Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega's, rond de start van het derde trimester, organiseren heel veel scholen normaliter hun jaarlijkse opendeurdagen, schoolfeesten en rondleidingen voor potentieel nieuwe leerlingen. Dit en het vorige schooljaar kon dit niet door de geldende coronamaatregelen. Ook voor de oudercontacten op het einde van het schooljaar geldt het huidige advies nog altijd om die zoveel mogelijk digitaal te laten verlopen.
We krijgen heel wat signalen van scholen, ouders en leerlingen dat ze dit, terecht, als heel beperkend ervaren. Digitale alternatieven volstaan niet om schoolbezoeken, verhelderende infosessies, ingewikkelde besprekingen, moeilijke gesprekken enzovoort te vervangen. Maar op die manier zijn we ondertussen wel al bijna anderhalf jaar bezig. De coronamaatregelen laten de aanwezigheid van ouders op school nog steeds niet toe.
Ondertussen werden de maatregelen voor de rest van de samenleving gelukkig wel al flink versoepeld en de vaccinatiecampagne vordert goed. Toch is de beperkende maatregel rond rondleidingen of opendeurdagen op school sinds 3 mei niet meer aangepast.
Als er één sector is die ondertussen bewezen heeft dat ze met grote groepen mensen kan omgaan op een coronaveilige manier, dan is het wel het onderwijs, minister. Ons onderwijsveld mag daar terecht heel trots op zijn.
Minister, erkent u de nood aan meer fysieke ontmoetingen tussen ouders, leerlingen en leerkrachten op school?
Bent u bereid om voor de komende zomermaanden enige versoepelingen voor het onderwijs uit te werken zodat de scholen tegemoet kunnen komen aan de vele vragen van ouders en leerlingen om fysieke ontmoetingsmomenten op school mogelijk te maken?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik volg u dat fysieke contacten – dat is altijd zo – nog steeds de voorkeur genieten boven digitale alternatieven. Zelf had ik graag meer mogelijk gezien aan het einde van dit schooljaar zodat bijvoorbeeld fysieke oudercontacten of rondleidingen toch opnieuw eerder regel dan uitzondering zouden zijn.
Maar zoals elke richtlijn die we het afgelopen anderhalf jaar opgesteld hebben, is ook deze beslissing genomen op het onderwijsoverleg, waar we pedagogische, organisatorische maar ook virologische argumenten tegen elkaar moesten afwegen. Dat was een groep van meer dan vijftig mensen. Daarom hebben we op 7 juni een kader voor groepsactiviteiten einde schooljaar aan de scholen bezorgd.
Concreet vragen we scholen om oudercontacten en rondleidingen bij voorkeur online te laten doorgaan. In uitzonderlijke omstandigheden kunnen scholen leerlingen en ouders fysiek ontvangen, bijvoorbeeld als ze weinig toegang hebben tot digitale communicatie.
Ook klassenraden en pedagogische studiedagen worden op dit moment het best nog online georganiseerd. Thuiswerk blijft immers de regel. Vanaf 25 juni zijn ze ook binnen toegelaten voor maximaal honderd personen, maar ook hier enkel wanneer deze niet digitaal zouden kunnen doorgaan.
Voor volgend schooljaar gaan we er natuurlijk van uit dat we op een normale manier kunnen starten. En normaal betekent dan: aan volle capaciteit, zonder bijkomende coronamaatregelen, ook niet ten aanzien van derden. We hebben ook afgesproken dat we ons gaan vergewissen van de toestand op dat moment, namelijk het pandemieniveau en de stand van zaken op het vlak van de vaccinatiecampagne. We hebben al afgesproken dat we elkaar sowieso medio juni opnieuw treffen om daar dan finaal te kunnen op afkloppen.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Wellicht krijgen we allemaal af en toe vragen van scholen en van directeurs in onze mailbox, collega's, maar deze vraag was toch zeer uitdrukkelijk gesteld om u er ook een vraag over te stellen, minister, vandaar dat ik dat dan ook gedaan heb.
U geeft aan dat bij voorkeur de schoolvloer of de speelplaats niet wordt betreden door ouders en externen, maar dat er wel uitzonderingen zijn. We hebben inderdaad via coronadecreten ook al wat gesleuteld aan de wetgeving. Maar ik wil toch ook even uit eigen ervaring spreken. Mijn zoon is momenteel zijn laatste examen in het eerste jaar secundair aan het maken. Hij is vorig schooljaar eventjes langsgeweest op school en kon daar eventjes rondwandelen. Maar ik merk toch – en ook ouders die mij aanspreken, geven dat aan – dat het onderwijs heel veel veranderd is, als je het vergelijkt met je eigen schoolse carrière. Als ouders van kinderen die in dat eerste jaar zitten, merken we toch dat daar heel expliciete vragen zijn. Dus als er dan toch gesleuteld zou kunnen worden, zou men specifiek voor die eerstejaars de mogelijkheid kunnen geven om bijvoorbeeld de laatste weken van de vakantie toch een kennismaking te hebben met de klas en al wat grotere activiteiten mogelijk te maken. Maar alle begrip, we wachten de epidemiologische toestanden af. Maar misschien is het toch mogelijk om daar na uw welverdiende vakantie nog even met de onderwijsclub over na te denken.
De heer Daniëls heeft het woord.
Collega’s, ik denk dat de vraag wanneer we weer fysiek naar de school kunnen met de ouders, zowel voor inschrijvingen als voor overleg, een zeer legitieme vraag is. Maar ik heb de minister in de ganse voorgaande coronatijd geen enkele keer, voor geen enkele doelgroep, horen zeggen dat hij niet wou dat ze naar school gingen. Integendeel, tot frustratie van een aantal is de minister er blijven voor werken, strijden en overleggen – heel veel overleg – om zo maximaal mogelijk alles op school te kunnen laten doorgaan. Ik denk dat dat een goede zaak is. Maar het overleg, waar velen hier voor pleiten en achter staan, heeft natuurlijk ook het gevolg dat je met dat overleg rekening moet houden. Dat spreekt voor zich.
Mijn eerste reactie was ook dat dat toch mogelijk moet zijn. Maar beeld u in dat er nu op het einde van het schooljaar op een school toch nog een besmetting zou ontstaan, vlak voor de vakantie, en dat mensen in quarantaine moeten gaan en dat door die besmetting op school, door plaatsbezoek of door fysieke oudercontacten, mensen hun vakantie moeten annuleren, omdat in hun corona-attest staat dat ze niet mogen vertrekken. Dat zouden echt rampen zijn. Mensen snakken naar de vakantie. Ik denk dat we toch niet willen dat onderwijs dat moet dragen.
Dat gezegd zijnde, minister: er is half juli inderdaad opnieuw een Overlegcomité. U komt binnenkort ook opnieuw samen met de onderwijsclub, en dan nog eens eind augustus. Als daar voor bepaalde groepen – ik denk maar aan mensen die herexamens hebben, waarbij moeilijke beslissingen moeten vallen over heroriëntering – opnieuw overleg mogelijk is binnen de epidemiologische context en binnen de contouren van de onderwijsclub, moet dat inderdaad overwogen worden. Maar zoals bij zoveel zaken hier, collega’s, denk ik niet dat wij dat hier kunnen of moeten decreteren.
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, ik sluit me aan bij de overwegingen. Het is iets dat we nog in ogenschouw moeten nemen. Ik krijg ook vragen met betrekking tot proclamaties. We hebben die mogelijk gemaakt: buiten kan het met vierhonderd mensen en binnen met maximaal vijftig mensen. Conform het protocol voor evenementen mag men binnen ook naar tweehonderd mensen gaan, maar dan moet men toestemming vragen aan het lokaal bestuur. We hebben dus wel wat mogelijkheden gecreëerd. Ik krijg vragen of het niet nog ruimer kan, waarbij men dan altijd verwijst naar andere sectoren of casussen waarbij enigszins abstractie gemaakt wordt van de flankerende veiligheidsmaatregelen die gelden. Maar goed, alle begrip.
We moeten ook in ogenschouw nemen dat als we enkele dagen voor het einde van het schooljaar anders communiceren dan enkele weken geleden en op zaken terugkomen, dit zal leiden tot heel veel vragen van ouders en leerlingen richting de school en tot druk omdat de mogelijkheid gecreëerd wordt en een school dus die mogelijkheid moet aangrijpen. Ik denk dat scholen dat nu wel kunnen missen. Ze hebben fantastisch werk geleverd. De veiligheidsmaatregelen zijn inderdaad beperkend en maken niet alles mogelijk, maar creëren toch ook mogelijkheden, zeker als we van het goede weer gebruik kunnen maken.
Ik hoop dat we medio augustus met onze onderwijsclub echt kunnen afkloppen op code groen voor de scholen vanaf 1 september.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de bijkomende duiding. We kijken in elk geval uit naar de samenkomst van de onderwijsclub. Ik hoop dat de overweging meegenomen wordt, zodat misschien vanaf augustus dan toch nog een en ander mogelijk is en dat scholen daar nu al over nadenken. Ik onderschrijf in elk geval de boodschap dat iedereen snakt naar vakantie.
Nog een uitsmijter. Ik hoor dat er protocollen zijn voor EK-dorpen en dat dit de ideale manier kan zijn om proclamaties te organiseren, waarbij men in een bubbel van vier naar een groot scherm kijkt en leerlingen allerlei filmpjes tonen. Ik hoop dat er voor de zesde- en zevendejaars nog heel mooie zaken te zien zullen zijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.