Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over de opsporing van roetfilterfraude
Vraag om uitleg over de 'groene flitspalen' in de strijd tegen roetfilterfraude
Vraag om uitleg over het meten van verkeersemissies via 'remote sensing'
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, eind 2019 keurde de Vlaamse Regering een luchtbeleidsplan goed. In dat luchtbeleidsplan is een tweejaarlijkse voortgangsrapportering opgenomen. Het eerste voortgangsrapport zou worden opgemaakt in april 2021, en dan vervolgens om de twee jaar. Dat rapport omvat: de emissies van 2005 tot twee jaar voor het jaar van de rapportering; de concentraties van verontreinigende stoffen in de lucht van het jaar voor de rapportering en, indien relevant, twee jaar voor de rapportering; en de emissieprognoses per bronsector voor de projectiejaren 2020, 2025, 2030 en, zodra beschikbaar, 2040 en 2050.
In het eerste voortgangsrapport besteden we in het bijzonder aandacht aan de toetsing aan de kortetermijndoelstellingen uit dit plan, zo staat in het luchtbeleidsplan. In de plenaire vergadering van 20 november verwees u ook al naar die voortgangsrapportage. U stelde toen het volgende: “Ik heb gezegd dat er in juni 2021 een eerste voortgangsrapport komt. Dat betekent dat we aanklampend werken en daar echt op zitten. Het is dan ook belangrijk. Vlaanderen ligt midden in Europa en is een welvarende regio. Dat we ook op het vlak van de luchtkwaliteit vooruitgang moeten boeken, is de evidentie zelf. In juni 2021 komt er een voortgangsrapport met cijfers en een stand van zaken. Vervolgens zal ik naar de Vlaamse Regering stappen, want heel wat ministers zijn hier met hun maatregelen natuurlijk bij betrokken. Het is volgens mij verstandig dan te beslissen waar we nog wat meer moeten doen. Wat de uitvoering van het luchtbeleidsplan betreft, is een hele reeks maatregelen al in uitvoering. Ik denk dan aan de green deal voor de houtkachels, de verkeersfiscaliteit, de emissiefraude en de voertuignormering. In juni 2021 volgt het eerste voortgangsrapport. Dat is het moment om al dan niet bij te sturen.”
Het voortgangsrapport en de bijstellingen die er mogelijk aan gekoppeld zijn, zijn ook belangrijk voor het verder uitwerken van de Stikstofrichtlijn, waar u mee bezig bent. Ook voor de uitwerking van die richtlijn verwees u naar de aanpassingen.
Op 26 mei 2021 kondigde u metingen van fraude met roetfilters aan. Volgens metingen zouden gebrekkig onderhoud en fraude een enorme impact hebben op de uitstoot van voertuigen. Naarmate nieuwe voertuigen schoner worden, weegt de bijdrage van de grote fraudeurs sterker door. 80 procent van het fijn stof afkomstig van dieselwagens en bestelwagens met een roetfilter, is toe te schrijven aan 10 procent van die voertuigen. 41 procent van de uitstoot van stikstofoxiden van benzinewagens is afkomstig van de vuilste 7 procent.
Minister, hoever staat u met het voortgangsrapport van het luchtbeleidsplan? Wanneer mogen we dat verwachten? Wat zijn de tussentijdse resultaten? Welke bijstellingen zitten in de pijplijn?
Wat is de impact van de bijstellingen op het stikstofplan dat u aan het uitwerken bent? Zullen die bijstellingen op tijd komen, gelet op het aangekondigde openbaar onderzoek van eind juni 2021?
Welke acties zult u ondernemen op basis van de vaststellingen over de fraude en slecht onderhoud van de roetfilters? Hoe zult u minister Peeters tot actie aanmanen?
De heer Danen heeft het woord.
Minister, de link is gelegd naar het opsporen van roetfilterfraude, wat de focus is van mijn vraag. Zoals bekend, is roetfilterfraude een groot probleem in Vlaanderen, en allicht ook in andere delen van de wereld. De Vlaamse Automobilistenbond (VAB) berekende dat 1 dieselwagen met een kapotte of verwijderde roetfilter evenveel vervuilt als 729 Euro 5-dieselwagens of maar liefst 8493 Euro 6-dieselwagens met een goedwerkende roetfilter.
In de strijd tegen de defecte of verwijderde roetfilters hebben de drie gewesten een akkoord gesloten om een einde te maken aan de problematiek. De Vlaamse, Brusselse en Waalse ministers van Mobiliteit lieten weten dat ten laatste op 1 juli 2022 een deeltjestellertest, de zogenaamde PN-meting (particle number), zal worden ingezet tijdens de jaarlijkse autokeuring van dieselwagens.
De gewesten zijn het ook eens geraakt over een lastenboek voor de autokeuringscentra, die apparatuur zullen kunnen aankopen om specifiek te controleren op roetfilterfraude. Daarnaast hebben de drie ministers bepaald hoeveel fijnstofdeeltjes per kubieke centimeter mogen worden uitgestoten.
De Groepering van Erkende Ondernemingen voor Autokeuring en Rijbewijs (GOCA) start met het testen van een meettoestel waarmee verwijderde of defecte roetfilters kunnen worden opgespoord. Die test zal echter nog geen invloed hebben op de bestaande keuringscriteria, omdat de Vlaamse overheid eerst nog een wettelijk kader moet uitwerken.
Naast fijn stof is stikstof de belangrijkste vervuiler in de uitlaatgassen van dieselvoertuigen. Eind 2020 kende de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) een studieopdracht toe aan GOCA voor de ontwikkeling van een stikstofemissietest.
Het opsporen van fraude met roetfilters of AdBlue langs de Vlaamse wegen is een andere piste die bekeken wordt in de strijd voor een betere luchtkwaliteit. Uit de resultaten van een proefproject met zogenaamde ‘remote sensing’ of teledetectie bleek nogmaals de grote impact van gebrekkig onderhouden motoren of fraude op de uitstoot van voertuigen. Zo is 80 procent van het fijn stof afkomstig van dieselwagens en bestelwagens met een roetfilter toe te schrijven aan 10 procent van die voertuigen. Bij benzinevoertuigen is dan weer 41 procent van de uitstoot van stikstofoxiden afkomstig van de 7 procent meest vervuilende voertuigen.
Via de media, meer bepaald Het Belang van Limburg van 26 mei 2021, liet u weten dat u die teledetectie ook wilt gaan inzetten tijdens politiecontroles. U hebt aangekondigd dat u daarvoor besprekingen zou opstarten met Lydia Peeters. U gaf ook aan dat er acht teledetectietoestellen zullen worden aangekocht.
Ik heb daarbij de volgende vragen. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het aankopen van de nodige apparatuur door de keuringscentra om roetfilterproblemen op te sporen? Werden er al deeltjestellers aangekocht door de autokeurcentra? Zijn die toestellen al in testfase? Zijn er al voorlopige resultaten bekend? Bevestigen die resultaten dat een op de acht roetfilters niet naar behoren werkt of verwijderd is?
Om de PN-meting op te nemen in de keuringscriteria, dient een wettelijk kader te worden uitgewerkt. Vorig jaar is daar heel wat discussie over geweest met minister Peeters. Ik hoop dat dat ondertussen uitgeklaard is. Wat is de stand van zaken in verband met de uitwerking van het wettelijke kader? Wordt dat kader ook uitgewerkt in overleg met de twee andere gewesten? Worden de eigenaars van voertuigen die in de testfase niet voldoen aan de toekomstige uitstootnormen, daarvan op de hoogte gesteld?
GOCA ontwikkelt in opdracht van de VMM een stikstofemissietest. Wat is daar de stand van zaken van? Wat is de tijdshorizon waarbinnen die test ontwikkeld moet zijn? Worden de test en het bijhorende kader, naar analogie met de deeltjestellertest, ontwikkeld in overleg met de andere gewesten? Wanneer zal de stikstofemissietest deel uitmaken van de keuringscriteria?
Na de succesvolle test met ‘remote sensing’ of teledetectie, wilt u fraude met roetfilters of AdBlue opsporen met groene flitspalen. U wilt die teledetectie ook inzetten tijdens politiecontroles, hebt u aangegeven. Welke normen of grenswaarden voor de opsporing van roetfilterfraude en de uitstoot van stikstofoxiden worden er gehanteerd tijdens de testfase? Werden er al normen bepaald om de roetfilterfraude op te sporen? Werden er al normen bepaald om te hoge uitstoot van stikstofoxiden op te sporen? Hebt u uw intentie om groene flitspalen in te zetten, al besproken met de bevoegde minister? En staat die minister ook open voor die vorm van controle?
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, het is belangrijk dat we het hierover hebben. Ik heb er al veel vragen over gesteld. En zoals collega Danen zei, hebben we daar vorig jaar zelfs nog een vrij intensieve discussie over gehad. Los van het feit dat we controleren bij de keuring, is het natuurlijk nog beter dat we controleren op de weg. Daarmee doe je betrappingen op heterdaad en schakel je alle mogelijke kansen op fraude ten tijde van de keuring uit.
En dat er nood is aan controle, mag duidelijk zijn, want hoe meer inspanningen er geleverd worden door constructeurs en door de consumenten die te goeder trouw zijn en een auto met een roetfilter kopen, des te zwaarder weegt de fraude door. Zoals de collega’s hebben gezegd, komt 80 procent van het fijn stof van diesel- en bestelwagens van 10 procent van die voertuigen. En 41 procent van de uitstoot van stikstof en stikstofoxiden van benzinewagens komt van de vuilste 7 procent.
Dus het is een goede zaak dat de VMM in samenwerking met de universiteiten, overheidsinstellingen en bedrijven in 2019 al een project heeft opgezet dat zicht biedt op fraude met roetfilters of AdBlue waarbij de sensor wordt uitgeschakeld. Die groene flitspalen bestaan uit een mobiele scanner die een volledige uitlaatpluim van een bewegend voertuig analyseert en emissiegegevens verzamelt van CO, CO2, NO, NO2, NOx en Particulate Matter (PM).
Uit de resultaten van de teledetectie blijkt dat gebrekkig onderhoud en vooral roetfilterfraude een enorme impact hebben op de uitstoot van voertuigen, zoals daarnet al is gezegd. Het is dan ook een goede zaak, minister, dat u die fraude verder wilt aanpakken met een uitgebreider netwerk van de groene flitspalen. In Vlaanderen kunnen acht toestellen ingezet worden tijdens politiecontroles en ze moeten bijdragen aan het behalen van de doelstelling in het Vlaamse luchtbeleidsplan, namelijk 75 procent minder uitstoot van stikstofoxiden tegen 2030. Als die fraude deftig aangepakt kan worden, kan de uitstoot van fijn stof met 15 procent dalen.
Minister, zal het systeem van de ‘groene flitspalen’ breder inzetbaar zijn dan enkel tijdens politiecontroles? Indien ja, hoe? Indien neen, waarom niet?
Op welke termijn zullen die acht groene flitspalen in Vlaanderen ingezet kunnen worden?
Hoeveel gevallen van roetfilterfraude werden er sinds de opstart van het project in 2019 al gedetecteerd in Vlaanderen?
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik denk dat we allemaal uitkijken naar de wijze waarop we de uitstoot van het voertuigenpark kunnen terugdringen en vooral ook om de fraude in de sector aan te pakken. Daarbij valt de techniek ‘remote sensing’ op om te kijken hoe we op dat vlak een versnelling hoger kunnen schakelen en wat de resultaten op het terrein voor het beleid zouden kunnen betekenen.
De collega’s hebben al verwezen naar de techniek. Ik wil nog even stilstaan bij het analyserapport over deze metingen dat werd gepubliceerd op 26 mei. Daaruit zijn enkele opvallende conclusies te trekken. Algemeen gezien blijven dieselvoertuigen de voornaamste bron van NOx. De benzinevoertuigen dragen daar weinig toe bij. Specifieke aandacht gaat ook naar het detecteren en analyseren van ‘high emitters’, een klein percentage van het wagenpark dat een aanzienlijk deel bijdraagt aan luchtconcentraties van schadelijke polluenten. Daaruit blijkt voornamelijk dat 80 procent van het fijn stof dat afkomstig is van dieselwagens met een roetfilter, toe te schrijven is aan 10 procent van die voertuigen en dat 41 procent van de uitstoot van stikstofoxiden van benzinewagens afkomstig is van de 7 procent vuilste wagens. Naar schatting 9,5 procent en 4,8 procent van de respectievelijke Euro 5 en 6-vrachtwagens rijdt rond met ofwel beschadigde ofwel met opzettelijk gemanipuleerde roetfilters voor uitlaatgassen. Dat zijn de fraudegevoelige elementen, waar de collega’s ook al naar verwezen. Hun impact wordt geschat op een extra NOx-uitstoot van respectievelijk 24 procent en 67 procent. Op snelwegen blijken de recentste Euro 6-vrachtwagens zeer lage concentraties aan NOx uit te stoten. Dat is heel positief.
Ook de gevolgen van de dieselgate zijn nog altijd merkbaar. Zonder dieselgate, waarbij sjoemelsoftware werd geïnstalleerd om schonere testresultaten te verkrijgen, had de uitstoot van stikstofoxiden 70 procent lager gelegen. Ondanks de softwareaanpassingen die de fabrikanten uitvoerden, blijken dieselvoertuigen van voor 2019 op de weg nog altijd veel meer stikstofoxiden uit te stoten dan berekend.
Het verkeer is in Vlaanderen de grootste bron van stikstofoxide en de op één na grootste bron van fijn stof. Controle op fraude kan dus veel milieuwinst opleveren, zoals het aanpakken van de fraude met roetfilters. In de pers kondigde u, minister, al aan dat u de software wilt inzetten bij politiecontroles. U zou daarover in gesprek gaan met uw collega, minister Peeters. Daarnaast kocht de Vlaamse overheid reeds één meettoestel aan en worden er in de haven van Antwerpen ondertussen ook controles uitgevoerd die voornamelijk gericht zijn op het vrachtverkeer. Eind juni lopen de metingen af en worden de resultaten verwacht. Ik kijk daar uiteraard naar uit.
De Vlaamse overheid kocht één toestel aan. Zijn er plannen om nog meer toestellen aan te kopen? Waar zouden die dan ingezet worden en welke milieuwinst moet dat opleveren? Ik denk het een belangrijke uitdaging is om milieuwinst te kunnen realiseren.
Hoe zullen de conclusies uit het rapport over de remote sensing meegenomen worden in de uitvoering van het luchtbeleidsplan? Welke concrete acties koppelt u hieraan?
Is er al een overleg geweest met minister Peeters over het inzetten van de meettoestellen bij politiecontroles? Welke knelpunten zijn er eventueel nog en welke stappen moeten genomen worden om ze te kunnen inzetten?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, vooreerst, ik heb inderdaad gezegd dat het rapport er in juni moest zijn. We houden die timing aan. Ik zal het plan, samen met de belangrijkste conclusies en beleidsaanbevelingen, voor het zomerreces aan de Vlaamse Regering communiceren
Luchtkwaliteit is uiteraard een transversale bevoegdheid, en de verantwoordelijkheid voor diverse van de maatregelen in het luchtbeleidsplan ligt voor een groot deel bij mijn collega-ministers. Voor de verkeersmaatregelen ben ik in overleg met collega Peeters. Een belangrijk dossier is de aanpak van emissiefraude.
Wat stikstofdepositie betreft, werken we volop aan een definitieve PAS. In het luchtbeleidsplan stonden er al een aantal percentages en er worden verschillende scenario’s voor verdere emissiereductie van stikstof onderzocht. Deze scenario’s bevatten reeds mogelijke extra maatregelen.
Zoals jullie weten, vind ik het handhaven van bestaande normen heel belangrijk, dus ook de aanpak van emissiefraude. Daarom heeft de VMM in het voorjaar van 2021 een grootschalig beleidsonderzoek afgerond waarin remote sensing een grote rol speelt. Door middel van remote sensing kunnen probleemvoertuigen onderscheiden worden van voertuigen die de uitstootnormen wel naleven. Ik heb zowel de resultaten van de beleidsstudie als de beleidsaanbevelingen van de VMM ondertussen gedeeld met collega Lydia Peeters. Er is dus al een overleg opgestart om tot een globale aanpak van emissiefraude te komen, zoals ook in het Vlaams regeerakkoord werd afgesproken en in onze beleidsbrieven en het Vlaams luchtbeleidsplan 2030 werd bevestigd.
Het Vlaams beleidsonderzoek rond emissiefraude is innoverend vanwege twee redenen. Eén, er werd op grote schaal onderzocht om via remote sensing probleemvoertuigen te onderscheiden van voertuigen die de bestaande uitstootregels wel tegemoetkomen. In geen geval is remote sensing dus een groene flitspaal die de onwetende burger probeert te pakken. Remote sensing identificeert voertuigen die grote bovenmatige emissies uitstoten. Op die manier kunnen er gericht auto’s van de weg worden gehaald. Daarnaast is remote sensing vooral een hefboom om producenten te controleren en aan te pakken, indien zij voertuigen op de markt brengen die de bestaande uitstootnormering niet naleven.
Er werd ook gebruikgemaakt van geavanceerde inspectiesoftware die inspecteurs in staat stelt om eventuele fraude aan te tonen bij vrachtwagens die op basis van de remote sensing waren gedetecteerd.
Ik wil een eventuele verwarring op basis van berichtgeving in de media wegnemen en duidelijk stellen dat we reeds geïnvesteerd hebben in de aankoop van een toestel met inspectiesoftware voor de controle van vrachtwagens. Dat mag dus rechtgezet worden. De Vlaamse Regering heeft echter nog geen beslissing genomen over de huur of aankoop van remotesensingdetectoren. Dat moet nog besproken worden, ook binnen de schoot van de Vlaamse Regering, zodat we hier ruimer gebruik van kunnen maken.
Wat de grenswaarden betreft, maakten we in het pilootproject met de politie gebruik van een uitstootdrempel voor stikstofoxiden die aanzienlijk boven de Europese norm ligt, zodat we valspositieve resultaten vermijden. Door via remote sensing gericht vrachtwagens te selecteren die meer dan 40 gram stikstofoxiden per kilogram brandstof uitstoten, steeg het percentage vaststellingen van defecten en fraude van 9 procent naar 83 procent. Remote sensing betekent dus een enorme efficiëntiewinst: de pakkans van fraudeurs stijgt en inspectiediensten en reglementaire transportfirma’s verliezen veel minder tijd.
Op basis van de ervaring die we hebben opgedaan met het systeem in Vlaanderen, werken we nu ook met andere partners aan vervolgprojecten. Zo waren we betrokken bij een vervolgcampagne rond remote sensing in Brussel en werken we momenteel samen met het havenbestuur van Antwerpen voor metingen die daar momenteel plaatsvinden. Je hebt daar natuurlijk ook heel veel vrachtwagenverkeer.
Mijn administratie is ook nauw betrokken bij de Europese besprekingen die de toekomstige emissiestandaarden, de Euro 7-normen, vorm geven. Op basis van ons beleidsonderzoek hebben we beter dan ooit zicht op de tekortkomingen in het huidige wettelijke kader, en die kennis gebruiken we om betere garanties in te bouwen in de toekomstige wetgeving. Zo zorgen we ervoor dat in de toekomst voertuigen ook in de praktijk proper en betrouwbaar zijn en blijven.
Mijnheer Danen, uw eerste en tweede deelvraag hebben betrekking op de bevoegdheden van minister Peeters. Over dit specifieke thema zijn we in overleg, maar op andere vragen die exclusief tot haar bevoegdheid horen, kan ik helaas niet ingaan.
Op mijn initiatief voert de Vlaamse Milieumaatschappij in samenwerking met GOCA momenteel voorbereidend onderzoek uit om een pragmatische testprocedure uit te werken om de uitstoot van stikstofoxiden te controleren. Momenteel wordt contact gelegd met leveranciers van diverse apparatuur om dit uit te testen. Die testen worden opgestart aan het begin van deze zomer. De resultaten van dit project worden verwacht in januari. Indien het project tot een succesvolle testprocedure leidt, dan moet die naar analogie met de invoering van de deeltjestest worden verankerd in een wetgevend kader, het liefst in samenspraak met de andere gewesten. Aangezien deze wetgeving onder de bevoegdheid van minister Peeters valt, reken ik op een constructieve samenwerking voor een snelle en effectieve invoering.
Er is in die zin heel wat in beweging, maar ons onderzoek heeft blootgelegd dat bijkomende inspanningen nodig zijn voor een effectief en coherent beleid tegen emissiefraude. We hebben de technologie nu. Die is zeer innoverend, ze behoort eigenlijk tot de wereldtop. Het zou jammer zijn mochten we daar nu geen verder gebruik van maken omdat we op die manier ook zeer gericht wagens aan de hand van die sensoren uit het verkeer kunnen halen. Soms kan het ook wel zijn dat er een vergissing optreedt, en dan zullen we dat voor alle duidelijkheid natuurlijk niet bestraffen, maar fraude kan natuurlijk niet. Dat is asociaal en onrechtvaardig, en bovendien niet goed voor onze luchtkwaliteit. Ik zie er alleen maar voordelen in om hier verder mee aan de slag te gaan.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitvoerig antwoord, dat natuurlijk vooral ingaat op het hele dossier rond de fraude.
Ik heb een andere bijvraag. Want ik wil het eigenlijk hebben over het luchtbeleidsplan. U hebt een tijdje geleden aangekondigd dat er tegen de zomer een beslissing komt met betrekking tot de uitfasering van vervuilende houtkachels. Ik heb een heel concrete vraag: hoever staat u daarmee? Gaan we met een aangepaste richtlijn de zomer in zodat we in het volgende stookseizoen minder vervuiling hebben?
De heer Danen heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord. Ik zal die vraag aanpassen en zeker aan minister Peeters stellen, want ik begrijp dat zij bevoegd is voor die autokeuringscentra.
Ik stel wel vast er een goede evolutie is in het dossier. Toen ik hier de eerste vragen over stelde, zal ik niet zeggen dat iedereen het probleem minimaliseerde, maar er heerste wel een sfeertje dat het allemaal niet zo erg was en of we daar wel iets aan moesten doen en dat het eens bekeken zou worden. Ik stel vast dat we nu inderdaad een voortschrijdend inzicht hebben en dat we tot een goed beleid in de aanpak van roetfilterfraude aan het komen zijn.
Voor alle duidelijkheid: het gaat er niet om om mensen te pesten of mensen uit het verkeer te halen waar dat onterecht is, maar het gaat hier echt over de aanpak van manifeste fraude. We weten dat die manifeste fraude er effectief is. Ik hoop echt dat we moderne technologie kunnen inzetten om daaraan het hoofd te bieden.
Wat de normen en roetfilterfraude betreft, neem ik aan dat minister Peeters dit met de bevoegde ministers van de andere gewesten moet bespreken. Zij moet hierover een akkoord bereiken en ik zal hierover een vraag om uitleg stellen.
Minister, ik hoop alleszins dat u op dit vlak zult doorzetten. De huidige gouverneur van Limburg, de heer Lantmeeters, heeft hier in het verleden vragen om uitleg over gesteld. Ik heb begrepen dat hij er voorstander van is met betrekking tot dit dossier de koe bij de horens te vatten. Ik hoop dat u op dit elan voortgaat. We zullen alleszins de vinger aan de pols houden.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw volledig antwoord.
Mijnheer Danen, u had zich niet enkele jaren eenzaam hoeven te voelen. Ik denk dat ik deze problematiek tijdens de vorige legislatuur ruim onder de aandacht heb gebracht. Ik heb hierover verschillende vragen om uitleg gesteld, weliswaar met betrekking tot de keuringscentra. Ik denk dat minister Peeters op dat vlak nog stappen moet zetten, maar dit is alvast een stap in de goede richting. Aangezien ik straks nog een gelijkaardige vraag om uitleg zal stellen, zal ik het nu kort houden.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord.
Mijnheer Ceyssens, mijnheer Danen, wat de roetfilterfraude betreft, wil ik me bij jullie aansluiten. Naar mijn aanvoelen heeft mijn fractie de urgentie hiervan in deze commissie altijd onderschreven. We moeten mogelijkheden zoeken om dit aan te pakken. Op dat vlak moet Vlaanderen een pionier durven te zijn.
Minister, ik heb begrepen dat met betrekking tot de investeringen om remote sensing breder in te zetten, nog een beslissing moet worden genomen. Tussen de zomer en januari 2022 zal voor verschillende toestellen nog een testperiode lopen. Ik heb gelezen of gehoord dat een bredere inzet effectief wordt overwogen. U hebt gesteld dat het uw bedoeling is voertuigen van de weg te halen en eventuele frauduleuze producenten aan te pakken.
We hebben de metingen. We kunnen nakijken wie negatieve resultaten scoort. Ik stel me de vraag of we nog bijkomende regelgeving nodig hebben. Kunnen we nu reeds voldoende optreden om voertuigen op basis van metingen effectief van de weg te halen en om frauduleuze producenten aan te pakken? Hebben we hiervoor nog bijkomende regelgeving nodig?
Als laatste punt denk ik dat ik geen antwoord heb gekregen op de vraag welke milieuwinst we door de inzet van remote sensing en door een betere opvolging en handhaving zouden kunnen bereiken. Kunt u nog diepgaander stilstaan bij de milieuwinst die we voor ogen hebben?
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, daarnet ging het over de autokeuring, maar als we installaties aankopen, gaat het mij erom dat we moeten nagaan dat alles juridisch-technisch in orde is. U zult nog bekijken welke installaties het zullen worden, maar als de controle tijdens de autokeuring met een sonde in de uitlaat gebeurt en de groene camera zich op de rookpluim baseert, moet dat allemaal op elkaar worden afgestemd. Het kan niet dat de meting tijdens de autokeuring correct verloopt en dat nadien op basis van de groene camera een bekeuring volgt.
De Vlaming is inventief. Als we ons op de rookpluim achter de auto baseren, is het een kleinigheid om de uitlaat vooraan te laten uitkomen. In welke mate is alles juridisch in orde en kan dit naderhand niet wordt betwist? Het is nodig dat hier iets aan wordt gedaan. Wij zijn altijd te vinden voor de nodige handhaving van de decreten die we hier goedkeuren, want anders hebben ze weinig tot geen zin.
Minister Demir heeft het woord.
Collega Schauvliege, in verband met de houtkachels heb ik inderdaad aangegeven dat daar een beslissing zal komen richting zomerreces. Ook dat dossier zit nog ‘on timing’.
Er zijn bijzonder veel milieuwinsten te boeken door echt specifiek in te zetten op een kleine groep van 5 à 10 procent van de probleemvoertuigen. Laten we duidelijk zijn: de grote groep, 90 tot 95 procent, doet het goed. Maar het gaat natuurlijk om die kleinere groep van 5 à 10 procent. Door performant toezicht te houden zal op termijn de uitstoot van deze vloot ook met ruim 70 procent dalen. Dat is heel wat. We kunnen op korte termijn ook de uitstoot van fijn stof van onze volledige vloot met 15 procent reduceren. En als we een halt toeroepen aan AdBluefraude bij vrachtwagens, dan zal de vrachtwagenvloot 20 tot 40 procent minder stikstofoxide uitstoten dan vandaag het geval is. De winsten die we kunnen halen zijn dus heel groot. Daarom ben ik er echt van overtuigd dat, als de technologie het ons toelaat – dat is ook zo, dat blijkt nu ook uit het zeer gedetailleerde onderzoek van de administratie –, we dat moeten doen. Het is goed dat Brussel en de haven van Antwerpen daar nu ook mee verdergaan.
Wat de detectiemethode betreft, is de afstelling van toestellen natuurlijk belangrijk. Dat was een vraag van collega Pieters. Wij willen zowel inzetten op betere controles bij de autokeuring en ook op de ‘remote sensing’. Dat is eerder een instrument om diegenen die frauderen uit het verkeer te halen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik kijk natuurlijk wel uit naar het luchtbeleidsplan en de maatregelen die u zult aanpassen om de doelstellingen te halen. Ik stel vast dat juli een zeer drukke maand zal worden tot het zomerreces, met alle plannen die nog op tafel liggen. Maar goed, ik denk dat het belangrijk is dat die maatregelen bijgesteld worden, zodanig dat we onze doelstellingen halen.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, wij vragen een correct en coherent beleid ter zake, niks meer, niks minder want de wet is er voor iedereen. Het kan niet dat de meeste mensen hun filter in orde brengen en anderen niet. Iedereen is gelijk voor de wet.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik geef enkel de aanmoediging om er verder op in te zetten. Wordt vervolgd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.