Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, sociale eigendomsverwerving gaat over sociale koop, sociale huur en sociale leningen. Het zijn allemaal instrumenten die onlosmakelijk verbonden zijn aan uw sociaal woonbeleid. Door mensen met een bescheiden inkomen de kans te bieden eigenaar te worden, via een lening om een sociale koopwoning te verwerven, neemt de sociale eigendomsverwerving voor een stuk de druk op de huurmarkt, privaat en sociaal, weg.
Tot nu toe werd de sociale eigendomsverwerving gebiedsdekkend georganiseerd. Met 24 erkende maatschappijen vindt elke sociale koper of kredietnemer wel een aanspreekpunt in zijn omgeving. We kennen de toekomst van de woonmaatschappijen en de hervorming. In de toekomst zal elke woonactor zowel voor de huur als voor de koop moeten instaan. Veel huur-SHM’s (sociale huisvestingsmaatschappijen) – zo noem ik ze dan – die vroeger ook occasioneel koopwoningen bouwden, hebben die activiteit inmiddels echter al afgestoten om over te laten aan de koop-SHM’s. Het is dus van belang dat er bij de afbakening van de werkingsgebieden van de woonmaatschappijen ook rekening wordt gehouden met het element koop bij de SHM’s. De bouw van sociale koopwoningen is eigenlijk een specialiteit op zich geworden, met een andere finaliteit, een andere financiering en een ander doelpubliek dan pure sociale huur.
Sociale koopwoningen zijn voor lokale besturen een ideaal instrument om vanuit plaatselijke noden en aangestuurd door die plaatselijke noden, een sociale mix te creëren. Het lokale bestuur kan bovendien met sociale koopwoningen een aanbod van betaalbaar wonen creëren dat voorbehouden wordt aan kandidaten met een lokale binding. Dat kunnen we bij huur ook, maar bij koop misschien nog meer. Bij de herindeling van de werkingsgebieden moet er dan ook over worden gewaakt dat de sociale koop overal aan bod komt.
De bemiddeling van de Vlaamse woonlening ten slotte maakt de situatie, zo mogelijk, nog wat complexer: enkel een erkende woonmaatschappij zal nog in opdracht van het Vlaams Woningfonds (VWF) kunnen bemiddelen. Dat betekent natuurlijk niet dat elke woonmaatschappij dat ook zal kunnen of willen doen. De woonlening bemiddelen is ook, net zoals het realiseren van sociale koopwoningen, een zeer gespecialiseerd werk. Het aanbieden van sociale koopwoningen en sociale leningen wordt meegenomen bij de oefening, bij de voorbereiding voor het tot stand komen van de eengemaakte woonmaatschappij. Zal elke woonmaatschappij er zelf voor kunnen opteren of zij dit al dan niet als taak op zich neemt? Of zal elke woonmaatschappij verplicht worden om die taken uit te voeren? Het is een lange intro met een korte vraag: of u daar toelichting over kunt geven. Op welke manier worden de woonmaatschappijen – de toekomstige woonactor – daarin begeleid en ondersteund? Wordt het een optie of een opdracht, een verplichting?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Smeyers, voor uw vraag. Ik heb ook een eerder kort antwoord. Het aanbieden van sociale koopwoningen wordt inderdaad meegenomen bij de totstandkoming van de eengemaakte woonmaatschappij. Het is evenwel niet de bedoeling om een aanbod van sociale koopwoningen te verplichten bij elke woonmaatschappij. Het is niet omdat je een woonmaatschappij bent dat je verplicht bent om een aanbod van sociale koopwoningen te hebben.
De toekomstige organisatie van de frontoffice van de sociale leningen zal nog worden bekeken vanuit de hervormde sector met de woonmaatschappijen. Hierbij zal rekening gehouden worden met verschillende factoren zoals de bereikbaarheid voor het publiek, de aanwezige kennis en ervaring bij de bestaande kredietbemiddelaars, de vlotte doorstroming van kredietbemiddelaar naar kredietgever en uiteraard ook de toenemende digitalisering van de kredietverlening. In afwachting blijven de bestaande distributiekanalen behouden.
De Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW) ondersteunt de werking van de SHM’s, zowel voor huur- als voor koopactiviteiten. Voor sociale leningen is de situatie vanaf dit jaar anders. Tot en met eind 2020 ondersteunde de VMSW de 24 SHM’s die krediet bemiddelden vanuit haar rol als kredietgever die verantwoordelijk is voor de daden van zijn bemiddelaars. Vanaf dit jaar heeft het VWF deze rol overgenomen. Mensen kunnen nu alleen nog bij het VWF terecht om een nieuwe sociale woonlening af te sluiten en deze 24 SHM’s voeren hun taken als kredietbemiddelaar uit voor het VWF.
Mevrouw Smeyers heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw duidelijk antwoord. U hebt het systeem van de kredietverlening, die nu alleen bij het VWF zit, verduidelijkt. Dat is ons inmiddels duidelijk. Het is ook goed dat u de puntjes op de i zet, dat het geen verplichting wordt voor de toekomstige woonactor binnen een welafgebakende regio om een aanbod aan koopwoningen te hebben. Het zal een optie blijven, afhankelijk van de noden die lokaal binnen die regio spelen. Dat is duidelijk. Ik kan daar niet veel meer aan toevoegen dan dat ik blij ben met die verduidelijking.
De heer Veys heeft het woord.
Ik heb een algemenere vraag: hoe past dit in de visie van het Vlaamse sociale woonbeleid? In die zin vind ik het een beetje een vreemde redenering. Men moet zich tot het VWF richten. Vandaag is de frontoffice aanwezig, maar hoe ziet u de rol van de lokale besturen hierin? U geeft aan dat de woonmaatschappij een manier is om een nog sterkere regisseursrol te geven. Nu gaat dat wel naar een private maatschappij waar gemeenten, voor zover ik weet, niets aan te zeggen hebben. Hoe moet ik dit in het plaatje zien passen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Zoals gezegd: de SHM’s kunnen zelf beslissen of zij dit al dan niet doen. Als de lokale besturen die in de SHM’s of die woonmaatschappijen zitten daarover beslissen, dan gaat dat zo kunnen gebeuren. In die zin blijven het de lokale besturen die dat aansturen. Dat lijkt me niet zo onlogisch. Dat is tot nu toe eigenlijk ook het geval. Het kan gaan langs de frontoffice-opdracht die zij verlenen voor het VWF. Het hoeft ook niet langs daar te gaan. Men kan ook rechtstreeks bij het VWF de sociale leningen aangaan. Ik denk dat die doorstroming eerder logisch in elkaar zit.
De vraag om uitleg is afgehandeld.