Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik heb daarnet niet willen tussenkomen op de vraag van de heer Rzoska omdat mijn vraag daar eigenlijk wat complementair op is, heel specifiek wat de waterstofstrategie betreft.
Minister, het Vlaams regeerakkoord en het relanceplan Vlaamse Veerkracht stipuleren beide de ambitie om van Vlaanderen een waterstoftopregio te maken. U kondigde eerder ook al aan dat 125 miljoen euro uit het relanceplan naar onderzoek en innovatie rond waterstof gaat. Samen met die aangekondigde investering presenteerde u ook een Vlaamse waterstofvisie.
We lezen nu dat federaal minister van Energie, Tinne Van der Straeten, van België de waterstofhub van Europa wil maken. Daarom wil ze nog voor de zomer een strategie presenteren die het potentieel van ons land daarvoor optimaal moet benutten.
De kans bestaat dus dat we binnenkort met twee eventueel verschillende waterstofvisies zullen zitten. In de Vlaamse visie wordt immers de deur opengezet voor blauwe waterstof terwijl we weten dat er andere partijen zijn die volop willen inzetten op groene waterstof. Voor alle duidelijkheid, gele waterstof bestaat niet.
Ik heb dan ook een aantal vragen voor u, minister.
Hebt u al contact gehad met uw federale collega over haar waterstofstrategie? Hoe zult u ervoor zorgen dat de visies complementair en niet tegenstrijdig zijn? Wat is de exacte bevoegdheidsverdeling inzake de waterstofproblematiek?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, ik dank u voor de vraag.
De federale minister van Energie heeft inderdaad benadrukt dat België alle troeven in handen heeft om een waterstofhub te worden naar aanleiding van een studie van Deloitte over de rol van gasvormige energiedragers in een klimaatneutraal België. Ik sta uiteraard ook op die lijn. We hebben ook heel sterke onderzoeksinstellingen met de nodige expertise, en bedrijven en havens die volop werk maken van waterstoftoepassingen.
De aankondiging van een mogelijke federale waterstofstrategie is nog maar pas in de pers verschenen, dus veel concrete teksten heb ik nog niet gelezen. Maar ik kan u geruststellen dat ik al een aantal keer overleg heb gehad met minister Van der Straeten. Ook mijn kabinet staat meermaals in contact met onze federale collega’s.
Op zich sta ik niet negatief tegenover een federaal initiatief voor een waterstofvisie. Er zijn een aantal federale hefbomen rond waterstof, waar Vlaanderen alleen maar baat bij heeft als die goed worden ingevuld. Mijnheer Gryffroy, het klopt dus absoluut dat onze visie complementair en dus niet tegenstrijdig mag zijn. In de Deloitte-studie staat alvast een sterke aanbeveling om de samenwerking met de regio’s te maximaliseren. Ik merk in onze contacten met het federale niveau een grote bereidheid om hier complementair te werken. Maar uiteraard volg ik dit samen met mijn kabinet nauwgezet op.
Zoals ik al op de vraag van collega Rzoska geantwoord heb, is er de voorbije maanden gewerkt aan een gezamenlijke tekst voor het nationaal herstelplan. Zowel Vlaanderen, Wallonië als de federale overheid heeft behoorlijk grote middelen voor waterstofprojecten vrijgemaakt. We hebben ook een gezamenlijke hervormingsfiche opgesteld waarin de basis is gelegd voor onderlinge afstemming, met een afspraak om dat verder uit te werken. Daarvoor is het net ook een hervormingsfiche.
We zullen ook een apart interfederaal overleg opstarten over waterstof, niet alleen over bevoegdheidsafspraken, maar bijvoorbeeld ook voor gestructureerde standpuntbepalingen op Europese waterstofdossiers. Of we het over alles onmiddellijk eens zullen zijn, kan ik uiteraard niet garanderen maar het is wel de bedoeling om elkaar te versterken.
Mijnheer Gryffroy, de exacte bevoegdheidsverdeling is een zeer interessante maar ook complexe vraag waar we op mijn kabinet al meerdere uren het hoofd over hebben gebroken.
In onze Vlaamse Waterstofvisie staat duidelijk dat we resoluut kiezen voor duurzame innovatie, en dat er daarnaast ook verdere stappen nodig zijn op het vlak van wet- en regelgeving, energie, mobiliteit en infrastructuur. En hier raken natuurlijk de bevoegdheden van de regio’s ook de federale bevoegdheden. Het vertrekpunt is de beruchte Bijzondere wet tot hervorming der instellingen.
De federale overheid heeft bijvoorbeeld een aantal bevoegdheden over bevoorradingszekerheid en grote infrastructuren voor productie, opslag en transport van energie, en ik denk dat men waterstof wel vooral als energiedrager moet beschouwen. Dit vraagt uiteraard samenwerking en overleg met de gewesten. Zoals gezegd, lopen er constructieve gesprekken met het federale niveau om dat samen uit te klaren. Ik heb wel een aantal persoonlijke ideeën over die bevoegdheidskwestie maar het belangrijkste voor mij is dat we de krachten bundelen. Er zijn immers heel veel kapers op de kust, ook andere landen. Iedereen vliegt op die waterstof en we hebben dan ook geen tijd te verliezen aan interne ruzies. We moeten de budgetten die er zijn gezamenlijk inzetten met een groot gezamenlijk doel. Dat zal ook mijn lijn zijn in de gesprekken die ik straks zal hebben met collega Tinne Van der Straeten.
Voorzitter, ik zal blijven luisteren maar ik stap nu uit. Ik heb daar een bureautje dus u mag de vragen gewoon laten doorlopen. Als ik niet onmiddellijk kan antwoorden, dan is dat omdat ik in de lift zit maar ik hoor dus wel alles.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Iemand die alles hoort...
Bij ons in de partij zijn we dat al gewend.
Bij ons nog niet.
Minister, ik dank u voor het antwoord. Mijn belangrijkste vraag ging inderdaad over die bevoegdheidsverdeling omdat die me zorgen baart. Ik zal een klein voorbeeld geven over het aspect havens en mobiliteit.
Als we waterstof zouden vervoeren via pijplijnen, dan is dat een federale bevoegdheid. Doen we dat via de weg of de waterweg om die waterstof in de haven te krijgen, dan is dat, wanneer het gaat over de veiligheid, een federale bevoegdheid maar voor het overige een gewestbevoegdheid. Wanneer het gaat over stockeren, gaat het inzake veiligheid over een federale bevoegdheid. Wanneer het gaat over overslag, is het een gewestelijke bevoegdheid enzovoort. Ik heb hier twee bladzijden discussie van een jurist gekregen over die bevoegdheidsverdeling. Die is inderdaad uitermate complex en we moeten dan ook nog eens een opsplitsing maken tussen de applicatie, de toepassing die een puur gewestelijke bevoegdheid is – daarvoor dient die ondersteuning uit het regeerakkoord en het relanceplan –, de productie en/of import waar de discussie is over welke kleur het gaat, transport en distributie en de veiligheidsaspecten.
Voor ons is het vooral een aandachtspunt dat het niet nuttig zou zijn om bovenop te voorzien in een zware regulering die dan moet worden uitgewerkt door de federale regulator. Als we dat doen, dan leggen we veel te veel regels op waardoor de private markt die ook zou moeten spelen, zeker wanneer het gaat over productie en/of import, voor een stuk zou worden gefnuikt. Ik ga akkoord dat men dit doet inzake veiligheidsaspecten want dat is een federale bevoegdheid. Er valt ook iets voor te zeggen dat men dit doet inzake transport want transport, elektriciteit en aardgas zijn ook een federale bevoegdheid. Maar wat doen we dan met distributie tussen twee bedrijven?
Er zijn eigenlijk nog heel wat bijkomende vragen, die ik nu niet als een vraag beschouw, omdat dit voer zal zijn voor een latere discussie. Misschien moeten we daar zelfs eens een hoorzitting aan wijden. Daarvoor moet eerst duidelijker zijn wat er federaal al beslist werd. Werd door Deloitte gewoon een ballonnetje opgelaten in de media? Dat kan ook, dat er nog niets concreets beslist is. Als er nog niets concreets beslist werd door minister Van der Straeten, dan is het moeilijk om te discussiëren over de bevoegdheidsverdeling en over hun visie. Zodra men verder staat op dit vlak, zou ik het wel interessant vinden om een hoorzitting te organiseren waarbij verder gediscussieerd kan worden over beide visies en over de bevoegdheidsverdeling.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Gryffroy, bedankt voor het kader dat u geschetst hebt. U hebt heel goed de problematiek beschreven inzake de infrastructuur, de toepassingen, de import, de havens… Ik voer echt constructief overleg met de federale collega’s. Ook wat de bevoegdheden inzake veiligheid betreft, willen we de bestaande lijnen vooral doortrekken. Dat lijkt me de meest logische stap. Als we gaan vechten rond waterstof en de energie niet bundelen, dan kunnen we alleen maar collectief verliezen. Ik geloof echt dat we enorme opportuniteiten hebben. Ik was vorige vrijdag op bezoek in de haven van Gent, waar de strategieën om te komen tot meer duurzaamheid voorgesteld werden. Ik vind het schitterend hoe we in Vlaanderen die opportuniteiten grijpen. Ik heb begrepen dat minister Van der Straeten daar binnenkort ook op bezoek gaat. Ik kan me niet inbeelden dat we onze energie – en het gaat hier ook over energie – zouden verspillen aan gevechten die niet nodig zijn. Ik denk dat we het best complementair en in een heldere bevoegdheidsverdeling, heldere afspraken maken over wie wat doet. Er zijn te veel middelen nodig om daar grote gevechten over te voeren. Maar dat is mijn hoogstpersoonlijke mening in dit bijzonder interessant verhaal.
De heer Gryffroy heeft het woord.
De bevoegdheidsverdeling inzake waterstof moet inderdaad duidelijk worden, in tegenstelling tot CO2, dat eigenlijk geen energiedrager is maar een afvalstof en voor 100 procent onder Vlaamse bevoegdheid valt. Op dat vlak kunnen we dus doen wat we willen doen en wat we moeten doen. Als het gaat over waterstof, denk ik dat we inderdaad moeten vermijden dat we komen tot kafkaiaanse toestanden wegens een onduidelijke bevoegdheidsverdeling. Dat is uitermate belangrijk. Wij volgen dat uiteraard van nabij op.
Ik wil u ook vragen om niet te veel toe te geven aan bijkomende regulering, want dat zou enkel maar de creativiteit en de innovatie verknoeien.
De vraag om uitleg is afgehandeld.