vlaamse Gemeenschap erkende, gefinancierde of gesubsidieerde onderwijsinstelling zijn ingeschreven. Indien een leerling twee opeenvolgende jaren te veel halve dagen ongewettigd afwezig is, wat concreet meer dan 29 halve schooldagen per schooljaar betekent, wordt de schooltoeslag van het laatste jaar teruggevorderd.
Of een afwezigheid al dan niet gewettigd is, blijkt uit de informatie die de uitbetaler elektronisch heeft ontvangen. De onderwijsadministratie is hiervoor de authentieke bron. De scholen zijn verantwoordelijk voor de opvolging van de afwezigheden. De regelgeving bepaalt dat de afwezigheden van leerlingen in het secundair onderwijs of in het stelsel van leren en werken die vanuit de jeugdhulp zijn opgelegd als gewettigd moeten worden beschouwd. Dat geldt ook voor de slachtoffers van strafbare feiten. Uit navraag bij de onderwijsadministratie blijkt dat de scholen dergelijke afwezigheden in principe registreren met de code R, wat voor ‘van rechtswege gewettigd afwezig’ staat. In geval van twijfel heeft de directie steeds de autonomie om de afwezigheid te registreren met de code P, wat voor ‘afwezigheid omwille van persoonlijke redenen’ staat. Van de jeugdhulpvoorzieningen wordt verwacht dat ze anticiperen op situaties waarin jongeren niet op school geraken. Zo bezorgen de gemeenschapsinstellingen een attest om de afwezigheden op school te wettigen. Als de ouders dat niet doen en als de jongere daarvoor toestemming geeft, kan de instelling dat attest ook aan de school bezorgen. De uitbetalers van het groeipakket kunnen het agentschap Opgroeien het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming laten vragen de signalen van ouders te onderzoeken. Indien nodig, kan een school de eerdere registratie op basis van nieuwe bewijzen aanpassen.
Mevrouw Blancquaert, de drie dossiers waarvan sprake in uw vraag om uitleg zijn voor onderzoek aan het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming overgemaakt. Afhankelijk van de resultaten van dat onderzoek zal de terugvordering ongedaan worden gemaakt.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw kort en bondig antwoord. Ik ben alvast blij dat een onderzoek wordt ingesteld. Ik hoop dat de slachtoffers op een dergelijke terugbetaling kunnen rekenen.
Daarnaast vroeg ik me ook af, u spreekt over drie dossiers, of u weet hebt van andere gevallen waarbij er door slachtofferschap onterecht een deel van het groeipakket teruggevorderd werd wegens spijbelen. Is dat een wijdverspreid probleem?
Kunt u de laatste stand van zaken geven met betrekking tot de Vlaamse stuurgroep? Welke initiatieven komen er nog?
De heer Anaf heeft het woord.
Collega Blancquaert u zei: ‘Vorige week werd bekend dat (...)’. Kunt u de bronvermelding meegeven? Het is een dossier waar ik mee bezig was. Het is op zich niet slecht dat u daarover een vraag om uitleg indient. Ik heb die vragen een tijd geleden al schriftelijk gesteld. Ik heb er nog geen antwoord op gekregen. Het leek me logischer om eerst eens na te gaan hoeveel gevallen er zijn, om welke gevallen het gaat.
Het is goed dat de minister zegt, het stond vorige week al in de krant, dat er in deze concrete dossiers naar een oplossing wordt gezocht. Het is vooral belangrijk om te weten of het nu om veel gevallen gaat, en vooral wat er structureel achter zit. Kunnen we op een of andere manier de communicatie tussen de verschillende overheidsdiensten die hierbij betrokken zijn, beter op elkaar afstemmen? Het is duidelijk, in dit soort gevallen, dat de meisjes die dit meemaken, door een hel gaan. Dat daar ook nog eens gevolgen aan vasthangen op langere termijn, dat is zeker niet de bedoeling. Als we dat kunnen vermijden, moeten we daar alles aan doen.
Minister, hoe gaan we ervoor zorgen dat dit op een betere manier tussen de overheidsniveaus en -instanties wordt gecommuniceerd?
De heer Parys heeft het woord.
In essentie heb ik dezelfde vraag als de heer Anaf. Moeten er richtlijnen komen om ervoor te zorgen dat dit in de toekomst minder voorvalt? Ik sluit me aan bij de vraag ‘hoe groot is het probleem’?
Ik was blij om te horen dat er een goede communicatie bestaat tussen het agentschap Opgroeien en het departement Onderwijs. Wanneer zal dat probleem van de baan zijn? Is het voor die drie meisjes intussen al opgelost?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Ik sluit me in dezelfde zin aan. Het gaat hier over slachtoffers van tienerpooiers. We zijn het er natuurlijk allemaal over eens dat dat rechtgezet moet worden. Het is goed en logisch dat dat gebeurt.
Voor mij gaat de vraag breder. Welke andere situaties zijn er nog mogelijk waarbij een kind of jongere door zogenaamd onwettige afwezigheid op school in de categorie ‘problematische spijbelaars’ terechtkomen? Ik denk aan de categorie die we daarstraks noemden, jonge mantelzorgers zou dat ook kunnen overkomen. Dan is de communicatie tussen Onderwijs en Welzijn vanzelfsprekend ontzettend belangrijk.
Minister, is de problematiek van de terugvorderingen iets dat meer algemeen wordt bekeken? Zijn er meer problematische categorieën waar mogelijk onterecht terugvorderingen gebeuren? Op welke manier kunnen we daar iets aan doen?
Minister Beke heeft het woord.
Mevrouw Blancquaert, gedetailleerde cijfers in verband met terugvorderingen kan ik nu niet geven. Ik begrijp dat u die wilt kennen, maar ik stel voor dat u een schriftelijke vraag stelt. Dan laat ik dat door mijn administratie opzoeken.
Collega’s Anaf en Parys, wat de registratie betreft, zijn de procedures duidelijk. Waar het over gaat, is of ze juist en correct wordt gedaan. De data-uitwisseling is volledig geautomatiseerd. Ik heb zelfs de codes meegegeven die men daarvoor moet ingeven.
Ten slotte, collega Schryvers, hoeft geen enkel kind in de categorie van problematische spijbelaars terecht te komen als de betrokken onderwijsactoren dat ook op een andere manier registreren. Ook op dat vlak ligt een zekere verantwoordelijkheid.
Mevrouw Blancquaert heeft het woord.
Ik dank de minister nogmaals voor zijn antwoord. Ik begrijp dat u die cijfers niet zomaar uit uw mouw kunt schudden. Ik zal ze dan ook schriftelijk opvragen.
Ik sluit af met een oproep die we al in de plenaire vergadering van 19 februari 2020 hebben gedaan: minister, onderzoek alstublieft de mogelijkheid tot het intrekken van het groeipakket voor jeugddelinquenten. We moeten extra inzetten op die slachtoffers en hun ondersteuning.
Ik wil mijn slotwoord ook wijden aan collega Anaf. Ik wil u uiteraard bedanken voor uw schriftelijke vraag. Ik en mijn fractie volgen die problematiek al vanaf het begin op en ik spits me liever toe op de inhoud ervan dan op het gooien van bloemetjes naar wie welke vraag heeft gesteld.
De vraag om uitleg is afgehandeld.