Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Vraag om uitleg over de activering van mobiele trajectcontroles
Vraag om uitleg over de mobiele trajectcontroles bij wegenwerken en de aansluitbaarheid op het federale AMS-systeem
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Bex heeft het woord.
Een zeer groot aantal ongevallen bij wegenwerken op autosnelwegen zorgde ervoor dat er in het parlement vragen zijn gesteld over mobiele trajectcontroles, die zeer belangrijk zijn voor de verkeersveiligheid. Tijdens de commissievergadering van 20 mei antwoordde u dat “u helaas heeft moeten vernemen dat de mobiele trajectcontrole niet aansluitbaar is op het AMS-systeem van de federale overheid”. In simpele woorden uitgelegd: dat je daar niets mee kunt doen want dat die niet compatibel zijn met het systeem om die dingen te laten werken.
Uiteraard deed het vele wenkbrauwen fronsen want daar is veel geld in geïnvesteerd. Tijdens de plenaire vergadering van de Kamer van 27 mei 2021 antwoordde federaal minister van Binnenlandse Zaken Verlinden dat de gewestelijke mobiele trajectcontroles wel degelijk kunnen worden gekoppeld aan het federale ANPR Management System (AMS). Volgens minister Verlinden lag de prioriteit bij de uitrol in december 2020 op de koppeling van de bestaande trajectcontroles van het Vlaamse Gewest en van de andere partners. Momenteel zouden we nog in een transitiefase zitten en leggen het Vlaamse Gewest en Proximus de laatste hand aan de connectiviteit. Zodra die connectiviteit in orde is, zouden de overtredingen van de mobiele trajectcontroles automatisch door de gewestelijke datacenters (GDC's) kunnen worden verwerkt.
Volgens minister Verlinden wordt in juni de werking doorheen de volledige keten getest en indien de migratie naar het nieuwe systeem en de connectieproblemen opgelost zijn, kunnen de mobiele trajectcontroles operationeel worden.
Minister, omdat het bijzonder vreemd lijkt dat we dure dingen gaan bestellen waarvan we niet weten of ze zouden kunnen werken, wil ik u vragen of er voorafgaand aan de bestelling van de mobiele camera’s overleg is geweest met het federale niveau. Zo ja, wat werd er toen besproken? Hoe komt het dat het antwoord dat u in de commissie hebt gegeven, afwijkt van het antwoord van minister Verlinden? Hebt u al bijkomend overleg gehad over de mogelijkheid om de mobiele camera's aan te sluiten op het AMS-systeem van de federale overheid? Wat zijn hiervan de resultaten? Kunt u bevestigen dat die problemen rond deze tijd opgelost zouden zijn en dat die camera's in werking kunnen treden?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, op 20 mei stonden er in deze commissie verschillende vragen geagendeerd over de veiligheid aan wegenwerken en het grote aantal snelheidsovertredingen die daarmee gepaard gaan. U verklaarde toen dat mobiele trajectcontroles, die in 2007 al aangekondigd waren door uw voorganger Ben Weyts als een primeur voor Vlaanderen om de voortrekker in Europa te zijn, niet aansluitbaar zijn op het AMS-systeem van de federale overheid en daardoor dus onbruikbaar zijn. In de plaats zou u bijkomende snelheidscamera’s inzetten langs wegenwerken.
Nog tijdens de commissie werd een persbericht vanuit uw kabinet verstuurd over verkeersveiligheid langs wegenwerken, waarin oorspronkelijk met geen woord meer werd gerept over de inzet van mobiele trajectcontroles. Dat werd later bijgesteld met volgende quote van u: “Het blijft de bedoeling de Vlaamse mobiele trajectcontrole te koppelen aan het AMS-systeem. We mikken als datum op 1 juni voor het inzetten van de mobiele trajectcontrole. We bekijken nog op welke werf.” We zijn vandaag 17 juni.
Mijn federale collega Joris Vandenbroucke ondervroeg federaal minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden hierover in de plenaire vergadering van 27 mei in het federaal parlement. De minister verklaarde daar juist het tegenovergestelde van uw uitleg in deze commissie. Ik citeer minister Verlinden: “De mobiele trajectcontroles van het Vlaamse Gewest kunnen wel degelijk worden gekoppeld aan het federale ANPR Management System.” Die twee tegenovergestelde uitlatingen zorgen voor heel veel verwarring en onduidelijkheden.
Minister, waarom gaf u in een persbericht een andere boodschap dan in de commissie? Werd de deadline van 1 juni gehaald voor het koppelen van de mobiele trajectcontroles op het AMS-systeem? Zo ja, waarom werd in een week plots mogelijk wat in vier jaar niet gelukt is? Zo niet, waarom niet en waar komt dan die datum van 1 juni vandaan? Hoe verklaart u de uitspraken van minister Verlinden dat de mobiele trajectcontroles wel degelijk aansluitbaar zijn op het AMS-systeem van de federale overheid? Kunnen de mobiele trajectcontroles van Vlaanderen nu wel of niet worden gekoppeld aan het AMS? Hoeveel mobiele trajectcontroles heeft de Vlaamse overheid aangekocht? Voor welk bedrag? Hoe vaak werden deze al ingezet?
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, in de plenaire vergadering van 21 april gaf u in primeur te kennen dat de mobiele trajectcontrole eindelijk aan het federale AMS-systeem gekoppeld kan worden en dat daar dus ook effectief boetes uit gedistilleerd kunnen worden.
Tijdens de commissievergadering van 20 mei waarin ik samen met enkele collega’s vragen stelde over het beleid ter voorkoming van ongevallen bij wegenwerken, moest u dan weer het tegendeel toegeven: de Vlaamse plannen om bij grote wegenwerken de mobiele trajectcontrole in te zetten, mogen naar de prullenmand want die aangekondigde mobiele trajectcontrole die moest zorgen voor de handhaving van snelheidslimieten, blijkt nog niet aansluitbaar op dat systeem van de federale politie.
Na dat ontgoochelende nieuws liet u in een persbericht communiceren dat u, om de handhaving te versterken en een van de grootste oorzaken van ongevallen aan werven tegen te gaan, namelijk de onaangepaste snelheid, nu vooral werk zou maken van de snelle plaatsing van extra semi-vaste snelheidscamera’s langs de werven op de snelwegen, in overleg met de federale wegpolitie. Daarmee wordt de hardware aangereikt en hoopt u, minister, dat die kan worden uitgelezen om effectief al wie zich niet aan de opgelegde snelheidslimiet houdt, te kunnen beboeten.
Nog eens een week later, op 27 mei, liet uw collega, federaal minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden, tijdens de plenaire zitting in het federaal parlement dan toch weer verstaan dat die mobiele trajectcontroles wel degelijk aan het AMS-systeem kunnen worden gekoppeld en dat er in de komende weken testen zouden worden uitgevoerd. Uw kabinet bevestigde dat het de bedoeling is om in de komende weken een trajectcontrole aan een werf operationeel te krijgen.
Ik heb voor u een aantal vragen, minister.
Hoe verklaart u die complete miscommunicatie? Waar liep het fout? Wie is daar verantwoordelijk voor? Heeft niemand dan gedurende die vier jaar tijd onderzocht of de systemen compatibel zijn?
Wanneer zullen de technische belemmeringen rond de data-uitwisseling tussen de mobiele trajectcontrole en de systemen van de federale politie definitief opgelost zijn? Wanneer zal met andere woorden de mobiele trajectcontrole definitief aangesloten kunnen worden op het federale systeem?
Zijn er semi-vaste snelheidscamera’s op de werven geplaatst? Zo ja, waar, hoeveel en op welke werven zijn die geplaatst?
Zullen er voldoende mankrachten aanwezig zijn om alle gegevens van de semi-vaste snelheidscamera’s en de mobiele trajectcontroles uit te lezen?
Zijn de testen waarvan sprake effectief opgestart? Zo ja, op welke locaties of werven wordt er getest en wat is de eerste indruk bij die testfase?
Kunt u meer uitleg geven over de andere meer flexibele systemen van mobiele trajectcontrole die in de toekomst op de markt zouden komen en waarvan de ijking een langere geldigheidsduur zou hebben? Over welke termijn spreken we hier?
Worden er nog initiatieven genomen om het aantal mobiele trajectcontroles op werven uit te breiden? Zo ja, binnen welke termijn en op welke werven? Zo niet, waarom niet?
Wat is de kostprijs van zo’n mobiele controle?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, ik dank u voor de vele vragen in deze commissie. Die zetten ook vaak een en ander in beweging, wat uiteraard een goede zaak is.
Ik begin met een opsomming van de mogelijke handhavingsmiddelen voor werfbeveiliging op de snelwegen waarop de administratie een beroep kan doen. Ten eerste is er een mobiele trajectcontrole die het Agentschap Wegen en Verkeer heeft aangekocht. Verder zijn er semi-vaste snelheidscontroles en daarvoor loopt er een huurovereenkomst met een leverancier. We kunnen er een tot twee inzetten, maar dat aantal kan worden opgetrokken tot vijf en zelfs tot tien later dit jaar. We hebben dat ook specifiek gevraagd. Dan is er de inzet van de vaste trajectcontroles. Waar er trajectcontrole is, kan die worden herijkt naar de werfconfiguratie.
En ten slotte is er de mobiele controle van de wegpolitie. Die kan op vraag van het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) worden ingezet. Gezien uw diverse vragen vind ik het belangrijk om de geschiedenis te schetsen.
De inzet op het gebruik van de mobiele trajectcontrole, waarover we het in de plenaire vergadering al hadden en waarover we hier op 20 mei de boodschap moesten brengen dat de inzet hier stopte, is bekend. De trajectcontrole is aangekocht door AWV eind 2017. Deze installatie werd sinds eind 2017 ingezet en gebruikt tot en met juli 2019. Ze was gekoppeld aan Strixserver, voorloper van het Automatic Number Plate Recognition Management System (AMS). In 2018 is de mobiele trajectcontrole bijna vijf maand ingezet, in 2019 twee maand. Vanaf dan, 4 juli 2019 kon die niet meer ingezet worden, omdat men toen van de Strixserver is overgeschakeld op het AMS.
Het is hier al eerder duidelijk gemaakt: in 2017 is er een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen AWV en de federale politie. Daar is toen heel duidelijk overeengekomen dat het AMS als centrale backoffice zou werken. De initiële planning van de werking van die AMS was mei 2018. Na de laatste inzet van de trajectcontrole in juli 2019 was er de overschakeling van de Strix, voorloper van het AMS, naar het AMS, waarop de functionaliteit voor de ‘end to end’-werking van trajectcontroles ontwikkeld diende te worden.
Er is overleg geweest met federale politie en daar is de problematiek van de trajectcontrole aangekaart. We hebben het meermaals gehad over de werking van het AMS en de mobiele en vaste trajectcontroles. Ik heb ook meermaals brieven geschreven aan de vorige en huidige minister van Binnenlandse Zaken.
Eind 2020 was de functionaliteit voor de trajectcontroles op het AMS eindelijk klaar. De initiële timing van mei 2018 is uitgelopen tot eind 2020. Vervolgens werd er door de federale overheid prioriteit gegeven aan de koppeling van het grote aantal trajectcontroles die reeds lange tijd buiten geplaatst werden, maar nog niet in dienst genomen konden worden.
Ik heb de problematiek van de mobiele trajectcontroles ook aangekaart tijdens mijn overleg met minister Verlinden op 6 januari 2021. De initiële planning zoals deze door de federale politie werd aangegeven, was om de trajectcontroles medio februari 2021 te enten op het AMS. Deze timing werd niet gehaald. Op 1 april heeft men bevestigd dat de mobiele trajectcontrole twee weken later, na de nodige configuratie, in dienst genomen kon worden. Ik heb dat ook zo gecommuniceerd. Helaas heeft men nadien gezegd dat het niet werkte en startte het pas begin juni 2021. Ik vermoed dat door de vele vragen en de druk die is uitgeoefend het eind mei in werking kon worden gesteld.
Ik heb steeds gecommuniceerd in de plenaire vergadering en de commissie, op basis van de informatie die ik kreeg van mijn administratie, die zich heeft gebaseerd op de info van de federale politie en de opdrachtnemer. De blijkbaar ervaren tegenstrijdigheid met de communicatie met minister Verlinden hoop ik hiermee voldoende geduid te hebben. Ik heb begrepen van de heer Bex dat de vraag aan minister Verlinden gesteld is op 27 mei. Ik veronderstel dat zij toen geantwoord heeft dat alles werkte. Op 1 juni werd het ons in elk geval gecommuniceerd en het werkt nu.
Is er voldoende mankracht om alle de gegevens van de semivaste snelheidscamera’s en de mobiele trajectcontroles uit te lezen? Handhaving is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen het Vlaamse en federale niveau. Vlaanderen stelt alles in het werk om het vaststellen van de snelheidsovertredingen voor de politie te faciliteren via snelheidscamera’s en trajectcontroles. De operationele uitbating of uitlezing van de installaties is een politionele bevoegdheid. Ik denk dat jullie tevreden waren in diverse media te kunnen lezen dat minister Van Quickenborne verklaart dat het gedaan moet zijn met vastleggen van quota om bepaalde toestellen uit te lezen. Ik blijf bij mijn federale collega wel het belang van de capaciteitsuitbreiding van de gewestelijke verwerkingscentra (GVC’s) benadrukken.
Op welke werven kan de huidige mobiele trajectcontrole ingezet worden? Ik heb vorige week met mijn administratie een hele uitleg gekregen over het niet werken van de trajectcontroles, over de moeilijkheid van de inzet van de trajectcontroles. Daar gaan heel wat criteria aan vooraf. Men rekent dat de werf minstens 3 maand aan een stuk ongewijzigd moet zijn. Dat beperkt heel wat werven. We hebben er nu 38 langs de snelwegen. Die hebben niet allemaal een doorlooptijd waarbij er 3 maand lang dezelfde constellatie is. Het kan dus niet zomaar ingezet worden. De minimale trajectlengte moet minstens 500 meter zijn. Dit is vereist uit de modelgoedkeuring door de fabrikant. Op het traject moet er een uniform snelheidsregime zijn, zoals vereist door het parket. De installatie moet herijkt worden telkens als ze verplaatst wordt, dit dient te gebeuren met een hoogtewerker. Daar is niet op elke werf plaats en ruimte voor zonder de verkeersveiligheid in het gedrang te brengen.
Kortom, op basis van al deze criteria heb ik enerzijds wel gevraagd om te kijken of er niet tot een flexibeler oplossing kan worden gekomen, en ik heb alleszins – in overleg met mijn administratie – gevraagd om te bekijken waar men nu zo snel mogelijk die mobiele trajectcontrole kan inzetten. Ik wil u daarbij ook meegeven dat, gelet op de beperkingen van de toestellen die tot op heden op de markt zijn, onder meer Nederland recent beslist heeft om die mobiele trajectcontrole voorlopig niet meer in te zetten, tot er nieuwe toestellen op de markt zijn.
In elk geval, we hebben dat toestel, en dan lijkt het mij toch aangewezen om het nog in te zetten. Vandaar is er – na een grondig onderzoek – het voorstel om deze mobiele trajectcontrole in te zetten op de Oosterweelwerf van Lantis, en om die te laten werken aan de werfzone bij de Kennedytunnel, richting Gent.
Wat betreft de semi-vaste snelheidscamera’s: daarover heb ik al gezegd dat wij deze huren van een firma, en dat wij er vast een à twee toestellen huren. Dat is soepel, op afroepbaarheid. Maar we kunnen dat ook opdrijven tot vijf, en we hebben ook het contract verruimd, zodat we het zelfs kunnen upgraden tot tien in de tweede helft van dit jaar. Het is omdat verkeersveiligheid en handhaving belangrijk zijn dat we die upgrading gedaan hebben.
Mevrouw Ryheul, u vraagt heel specifiek waar en op welke werven die zullen worden ingezet. Ik denk dat het mij te ver zou leiden om al die cijfertjes en al die specifieke locaties te vermelden, maar ik stel ze graag aan de commissiesecretaris ter beschikking, zodat jullie ook heel duidelijk zien waar deze zijn opgesteld. Dit allemaal nu opnoemen zou ons een beetje te ver brengen, denk ik. 2017, zestien werven, zoveel periodes, dat gaat ons heel ver brengen, maar ik geef het graag ter beschikking aan de secretaris, als dat goed is voor u, mevrouw Ryheul.
De heer Bex heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw omstandig antwoord.
Blijkbaar hebt u zich iets te voortvarend uitgesproken in die vorige commissie. Laat dat u vergeven zijn, u zit hier ook telkens heel lang, en het zou bijna een wonder zijn als u niet af en toe een slip of the tongue maakt.
Maar wat mij interessanter lijkt is om eens te gaan kijken hoeveel geld we uitgeven aan die verschillende trajectcontroles, en hoeveel er daarvan effectief werken. Uiteindelijk zegt u dat we in 2017 een systeem gekocht hebben dat in 2018 en 2019 twee keer voor enkele maanden gefunctioneerd heeft. Voor de rest staat dat daar, en Nederland heeft inmiddels beslist dat ze dat systeem niet meer gaan gebruiken omdat het eigenlijk te veel beperkingen heeft in de operationaliteit.
Eigenlijk zegt u dat de investering van toen een slechte investering was, en dat u die vandaag niet meer zou doen. Ik vraag me toch af – om die toch nog zo nuttig mogelijk te kunnen inzetten – waarom het minstens drie maanden moet duren waarop die onafgebroken ingezet kan worden? We hebben helaas recent gezien dat er op korte tijd zeer veel en zeer ernstige verkeersongevallen kunnen gebeuren. Wat houdt ons tegen om dat systeem bijvoorbeeld voor een of twee maanden toch in te zetten? Wat zijn daarvoor de argumenten?
Tweede puntje: u hebt vandaag ook aangekondigd dat u 3 miljoen euro extra investeert in twintig vaste trajectcontroles. We hebben hier in de commissie al vaker het debat gehad dat ook daar heel veel van die systemen er weliswaar staan, maar niet operationeel zijn. Daar zijn redenen voor, waarvoor u overleg moet plegen met het federale niveau. Maar daarover wou ik bijkomend vragen wat daar de stand van zaken is? Er moest extra personeel aangeworven worden bij de gewestelijke verwerkingscentra, er was nog overleg nodig tussen AWV en de federale politie. Hoe staat het daarmee, en hoeveel van die vaste trajectcontroles zijn inmiddels al operationeel?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Bedankt, minister, voor uw uitvoerig antwoord. Wij zijn weer mee met heel de tijdslijn van het falen van het systeem. Ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag naar de kostprijs van de mobiele trajectcontrole. Kan ik dat nog even krijgen? Heb ik goed begrepen dat 4 juli 2019 de laatste keer was dat de mobiele trajectcontrole werkte, en dat ze dan opnieuw ging werken op 1 juni 2021 maar dat dit niet is gebeurd? Heeft het systeem twee jaar niet gewerkt? Begrijp ik het goed dat de installatie eigenlijk zou kunnen werken maar dat ze op geen enkele bouwplaats wordt ingezet omdat men nog aan het denken is waar dat het beste zou kunnen gebeuren? Kunt u ons dan, minister, ten minste een datum geven waarop die mobiele trajectcontrole eindelijk opnieuw gebruikt zal worden op een bepaalde bouwplaats? Dat mag lang duren, maar geef ons een datum.
Ik heb nog een vraag, maar ik weet niet of u er zo kunt op antwoorden. Collega Bex heeft ook al gewezen op de vaste trajectcontroles. De laatste cijfers die ik had toonden dat er daarvan 86 van de 298 in werking waren. Is dat ondertussen al veel verbeterd?
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Het overzichtje van mogelijke handhavingsmiddelen, minister, vond ik bijzonder interessant. Voor mij is er nu één ding duidelijk. Dat is dat er vandaag nog maar één mobiele trajectcontrole is en dat die nauwelijks heeft gewerkt. Dat is bijzonder jammer. Het is immers een heel duur toestel. Ik polste ook naar de prijs ervan. Kunt u daarop nog even antwoorden? Uiteraard ga ik ermee akkoord de andere antwoorden bezorgd te krijgen via een schriftelijk overzichtje. Ik had daarbij ook graag een overzicht gekregen van nog andere handhavingsmiddelen, hun kostprijs of huurprijs en het aantal dat ervan kan worden ingezet. Mankracht is inderdaad een gedeelde verantwoordelijkheid.
Mijn federale collega heeft bij federaal minister Verlinden enkele cijfers opgevraagd die misschien ook wel deels een antwoord kunnen geven op vragen van collega’s. In Vlaanderen zijn er 143 trajectcontrolesystemen volwaardig technisch klaar voor gebruik. Voor een aantal zijn de protocollen in de fase van ondertekening maar voor het merendeel is het afwachten op versterking van de verwerkingscentrale alvorens de kandidaat-overtreders kunnen worden geverbaliseerd. Precies daar, minister, knelt het schoentje. Slechts een goede helft van de personeelsleden die nodig zijn, zijn vandaag ingevuld. Daarenboven zijn er nog eens 54 trajectcontroles aangesloten op het federale AMS-systeem maar ze zijn nog niet geijkt, of niet gehomologeerd of herijkt.
Minister, u kondigt dus fier aan dat er eindelijk toch een doorbraak is in dit dossier van de niet-werkende trajectcontroles en dat de lang aanslepende problemen met de overkoepelende nationale databank opgelost zijn. Maar nu blijkt toch dat er een groot tekort is aan personeel om alle systemen operationeel te krijgen. Daarnet benadrukte u, minister, dat u de kwestie voldoende hebt aangekaart bij uw federale collega’s. Maar weet u waarom er zo weinig valabele kandidaten opdagen voor die job?
Een tweede interessante vaststelling uit de vraagstelling van mijn collega is ook dat het aantal trajectcontroles dat technisch klaar is in Wallonië aanmerkelijk lager ligt. Daar zijn er nog maar dertien systemen technisch klaar, en moeten er nog twaalf systemen geijkt worden, gehomologeerd of herijkt worden. Het gaat dus telkens om vier tot vijf meer installaties in Vlaanderen dan in Wallonië. Dus als de trajectcontroles effectief operationeel zullen zijn, zal er vooral Vlaams boetegeld naar de federale staatskas vloeien. Daarover heb ik nog een extra vraag. Weet u hoe het geld terugvloeit naar de gewesten en hoe het geld uit het federale boetefonds wordt verdeeld?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ik sluit hier graag even bij aan. Want, minister, ik was bijzonder ontgoocheld toen u, als ik me niet vergis op 20 mei, antwoordde dat het technisch niet realiseerbaar was om aan te sluiten op het AMS-systeem, nadat we gedurende vier jaar deze oplossing als dé oplossing naar voren geschoven hebben gekregen en daarover heel veel vragen hebben gesteld.
Ik ben dus blij dat het uiteindelijk toch mogelijk zal zijn om aan te sluiten, hoewel de oplossing veel beperkter is dan oorspronkelijk werd voorgesteld. Ik herinner mij de eerste aankondiging rond mobiele trajectcontroles. Dat was hét wondermiddel, dat de verkeersveiligheid rond alle werven zou garanderen. Ik heb toen nooit beperkingen gehoord over de tijdsduur van de werf, de lengte van de werf en dergelijke meer. Maar goed, dat toont aan dat het veel moeilijker is om zaken te realiseren dan om zaken aan te kondigen. Minister, het pleit voor u dat u in dezen bent blijven volharden. Ik ben ook blij dat u zegt dat dat ook het resultaat is van de vele vragen die wij daaromtrent hebben gesteld.
Minister, ik vraag mij iets af. Want er schieten natuurlijk veel meer werven over waarbij dit niet kan worden gebruikt dan werven waarbij het wel kan worden gebruikt. Zullen we dan een tandje bij steken in verband met die semi-vaste snelheidscamera’s? Ik begrijp dat er mogelijk een aantal extra ter beschikking zijn. We zullen alleszins iets moeten doen. We hebben de cijfers gezien. De cijfers ter hoogte van wegenwerken zijn niet goed als het gaat over ongevallen. Zal er meer worden geïnvesteerd in die semi-vaste snelheidscamera's?
Mevrouw Moors heeft het woord.
Minister, ik heb in deze commissie al verschillende keren het belang van de trajectcontroles aangehaald, al dan niet mobiel. Maar men moet daarbij inderdaad ook rekening houden met de verwerkingscapaciteit. Al die geregistreerde overtredingen moeten worden omgezet in een proces-verbaal. Dat is federale materie. Er is daar een personeelstekort, dat weten we allemaal.
Ik hoor u in uw initiële antwoord zeggen dat u er met aandrang naar streeft om bijkomende personeelskrachten in te zetten. Dat is oké.
Verder kijk ik uit naar de aansluiting van de mobiele trajectcontrole op het AMS-systeem.
Minister Peeters heeft het woord.
Collega's, ik dank jullie voor de bijkomende vragen.
Mevrouw Lambrechts, mijn excuses dat ik inderdaad nog niet over de prijzen had gecommuniceerd. Dat zal ik dan ook eerst doen. De mobiele trajectcontrole is eind 2017 aangekocht en kostte 132.000 euro, inclusief btw. Telkens bij de plaatsing moet die worden herijkt. Die moet ter plaatse worden gebracht. Daar gaan ook altijd kosten mee gepaard. Het gaat over ongeveer 50.000 euro, op het moment dat die naar een locatie wordt gebracht.
Ik had al gezegd dat de semi-vaste snelheidscamera's worden gehuurd. Daar bedraagt de kostprijs per week 6500 euro, inclusief btw. Vooralsnog zijn er vooral A2-toestellen ingezet op werven. Dat gebeurt altijd in overleg met de wegpolitie.
Ik heb daarnet al even gealludeerd op de quota waarvan men gebruikmaakt. Tijdens het overleg dat ik vorige week met de administratie had rond de beveiliging van onze werven, heb ik alleszins expliciet gevraagd om enerzijds het aantal van deze camera's te vergroten, zodat we meer camera's kunnen inzetten. Daarnaast heb ik gevraagd om de wegpolitie ervan te overtuigen om daar mee werk van te maken. Daarover is er telkens overleg tussen het Agentschap Wegen en Verkeer of diegene die met de werken bezig is en de wegpolitie. Ik wil er alleszins erg op inzetten, Want in het kader van de verkeersveiligheid vind ik het belangrijk dat we die toestellen kunnen plaatsen. Dat wilde ik voor alle duidelijkheid nog even meegeven. Die semivaste snelheidscamera’s zijn sowieso gemakkelijker in te zetten.
Mijnheer Bex, u vroeg naar het aantal vaste trajectcontroles. We hebben daar vandaag een definitief overzicht van gekregen. Er komen 20 extra trajectcontroles. Dat betekent dat we in totaal 208 vaste locaties hebben voor trajectcontroles, niet alleen op snelwegen maar uiteraard ook op gewestwegen. Ik zal dat lijstje met die 20 extra locaties bezorgen aan de commissiesecretaris zodat iedereen daarvan op de hoogte is.
Mevrouw Lambrecht vroeg hoeveel van deze vaste trajectcontroles nu effectief geïnstalleerd zijn en hoeveel er nog voorbereid worden. Eind mei hadden we de volgende stand van zaken. 128 trajectcontroles zijn geïnstalleerd. Bij 26 is de installatie aan de gang. Bij 34 wordt de installatie voorbereid. In totaal gaat het dus om 188 locaties. Daarbovenop komen dan nog die 20 toestellen waarover ik vandaag bericht kreeg. Zo komen we aan een totaal aantal van 208.
Wat de inzet betreft, baseer ik me, zoals eerder gezegd, op de informatie die me ter beschikking wordt gesteld. Het toestel werd aangekocht eind 2017 en werd in 2018 gedurende vijf maanden ingezet en in 2019 bijna twee maanden. Dat komt enerzijds door de kwestie van de verplaatsing en anderzijds door die van de herijking. Daar gaat telkens ongeveer een maand overheen. Zeker die herijking duurt lang. Dat maakt het net moeilijk. Het toestel moet drie maanden aan een stuk op een werf geplaatst kunnen worden.
Dan is er echter ook de herijking die een maand duurt en de verplaatsing. Daarom kon het toestel in 2018 slechts vijf maanden en in 2019 slechts twee maanden worden ingezet. In juli 2019 werd namelijk beslist dat die Strix-server niet meer gebruikt zou worden. Vanaf toen tot nu was het wachten op het aansluiten van het AMS-systeem, dat de federale politie gebruikt. Conform de samenwerkingsovereenkomst, was initieel aangekondigd dat dit in mei 2018 operationeel zou zijn. Maar dat is het verleden. Ik ben alleszins heel tevreden dat het AMS-systeem vanaf dit jaar, na lang aandringen, werkt en dat we nu, sinds juni, effectief onze mobiele trajectcontrole daarop kunnen enten.
Wat de verwijzing naar Nederland betreft, heb ik heel expliciet aan mijn administratie gevraagd om te zoeken naar flexibelere systemen. Die maand die telkens nodig is voor de herijking, maakt het allemaal niet eenvoudiger. In het belang van de verkeersveiligheid denk ik dat het een goede zaak zou zijn dat we de pakkans zoveel mogelijk trachten te verhogen, door de politie te faciliteren en door ervoor te zorgen dat toestellen geplaatst kunnen worden, toestellen die ook uitgelezen kunnen worden en waarvan ik hoop dat er in de toekomst geen quota meer aan gekoppeld worden. Ik denk dat ik daarmee mijn vragen allemaal heb beantwoord.
Ik denk dat ik daarmee mijn vragen allemaal heb beantwoord.
De heer Bex heeft het woord.
Minister, u merkt dat er over het hele politieke spectrum eensgezindheid is, dat we moeten zorgen dat die installaties werken en dat er correct gecontroleerd wordt, en dat mensen die te snel rijden beboet worden. Dat zagen we ook vandaag in de verklaringen van federaal minister Van Quickenborne. En dat is niet omdat we zo graag boetes aan mensen geven, maar dat is omdat we weten dat het de verkeersveiligheid verhoogt, dat het ongelooflijk veel menselijk leed kan vermijden.
Ik zou eigenlijk ter afronding, wat mij betreft, van dit debat aan u willen meegeven dat ik eigenlijk hoop dat er eens op een heel economische manier naar wordt gekeken. Hoe kunnen wij al die investeringen die vandaag al gebeurd zijn, in al die verschillende systemen, hoe kunnen we die optimaal laten functioneren? Waar kunnen we, door de juiste inzet van personeel – en dat is dan federaal, heb ik goed begrepen – zorgen voor maximale resultaten? En klop dan op tafel, vraag dat ook aan uw collega’s. Ik meen, ik lijk te zien dat daar ook een wil is om daarin vooruit te gaan. Maar laat ons dat echt aanpakken over ideologieën heen. Dit gaat over verkeersveiligheid, en we moeten er eindelijk eens van uitgaan dat die dingen daar niet alleen moeten staan, maar dat ze ook moeten renderen. En dat is vandaag nog veel te weinig het geval.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister, de zaken moeten er inderdaad staan, ze moeten renderen, maar vooral moeten ze werken. Eigenlijk hebben we hier een goed verhaal gehoord, want alle disputen met federaal lijken opgelost, en de zaak werkt, heb ik begrepen. Maar ik had gewoon geen antwoord gekregen op de vraag naar de datum waarop het op een werf toch in werking zal zijn. Weet u daar enigszins – niet exact, maar ongeveer – wanneer het een werf zal bereiken? Zo kan de verkeersveiligheid inderdaad toenemen.
Minister Peeters heeft het woord.
Excuus, dat was ik inderdaad vergeten. De bedoeling is dat die eind juni geplaatst wordt, dan zit je met één maand herijking op de werf, dat had ik wel al gezegd, denk ik. En vanaf dan kan die werken.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Het is hier in deze commissie al een paar keer aan bod gekomen, minister. Onderzoek stelt dat Vlamingen slechts beperkt vertragen aan wegenwerken, omdat blijkbaar niet iedereen overtuigd is van het nut en de noodzaak, en net deze mentaliteit zorgt ervoor dat er ongelukken blijven gebeuren. En die mobiele trajectcontroles verbeteren de doorstroming van het verkeer, zorgen ervoor dat het accordeoneffect wordt verminderd, verfijnen de snelheidscontroles en kunnen zowel de veiligheid van de wegenwerkers als de bestuurders waarborgen.
Nu, we zijn van mening dat enkel effectieve controles die laksheid kunnen ombuigen en dat de pakkans aan wegenwerken ook groter moet, om levens te redden. En ondertussen heeft Vlaanderen enorm veel geïnvesteerd in de systemen. U zei het daarnet zelf: ongeveer 132.000 euro en daarnaast nog een keer 100.000 euro herijkingskosten om zeven maanden te werken, wat betreft die mobiele trajectcontrole. Dus door die aanhoudende federale problemen stond dat vandaag nog allemaal werkloos te wezen. We gaan het nauwgezet blijven opvolgen, minister, alvast bedankt.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.