Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega's, zoals gebruikelijk heeft het departement Cultuur, Jeugd en Media ook dit jaar een uitvoerig evaluatierapport opgesteld dat een beeld schetst van de omvang van de aanvullende financiering die de audiovisuele sector en de sector van de podiumkunsten in Vlaanderen het voorbije jaar verwierf via het fiscaal gunstregime van de taxshelter.
Ook al was 2020 atypisch, dit rapport geeft toch een mooi beeld en genuanceerde en interessante informatie. Aangezien 2020 atypisch was, is het moeilijk om hele evoluties te schetsen.
Ik zal niet ingaan op de details van de conclusies, maar het rapport maakt melding van 17 miljoen euro minder inkomsten langs Vlaamse zijde in 2020 in vergelijking met 2019. Uitgesplitst per sector gaat het meer concreet over een kleine daling van ongeveer 5 procent voor wat de audiovisuele sector betreft, maar een opmerkelijke daling met bijna 42 procent voor de podiumkunsten.
In de slotbemerking van het rapport staat het volgende te lezen: “Specifiek voor podiumkunsten werd vanaf eind oktober 2020 livestream tijdelijk toegelaten voor de voltooiing van het werk. Dit geeft productievennootschappen de kans om naar het publiek toe te gaan, in plaats van de productie uit te stellen naar een latere datum. Dit gegeven doet uiteindelijk vragen rijzen of de wetgeving niet dient mee te gaan met de evoluties in de sector en of genres en vertoningen nog wel duidelijk kunnen worden afgelijnd. De virtuele beleving van podiumkunsten maakt het voor productievennootschappen mogelijk om hun podiumwerken aan een breder publiek te tonen, om toeschouwers te bereiken die anders mogelijk niet naar een voorstelling (kunnen) komen.”
Het succes van de taxshelter voor alle betrokken sectoren staat of valt met een gezond investeringsklimaat voor producenten en investeerders. De COVID-19-crisis heeft dit gezond investeringsklimaat serieus onder druk gezet en de winsten van veel bedrijven afgeroomd. De grote instroom van aanvragen in de laatste drie maanden van 2020 voor podiumkunstwerken is evenwel hoopgevend en lijkt alvast te suggereren dat er gelukkig nog steeds investeerders zijn die middelen beschikbaar hebben om te investeren.
Minister-president, gezien het atypische karakter van 2020, en het rapport dat een evolutie weergeeft sinds 2016 voor de audiovisuele sector en later de podiumkunsten, welke beleidsmatige conclusies kunnen we uit dit evaluatierapport trekken? Hoe evalueert u de tijdelijke aanpassing van de taxshelter naar aanleiding van corona? Welke zaken moeten we meenemen in een evaluatie? Zijn er mogelijks wijzigingen, verleningen, bijsturingen nodig aan de taxshelter in het kader van de relance?
Hoe staat u tegenover het punt om de virtuele beleving van podiumkunsten permanent toe te staan binnen een fiscaal gunstregime? Zijn er bepaalde inzichten en voorstellen die via het samenwerkingsakkoord tot aanpassing of informatiedeling met het federale niveau en eventueel aanbevelingen naar het federale niveau kunnen leiden?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Kunnen we conclusies trekken, mevrouw Coudyser? De verlaging van de investeringen situeert zich vooral bij de podiumkunsten, waar 14 miljoen euro minder werd opgehaald dan in 2019. Dit is zeker en vast een aanzienlijk bedrag, maar dient ook in een breder perspectief bekeken te worden. De effectieve cijfers van de investeringen hebben betrekking op de neergelegde raamovereenkomsten bij de FOD Financiën. Gelet op het feit dat het investeringsklimaat het hele jaar door een grote onbekende was, werden pas op het einde van het jaar de meeste raamovereenkomsten afgesloten.
Wanneer ik kijk naar de geraamde investeringen die zijn opgenomen in de erkenningsaanvragen, zie ik dat het aandeel van de investering ten opzichte van het productiebudget in dezelfde lijn ligt als het jaar voordien. In 2020 werden 253 werken erkend, tegenover 326 in 2019. Voor 2020 was het opvallend dat de productiebudgetten lager waren, een gegeven dat samenhangt met de disciplines, waarvan de ene al kostenintensiever is dan de andere.
Voor de audiovisuele werken is er eveneens een daling in de effectieve investeringen, maar wel een stijging in de geraamde investeringen op basis van de erkenningsaanvragen.
Voor de volledigheid wil ik nog even meegeven dat de effectieve investeringen betrekking kunnen hebben op werken die al eerder dan in 2020 werden erkend en dat voor de in 2020 erkende werken nog bijkomende investeringen kunnen worden opgehaald in 2021. Je moet dat dus altijd over drie jaar beschouwen.
Ik kom tot uw vraag of er bijkomende bijsturingen nodig zijn. Beide sectoren hadden overduidelijk te kampen met beperkingen voor de creatie. Voor de podiumkunstensector kwam daar nog de beperking bovenop dat vertoning voor een live publiek slechts voor een heel korte periode en binnen bepaalde normen was toegelaten.
De verlenging van de termijn voor de in aanmerking komende uitgaven was een belangrijk gegeven voor beide sectoren, zodat de werken kunnen worden voltooid. De circulaire liet bovendien toe dat raamovereenkomsten eenmalig konden worden overgedragen naar een ander in aanmerking komend werk, zodat de aangetrokken investering wel degelijk kan worden ingezet wanneer het oorspronkelijk erkende werk niet kan worden voltooid. Hier is effectief gebruik van gemaakt, maar informatie op het niveau van de raamovereenkomsten wordt niet vrijgegeven.
Voor de podiumkunsten zijn er evenwel een aantal werken die in première zijn gegaan vlak voor de lockdown in maart 2020. Voor deze werken wordt voorzien dat het aantal oorspronkelijk geplande opvoeringen binnen de maand na de première nog in aanmerking komt zodra deze werken wel opnieuw kunnen worden uitgevoerd.
Of het wenselijk is de virtuele beleving van podiumkunsten toe te staan binnen een fiscaal gunstregime? Naar aanleiding van de evoluties in de podiumkunstensector en de audiovisuele sector, heb ik recent een schrijven gericht aan mijn federale collega om de rechtszekerheid bij zowel de sector als bij de investeerders duurzaam te garanderen. Livestreaming van podiumwerken was een van de aandachtspunten. Specifiek voor podiumkunsten werd vanaf eind oktober 2020 livestream dus tijdelijk toegelaten voor de voltooiing van het werk. Op die manier kon het podiumwerk vertoond worden in plaats van de productie uit te stellen naar een latere datum. De virtuele beleving van podiumkunsten maakte het voor productievennootschappen mogelijk om hun podiumwerken aan een breder publiek te tonen, om toeschouwers te bereiken die anders mogelijk niet naar een voorstelling kunnen of willen komen.
Intussen werd mij wel bevestigd dat de mogelijkheid om het werk via streaming in première te laten gaan, een uitzonderlijke en tijdelijke maatregel is, welke niet bedoeld is te bestendigen. De essentie van een podiumwerk blijft natuurlijk een live vertoning voor een fysiek aanwezig publiek, al heeft de voorbije periode bewezen dat alternatieve vertoningsvormen ook hun weg naar het publiek vinden en het wordt niet uitgesloten dat werken later via onlineplatformen verder worden vertoond. In de geest van de wet is de aanvullende financiering gericht op de creatie van de podiumwerken.
In de marge merk ik ook op dat niet iedere discipline binnen de podiumkunsten zich even goed leent voor een livestream. De totaalbeleving is eveneens belangrijk voor het publiek en de uitvoerders.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Dank u voor het antwoord. Ik denk dat we kunnen concluderen dat de taxshelter sowieso een aantrekkelijke manier blijft voor bedrijven om te investeren in de audiovisuele sector en in de podiumkunsten, en dus een interessante aanvullende bron van inkomsten is.
De grote vraag blijft natuurlijk hoe we ervoor kunnen zorgen dat de investeringen van de bedrijven voor die taxshelter hoog blijven en eventueel nog kunnen worden verhoogd. Dat is altijd een onzeker gegeven, zeker in deze crisis. Misschien zal dat ook de volgende jaren nog wel onzeker blijven. Het is dus afwachten of en hoe die bewegingen zich doorzetten.
Een andere vraag, daarbij aansluitend, is natuurlijk de vraag wat ook de komst van gaming zal opleveren in het landschap en hoe dat zich zal verhouden tot de twee anderen.
Ik heb nog enkele bijkomende vragen. Bij de vraag vorig jaar naar aanleiding van het evaluatierapport van 2019 had ik de suggestie gedaan om, naast dat periodieke cijfermateriaal en de analyse die men doet in het huidige evaluatierapport, ook eens een onderzoek in te stellen naar bepaalde indirecte effecten. U antwoordde dat daarvoor uiteraard een breder onderzoek nodig is. Acht u het opportuun om zo’n breder onderzoek te doen? Is nu het ideale moment om dat te doen, zodat we toch ook zicht krijgen op die indirecte effecten van de taxshelter? Is het de Vlaamse overheid die dat zal doen, of is er een mogelijkheid om dat ook in samenspraak met de andere gemeenschappen te doen?
Het wetsvoorstel voor een taxshelter voor gaming is niet goedgekeurd door de Europese Commissie. Minister Van Peteghem werkt nu aan een aangepast voorstel. Zijn er punten die u bij hem onder de aandacht wilt brengen? Bij de Vlaamse Onafhankelijke Film & Televisie Producenten (VOFTP) blijft men natuurlijk bezorgd over het effect van de uitbreiding van de taxshelter voor de audiovisuele sector tot gaming. Die bezorgdheid is natuurlijk niet nieuw. Die kennen we ook. Ziet u mogelijkheden om die bezorgdheid van VOFTP weg te werken?
Mevrouw Segers heeft het woord.
Mevrouw Coudyser, dank u wel voor uw belangrijke vraag. Ik wil me daar graag bij aansluiten, zeker en vast wat uw laatste opmerking betreft. De bezorgdheid van VOFTP moeten we absoluut meenemen om onze Vlaamse audiovisuele sector springlevend te houden. Wat de suggestie betreft om via de taxshelter financiering te vinden voor streams: dat lijkt me ook wel een goed idee te kunnen zijn. Nu is het zo – want ik zag die opportuniteit wel – dat ik dit academiejaar promotor ben van een mooie thesis over die problematiek, gemaakt door Zita Luna De Clerck. Zij heeft bekeken of er bereidheid is, hoe de muziekliefhebber dat digitale aanbod ziet. Daar komen toch wel enkele interessante zaken uit, die ik meegeef en die dat eigenlijk wel ondersteunen. Mensen zeggen dat je de ervaring van een live event niet kunt vervangen via streaming, maar dat betekent niet dat er geen potentieel is, is de conclusie. Virtuele evenementen kunnen een mooie aanvulling zijn. Er is bijvoorbeeld blijkbaar wel veel betaalbereidheid voor een soort Netflix met streams van culturele evenementen, zoals Podium 19. Ook een belangrijke opmerking was dat mensen de kwaliteit van die streams heel belangrijk vinden. Dat mag niet zomaar een captatie zijn. Er moet wel kwalitatief en creatief mee worden omgesprongen. Dat zouden precies het soort opnames kunnen zijn die volgens mij in die taxshelter zouden kunnen worden meegenomen. Alleszins levert de thesis genoeg conclusies om te ondersteunen dat men dit permanent zou houden.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mevrouw Coudyser, ik denk dat de indirecte effecten inderdaad moeten worden onderzocht, maar nu lijkt me echt niet de goede tijd. Je hebt nu immers geen standaardreferentieperiode. Ik denk dus dat dat moet worden gedaan in een wat stabielere periode.
Wat de gaming betreft: we hebben die opmerking inderdaad gemaakt in onze brief aan minister Van Peteghem. We hebben gevraagd dat er door de uitbreiding van de taxshelter naar de gamesindustrie geen oneerlijke concurrentie zou ontstaan tussen de verschillende taxshelters, dus die voor gaming, voor audiovisueel werk en voor de podiumkunsten. Ik ben ervan overtuigd dat dit openen voor de gamesindustrie de totale taxshelterpot wel zal vergroten. Dat zal meer geld mobiliseren. Mijn intuïtieve aanvoelen is echter dat, als dat niet wordt gekaderd, dat voor de audiovisuele sector en de podiumkunsten een lichte daling zal geven. De totale pot zal wel toenemen, er zullen wel meer mensen worden aangetrokken, maar ik denk dat er ook een kannibalisering zal zijn van die twee andere sectoren. Dat is dus zeker iets wat we in het oog moeten houden.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik begrijp dat het nu niet het moment is om ook naar die indirecte effecten te kijken, maar het lijkt me wel goed om dat toch ook eens mee in kaart te brengen.
De uitbreiding tot gaming zal inderdaad meer geld met zich meebrengen, maar we moeten dat opvolgen. Zolang dat niet in de praktijk wordt gebracht en we geen evolutie gedurende een aantal jaren kunnen bekijken, moeten we dat natuurlijk goed blijven opvolgen en de bezorgdheid van VOFTP en alle bezorgdheden die daarover leven meenemen.
Het klopt dat dat digitale aanbod een meerwaarde heeft, dat dat eventueel een bijkomend publiek kan aantrekken. Ik volg mevrouw Segers daarin. Ik begrijp echter ook wel dat de taxshelter overwegend voor de creatie van stukken is bedoeld. Als men iets capteert en digitaal aanbiedt, dan is dat natuurlijk geen nieuwe creatie. We moeten dus heel voorzichtig zijn en blijven wat dat betreft. Ik begrijp dat we dat tijdelijk hebben gedaan, maar ik hoed me er toch even voor om dat definitief, blijvend op te nemen in de wetgeving. Dat wou ik verduidelijken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.