Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, collega’s, zoals u weet zet de Vlaamse Regering zich volledig in voor Radicaal Digitaal tussen zorgverleners. In het Vlaamse Regeerakkoord lezen we dat Vitalink, in samenwerking met eHealth, verder uitgebouwd zal worden tot een centrale gegevensbank die toegankelijk wordt gemaakt voor geanonimiseerd onderzoek. De bedoeling is dat alle zorgverstrekkers en zorgaanbieders zich hierop aansluiten. Daarnaast pleit de Vlaamse Regering evenwel voor een gedeeld elektronisch patiëntendossier waaruit de zorgnood automatisch en objectief blijkt. Er wordt van uitgegaan dat bij het delen van persoonlijke gezondheidsgegevens met andere zorgactoren en ik citeer: “wordt gewaakt over een correcte behandeling van deze gegevens, waarbij toestemming van de patiënt, proportionaliteit en finaliteit binnen een therapeutische relatie wordt gegarandeerd.”
Minister, tijdens de bespreking van de beleidsbrief Welzijn 2021 antwoordde u dat het beheer van het Vitalink-platform slaat op het gezamenlijk beheer van data door zowel de Vlaamse overheid als de sector en dat de verantwoordelijkheid voor het databeheer namelijk ligt bij de zorgverstrekker of de burger zelf. Minister, in dat verband bereiken mij toch echter signalen dat de informatiedoorstroming via eHealth tussen de verschillende zorgverstrekkers redelijk moeizaam of zelfs slecht verloopt. Het gaat soms zo ver dat de zorgverlener aan de patiënt zelf vraagt om bijvoorbeeld een doktersverslag op te vragen via het Collaboratief Zorgplatform zodat de persoon in kwestie het zorgproces verder kan opvolgen en evalueren. Het is toch wel een merkwaardig gegeven omdat het Vlaams Agentschap voor de Samenwerking rond Gegevensdeling tussen de Actoren in de Zorg (VASGAZ) juist zulke problemen zou moeten ondervangen. Dit agentschap regelt onder meer de samenwerking op het vlak van gegevensdeling tussen de actoren in de zorg met het oog op de verbetering van de kwaliteit van de zorg.
Minister, bent u op de hoogte van deze geschetste problematiek? Zo ja, waar denkt u dat de problemen zijn? Zijn deze problemen tijdelijk van aard of meer structureel? Welke maatregelen zult u daarover willen nemen?
We zijn toch al een tijdje aan het wachten op een evaluatie van het VASGAZ. De beleidsnota 2019-2024 vermeldt dat de plaats van dit agentschap zal herbekeken worden, ik citeer: “in het te hertekenen bestuurlijk landschap waarbij het verdere bestaan als apart agentschap mee in overweging wordt genomen.” Hoever staat u met die denkoefening? Wanneer zal die uitgevoerd worden? Wat is de timing van deze oplevering? Ik kijk uit naar uw antwoorden.
Minister Beke heeft het woord.
Collega, in de software voor huisartsen bestaat er al geruime tijd een integratie met het netwerk voor gegevensdeling van de ziekenhuizen. De huisarts kan met een door de federale overheid gehomologeerd EMD-pakket (Elektronisch Medisch Dossier) verslagen en andere documenten uit een ziekenhuis ophalen of krijgt ze automatisch toegestuurd zonder dat de patiënt daar iets voor hoeft te doen. Het systeem is ook toegankelijk voor andere specialisten en organisaties.
Een rechtstreekse integratie is niet altijd nodig omdat er een generieke plug-in voor software bestaat die deze toegang mogelijk maakt. Daarnaast kunnen verslagen ook verstuurd worden naar de eHealthBox van de zorgverstrekker.
In het interfederale actieplan e-Gezondheid 2013-2018 waren er diverse projecten gericht op het uitbouwen van een technische infrastructuur die de zorginstellingen toelaat om de medische informatie over patiënten te publiceren.
Een vlotte digitale gegevensdeling in de zorg blijft een complex veranderingsproces met veel betrokken partijen, die vaak ontwikkelen met verschillende snelheden. Er werd tot op heden vooral ingezet op de artsen voor wat betreft de communicatie vanuit het ziekenhuis. Niet alle softwarepakketten voor andere categorieën van zorgverleners ondersteunen al alle functionaliteiten voor gegevensdeling. In de ontwikkeling en het tempo van de ontwikkeling van de software speelt ook de vrije markt.
Om de evaluatie van het Vlaams Agentschap voor de Samenwerking rond VASGAZ uit te voeren is een externe consultant aangeduid voor een opdracht die drie fasen omvat.
Fase 1 is het in kaart brengen van de actuele situatie: de huidige werking en kenmerken van het VASGAZ worden onderzocht. Ook de beleidsmatige visie inzake gegevensdeling in de zorg wordt in deze fase meegenomen om de onderzoeksvragen scherp te stellen.
Fase 2 is de fase waarin de visie van de stakeholders wordt gecapteerd. Via interviews wordt onderzocht hoe de stakeholders de dienstverlening en de werking van het VASGAZ vandaag ervaren, wat hun noden en verwachtingen zijn, en hoe zij de toekomstige rol van het agentschap en de betrokken stakeholders zien op het vlak van de gegevensdeling.
Fase 3 is het evalueren van het agentschap. Op basis van de inzichten uit fase 1 en fase 2 wordt de huidige werking van het agentschap geëvalueerd en worden maximaal drie mogelijke toekomstscenario’s uitgewerkt. Daarnaast worden er aanbevelingen gedaan voor de toekomst, en dit zowel op het strategische als het beleidsmatige vlak.
We verwachten dat de opdracht van de externe consultant zal afgerond zijn tegen midden oktober.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Minister, dank u wel. De gegevensdeling tussen artsen verloopt, denk ik, al goed. Het is inderdaad een complex gegeven. Het is ook een delicaat gegeven. Niet alle mensen staan daarvoor te springen. De problematiek van de gegevensdeling tussen de verschillende paramedische beroepen vraagt onze aandacht. Zeker in deze gedigitaliseerde wereld en met de verspreiding van pandemieën is het toch wel heel belangrijk dat we deze moeilijkheden zo snel mogelijk van de baan ruimen. Er moet meer wederzijds begrip zijn tussen de zorgverleners. Op het terrein is het voor de patiënten moeilijk te begrijpen dat zij bepaalde gegevens zelf moeten opvragen.
Ik vraag dus, minister, uw bijkomende aandacht om deze problematiek aan te pakken en overleg te plegen met de federale overheid.
De heer De Reuse heeft het woord.
Minister, u zegt dat een extern consultancybureau de werking van het VASGAZ zal doorlichten. Maar ik stel vast dat de raad van bestuur van het VASGAZ, die is samengesteld met alle betrokkenen van de sector Zorg en Welzijn, volgens het bestuursdecreet moest worden vernieuwd zes maanden na het aanstellen van de nieuwe regering, en dan natuurlijk nog met een besluit van de Vlaamse Regering moet worden bekrachtigd. Dat is nog altijd niet gebeurd. Hoe komt dat? Dat was toch in de precoronatijd?
Ik stel ook vast dat de uittredende raad van bestuur zelf ook geen enkel initiatief meer neemt. Ik zie op de webstek van het Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin dat het laatste beschikbare goedgekeurde verslag dateert van 11 februari 2019. Dat lijkt mij toch heel lang geleden voor een orgaan dat in snel veranderende tijden waarin steeds nieuwe vormen van gegevensdeling opgang maken, moet zorgen voor een vlotte werking.
Dus ik sluit me aan bij de bezorgdheden van collega Sleurs, maar mijn vraag is of het orgaan nog bestaat en werkt.
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Gegevensdeling is natuurlijk belangrijk in de zorg. Het is ook belangrijk om mensen aan te moedigen voor het aanleggen van een globaal medisch dossier. Minister, misschien kunnen we nog meer nadenken over de reden waarom de mensen momenteel nog geen globaal medisch dossier hebben en wat hen tegenhoudt. We zouden in de evaluatie kunnen meenemen op welke manier we hen daar in de toekomst warm voor kunnen maken.
Verder heb ik nog een vraag over het bericht in de pers. Naar aanleiding daarvan is er ook gesproken over een elektronische gezondheidssamenvatting die nog meer gegevens bevat, zelfs over allergieën, maar ook de voorgeschiedenis en de huidige gezondheidsproblemen in kaart zou brengen en daar een gezondheidssamenvatting van maakt. Weet u wat de termijn is waarop die samenvatting van het globaal medisch dossier voor iedereen ter beschikking zal zijn, ook via Vitalink, en te raadplegen via mijngezondheid.be?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, de raad van bestuur van het VASGAZ is wel degelijk vernieuwd.
Ik ben het ermee eens dat de gegevensdeling ruimer is dan tussen de artsen. Daarom is het zo belangrijk om dat aan te pakken en binnen de geïntegreerde zorg te realiseren.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende vragen of opmerkingen. Ik heb mijn bezorgdheden overgemaakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.