Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Over het uitvoeringsbesluit van het Kunstendecreet hebben we al heel veel gezegd tijdens de bespreking van het nieuwe Kunstendecreet. Vooral de collega's van de meerderheid hebben gezegd dat we moesten wachten op de uitvoeringsbesluiten, want daar zou alles goedkomen waarover angsten bestonden. Het nieuwe Kunstendecreet werd op 21 april goedgekeurd in de plenaire vergadering. Het was de vierde grondige herziening van het decreet. De grootste aanpassing ging over de toevoeging van een extra categorie waarbij kerninstellingen een werkingssubsidie van twee keer vijf jaar krijgen.
Het decreet kreeg een negatief advies van de Strategische Adviesraad voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media (SARC) en stuitte op unisono kritiek van de volledige sector. De voornaamste kritiek was dat het decreet veel ruimte laat aan de politiek om uitvoering te geven naar goodwill. Vele zaken in het decreet, waaronder een paar cruciale zaken, worden bepaald in de uitvoeringsbesluiten. De sector en het parlement hebben lang moeten wachten op die uitvoeringsbesluiten en bleven dus lang in onduidelijkheid. De besluiten zijn eindelijk goedgekeurd op 28 mei. Zo wordt onder andere de budgetverdeling tussen de kortlopende en werkingssubsidies vastgelegd, wordt het budget voor de landschapscommissie vastgelegd, worden de regels voor de samenstelling van de pool van experten, de beoordelingscommissies en de landschapscommissie vastgelegd en worden de functie en de aanvraagdossiers voor beurzen verder toegelicht.
De sector reageert met scepsis over de uitvoeringsbesluiten. Zo zijn er volgens de sector onder andere heel wat losse eindjes, bepalingen die normaal door de besluiten moesten opgelost geraken maar die opnieuw doorgeschoven worden naar het draaiboek en de deontologische code. Ook is de sector verbolgen omdat de vrees dat het voorziene percentage in het budget voor beurzen en projecten te klein zou zijn, bewaarheid is geworden. De sector voelt zich in heel het proces van de vernieuwing van het Kunstendecreet en het opstellen van de uitvoeringsbesluiten niet gehoord en in de steek gelaten.
Minister-president, op welke manier bent u bij het opstellen van de uitvoeringsbesluiten met de sector in overleg gegaan? Indien dit gebeurde, wat verklaart dan dat de sector zich opnieuw niet gehoord voelt? Bent u alsnog bereid om in samenspraak met de sector toch nog aanpassingen te doen in de uitvoeringsbesluiten?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Segers, in het tot stand komen van het Kunstendecreet en nadien ook van de uitvoeringsbesluiten, heb ik er steeds een punt van gemaakt om de sector nauw bij het hele proces te betrekken. Naast de vele individuele gesprekken met kunstenaars, organisaties, belangenbehartigers enzovoort, heb ik dit ook gedaan via een participatietraject met de zogenaamde Alden Biesengroep, een groep van dertien experten uit de kunstensector.
Specifiek voor het uitvoeringsbesluit heb ik naast diverse organisaties en kunstenaars vooral ook het overleg laten verlopen via de belangenbehartigers, zoals de Artiestencoalitie en Overleg Kunstenorganisaties (oKo). Ik wil graag nog aanstippen dat oKo door mijn administratie uitgebreid geconsulteerd werd over de passages in het uitvoeringsbesluit met betrekking tot onder andere ‘fair practices’ en integriteit. Net zoals bij het decreet, heb ik het ontwerpbesluit van de Vlaamse Regering ook besproken met de Alden Biesengroep.
De sectorraad Kunsten en Erfgoed van de SARC gaf eveneens een uitgebreid advies bij het ontwerp van uitvoeringsbesluit. Mijn administratie trad verder in overleg met de adviescommissie Kunsten over het ontwerp van uitvoeringsbesluit.
Ook de komende weken zullen heel wat actoren betrokken worden bij onder andere het testen van de KIOSK-omgeving. Zowel leden van de Artiestencoalitie als van oKo zullen de aanvraagtoepassing KIOSK testen.
Op dit moment liggen de uitvoeringsbesluiten voor advies bij de Raad van State. Het is belangrijk om de huidige timing te respecteren. Enkel zo kan het uitvoeringsbesluit nog voor het zomerreces 2021 goedgekeurd worden door de Vlaamse Regering. Indien deze timing niet gehaald wordt, zal de sector pas in september kennis kunnen nemen van het definitieve uitvoeringsbesluit. Dit zou rechtsonzekerheid creëren. Het is dus in het belang van de sector dat de wetgevende fase snel afgerond kan worden, zodat de aanvragen voor werkingssubsidies ook effectief voorbereid kunnen worden. Daarnaast moet mijn administratie ook voldoende tijd krijgen om de procedure voor aanvragen voor werkingssubsidies kwaliteitsvol uit te werken.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel voor uw beknopte antwoord.
Ik begrijp dat u ook voor de uitvoeringsbesluiten nauw overleg hebt gepleegd met oKo en de Artiestencoalitie, alsook met de Adviescommissie Kunsten. Heb ik dat goed begrepen? (Opmerkingen van minister-president Jambon)
Ja? Oké. Dat is goed. Dan begrijp ik niet dat er toch nog ongelooflijke misnoegdheid bestaat, zeker met betrekking tot de beurten. Dat begrijp ik niet, want er is blijkbaar niet voldoende geluisterd naar hen.
Nu, ik begrijp dat het nu naar de Raad van State gaat. Stel dat de Raad van State geen goedkeuring verleent, dan gaan we sowieso pas in september naar de uitvoering gaan, wat, zoals u aangeeft, tot rechtsonzekerheid leidt, want iedereen is dan natuurlijk al bezig met de voorbereiding van de dossiers. Wat gaat u in dat geval doen? Wat is het plan B?
De heer Meremans heeft het woord.
(Slechte geluidskwaliteit)
Het gaat over het voorontwerp, er moet nog een advies van de Raad van State komen. Collega’s, het begint toch stilaan een beetje te lijken op een tapijtenmarkt. We hebben een aantal bedragen of richtcijfers vastgelegd, maar dat is blijkbaar ook weer niet genoeg. Blijkbaar stelt men daar vragen over aan mevrouw Segers.
Er is een percentage vastgelegd voor die kortlopende subsidies. Dat is eigenlijk historisch, nooit eerder gebeurd. Ik weet nog heel goed dat daar de vorige legislatuur diverse vragen over zijn gesteld, wat altijd tot discussie leidde. Dat is nu voorbij: 12,5 procent of 12,5 miljoen euro voor kortlopende subsidies, een stijging met 2,5 miljoen euro, oftewel 25 procent van de huidige circa 10 miljoen euro, wat op zich al een verhoging was ten opzichte van vroeger. Dat lijkt mij allemaal vanuit begrotingsoptiek billijk.
Zoals de minister zegt, zijn er inderdaad gesprekken geweest over dat besluit. Net zoals bij het Kunstendecreet wordt er geluisterd. Soms kom je tot een oplossing, waar alle partijen het mee eens kunnen zijn, maar soms is het water te diep. Dat is nu met alle decreten zo en met elke sector, met welke sector je ook in gesprek gaat.
Het voorstel van de sector zelf kwam neer op een stijging van 125 procent of zelfs 143 procent, afhankelijk van de berekening die je wilt volgen. Dat gaat dus over meer dan een verdubbeling. Iedereen kan hoog mikken, en dat begrijp ik wel, maar je moet er ook in kunnen slagen je doel binnen te halen. Dat is de vraag natuurlijk.
Wat de vraag naar de onbeperkte beurzen betreft, daar is aan tegemoetgekomen, hoewel wijzelf vinden dat het geen goed idee is om beurzen in te zetten als een soort inkomensgenerator, om via een omweg dan sociale rechten op te bouwen. Dat vinden wij niet de goede weg, maar goed, dat is ook een beetje eigen aan overleg, waarbij je een aantal zaken aanpast.
Dat is nu de vraag. Wat is de wens? Willen we een aantal praktische zaken in het draaiboek opnemen? Dan voldoen we voor een stuk aan de vraag van … (onverstaanbaar) … Het departement is in onze ogen toch wel een objectief gegeven. Daar worden dan weer vragen over gesteld.
Het einddoel van het decreet moet hetzelfde blijven, namelijk een slank decreet dat slagkracht heeft, maar ook op tijd duidelijkheid geeft aan de sector. Dat moet dan wel gebeuren, vinden wij, met de huidige werkwijze. Dat wou ik even meegeven.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister-president, we hebben gezien dat het voorontwerp van uitvoeringsbesluit inderdaad de ministerraad is gepasseerd. Vanuit onze fractie zijn we wel tevreden dat er rekening is gehouden met een aantal bekommernissen die wij hier voordien ook hadden gehoord. Ik denk aan de problematiek van de beperking van de beurzen voor de kunstenaars, waar nu geen sprake meer van is. Ook het draaiboek, waarover net gesproken is door collega Meremans, zal opgesteld worden samen met de adviescommissie en zal ook tijdig bekend gemaakt worden aan de sector, wat eigenlijk heel belangrijk is. Dat was ook een vraag van hen. We hebben ook gezien dat er voor bedragen tot 15.000 euro een aanzienlijke planlastvermindering is. Dat zijn allemaal positieve aspecten, waar u als regering toch ook nog na de goedkeuring van het decreet rekening mee hebt gehouden. Wij hopen dat het nu inderdaad snel vooruit kan gaan, zodat iedereen weet waar ze aan toe zijn, de verschillende organisaties en de kunstenaars.
Misschien is het toch interessant – en dat is een vraag aan u – om aan de administratie te vragen haar website te updaten, want volgens wat wij zien, is er nog niet eens melding gemaakt van het feit dat we het decreet toch al een tijdje geleden hebben goedgekeurd. Ook zou daar kunnen staan dat er een uitvoeringsbesluit naar de Raad van State is vertrokken. Ik denk dat de organisaties die betrokken zijn, altijd eerst naar die website gaan kijken. Als die dan niet up to date is … Dus misschien kunt u hun vragen om dat in het oog te houden, aangezien de tijd kort zal zijn en tijd dus belangrijk is.
Mevrouw D’Hose heeft het woord.
Ik ben een beetje verwonderd over het feit dat men klaagt dat er onvoldoende overleg zou zijn. Ik moet eerlijk zijn: mijn contacten uit de sector geven aan dat er overleg is geweest. Zoals collega Meremans zegt, luistert men naar elkaar en neemt men uiteindelijk een beslissing. Maar zeggen dat er geen overleg is geweest, omdat die beslissing dan niet overeenkomt met de eisen die op tafel liggen, dat vind ik niet juist. We weten allemaal dat er een heel traject is opgezet met de sector en dat moeten we in dezen ook durven te stellen en honoreren.
Twee, vanuit onze fractie hebben we ons altijd wat verzet tegen de beperking op het aantal beurzen. Ik ben daar ook altijd heel eerlijk en transparant in geweest. Ik ben dan ook heel tevreden dat die beperking uit het uitvoeringsbesluit is gehaald. Dat is een zeer goede zaak en naar ik verneem, is de sector daar heel tevreden over. Het is altijd wat geven en nemen.
Drie – wel belangrijk –, in het decreet staat dat het draaiboek ten laatste op 1 december beschikbaar moet zijn. Ik zou u willen vragen, minister-president, om niet tot 30 november te wachten. Ik denk dat het heel belangrijk is dat dat draaiboek er is na de zomer, zodat iedereen van start kan gaan, en ook weet volgens welke spelregels.
Vier, ik had inderdaad ook gezien dat de communicatie van het departement niet helemaal juist was. Er stond daarenboven nog een fout in de FAQ die werd verdeeld. Ik heb daarover contact opgenomen met uw kabinet en die FAQ zou aangepast worden. Maar in dezen ben ik het eens dat communicatie ‘key’ is en dat het dus absoluut niet nodig is om verkeerde dingen in de FAQ te zetten.
Ik wil nog aanvullen dat dit decreet niet de geschiedenisboeken zal ingaan – laat het mij zo zeggen – als een voorbeeld van goed bestuur of van een goede manier van werken. Wij blijven verbolgen over het gebrek aan transparantie en democratische controle. Er is te weinig in het decreet opgenomen, dat dan geregeld moet worden via uitvoeringsbesluiten, wat allemaal ontzettend veel tijd heeft gekost en wat nog altijd niet helemaal transparant is. Dat moet dan geregeld worden via nog andere instrumenten. Ik vind dat echt geen goede manier van werken.
Er zijn een aantal goede aanpassingen gebeurd in die uitvoeringsbesluiten – dat willen we zeker toegeven –, zoals die beurzen of het vastleggen van dat percentage, maar dan wel gepaard gaande met een budgetverhoging, zodat dat niet ten koste gaat van die grote middengroep, die nu natuurlijk wel ongerust is natuurlijk, en zodat we een vestzak-broekzakoperatie vermijden. Want dan zijn we nog verder van huis. Ik denk dat dat nog een heel grote zorg is die bij de sector leeft. Misschien komt de boosheid die er nog is, daar voor een stuk uit voort, zeker na corona en gezien de precaire situatie. Het zal belangrijk zijn dat ook daar nog voldoende middelen zijn, want dat heeft natuurlijk een rechtstreekse impact op de kunstenaars. Dus, minister-president, ik hoop dat daar nog een en ander mogelijk is, om er toch voor te zorgen dat ons kunstenlandschap kan blijven groeien.
Die projectsubsidies zijn altijd heel belangrijk geweest, maar niemand heeft er ooit voor gepleit dat dat ten koste zou gaan van die grote middengroep natuurlijk. Dat is een bezorgdheid die ik toch wel wil meegeven.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Segers, mijn definitie van nauw overleg is luisteren naar elkaar en daarna moet de beslisser beslissingen nemen. Nauw overleg wil volgens mij niet zeggen: luister naar elkaar en dan moet de beslisser volgen wat de andere mensen gezegd hebben en dan mag hij daar niet zijn eigen beoordeling over maken. Volgens de tweede definitie hebben we inderdaad geen overleg gepleegd. Dat klopt. Maar hier geldt de eerste definitie, ik heb er heel veel tijd in gestoken. Er is heel veel overleg gepleegd met de sector. Het is waar dat ik de adviezen van de sector niet als een dictaat beschouw, maar ik heb er wel mijn eigen beoordeling van gemaakt.
U vraagt of ik een plan B heb als de Raad van State negatief beoordeelt. We zullen eerst kijken wat de elementen zijn. Als die gemakkelijk remedieerbaar zijn, dan halen we de timing natuurlijk wel nog. Als dat het werkstuk volledig onderuit zou halen, dan hebben we slecht werk gedaan en moeten we daar de gevolgen maar van dragen. Dan is het mijn confrontatie met de sector. Ik ga ervan uit dat we misschien wel een paar opmerkingen van de Raad van State moeten meenemen, maar dat dat geen fundamentele zaken zijn. We zullen er alles aan doen om nog voor de zomer die zaak rond te krijgen. Er is ook nergens gezegd of het staat nergens geschreven, dat dat echt op de laatste ministerraad moet zijn. Als er nog wat werk te doen is, kunnen we ons gerust bedienen van de elektronische procedure van besluitvorming om die zaak alsnog in orde te krijgen. Daar zie ik eigenlijk weinig problemen.
Wat de collega’s gevraagd hebben over het draaiboek: ik deel die bezorgdheid. We moeten dat inderdaad zo rap mogelijk aan de sector ter beschikking stellen. Als we daar een uiterste datum gesteld hebben, is dat natuurlijk niet om ons comfort te geven, om te zeggen dat we dat kunnen uitstellen tot die uiterste datum. Ik denk dat het in het belang van de sector is om dat zo snel mogelijk ter beschikking te stellen. Daarvoor moeten natuurlijk ook de uitvoeringsbesluiten goedgekeurd zijn.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Uiteraard, minister-president, een dialoog is een dialoog en je vindt elkaar ergens halverwege. Alleen is het gevoel bij de sector dat halfweg niet halfweg is, maar natuurlijk maken de bijsturingen – op zich een aantal zeer goede – in die uitvoeringsbesluiten in essentie de fundamentele kritiek die de sector had op het Kunstendecreet natuurlijk niet goed.
Alle collega’s hebben ook aangegeven dat goede communicatie essentieel is. Ik had gezien dat de website van CJSM (Cultuur, Jeugd, Sport en Media) niet up-to-date was als je ging zoeken. 1 december zal er snel zijn en het is dan ook echt belangrijk dat organisaties die al volop bezig zijn met de voorbereiding van hun dossiers juiste informatie terugvinden.
Ik ben ook blij te horen dat u zegt dat we niet per se zo lang gaan wachten met het draaiboek tot wanneer de uiterste datum er is. Het is goed dat u daar het engagement wilt nemen om de organisaties zo snel mogelijk hun draaiboek te bezorgen. I’ts all bout the money, het zal echt afwachten zijn hoeveel organisaties zullen kandideren voor een erkenning als kerninstelling. Dat zal natuurlijk ook een impact hebben op wat er nog overblijft voor alle andere organisaties: de kleine en de beurzen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.