Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ronse heeft het woord.
De krapte op de Vlaamse arbeidsmarkt is volledig terug. Het aantal vacatures neemt toe.
9 juni is een fantastische dag, de start van het zomerplan. Dat is goed nieuws. Tegelijk brengt dat extra vacatures mee. De horeca trekt opnieuw aan, er zijn mensen nodig om de horeca te bestaffen. De collega’s Ongena en Bothuyne hebben dit meermaals op de agenda gezet.
We hebben ook de afbouw van steunmaatregelen en de impact van de crisis zal de komende maanden reëel worden. Herstructureringen zullen niet ondenkbaar zijn. En voor veel tijdelijke werklozen zal een nieuwe fase ingaan. Ook daar zijn er trouwens linken met het federale; we hadden ze eigenlijk nog veel sneller kunnen begeleiden en vorming geven. De uitdaging wordt nu nog des te groter wanneer ze definitief werkzoekend gaan worden. Sommigen voorspellen dat er tienduizenden banen verloren kunnen gaan. Tot slot zijn er de ambitieuze relanceplannen die onze economie op het spoor moet zetten.
Minister, hebben we een concreet beeld van die tijdelijk werklozen? Ik ga het zelfs nog concretiseren: de intensief tijdelijk werklozen. Werd er reeds in kaart gebracht hoeveel er niet kunnen terugkeren naar hun baan? Wat zijn de vooruitzichten voor de komende maanden?
Op welke manier worden de tijdelijk werklozen, wanneer ze definitief werkloos zijn, begeleid? Is daar een soort van ‘customer journey’ bepaald door VDAB?
Hoe evalueert VDAB de aanpak van de tijdelijk werklozen? Welke verbeterpunten zijn er om de tijdelijk werklozen beter te begeleiden? Welke lessen zullen worden meegenomen voor de toekomst?
Minister Crevits heeft het woord.
Bedankt collega Ronse, voor deze interessante vraag. In het kader van de pandemie zijn er in totaal al 933.559 aangiftes geweest voor tijdelijk werklozen. U hoort het goed, 933.559. Ongeveer 720.000 daarvan – 77 procent – waren in de maand april 2021 niet meer tijdelijk werkloos. Het gros van deze groep is terug aan het werk.
Gedurende de hele periode zijn 67.630 tijdelijk werklozen ingestroomd bij VDAB als werkzoekende zonder werk. De meesten vonden reeds ander werk. Eind april 2021 waren 26.561 van hen nog werkzoekend zonder werk. Een op vier daarvan is intensief tijdelijk werkloos geweest. De intensief tijdelijk werklozen zijn relatief gezien iets vaker ingestroomd als werkzoekende zonder werk. Naast die 26.561 werkzoekenden zonder werk, zijn er 4312 tijdelijk werklozen momenteel in opzegtermijn of met verbrekingsvergoeding.
213.633 van de totale groep of 23 procent waren in de loop van april 2021 nog altijd tijdelijk werkloos. We hebben nog geen volledige cijfers, omdat er nog laattijdig aangiften kunnen worden ingediend.
Van die 213.633 tijdelijk werklozen in april 2020 was 66 procent minder dan 10 dagen tijdelijk werkloos in april 2021, waarvan 43 procent minder dan 5 dagen.
Ongeveer 72.000 of 34 procent waren minstens 10 dagen of meer tijdelijk werkloos in de maand april 2021. 49.330 daarvan waren minstens 3 opeenvolgende maanden 10 dagen tijdelijk werkloos. Dat zijn dus weer die intensief tijdelijk werklozen.
Van de totale groep tijdelijk werklozen naar aanleiding van de COVID-19-pandemie hadden er eind april 2021 een kleine 31.000 momenteel geen werk. 213.000 waren nog altijd minstens 1 dag tijdelijk werkloos.
Collega Ronse, het valt moeilijk te voorspellen wat de vooruitzichten zijn voor deze groep bij het wegvallen van de steunmaatregelen. De impact van de versoepelingen, zoals de heropening van de horeca, is immers nog niet zichtbaar in de cijfers van april 2021. In april was er ook een paaspauze ingelast, vanaf 27 maart, met invloed op tijdelijke werkloosheid in de kleinhandel en de diensten aan personen.
Wel merken we dat het aandeel stelselmatig toeneemt van diegenen die instroomden als werkzoekenden zonder werk en die vervolgens opnieuw werk vonden.
Wat doet VDAB? De uitkeringsgerechtigde volledig werklozen worden opgenomen in de contactstrategie van VDAB. Dat betekent dat ze bij inschrijving automatische opdrachten krijgen en na zes weken worden gecontacteerd door de servicelijn die inschat welke verdere dienstverlening en opvolging de werkzoekende nodig heeft.
Werknemers in opzeg, die ingeschreven zijn bij VDAB – in sommige gevallen verplicht – krijgen een vrijblijvend begeleidingsaanbod bij de partner ‘Bemiddeling van werknemers met recente werkervaring’, op voorwaarde dat ze niet in outplacementbegeleiding zijn. Ook de tijdelijk werklozen krijgen dit aanbod wanneer ze zich als tijdelijk werkloze inschrijven bij VDAB. Met dat aanbod wil VDAB de klanten met een recente werkervaring snel, proactief en preventief van een bemiddelingsaanbod voorzien om zo een vlotte doorstroom naar de arbeidsmarkt te realiseren en werkloosheid te vermijden of de duur van de werkloosheid tot een minimum te beperken. De focus ligt dus op een goede inschatting van de afstand tot de arbeidsmarkt, gevolgd door de toeleiding naar competentieversterking of duurzame tewerkstelling.
Hoe evalueert VDAB de aanpak? Er bestaat vooralsnog geen verplichting tot inschrijving. De mogelijkheden van VDAB voor wat de grote groep van tijdelijk werklozen betreft, zijn beperkt tot het voeren van een brede communicatiecampagne via verschillende kanalen om het aanbod van VDAB én partners tot bij de tijdelijk werkloze te brengen.
Dat levert alvast enkele indrukwekkende cijfers op. Zo heeft VDAB sinds september 2020 al meer dan 700.000 mailings verstuurd naar tijdelijk werklozen met het begeleidings- en opleidingsaanbod van VDAB en partners. Daarenboven werden er nog eens 267.000 specifieke sectorale mailings verzonden. Daarnaast werden meer dan 87.000 mailings verstuurd naar werkgevers. Bijna 38.000 burgers die tijdelijk werkloos waren of zijn geweest hebben ondertussen een competentieversterkend traject gevolgd bij VDAB. Dat kan gaan over een onlineopleiding of over een fysieke cursus, werkplekleren of Nederlands voor anderstaligen. Tussen maart 2021 en mei 2021 alleen al ging het om bijna 13.000 tijdelijk werklozen die een opleiding gevolgd hebben. Dat is maar een klein deel waarop we zicht hebben, aangezien zeer veel tijdelijk werklozen elders zijn gaan werken of een opleiding hebben gevolgd.
De inzichten die VDAB heeft verkregen naar aanleiding van een bevraging van de tijdelijk werklozen werden besproken in deze commissie op 29 april naar aanleiding van een vraag om uitleg van collega Ronse. Die inzichten worden gebruikt om de communicatie op de website en de dienstverlening te verbeteren. In de tweede helft van 2021 zal VDAB de nodige stappen ondernemen om het aanbod voor tijdelijk werklozen dat tijdens de coronacrisis werd uitgewerkt te optimaliseren en te integreren.
Collega's, ik wil me excuseren voor het antwoord. Ik vind het gruwelijk om al die cijfers te moeten geven in een vraag om uitleg. Je hebt de tijd niet om dat op te schrijven. In mijn fantasie zou je die feiten eerst schriftelijk moeten krijgen en geef ik daar dan nadien mijn commentaar op. Ik vind het ellendig om cijfers voor te lezen. Er was niets aan te doen, collega Ronse, want de vraag was zo gesteld.
Het was alleszins heel volledig.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik heb snel nota’s genomen. Maar ik volg de fantasie van de minister, toch wat dat betreft. Misschien had ik eerst een schriftelijke vraag moeten stellen en dan daarop voortbouwend een vraag om uitleg. Maar goed, de cijfers zijn gegeven en ze zijn indrukwekkend: 26.561 mensen voor wie we nu al een perspectief zullen moeten zoeken, voor wie de impact van corona genadeloos is geweest. We zullen een aanbod moeten doen om hen om te scholen en toe te leiden naar andere vacatures. Hun leven zal voor een stuk ingrijpend veranderen.
Dat zijn toch cijfers waar we met zijn allen even moeten blijven bij stilstaan. Collega Bothuyne, we moeten in ons voorstel van resolutie ook de verplichte inschrijving van tijdelijk werklozen opnemen, al vrees ik dat dat vijgen na Pasen zijn tenzij er – god verhoede – nog zo’n crisis op ons zou afkomen. Maar goed, laten we het toch mee opnemen in het lijstje.
Dat betekent dat we van VDAB, maar ook van alle private spelers heel wat mogen verwachten. Ze zullen samen mensen begeleiden en versterken richting werk. We zullen daar met de commissie ook heel hard op moeten focussen. Ik zie daar ook opportuniteiten in want ik denk dat het vrijkomen van die mensen ook kan helpen om onze economie aan te wakkeren.
Voorzitter, ik weet dat we naast de vragen om uitleg een drukke agenda hebben. Er is het verhaal van de langdurig zieken, onder meer deze namiddag. Maar ik denk dat het niet slecht zou zijn om samen met de minister en iemand van VDAB misschien net na de zomer, in september of oktober, uitgebreid stil te staan bij hoeveel mensen er nog intensief tijdelijk werkloos zijn en werkzoekend zijn geworden. Tegen dan zal het stof van de coronacrisis neergedwarreld zijn. Er zal echt vastgesteld kunnen worden hoeveel mensen permanent hun job zijn verloren en hoe we daar op een deftige manier mee aan de slag kunnen gaan. Om welke profielen gaat het? Wat zijn de mogelijkheden om van de ene sector naar de andere te gaan? Dat zou een interessante les voor deze commissie zijn.
Ik sluit kort aan met het pleidooi dat we voor tijdelijk werklozen na corona een nieuw kader moeten creëren met opleidingen en vorming en ervoor zorgen dat tijdelijke werkloosheid nooit meer echt een verloren periode is. Ik heb de cijfers al eerder gebruikt, maar in januari 2019, in onverdachte tijden met een economische groei en met geen corona in zicht, waren er in het land 120.000 tijdelijke werklozen. Dat is nog altijd een heel grote groep mensen. Ook in de toekomst zal er nog altijd tijdelijke werkloosheid zijn om heel veel verschillende redenen. Als we een kader maken zodat dat niet echt een verloren periode is, dan hebben we iets positiefs uit deze crisis gehaald.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse en collega Bothuyne, tien jaar geleden zijn in deze commissie ook al vragen gesteld over hoe Vlaanderen tijdelijke werklozen kon bewustmaken voor opleiding. Dat heeft nadien niet geleid tot wijzigingen.
Los van alle komende crisissen vind ik dat we daar vanuit Vlaanderen op kunnen drukken. Dat moet veranderen. Ik ben daar zelf een heel groot pleitbezorger van. Dat moet niet veranderen als straf voor mensen, maar als opportuniteit om hen via opleiding meer loopbaanperspectieven te geven. Dat is een strijd die ik in het belang van onze werknemers echt wil voeren.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik heb geen slotbedenking meer.
De vraag om uitleg is afgehandeld.