Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, collega’s, ik wil hier de nachtopvang aan huis voor kinderen onder de aandacht brengen. Mensen met een zorgbehoefte kunnen momenteel al nachtzorg inroepen. Het gebrek aan nachtzorg is vaak de directe oorzaak tot opname in een rust- of verzorgingstehuis. Ondersteuning tijdens de nacht kan het vroegtijdig afbreken van de thuiswoonsituatie voorkomen. Nachtoppas geeft ademruimte aan de mantelzorger en rust voor de zorgbehoevende persoon. Dat kennen we in het kader van de mantelzorg.
In nachtzorg voor kinderen is momenteel niet voorzien, tenzij dan door privé-instanties met soms hoge kosten voor de ouders. Het betreft voor alle duidelijkheid geen babysit voor wanneer ouders niet thuis zijn of op stap willen gaan, maar wel een vorm van opvang waardoor ouders in staat worden gesteld om de nacht door te kunnen slapen. We wensen het niemand toe maar een huilbaby of een baby die de nacht voor de dag en de dag voor de nacht neemt, kan ouders gigantisch uitputten. Sommige ouders gaan daaraan onderdoor.
Nog niet zo lang geleden hadden we daar in deze commissie een gesprek over, namelijk dat opvoeden niet altijd van een leien dakje loopt. Voor ouders in die vroege fase die nooit of nauwelijks nog kunnen doorslapen, is dergelijke nachtzorg wel degelijk een verademing.
Waar ze nu zelf door slapeloosheid, zowel in het gezin als op het werk, eronder doorgaan, zou dergelijke nachtopvang in het eigen huis zowel voor de ouder als voor het kind rust kunnen brengen. Met een dergelijk aanbod kan de schroom bij ouders ook overwonnen worden om aan te geven dat ze er niet in slagen hun kindje een nacht te laten doorslapen.
Opvang aan huis is de opvang van kinderen in hun eigen gezinswoning. Collega’s, het gaat voor alle duidelijkheid niet over gezinshuizen en de warme context waar die kinderen naartoe kunnen worden gebracht. Dat is uiteraard iets anders maar daar gaat het dus niet over.
Dat kan op verschillende manieren georganiseerd zijn. Ofwel door een individuele persoon ofwel door een professionele organisatie die tegen betaling begeleiders uitstuurt naar de huizen. Nu zijn er voorzieningen die beroepsmatig en tegen betaling opvang aan huis verzorgen. Maar die zouden in de toekomst een vergunning van Kind en Gezin (nu Opgroeien regie) moeten hebben. Ze zouden dus aanpassingen moeten doen om aan de vergunningsvoorwaarden, die op dit ogenblik nog niet gekend zijn, te voldoen. Op de website van Kind en Gezin lezen we dat de uitvoeringsbesluiten van het decreet over de opvang aan huis nog niet gepland zijn. Zolang ze er niet zijn, is het decreet over de gezinsopvang niet van toepassing. Dit heeft als voordeel dat er inzake het nachtaanbod flexibel kan worden gewerkt. Maar op het vlak van kwaliteit is er op geen enkele manier een tussenkomst. Ook op het vlak van financiën voor de ouders is dat volledig uitgesloten.
Minister, ziet u beleidsmatig de mogelijkheden en voordelen van dergelijke nachtopvang aan huis, bij de ouders zelf, voor jonge gezinnen?
Zult u een kader uitwerken om nachtopvang thuis voor dergelijke kinderen mogelijk te maken? Welke stappen zijn hiervoor nodig?
Wanneer mogen we de besluiten met betrekking tot de opvang aan huis verwachten?
Op welke manier kunnen ouders die de objectieve nood hebben voor nachtopvang ook financieel ondersteund worden? Kan er in een tussenkomst worden voorzien voor een dergelijke opvang?
Minister Beke heeft het woord.
Ja, collega’s, het is geen toeval dat er negen jaar na het decreet over de kinderopvang van baby’s en peuters nog steeds geen uitvoeringsbesluit is met betrekking tot opvang aan huis.
Opvang aan huis is opvang in een één-op-éénrelatie en heeft dus een enorme kostprijs. Binnen het beschikbare budget was en is het uitwerken van een subsidieregeling hiervoor in uitvoering van het decreet voorlopig geen prioriteit.
De mogelijkheid voor nachtopvang van kinderen kan mogelijk opnieuw worden bekeken bij het uitwerken van een nieuw kader voor een continuüm van dienstverlening in het kader van een geïntegreerde gezinsondersteuning dat aansluit bij de behoeften en de keuzes van gezinnen met kinderen.
Als een gezin effectief het meest ondersteuning heeft van en kiest voor nachtopvang aan huis, zou dit vanuit de samenwerking van lokale actoren binnen een regelluw kader gefaciliteerd kunnen worden.
In het licht van het brede perspectief dat ik zojuist schetste zou nachtopvang aan huis voor jonge kinderen dan niet worden geregeld in een uitvoeringbesluit van het bestaande decreet over de kinderopvang van baby’s en peuters, maar wel deel uitmaken van een nieuw kader voor een continuüm van een geïntegreerd aanbod gezinsondersteuning.
Dit kader wordt nu ontwikkeld en kan uitmonden in een nieuw decreet. Het is nog te vroeg om een uitspraak te doen over de financieringsmethode of over een concrete timing.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik kan mij absoluut vinden in een aantal dingen die u zegt. Ik hoor u zeggen dat het huidige decreet over de kinderopvang misschien niet de gepaste passepartout is voor nachtopvang van kinderen bij het gezin thuis. Daar kan ik mij iets bij inbeelden. En dat we het dan kaderen binnen gezinsondersteuning voor diegenen die het nodig hebben: ik denk dat dat absoluut mogelijk moet zijn. U sprak ook van een lokaal regelluw kader. Dat is een goed principe omdat we op zoek moeten gaan naar een gepaste opvang voor kinderen.
Minister, misschien moet u ook eens bekijken of we andere financieringsbronnen kunnen aanboren. Ik kijk gewoon nog maar naar het feit dat ouders uitvallen, eronderdoor gaan, niet kunnen gaan werken omdat ze nachten na elkaar slapeloos zijn. Ik geef ook nog even mee dat momenteel de controle op huilbaby’s gebeurt met een protocol uit 1930. Daarbij worden ouders en kind gescheiden. Men laat het kind in een ziekenhuis wenen tot het stopt, om op die manier de ouders wat nachtrust te gunnen. Collega’s, ik denk dat dit in alle mogelijke opzichten niet meer van deze tijd is.
Minister, vanuit de N-VA-fractie wil ik ervoor pleiten dat we aan ouders die niet kunnen rekenen op ouders, familie of op andere manieren om een welgekomen pauze te hebben in het kader van huilbaby’s, baby’s met reflux, enzovoort, dat we aan ouders van wie het nachtritme toch enigszins wordt verstoord, ondersteuning bieden zodat die mensen toch kunnen doorslapen. We kunnen met Kind en Gezin een goede indicatie hebben van die gezinnen en dan met de lokale gezinsondersteuning voorzien in een tussenkomst voor die ouders op een aantal momenten. Dat hoeft geen maanden aan een stuk te zijn. Maar we moeten dat realiseren. Dan hebben we een win-win-win voor alle partijen.
De heer De Reuse heeft het woord.
Collega Daniëls, u raakt hier een problematiek aan die ik als jonge vader zelf heb meegemaakt. Mijn tweede dochter heeft het gepresteerd om elf maanden aan een stuk elke nacht uren te huilen. Ik denk dat er geen enkele dokter is in Roeselare waar we niet geweest zijn.
Ouders moeten dan eens op adem komen en er gebeuren ook al wel eens ongelukjes. Dat hoor je dan want dan kom je natuurlijk in contact met andere ouders die een huilbaby hebben. De schudbaby komt niet zomaar uit de lucht vallen. Het is soms een geval van onmacht bij de ouders die denken alles goed te doen maar toch geen vat krijgen op de situatie.
Wat ik van mijn eigen dochter ondervonden heb, is dat op het ogenblik dat ze uit huis ging slapen, ze wel sliep. Wij hebben bij ons thuis babysits gehad, ouders die langsgekomen zijn enzovoort. We hebben ongeveer alles gehad, omdat we dachten dat ze de geborgenheid van thuis moest hebben. Maar daar ging het niet. Als we Adelheid dan eens naar onze ouders mochten brengen, dan sliep ze wel.
Het is een heel mooi voorstel van u. Ik ondersteun het volledig, maar we moeten de aanpak heel breed bekijken. Er moet ook worden bekeken of er opvang kan zijn waarbij die baby's naar een veilige omgeving worden gebracht, waar de ouders met een gerust hart hun kind naartoe kunnen doen, eventueel in het ziekenhuis waar de kinderen geboren worden. Ik denk dat we dat in ogenschouw moeten nemen want het is inderdaad een heel brede problematiek die de ouders letterlijk slapeloze nachten bezorgt.
Had u mij maar gevraagd als babysit, collega De Reuse.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, helaas verloopt de ontwikkeling van baby's niet in alle gevallen vlekkeloos. Als je ouder bent van een huilbaby of een kind met slaapproblemen, dan is dat enorm belastend. Vele ouders proberen zelf met deze problematiek om te gaan, maar dat kan een enorme impact op hen hebben, met mogelijk een depressie of zelfs een scheiding tot gevolg. Indien het gehuil zo erg is, kan de baby zonder zijn moeder in het ziekenhuis worden opgenomen. Collega Daniëls had het er daarnet ook over. Dan laat men de baby enkele dagen gecontroleerd huilen. Over deze aanpak bestaat er heel wat discussie. De baby kan gedurende deze periode extra stress ontwikkelen, wat in de toekomst zou kunnen zorgen voor problemen in onder andere de psychosociale ontwikkeling. Daarnaast is het scheiden van moeder en kind nefast voor de relatie en zou dit tot hechtingsproblemen kunnen leiden.
Sommige ouders laten hun kind 's nachts liever niet ergens anders achter. Daar zou kinderopvang aan huis zeker een oplossing kunnen bieden. In het buitenland bestaat er al een alternatief, de nachtnanny’s, maar in België is er nog helemaal niets. Nochtans zijn daar enkele voordelen aan verbonden. Zo kan dit langdurig ziekteverlof en depressie bij de ouders mogelijk vermijden. Om ervoor te zorgen dat dit voor vele gezinnen een oplossing kan bieden, ben ik dan ook van mening dat het aangeraden is om nachtopvang aan huis voor kinderen te bekijken en mogelijk te maken.
Minister, bent u van mening dat er momenteel voldoende alternatieven zijn voor ondersteuning voor ouders met huilbaby's? Neemt u ook nog andere initiatieven om deze problematiek aan te pakken?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Ik kan de problematiek alleen maar onderschrijven. Ik heb zelf geen huilbaby gehad maar een 's nachts zeer actief kind. Ik heb wel wat ouders gekend die een huilbaby hadden en die uit pure wanhoop daarmee naar het ziekenhuis zijn gegaan omdat ze dachten dat ze anders het kind iets zouden aandoen. Dat zijn natuurlijk kosten voor de maatschappij, naast de uitval van ouders wegens ziekte, depressie of gewoon op zijn.
Een dergelijk kader creëren, is niet evident. Welke zijn de kwaliteitsvereisten en de financiering? Hoe gaat men dat organiseren? Ik heb daar alle begrip voor. In het buitenland, bijvoorbeeld in Nederland, zijn er inderdaad al nachtnanny’s. Misschien kunnen we leren uit voorbeelden uit het buitenland.
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, deze vragen worden doorspekt met persoonlijke getuigenissen. Ik heb begrepen, voorzitter, dat u zich opgeeft als kandidaat-babysit. Misschien bent u eerst gaan babysitten en is het huilen pas nadien gekomen. Of er een causaal verband is, vereist volgens mij nog nader onderzoek. (Lacht)
De problematiek is wel te ernstig om daar maar wat mee te lachen, daar zijn we het wel over eens.
Ik denk, collega De Reuse, dat uw getuigenis ook aangeeft dat de vraag past binnen een bredere gezinsondersteuning, niet enkel kinderopvang. Dat heb ik ook in mijn antwoord gezegd: we moeten kijken naar een bredere aanpak op dat vlak.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik ben blij dat er bijval is vanuit meerderheid en oppositie om te kijken naar gezinsondersteuning in die situaties waarbij baby’s en kinderen dag en nacht wenen, in de thuissituatie of elders. Elders kunnen we daarvoor al kijken naar de gezinshuizen, die we vandaag al kennen en die voor een warme opvang zorgen. Thuis hebben we eigenlijk nog niet onmiddellijk een kader om dat mogelijk te maken. Dat was inderdaad mijn punt.
Minister, we zullen dat zeker verder opvolgen, opdat we dit toch ergens een plaats kunnen geven, in het belang van de ouders en de kinderen. Ik denk dat iedereen daar wel bij vaart en dat we heel wat kosten uitsparen, zowel in de gezondheidszorg als in de werkcontext, omdat ouders er letterlijk onderdoor gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.