Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
Er is in dit parlement al veel gediscussieerd over de zorgladder en de bijhorende beroepskwalificaties, meer bepaald het zogenaamde niveau 5 of hbo 5 (hoger beroepsonderwijs), waar de N-VA in 2009… Ik schreef daar toen een van eerste nota’s over. We hebben een hbo5-opleiding in mijn vroegere school met een specifiek karakter daarvan en een eigenstandige plaats.
We werden toen geconfronteerd met het standpunt van Europa dat de opleiding verlengd moest worden als je in Europa wou gaan werken. Men hield ook geen rekening met de uren. Een lesuur is geen 60 minuten. Ook daar was er alom verwarring. Daarbovenop kwam de ongelooflijke bewering dat het geen verpleegkundigen meer zijn. De volledige ziekenhuissector en de zorgsector in Vlaanderen schoten in een kramp. Want men zou tegen bijna de helft van de verpleegkundigen in ziekenhuizen maar ook elders moeten zeggen dat ze helaas niet de juiste kwalificatie hebben bereikt.
Dat is volledige waanzin. Eerst was het nog wat roepen in de woestijn, maar gaandeweg zijn we in een oase terechtgekomen. Alle partijen zijn er nu van overtuigd dat we dat niet moeten doen en dat hbo5 eigenstandig verpleegkundige is gelinkt aan het secundair onderwijs en geen vier jaar duurt. Als je toch een opleiding van vier jaar wilt volgen en naar het buitenland wilt gaan, dan moet je een niveau 6 doen. Daar zijn we ondertussen nagenoeg uit.
Minister, hbo5 zit tussen twee andere niveaus in de beroepskwalificaties, namelijk niveau 4 en 6. Voor niveau 4 heb je nog niveau 3 en daarvoor nog niveau 2. Er is ook nog een niveau 1, maar dat is hier niet van toepassing. Ik stel vast dat er nog geen beroepskwalificatie niveau 2 is uitgeschreven. Dat is cruciaal om de overstap te maken naar niveau 3 en niveau 4.
Mijn vraag is of het klopt dat de beroepskwalificatie niveau 2 nog niet is uitgeschreven. Is er daar een reden voor?
Verder is er de link tussen niveau 3 en 4. In de leerzorgladder is er een niveau 6 en niveau 5 wordt uitgewerkt. Moeten er aanpassingen gebeuren aan niveau 4 of niveau 3? Hoe zit de lijn in elkaar zodat we die logisch kunnen opbouwen?
Minister Weyts heeft het woord.
Voor het uitwerken van de beroepskwalificaties is steeds de sector aan zet. Als het gaat over de zorg dan spreken we over het Vlaams Instituut voor Vorming en Opleiding in de Social profit (VIVO), Zorggezind en Zorgnet-Icuro. Er werd een beroepenstructuur uitgewerkt, die een correcte weerspiegeling geeft van de profielen die zich ook aftekenen in de dagelijkse praktijk op de arbeidsmarkt. Er werden reeds meerdere beroepskwalificaties uitgewerkt.
De basisprofielen die werden ontwikkeld zijn ‘huishoudhulp zorg’ en ‘logistiek assistent in de zorg’. Die profielen werden ingeschaald op niveau 3. Op niveau 4 hebben we ‘verzorgende’ en ‘zorgkundige’.
Op dit moment werden er voor de social profit in het toekomstige studieaanbod zowel studierichtingen voorzien in de derde graad tso dubbele finaliteit als in de derde graad bso arbeidsmarktfinaliteit. Er zijn en blijven dus verschillende leerpaden die leiden naar de social profit en ook voor verschillende doelgroepen van leerlingen, die we kunnen warm maken voor een job in de zorg. Leerlingen kunnen vanuit de tweede graad secundair onderwijs doorstromen naar de onderwijskwalificaties niveau drie en niveau vier die binnen de zorg worden aangeboden.
Het is wel effectief zo dat er momenteel nog geen aanbod is voor het toekomstige studieaanbod voor de onderwijskwalificaties niveau 2 die binnen duaal leren zullen worden aangeboden. Die studierichtingen zouden zich specifiek moeten richten op de leerlingen die nu worden opgeleid in het stelsel van leren en werken. Het blijft de bedoeling ook hier een aanbod te voorzien. Het is mijn ambitie en doelstelling om de zorgladder maximaal uit te werken, ook op dat niveau 2. Daarvoor lopen de gesprekken tussen Onderwijs enerzijds en de sector anderzijds, maar ook met Werk. Dat is belangrijk, want als we echt een succes willen maken van dat duaal leren, dan moeten alle partners daarvan de meerwaarde inzien en hun schouders eronder zetten. Er spelen daarin wel wat factoren mee: het aantal leerlingen die interesse zouden hebben om die studierichtingen te volgen; het tewerkstellingsperspectief, het zogenaamde civiele effect; het aantal kwalitatieve werkplekken waar leerlingen terechtkunnen; de vergoedingen die aan die opleidingen kunnen worden gekoppeld.
Al die aspecten zijn de administraties van Onderwijs maar ook van Werk samen met alle partners aan het bekijken om naar een gedragen aanbod te gaan van de onderwijskwalificaties van niveau 2. Maar er zit wel wat ruis op de draad. Er zijn verschillende standpunten ten aanzien van die punten die ik heb opgesomd. We proberen die weg te werken.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, het is inderdaad zo dat de sector zelf aan zet is. Het is goed dat we de sector er nog eens aan appelleren om daar zo snel mogelijk toe te komen. Het lijkt mij ook belangrijk voor de scholen die die opleidingen geven dat ze weten wat ervoor zit en wat erna komt. Dat is één. En twee, ook in het licht van de teams waarin men zal werken, moet men goed weten wie waarvoor is opgeleid en wie waartoe in staat is. Het lijkt me een goede zaak om dat te doen.
Ten tweede moeten we, op het moment dat dat er is, al die personenzorgscholen – want daarin situeert het zich – ook goed informeren. Het is noodzakelijk dat ze daarvan op de hoogte zijn. Want beroepskwalificatieprofielen, dat spreekt altijd zeer sterk uit. Maar wat is er nu eigenlijk aangepast? Het lijkt mij toch goed om hen dat te laten weten.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik sluit aan omdat ik een extra vraag heb bij iets dat ik de minister hoorde zeggen. Voor het duaal leren binnen de tweede graad hebben we inderdaad de beroepskwalificatie (BK). Minister, de vraag is of we de hogere BK’s kunnen afschermen met een aantal deelkwalificaties die kunnen worden afgebakend? Ik vermoed dat het op die manier zal gebeuren.
Maar er is iets dat nog belangrijker is. U had het over de manier van vergoeding. Maar het is toch niet de bedoeling dat er in de tweede graad duaal leren ook al vergoedingen worden voorzien voor de leerlingen? Dat wilde ik nog eens duidelijk vragen.
Minister Weyts heeft het woord.
De punten die u aanhaalt, zijn voorwerp van discussie waarbij de sector de omschrijvingen huishoudhulp en logistiek in de zorg niet ziet als eindkwalificaties, maar eerder als een doorstroom. Er is geen attestering aan gekoppeld als eindkwalificatie. Daarom willen ze onderwijskwalificatie 2 Duaal leren meer benoemen als een soort keukenmedewerker of schoonmaker en die in die zin aanbieden. Dat is een loskoppeling van de zorg. De sector houdt vast aan een stageovereenkomst en die is niet bezoldigd. Vanuit het onderwijs wordt de keuze gemaakt om voor alle richtingen onderwijskwalificatie 2 Duaal leren te zorgen dat er geen onderscheid is tussen betalende en niet betalende duale opleidingen. Dat zijn allemaal elementen waarover er nog gediscussieerd wordt.
De heer Daniëls heeft het woord.
Die discussies zijn inderdaad nog hangende. Ik denk dat minister Beke op dat vlak ook een verantwoordelijkheid heeft. Ik hoop dat dat snel wordt uitgeklaard. Ik kijk ernaar uit dat de beroepskwalificaties snel worden afgerond in het belang van scholenopleidingen, van leerkrachten, van de stageplaatsen, van de leerlingen en van de sector zelf.
De vraag om uitleg is afgehandeld.