Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand en Dierenwelzijn
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, u had het over verlichtende ideeën. In de RandKrant van juni pleit uw partijgenoot en burgemeester van Dilbeek, Willy Segers, voor een apart statuut voor de Vlaamse Rand als hefboom om uitzonderingsmaatregelen te kunnen toepassen. De voorrangsregeling voor leerlingen van de Vlaamse Gemeenschap in het Nederlandstalig onderwijs wordt hierbij als voorbeeld aangehaald.
Ik citeer burgemeester Segers, het is betrekkelijk interessant: “De huidige wetgeving staat helaas vaak geen uitzonderingsmaatregelen toe. Hier gelden dezelfde regels als pakweg in Veurne of Bilzen.” Het onderwijs is daarvan een voorbeeld. “In het Brussels Nederlandstalig onderwijs gelden er omwille van het tweetalige statuut van Brussel voorrangsregels voor Nederlandstaligen. In Vlaanderen niet. Mocht de Vlaamse Rand een speciaal statuut krijgen, zouden we aan anderstalige ouders een engagement kunnen vragen. Op die manier zouden zij meer aangespoord kunnen worden om Nederlands te leren. Ik roep dus op om de Vlaamse Rand een speciaal statuut te geven, zodat we vanuit het beleid veel doelgerichter kunnen ingrijpen.”
Voorzitter, minister, collega's, de idee van een apart statuut is bij mijn weten nieuw. Ik vind het absoluut verfrissend, maar ze heeft een aantal voor de hand liggende nadelen. Het kan toch niet de bedoeling zijn dat we aan de negentien een tweetalig statuut gaan geven waarmee de natte droom van het Front démocratique des francophones (FDF) wordt verwezenlijkt.
We weten dat Vlaanderen hier totaal geen zeggenschap in heeft. De grondwetgever zal hierover moeten oordelen. Maar natuurlijk, als de burgemeester van de grootste gemeente van de Vlaamse Rand – en van Vlaams-Brabant als ik me niet vergis – en partijgenoot van u, een dergelijk ballonnetje oplaat, doet dat wel vragen rijzen.
Minister, deelt u de visie, het pleidooi en de oproep van de heer Segers? Zo ja, welke initiatieven neemt u, eventueel in samenspraak met uw federale collega’s via het Overlegcomité, om daar werk van te maken?
Hoe zou zo’n apart statuut er dan precies uitzien?
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Slootmans, de grootste gemeente van Vlaams-Brabant is Leuven. (Opmerkingen van Klaas Slootmans)
Elke stad is ook een gemeente.
In de feiten kent de Vlaamse overheid de Vlaamse Rand een uitzonderingsstatuut toe. Ik moet hier niet herhalen wat ik al heb gezegd. We voeren een apart beleid voor de Vlaamse Rand, met een eigen minister en een eigen budget, dat ongelooflijk is gestegen. We behandelen de Vlaamse Rand op grond van een uitzonderingsstatuut, maar de federale overheid doet dat niet en erkent de Vlaamse Rand In de Grondwet of in de Bijzondere wet tot hervorming der instellingen niet als een aparte territoriale juridische entiteit.
In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest kan de aparte behandeling van het Nederlandstalig onderwijs wel. De argumentatie is dat er een keuzemogelijkheid is. Er worden twee onderwijsvormen aangeboden, iets wat we in de Vlaamse Rand niet willen. Die frustratie leeft. Ook tijdens mijn contacten met de directies van de secundaire scholen hoor ik dat het secundair onderwijs met een gelijkaardige problematiek zit als de Nederlandstalige scholen in Brussel, die zich soms maar op een steenworp afstand bevinden. Door het juridisch onderscheid dat wordt gemaakt, is voor de Nederlandstalige scholen in Brussel iets meer mogelijk. We moeten dat debat hier niet voeren. Dat is een debat voor het federaal parlement en ik denk dat we op dat vlak gelijklopende visies hebben.
Mijnheer Slootmans, ik probeer creatief aan de slag te gaan, maar dan zit ik opnieuw in een juridisch grijze zone. Dat is geen vaste wetenschap. Het is ook geen vaste wetenschap zicht te krijgen op de rechtspraak over nieuwe creatieve sporen. Dat belet me niet hiermee bezig te zijn. In het inschrijvingsdecreet wil ik voor het basisonderwijs en het secundair onderwijs alsnog een voorrangsbeleid voeren. De creatieve juridische denksporen waaraan ik werk, vormen nog het voorwerp van een politieke discussie. Ik hoop dat u daar snel meer over zult horen. Ik zou graag nog dit jaar daarmee naar het Vlaams Parlement komen.
De heer Slootmans heeft het woord.
Minister, het is een beetje een ambigu antwoord geworden. Ik begrijp dat u het voorstel genegen bent, maar dat de Federale Regering en het federaal parlement natuurlijk de knoop moeten doorhakken. Wat ik u niet heb horen vermelden, is dat er de facto al een apart Vlaams statuut voor de Vlaamse Rand is, maar dat dit federaal statuut er niet is. We moeten opletten dat we de doos van Pandora niet openen. ‘Be careful what you wish for’ zeggen ze in het Engels.
Ik ben het ermee eens dat er structureel-institutioneel iets moet veranderen om het probleem in het onderwijs op te lossen. Ik vrees dat dit in de Belgische context volstrekt onhaalbaar is, wat me ook sterkt om de stekker er zo snel mogelijk uit te trekken. Ik concludeer dat u het pleidooi voor een apart federaal statuut niet deelt, wat dan de vraag opwerpt wat het standpunt van de N-VA hierover is. Ook in dit dossier zien we immers dat er verschillende talen worden gesproken door dezelfde partij. Verbeter mij echter, of verduidelijk het, indien ik het niet goed heb begrepen.
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Collega Slootmans, ik stel vast dat u veel inspiratie haalt bij N-VA-politici. Daarnet was het de heer Demesmaeker, nu de heer Segers. Het is altijd fijn dat wij ook voor andere politici inspirerend zijn.
Wat de inhoud van de vraag betreft, ik denk dat het goed is dat diverse lokale bestuurders in de Rand nadenken over hoe we de uitdagingen in onze Vlaamse Rand kunnen en willen aanpakken. We zien dat er echt wel uitdagingen zijn, uiteraard. We hadden het er daarnet over, naar aanleiding van uw vorige vraag. Ik denk dat het belangrijk is dat we oplossingen trachten te vinden voor allerhande problemen. Ik ben er zelf ook niet onmiddellijk van overtuigd dat een apart statuut per definitie een oplossing kan vormen, maar wel veeleer een specifiek beleid voor de Rand, en dat voeren we eigenlijk al jaren.
Al jaren is er een minister bevoegd voor de Vlaamse Rand. In deze legislatuur is dat nog maar eens geïntensifieerd en zijn daar ook middelen voor vrijgemaakt, met het Vlaamse Randfonds enzovoort. Ik sluit me ook aan wat de link met de federale overheid betreft. Het zou inderdaad goed zijn, mocht er ook op dat niveau meer aandacht zijn voor de noden van onze Vlaamse Rand. Voor ons is het belangrijk dat we die Vlaamse Rand Vlaams en groen houden. Dat is het N-VA-standpunt, denk ik toch wel. Ik denk dat dat zich ook vertaalt in het beleid van deze minister. Minister, ik reken erop, en ik heb er eigenlijk ook alle vertrouwen in, dat u de grootste pleitbezorger bent van het Vlaams en groen houden van die Rand, dat u dat ook uitdraagt in uw beleid en dat u dat ook telkens in de toekomst zult meenemen.
Mocht er echter een apart statuut aan de Vlaamse Rand worden gegeven, dan denk ik dat we alvast een goede president zouden hebben voor de Vlaamse Rand, namelijk de huidige minister.
Minister Weyts heeft het woord.
Mijnheer Slootmans, om u te behagen en vooral ook om tegemoet te komen aan uw bekommernis omtrent de interne cohesie binnen mijn partij, zal ik me volledig aansluiten bij het antwoord van mevrouw De Coninck, misschien wat afwijkend ten aanzien van haar laatste conclusie, maar verder op één lijn.
Ik deel natuurlijk uw analyse met betrekking tot de Belgische context.
De heer Slootmans heeft het woord.
Ik concludeer dat de heer Segers, de burgemeester van de grootste gemeente van Vlaams-Brabant, voor is, en dat mevrouw De Coninck en de heer Weyts tegen zijn. Ik begrijp ook dat daar niet onmiddellijk een strategie achter zat. Ik dacht dat het misschien een ballonnetje was, een voorzet die de heer Segers moest geven en die dan nadien op nationaal vlak door de N-VA moest worden binnengekopt, maar dat blijkt dus niet zo te zijn. Ik denk ook dat het een beetje een mission impossible is in een Belgische context. Dat u aangeeft dat u het pleidooi deelt om die stekker er in 2024 of zo rap mogelijk uit te trekken, doet mij alvast hopen dat we daar in 2024 samen werk van kunnen maken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.