Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, straks gaan leerkrachten en leerlingen de laatste maand van dit schooljaar in. Het was in alle opzichten weer een heel bijzonder jaar, waarbij we van iedereen heel wat flexibiliteit hebben verwacht.
De nodige rust in de zomervakantie zal heel welkom zijn, maar tegelijkertijd kijken directies en leerkrachten ook reikhalzend uit naar een normaal schooljaar en hopen ze dit nieuwe schooljaar goed voorbereid te kunnen starten. Terwijl het huidige schooljaar afgesloten wordt, krijgen de plannen voor het volgende schooljaar ook al volop vorm. Maar om de puzzel te leggen, collega’s, minister, ontbreken er nog heel wat stukjes.
Want, minister, het blijft nog altijd wachten op een aantal heel belangrijke beslissingen die een grote impact kunnen hebben op de start van het volgende schooljaar. Heel wat zaken zijn op Vlaams niveau nog niet geregeld, waardoor er voor scholen nog te veel ontbrekende en onbekende factoren zijn. Ik denk bijvoorbeeld aan de lerarenplatforms voor het Belgisch onderwijs, de al dan niet nieuwe modaliteiten rond de bijsprong, Onderwijsdecreet (OD) XXXI, de middelen uit Digisprong enzovoort.
Het is ondertussen al van 2003 geleden dat onder andere onze voorganger Jos De Meyer en zijn collega’s een voorstel van resolutie indienden betreffende de tijdige indiening van ontwerpen van decreet inzake het onderwijs met het oog op een rechtszekere en ordentelijke start van het schooljaar. In deze resolutie vragen de indieners de Vlaamse Regering om onderwijsdecreten die in werking treden op 1 september, in te dienen voor de voorafgaande paasvakantie.
Minister, bent u het met de scholen eens dat zij het recht hebben om de juiste informatie tijdig te ontvangen zodat zij de planning voor het volgende schooljaar voor de start van de zomervakantie kunnen maken?
Wanneer zullen scholen over alle juiste informatie kunnen beschikken om hun planning voor het komende schooljaar ordentelijk op te maken?
Kunt u een overzicht geven van de beslissingen die mogelijk nog een impact kunnen hebben op de organisatie van het komende schooljaar?
Minister Weyts heeft het woord.
We delen allen de ambitie om onze scholen tijdig en accuraat te informeren over nieuwe regels die op hen van toepassing zijn. Het blijft ook mijn ambitie om over nieuw beleid en gewijzigde regelgeving in de mate van het mogelijke correcte, toegankelijke, tijdige, transparante en betrouwbare informatie te voorzien.
Maar het is natuurlijk ook een zeer turbulent coronawerkjaar geweest, waarbij verschillende processen naast elkaar liepen en nog steeds lopen.
Daarom zullen we op 22 juni een ronde van Vlaanderen organiseren. Daarbij zullen we de traditie volgen om zoveel mogelijk nieuwe besluitvorming en nieuwe maatregelen te communiceren aan de scholen. In dit geval gebeurt dat op 20 juni.
Ondertussen bereiden we de aanpassing aan de omzendbrieven voor. Die zullen zo snel mogelijk en zodra de besluitvorming dat toelaat, worden gecommuniceerd.
Net als de voorbije jaren bundelt Schooldirect halverwege augustus alle nieuwe regelgeving en relevante informatie. Die bundeling wordt ook via Klasse bekendgemaakt. De bundeling vervangt de individuele communicatie over nieuwe maatregelen niet.
U hebt enkele dossiers aangehaald. Sommige daarvan zitten nog in de besluitvormingsprocedure, want over sommige dossiers moet je proberen op één lijn te geraken met je coalitiepartners. Maar over andere dossiers, zoals Digisprong, vergist u zich: daar hebben de scholen wel degelijk de middelen zelfs al gestort gekregen. Dat is wel duidelijk. In verband met Digisprong zijn er misschien nog zaken die misschien wat minder meteen raken, zoals het kenniscentrum enzovoort. Maar het belangrijkste zijn de middelen, en daar heeft men op individueel schoolniveau volledig zicht op. Men kan al een tijdje aan de slag met die middelen.
Welke beslissingen hebben een impact op de organisatie van het volgende schooljaar? Er is OD XXXI. Daarnaast is er ook het decreet tot het nemen van dringende en tijdelijke maatregelen in het onderwijs naar aanleiding van de coronacrisis, het Coronadecreet VIII.
Verder zijn er ook heel wat besluiten, die gepubliceerd zijn en dus ook publiek zijn, maar die we mogelijk nog wat bevattelijker aan de scholen kunnen communiceren. Het gaat bijvoorbeeld over de start van de taalscreening volgend jaar, wat toch een revolutionaire verandering is.
Er is ook het besluit van de Vlaamse Regering tot goedkeuring van de programmaties van nieuwe types in het buitengewoon basisonderwijs en in het buitengewoon secundair onderwijs. Er is het besluit over het geïntegreerd ondersteuningsaanbod gelijke onderwijskansen in het secundair onderwijs met betrekking tot het studieaanbod en de studietoelagen. Verder is er het besluit over de vastlegging van structuuronderdelen duaal en standaardtrajecten in het secundair onderwijs.
Daarnaast zijn er de maatregelen die we in het kader van een besluit hebben genomen rond de vastlegging van de opleidingsprofielen voor het buitengewoon secundair onderwijs van opleidingsvorm 3, en het besluit rond de programmaties voor de oprichting van een nieuwe school type 5 in het buitengewoon secundair onderwijs en vestigingsplaatsen type 5 in het buitengewoon onderwijs.
Er is ook de regelgeving rond de verdeling van de betrekkingen, de terbeschikkingstelling wegens ontstentenis van betrekking, de reaffectatie, de wedertewerkstelling en de toekenning van een wachtgeld of wachtgeldtoelage, met betrekking tot de invoering van de scholengemeenschapsinstelling in het basis- en secundair onderwijs en van het ambt van ICT-coördinator. Ook dat heeft natuurlijk een impact.
Ook is er het besluit van de Vlaamse Regering met betrekking tot ICT-coördinatie, apart, in het kader van Digisprong.
Er is het besluit betreffende het opleidingsaanbod, de organisatie, de personeelsformatie, de inning van het inschrijvingsgeld en de certificering van het deeltijds kunstonderwijs (dko). Dat gaat dus eigenlijk over de organisatie van het dko.
Ook is er een besluit met betrekking tot de indeling van studiegebieden in opleidingen van het secundair volwassenenonderwijs.
Ten slotte is er een besluit over de regels om aanvullende punten en werkingsmiddelen in het volwassenenonderwijs toe te kennen en een regioscan en de regionale afstemming van het opleidingsaanbod op te zetten.
Voor alle duidelijkheid, dit betreft regelgeving die al gecommuniceerd is, maar waarbij we in het kader van verduidelijking nog communicatie kunnen opzetten richting de scholen. Niettegenstaande corona hebben we toch veel werk op de plank gehad en verricht. Nu komt het erop aan om scholen hierover zo goed mogelijk te informeren. Daarom is die ronde van Vlaanderen zeer goed.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Het zijn inderdaad uitzonderlijke tijden, waarvoor alle begrip, maar het was toch een hele waslijst, niet alleen voor het leerplichtonderwijs maar voor alle onderwijsniveaus. Minister, het is duidelijk dat er nog heel wat puzzelstukjes ontbreken om de puzzel echt goed te kunnen leggen.
Gisteren stond ik voor de klas. Ik mocht in de eerste en tweede kleuterklas een vervanging doen op vrijwillige basis omdat de directrice echt met de handen in het haar zat. Voor de zoveelste keer moest ze zelf voor de klas gaan staan, met de telefoon in de broekzak om dringende telefoontjes te kunnen beantwoorden en ze had het daarmee gehad. Ze zei dat ze voortdurend geconfronteerd wordt met zaken die ze leest in de pers over het beleidsvoerend vermogen van scholen, over de kwaliteit van onderwijs en dat ze als directrice een belangrijke sleutelpositie heeft, maar dat ze die onmogelijk kan uitoefenen. Zij vroeg of er al iets geweten is over de lerarenplatforms die in het basisonderwijs misschien wel of misschien niet zullen doorgaan. Dat is een heel belangrijk issue.
Daarna stelde ze de vraag over de ICT-coördinatoren. U zegt dat met betrekking tot Digisprong alles is geweten. Collega's die dit beter opvolgen, zoals de heer Brouns, hebben toch wel een lijstje met zaken die helemaal niet bekend zijn bij scholen.
U haalde zelf aan dat scholen vandaag op 27 mei nog niet weten of ze op 1 september een nieuw type kunnen aanbieden in het buitengewoon onderwijs. Ouders kloppen bij hen aan, maar als een school niet weet of ze een bepaald type kan inrichten, wat moet ze dan antwoorden? Er zijn dus heel veel vragen.
Minister, u zegt dat er een ronde van Vlaanderen zal zijn. Als ik de resolutie er nog eens bijneem, dan staat daarin dat het in de praktijk niet altijd het geval is dat wetgevende zaken voor de paasvakantie geregeld kunnen worden. Wat nog erger is, is dat men onderwijs moet organiseren op basis van omzendbrieven die geen rechtsgrond hebben, en dat baart mij toch wel zorgen. Wat zullen de mensen die de ronde van Vlaanderen zullen fietsen dan vertellen? Wat zullen ze aanbrengen? Zaken waarover nog geen beslissing is genomen, die nog geen rechtsgrond hebben, die nog niet geregeld zijn in een besluit of decreet? Hoe zullen we daarmee omgaan? Hoe zullen we ervoor zorgen dat we de mensen goed informeren en dat die zaken een goede rechtsgrond hebben?
De heer Daniëls heeft het woord.
Uiteraard willen we vanuit de N-VA-fractie dat er duidelijkheid is voor onze scholen over hoe en wat. Er is één groot voordeel in onderwijs, namelijk dat alles meermaals met het onderwijsveld wordt bekeken via een sectorcomité, via onderhandelingen, via bilaterale contacten, via de onderwijsclub, via de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor). Dat is een goede zaak omdat er zo nooit iets inzit waarover men volledig uit de lucht komt vallen. Via de geëigende kanalen weet ik dat men de nodige info doorgeeft. Zeker daar waar er ledenverenigingen zijn, wordt dit afgetoetst bij de leden. Ik denk dus dat de info wel doorstroomt.
Ik heb vorige legislaturen onder ministers van alle kleuren, geuren en gezindten onderwijsrondes meegemaakt. Daar werd ook telkens gezegd dat het was onder voorbehoud van goedkeuring van het decreet. Krachtens de Grondwet moet er in Onderwijs veel geregeld worden per decreet. Dat is nu eenmaal zo. Als dat via een besluit van de Vlaamse Regering of via een ministerieel besluit zou kunnen, zou dat veel sneller gaan. Ik weet niet of het aangewezen is dat we een decreet maken waarin we veel meer delegeren aan de Vlaamse Regering en de regering delegeert aan de minister. Dan kan het natuurlijk veel sneller gaan. Ik wil dat wel bekijken, maar ik ben daar geen vragende partij voor.
Ik krijg ook vragen van scholen. Ik merk dan op dat er geen verbod is om het op deze manier te regelen. Scholen vragen dan of er toch geen decreet of een besluit kan komen waarin staat dat het wel mag. Positieve regelgeving. Ja, als iets niet geregeld is, is het niet geregeld en dan behoort het tot de vrijheid. We geven daar af en toe wat vrijheid aan scholen, maar ze vragen dan toch om het te regelen. We moeten hen zeggen dat als het niet geregeld is, ze verder kunnen.
Ik vind het wel terecht dat scholen zekerheid en duidelijkheid vragen en dat we die zo snel mogelijk geven.
Minister Weyts heeft het woord.
Er zijn nog wel enkele dossiers die gevat zijn door lopende besprekingen. Ik hoop dat mevrouw Vandromme daar ook een faciliterende rol in zal kunnen spelen en al haar talenten aan de dag zal leggen om de coalitiepartners mee te krijgen in de goede richting en snelle besluitvorming.
Het lerarenplatform is voorwerp van sociale besprekingen. Ik hoop samen met u dat we daarvoor niemand zijn arm moeten omwringen, maar die regeling staat los van de huidige problemen. De beslissing ten aanzien van het toekomstige lerarenplatform heeft geen impact op eventuele huidige tekorten in de klas.
Het is wel belangrijk mee te geven dat alle besluiten die ik in dezen heb meegegeven een onmiskenbaar positieve impact hebben op het onderwijs, want ze omvatten nagenoeg allemaal extra middelen en extra mogelijkheden voor het onderwijs. Een en ander zal dan ook in dank kunnen worden afgenomen.
U zegt dat op de ronde van Vlaanderen enkel gecommuniceerd mag worden wat in marmer gebeiteld is en gepubliceerd is in het Staatsblad. Overal waar ik passeer, probeer ik dat sequentiële denken te doorbreken. Dat speelt in onze ambtenarij veel te veel. In de aanpak van de coronacrisis heb ik moeten vaststellen dat dit dikwijls tot oponthoud leidt. Ik vraag om in die ronde van Vlaanderen ook zaken te communiceren die al principieel zijn goedgekeurd. Als we moeten wachten tot de publicatie in het Staatsblad – want dat is dan de consequentie –, dan zijn we nog veel verder en zegt men achteraf dat er te laat is gecommuniceerd. Vanaf het moment dat er een principiële goedkeuring is, kan er effectief gecommuniceerd worden en moet er niet gewacht worden.
Bijvoorbeeld over de Digisprongmiddelen heb ik aan de administratie gezegd dat er normaal gezien gewacht zou moeten worden op de principiële goedkeuring van het besluit, de adviezen, de finale goedkeuring en publicatie in het Staatsblad, maar dat ik daar niet op ging wachten. Ten bate van de scholen is al gezegd, met enig voorbehoud, dat dit de ordegrootte van middelen zal zijn die ze kunnen verwachten en die dan waarschijnlijk in een bepaalde periode gestort zullen worden.
Ik pleit dus niet voor dat sequentiële denken waarbij in de hele ketting eerst elke stap doorlopen moet worden, want dat zorgt altijd voor oponthoud. Vanaf het moment dat er een principiële goedkeuring is en er zicht is op de middelen, wordt er aan scholen gecommuniceerd wat ze mogen verwachten.
U hebt au fond gelijk dat er een beperkt risico is dat er en cours de route ergens wel een kink in de kabel zou kunnen komen. Dat is altijd mogelijk, maar die eventuele risico’s, die eventuele kosten wegen mijns inziens niet op tegen de baten van communiceren op grond van een principiële beslissing. Het onderwijsveld is daar echt wel bij gebaat, in plaats van dat men in de praktijk dan nog meerdere maanden moet wachten.
Ik snap echter dat dat het voorwerp van discussie is.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Minister, dank u wel. Over communicatie kunt u veel vertellen, en collega Daniëls ook, maar het moeten doorlopen van een sequentieel proces is natuurlijk ook wel een onderdeel van de democratie. Als zaken die nog niet eens in het parlement zijn besproken of voorwerp van stemming zijn geweest, dan toch voor waar worden aangenomen en ter informatie worden meegedeeld aan de onderwijsverstrekkers, aan scholen, dan heb ik daar toch wel vragen bij.
Collega Daniëls, de boodschappers, de mensen die diverse scholen vertegenwoordigen, die zitten misschien wel aan tafel, die zitten mee in het proces. U weet dat net zo goed als ik. Die kunnen misschien wel al een tipje van de sluier oplichten ten aanzien van hun leden, maar ze weten ook helemaal niet waar zaken finaal landen, want ze zitten niet aan de regeringstafel en ook niet in het parlement.
Nog aanvullend daarop, ik heb net het verhaal verteld van de directeur die voor de klas moest staan omdat hij geen vervanging vond. Die heeft echt geen tijd om te luisteren naar wat wij hier vertellen, om alle mogelijke nieuwsbrieven te volgen, en discussies die op allerlei fora worden gevoerd. Ik denk dat we de dingen bij hun naam moeten noemen: het is echt wel duidelijk dat we een hele waslijst hebben die nog niet is geregeld voor 1 september.
Minister, dank u wel voor de uitnodiging, in elk geval. Ik wil daar zeer graag op ingaan. Ik heb dat al een aantal keer gevraagd. Het is zoals in de kleuterklas gisteren: ‘Mag ik jouw vriendje zijn?’ Mag ik aanwezig zijn in de club van het onderwijs? Daar zijn vijftig mensen aanwezig, maar geen enkel parlementslid, stel ik vast.
De vraag om uitleg is afgehandeld.