Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Vraag om uitleg over het reactief afwegingskader voor prioritair watergebruik
Vraag om uitleg over de resultaten van de studie naar de waterbalans
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Minister, de debatten die we al gevoerd hebben rond water zijn niet meer op één hand te tellen. Het is duidelijk dat er hier in dit parlement al verschillende debatten zijn geweest over water, watergebruik, watervoorraad, en omgekeerd: wat als er te veel water is, hoe moeten we daarmee omgaan?
We worden geconfronteerd met een aantal zaken waarvoor we hier in het parlement en in de regering een oplossing proberen te zoeken. Enerzijds zijn er de periodes van hevige regenval, waarbij het water niet in de bodem kan dringen en veel te snel afspoelt. Anderzijds zijn er ook langere periodes van droogte waar we ons aan moeten aanpassen.
We hebben er al verschillende keren naar gevraagd en over gedebatteerd, maar er zou een eerste versie van een reactief afwegingskader voor prioritair watergebruik zijn. Dat hebben we kunnen lezen in de pers. Dit afwegingskader moet beslissingnemers in tijden van waterschaarste ondersteunen om de juiste beslissingen te kunnen nemen. Het is geen afschakelplan zoals er bij elektriciteit bestaat, er staat niet in welke sector in welke volgorde afgeschakeld zal worden. Maar het reactief afwegingskader geeft anderzijds wel een richting aan voor wat de eventuele impacts zouden zijn, en op welke manier mogelijke afschakelingen of uitsluitingen op het terrein zouden kunnen gebeuren.
Nu, er wordt gesteld dat het afwegingskader ook nog niet helemaal af is. Voor of tijdens en na de zomer staan er ook nog een aantal aanvullingen te wachten om dat afwegingskader op een goede manier te kunnen laten functioneren. Minister, daarom heb ik toch een aantal vragen, aangezien wordt aangegeven dat dit instrument mogelijk vanaf deze zomer wordt ingezet om op basis daarvan beleidskeuzes te maken.
Het reactief afwegingskader is bedoeld als hulpmiddel voor beleidsmakers. Er wordt een overzicht geboden van mogelijke maatregelen, maar een goede beslissing is mede afhankelijk van de lokale situatie. Ik denk dat dat ook duidelijk mag zijn op het terrein. Kunnen beleidsmakers anders beslissen dan wat het kader specifiek vooropstelt voor de specifieke lokale situatie? Met andere woorden: welke vrijheid in het gebruik is er in dat kader voorzien?
Welke ondersteuning van beleidsmakers is voorzien om de interpretatie van de maatregelen uit het afwegingskader op een correcte manier toe te passen? Hoe wordt die ondersteuning aangereikt en voor wie zal het dashboard, dat nog in ontwikkeling is, toegankelijk zijn?
Er moet nog lokale, gebiedsspecifieke informatie toegevoegd worden om het model goed te laten werken. Welke afspraken zijn daarover gemaakt? Wie kan of mag welke informatie op welk moment nog toevoegen?
Minister, hoe ziet u de werking van het afwegingskader als een beleidsondersteunend document in de praktijk? Wat als er op basis van het huidige afwegingskader beslissingen worden genomen die eventueel schade tot gevolg hebben? Hoe wordt daarmee omgegaan, en is de overheid bereid om de kostprijs van eventuele schade die naar voren komt, misschien op zich te nemen?
Met welke zaken is nog geen rekening gehouden in het afwegingskader? Er wordt aangegeven dat er nog een aantal zaken ontbreken. Hoe, wanneer en door wie zal dat aangevuld worden?
Het reactief afwegingskader bevat maatregelen voor wanneer we ons in een situatie van droogte bevinden. De Blue Deal bevat maatregelen die moeten vermijden dat we in die situatie terechtkomen. Bij deze wil ik nog eens vragen naar de uitvoeringstabel van de Blue Deal. Kan die aan ons bezorgd worden en hoe is die afgestemd op het reactief afwegingskader?
Collega’s, we hebben ondertussen moeten vaststellen dat we deze middag, na verschillende vraagstellingen, de uitvoeringstabel van de Blue Deal hebben doorgekregen. Minister, met mijn agendasetting was het niet meer mogelijk om dat voordien door te nemen, maar ik denk wel dat deze vraag overeind blijft: op welke manier is die uitvoeringstabel ook afgestemd op het reactief afwegingskader? Hoe gebeurt die wisselwerking met de informatie die we bijkomend hebben met het opstellen van het reactief afwegingskader? Hoe is dat op elkaar afgestemd?
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik zal mijn algemene inleiding wat skippen. Ik sluit mij uiteraard aan bij wat collega Rombouts heeft gezegd.
Het langverwachte afwegingskader werd onder leiding van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) voorgesteld aan het grote publiek in de vorm van een webinar. Dit kader zal nu op korte termijn ingang moeten vinden bij diegenen die het op het terrein zullen toepassen. Gezien de aanhoudende droogte van de afgelopen jaren lijkt een spoedige en kwalitatieve informatieoverdracht naar de gebruikers essentieel.
Minister, welke acties zult u daartoe ondernemen? Hoe zal de testfase in de zomer concreet in zijn werk gaan? Wat is de testperiode en op welke parameters zal er worden geëvalueerd?
Er is aangegeven dat het belangrijk is dat de interpretatie van de cijfers steeds gebeurt in samenwerking met experten op basis van en met aanvulling van lokale gebiedskennis. Hoe moet zich dat in de praktijk omzetten? Is er overal voldoende kennis aanwezig?
U geeft aan dat er zowel algemene als fijnmazigere, gebiedsspecifieke maatregelen zullen worden genomen. Hoe zult u garanderen dat er bij waterschaarste geen kakofonie zal plaatsvinden van de voorgestelde wateraanbodverruimende of watervraagbeperkende maatregelen die worden aangekondigd? Op welke manier zult u ervoor zorgen dat de lokale experten de juiste maatregelen nemen?
Na de zomer zal men het afwegingskader evalueren, bijsturen en verder uitwerken. Zo wil men toekomstgericht ook nog enkele zaken aan de waterbalans toevoegen met betrekking tot de waterkwaliteit, en ook de indirecte kosten van maatregelen wil men in kaart brengen. Hoe ziet u het vervolgtraject van dit kader? Wat is hiervoor de voorziene timing?
Bij het afwegingskader werden een aantal principes besproken maar niet goedgekeurd. Zo zijn er geen ‘essentiële sectoren’ beschouwd vermits dit volgens het rapport een politieke keuze inhoudt. Acht u het noodzakelijk dat er in de toekomst wel nog zulke essentiële sectoren worden aangeduid? Op basis van welke objectieve informatie zou de keuze worden gemaakt?
Het rapport stelt ook dat de draagkracht van de sectoren en de economische kwetsbaarheid en schokbestendigheid niet in rekening werden gebracht omdat er hierover te weinig informatie is. Op welke manier kunnen we hier meer inzichten in verwerven om die sectoren extra te sensibiliseren?
De heer Van Rooy heeft het woord.
Professor Patrick Willems, waterbouwkundige aan de KU Leuven, leidde een studie naar de waterbalans in Vlaanderen. Er werd bekeken hoeveel water er Vlaanderen binnenkomt en hoeveel er gebruikt wordt. De waterbalans werd opgesteld ter voorbereiding van het afwegingskader voor maatregelen in geval van droogte of waterschaarste.
Uit de balans blijkt dat ongeveer de helft van het zoetwater in Vlaanderen uit neerslag komt. De andere helft stroomt langs de waterlopen Vlaanderen binnen. Van het totale aanbod stroomt maar liefst 63 procent weer weg, naar Nederland of in de Noordzee. De overige 37 procent wordt ‘verbruikt’. Het meeste verdampt.
Volgens professor Willems houdt de meer dan 60 procent van ons water dat recht naar de zee stroomt een groot potentieel in. Hij zegt: “Stel dat we daar 10 of 15 procent van konden vasthouden, dan zouden veel van onze problemen bij droogte van de baan zijn.”
Minister, hebt u deze zogenaamde waterbalans meegenomen in het afwegingskader voor tijden van acute droogte? Zo ja, welke impact heeft de studie gehad? Hoe staat u ten opzichte van de opmerking van professor Willems dat veel van onze droogteproblemen opgelost zouden zijn indien we 10 tot 15 procent van het water dat nu in de Noordzee vloeit, zouden kunnen vasthouden? Zult u in dit verband actie ondernemen om veel minder zoet water op deze manier verloren te laten gaan? Zal de studie naar de waterbalans in de toekomst worden herhaald?
Minister Demir heeft het woord.
Met het lang verwachte reactief afwegingskader prioritair watergebruik zetten we een grote stap vooruit. Voor het eerst werd de impact en dus ook de effectiviteit van de diverse maatregelen die men kan nemen in tijden van waterschaarste in kaart gebracht. Het kader biedt een wetenschappelijke ondersteuning voor beleidsmakers.
Het kader is een beslissingsondersteunend instrument, geen afschakelplan, en bestaat uit verschillende bouwstenen: een indicatorenkader dat voor zowat alle waterbehoeftige sectoren aangeeft wanneer die sector te kampen krijgt met dreigende of effectieve waterschaarste, een waterbalans die inzicht geeft in het aanbod en verbruik van water in Vlaanderen op jaarbasis, maar ook tijdens specifieke droogteperiodes, en een inventaris van mogelijke maatregelen die in aanloop naar of tijdens een waterschaarste kunnen worden genomen.
Het gaat niet enkel om maatregelen om het waterverbruik te verminderen, maar ook om de waterbeschikbaarheid te vergroten. Aan elke maatregel zijn een inschatting van de socio-economische en ecologische impact en de baten voor het watersysteem verbonden.
Het kader biedt dus wetenschappelijke ondersteuning. Uiteraard kunnen en moeten beslissingsnemers bij de afweging van maatregelen steeds rekening houden met aanvullende informatie zoals lokale gebiedskennis, informatie inzake waterkwaliteit en andere. Op basis daarvan kunnen zij hun beslissing gebiedsgericht verder onderbouwen en wanneer gewenst bijstellen.
Deze extra informatie wordt aangereikt binnen de droogteoverlegstructuren binnen de Coördinatiecommissie Integraal Waterbeleid (CIW). Experten op zowel provinciaal als Vlaams niveau komen op geregelde tijdstippen samen om informatie uit te wisselen over de droogtetoestand en om af te stemmen over de nodige maatregelen. Zo wordt gewaakt over voldoende afstemming tussen de verschillende, al dan niet gebiedsspecifieke maatregelen en wordt gezorgd voor inbreng van voldoende lokale kennis.
Het kader is omvangrijk. Informatiedoorstroming en opleiding zijn dus belangrijk. Daarom worden de droogte-experten binnenkort uitgenodigd voor provinciale infosessies over de resultaten van de studie en het indicatorendashboard. Daarnaast is er deze zomer nog in begeleiding voorzien van het onderzoeksteam onder leiding van professor Willems dat het kader uitwerkte. Zo kunnen ook bijkomende scenario’s eventueel worden doorgerekend en kunnen we het kader deze zomerperiode verder verfijnen.
Deze zomer zal vooral een proefzomer zijn. We gaan kijken of we het kader al dan niet moeten bijstellen. Na de zomerperiode is een evaluatie voorzien van welke indicatoren onder meer verder moeten worden verfijnd, en welke informatie er nog nodig is om de studieresultaten gebruiksvriendelijker te kunnen raadplegen.
Op basis van de evaluatie en rekening houdend met de aspecten die nog onvoldoende konden worden uitgewerkt in het eerste traject, zal in het najaar een vervolgtraject starten, waarbij nieuwe elementen in het kader worden verwerkt.
Het kader is dus een lerend instrument. Het eindrapport geeft dan ook aanbevelingen mee voor het vervolgtraject. Voorbeelden zijn de verfijningen aan de socio-economische impactanalyse, het verder uitdiepen van het principe van beloning voor wie reeds waterbesparende maatregelen nam, en het bepalen van bijkomende drempelwaarden en nieuwe indicatoren voor grondwaterafhankelijke natuur zoals veengebieden.
Mevrouw Rombouts, u vraagt ook naar een mogelijke vergoeding voor eventuele schade. Dat zat niet in de scope van deze oefening maar is wel een goed aandachtspunt. Zoals gezegd, is een van de openstaande onderzoeksvragen hoe we bedrijven die waterbesparende maatregelen nemen, kunnen belonen. Ik denk dus dat we vooral moeten stimuleren in de plaats van te betalen voor schade. Men kan natuurlijk altijd brede weersverzekeringen afsluiten, die schade door extreme weersomstandigheden, zoals droogte, dekken. Ik denk dat we vooral bedrijven die waterbesparende maatregelen nemen, moeten stimuleren en belonen.
Zoals collega Devroe aangaf, neemt het afwegingskader ook een aantal principes in rekening. Schade aan de volksgezondheid moet absoluut vermeden worden. Ook onomkeerbare schade moet maximaal vermeden worden. Dat is evident, denk ik. In het afwegingskader zijn vandaag nog geen essentiële sectoren gedefinieerd. Eenduidige, objectieve criteria om deze selectie te maken, zijn niet beschikbaar. Dit moet wat mij betreft dan ook meegenomen worden in de oefening die in het najaar zal lopen. Een gelijkaardige vraag rijst inzake de draagkracht van sectoren en de economische kwetsbaarheid.
Collega’s, ik denk dat het duidelijk is dat we schade als gevolg van waterschaarste en droogte in de eerste plaats zoveel mogelijk moeten vermijden. Dat betekent dat we structureel moeten ingrijpen op de verschillende sporen van de Blue Deal die we vandaag allemaal aan het uitvoeren zijn. Zo zorgen we ervoor dat minder van ons zoet water rechtstreeks naar de zee vloeit, zoals professor Willems ook aangaf.
Het afwegingskader biedt ook een goede basis om de belangrijkste sectorale en/of gebiedsspecifieke knelpunten te detecteren die gelinkt zijn aan waterschaarste en de gevolgen van droogte. Dit maakt het mogelijk om te bepalen waar zich de grootste urgenties en opportuniteiten situeren.
Daarnaast zullen we ook de modellen en de indicatoren van het afwegingskader voor de Blue Deal kunnen inzetten. Het is de bedoeling om dit indicatorenkader voor de Blue Deal nog verder uit te bouwen om een beter zicht te krijgen op de impact van de proactieve maatregelen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik wil in dezen ook nog verwijzen naar een studie van de European Research Council (ERC) die ondertussen gepubliceerd werd en die heel duidelijk stelt dat er met de klimaatverandering en de droogte mogelijk kostenverschuivingen gepaard zullen gaan naar sectoren die getroffen zullen worden. Ik denk dat iedereen in deze commissie duidelijk erkent dat we echt moeten bekijken op welke manier we alles op alles kunnen inzetten inzake zuinig watergebruik en/of voorradig watergebruik en het ophouden van water. In die studie wordt ook benadrukt dat de directe kosten vaak wel in rekening worden gebracht, maar de indirecte kosten vaak niet.
In het eindrapport van het reactief afwegingskader wordt aangegeven dat de ketenbenadering nog niet doorgerekend zou zijn, terwijl dit belangrijke informatie is om de indirecte kosten, zeker als er ook maatregelen genomen worden, in beeld te brengen. Dus, minister, ik hoop dat dit ook heel duidelijk wordt meegegeven in de opleidingen die u voorziet: dat mogelijk daardoor de inschatting van een aantal maatregelen en de kosten die daaraan verbonden zijn of de impact daarvan, momenteel op een aantal vlakken onderschat worden.
Minister, u geeft aan dat er een opleiding zal worden voorzien voor de droogtemanagers op dit vlak. Ik denk dat zij inderdaad belangrijke personen zijn om mee te hebben in dit verhaal. Vermits er ook verwacht wordt dat er lokale informatie wordt meegegeven, denk ik dat het belangrijk is om die terreinkennis ook effectief in het systeem te krijgen. Het lijkt me ook heel belangrijk dat zij een heel goede kennis hebben van het systeem. Ik denk dat ze betrokken moeten kunnen worden bij de opleidingen om het systeem en de input op een zo nauwkeurig mogelijke manier te voorzien.
Minister, u geeft aan dat er inderdaad een evaluatie zal gebeuren. In het najaar plant u de verdere doorrekeningen. Mijn vraag is heel concreet, minister: wordt de ketenbenadering waarnaar u daarnet verwees, meegenomen in het traject in het najaar?
De beloning van diegenen die waterbesparende maatregelen nemen, is heel positief. Dat neemt echter de vraag niet weg hoe we moeten omgaan met schade die zou optreden bij een beleidsmatig optreden. U verwijst naar eventuele brede weersverzekeringen. Het is heel moeilijk om een beleidsmatige keuze mee te laten verzekeren. En wat gebeurt er als de verzekering de situatie niet erkent als een droogte? Dat zijn heikele punten. Het is niet zo evident om dat in een verzekering op te nemen.
Kunt u afronden alstublieft?
Uiteraard, voorzitter, ik was het aan het afronden. Als u me had laten uitspreken, dan was ik al klaar.
Ik heb begrepen dat het momenteel geen aandachtspunt is. Daarom vraag ik om dat element zeker mee te nemen in de nadere evaluatie en besprekingen.
Dank voor de snelle afronding.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik dank u vooreerst voor uw uitgebreide antwoord. We hebben het al veel gehad over deze thematiek. Er is ook een hoorzitting over geweest. We hebben een duidelijke stand van zaken gekregen over de acties en de projecten van de Blue Deal. We zien dat er niet alleen serieuze investeringen zijn gepland, maar dat er ook al heel wat zijn uitgevoerd. Dat is een heel goede zaak. We weten dat er heel wat werk aan de winkel is. Ik vind het ook positief dat de stand van zaken ook aan de commissie in een halfjaarlijks of jaarlijks rapport wordt meegegeven zodat we dat goed mee kunnen opvolgen.
Wat betreft de antwoorden op mijn vragen en op die van de collega’s, minister, vind ik het ook zeer goed dat er een testfase is en dat er na de zomer een evaluatie komt. Daar kijk ik echt naar uit. We mogen allemaal blij zijn met de buien, ook al zullen velen dat niet graag horen. Het wisselvallige weer van de laatste tijd is een positieve zaak om de grondwaterstanden te verbeteren. Dat heeft ook de woordvoerster van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) de afgelopen dagen gezegd. Al zal het allicht niet voldoende zijn om de droogte tegen te gaan.
Ik ben een heel grote voorstander van het stimulerende beleid waar u naar verwees. Het is beter om mensen te stimuleren, te belonen en effectief aan te moedigen om duurzamer gebruik te maken van het water. Ook wat betreft de kennis is het een goede zaak dat er extra opleidingen zullen worden gegeven. Dat is heel belangrijk want de keuzes die zullen moeten worden gemaakt als de waterafvoer zal worden afgesloten – laten we hopen dat het niet zal gebeuren – hebben heel grote gevolgen, ook voor bepaalde sectoren. Het is heel belangrijk dat het kader goed gekend is en dat er voldoende kennis is om de beslissingen op een goede, grondige en weloverwogen manier te kunnen nemen.
Ik heb het graag nog even over het communicatieve aspect, minister. Als we zien hoe de communicatie de voorbije jaren soms gelopen is, is er op dat vlak zeker werk aan de winkel. Hoe zult u een wirwar van berichten bij droogte en bij afsluitingen vermijden? We moeten ervoor zorgen dat de gemeenten, de provincies, de Vlaamse overheid en andere actoren op dat vlak goed op elkaar zijn afgestemd. Daar heb ik niet echt iets over gehoord.
Daar wil ik toch graag nog eens extra uw aandacht op vestigen omdat ik echt wel denk dat goed moet worden uitgelegd waarom die keuze wordt gemaakt om die sector bijvoorbeeld af te sluiten. Ik denk dat het belangrijk is om bepaalde sectoren daar goed bij te betrekken.
De heer Van Rooy heeft het woord.
Ik heb volgens mij geen enkel antwoord gekregen op mijn vragen. Ik zal me beperken tot de hamvraag. Wanneer 60 procent van het water dat wij gratis binnengestroomd krijgen, echt naar de zee stroomt – professor Willems geeft aan dat als we daar 10 tot 15 procent van kunnen vasthouden, veel van onze problemen bij droogte van de baan zouden zijn – is mijn vraag aan de minister of zij daar rekening mee houdt en desgevallend actie onderneemt om dat gratis water niet allemaal naar de zee te laten stromen maar daar inderdaad 10 tot 15 procent van vast te houden om de droogteproblematiek de baas te kunnen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. Het reactief afwegingskader is er en is superinteressant. Het gaat over een gamma aan maatregelen om de waterbeschikbaarheid te kunnen garanderen in periodes van droogte maar het focust zich vooral op de beschikbaarheid van oppervlaktewater. De maatregelen om de grondwatertafel op peil te houden, zijn relatief beperkt. En zoals u weet, heeft een verlaging van de grondwatertafel een directe impact op natte natuur en veengebieden.
Minister, wanneer u na deze testperiode evalueert, zult u op termijn dan ook meer maatregelen uitwerken in dat reactief afwegingskader om ook die grondwatertafel en de waterbeschikbaarheid die daardoor wordt gegarandeerd, in stand te houden? Zult u dat opnemen in de evaluatie en daar maatregelen voor ontwikkelen?
Mevrouw De Coninck heeft het woord.
Collega’s, zoals jullie weten, kom ik graag tussen bij vragen over water en droogte bij afwezigheid van mijn goede collega.
Ik sluit me aan bij de inleiding van collega Schauvliege. Het reactief afwegingskader watergebruik is inderdaad een goed instrument. Het is goed dat dat er is. Het is beleidsondersteunend, zoals de minister in haar antwoord zei. Maar in alle vragen in verband met water en droogte komt ook weer het belang van die Blue Deal naar boven. Die Blue Deal is een structurele aanpak en werkt op verschillende sporen om droogte te vermijden en het kostbare goed van water te beschermen. Minister, mijn vraag heeft betrekking op de link tussen beide, het reactief afwegingskader en de Blue Deal. Kunt u laten opvolgen in hoeverre acties die u plant in het kader van de Blue Deal een impact hebben op de toepassing van het reactief afwegingskader?
De heer Pieters heeft het woord.
Ik sluit me aan bij wat collega Van Rooy aangaf. We kunnen natuurlijk proberen het water dat we binnenkrijgen zo efficiënt mogelijk en met een groot rendement te verbruiken. Maar zoals we ook waterverdragen hebben met Nederland, dat wil zeggen Vlaanderen met Nederland, zouden naar analogie daarmee ook andere verdragen kunnen worden gesloten. Ik heb dat ook tijdens de hoorzittingen aangegeven en professor Willems was daar wel voor te vinden. Dat moet echter politiek worden afgehandeld. Minister, in welke mate bent u daarmee bezig? Zit het in de planning om ook waterverdragen met Wallonië en Frankrijk af te sluiten? Er komt wel veel regelwater door de rivieren naar Vlaanderen maar in tijden van droogte wordt dat ook beperkt.
In welke mate zijn wij verzekerd van een bepaald debiet in periodes van droogte?
Minister Demir heeft het woord.
Mevrouw Rombouts, ik wil onderstrepen dat die ketenbenadering ook wordt meegenomen. Wat betreft de indirecte kosten: iedereen is zich daar ook van bewust, ook de stakeholders. Meer dan 130 betrokkenen hebben ook die vraag gekregen om in de loop van deze zomer voldoende informatie te bezorgen, zodat we de instrumenten ook kunnen verfijnen. Ook lokale experten worden meegenomen in de trajecten, bijvoorbeeld als het gaat over de bekkenbesturen. De eventuele schade zat niet in de scope van deze oefening. Voor alle duidelijkheid: in het geval van captatieverbod was het ook niet dat de overheid een bepaalde schade betaalde. Maar we nemen dat mee in de onderzoeksvraag. Ik ga mij er nu niet toe verbinden dat we allerlei schade moeten gaan vergoeden enzovoort. Dat zou te gek voor woorden zijn, denk ik.
Collega Van Rooy, ik denk dat u het debat rond de Blue Deal niet hebt gevolgd, en het feit dat wij nu enorm aan het investeren zijn en ervoor zorgen dat water kan infiltreren in de grond. Want daar gaat eigenlijk heel het probleem van de droogte over, en ook de Blue Deal. Dat is proactief. Dat is wat we doen met het aanmaken van natte natuur, water ruimte geven in Vlaanderen, bufferbekkens, infiltratiebekkens en noem maar op. Daar zijn we sinds vorig jaar heel druk mee bezig. Ik ben daar dus niet op ingegaan, omdat ik dacht dat dat voor iedereen wel al bekend was. Dat is trouwens ook wat we moeten doen van professor Willems om water bij te houden en ervoor te zorgen dat het niet naar de zee gaat. Daarom doen we dat ook volle bak sinds vorig jaar.
De Blue Deal is veeleer proactief, het afwegingskader is inderdaad veeleer reactief. Ik hoop natuurlijk dat we dat minimaal zullen moeten gebruiken, maar ik denk dat het goed is dat die oefening is gemaakt en dat er nu een kader en handvatten zijn, die ook wetenschappelijk onderbouwd zijn. Dit jaar is de proefperiode. In de zomer gaan we kijken hoe dat op het terrein wordt ervaren en waar we moeten bijstellen en waar niet. Dat is ook logisch, denk ik.
We maken ook afspraken over het debiet met Wallonië en Frankrijk, en over waterverdeling richting de Schelde en de Leie. Die afspraken worden wel degelijk gemaakt.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Bedankt, minister, voor de bijkomende antwoorden.
Ik denk, collega’s, dat we allen uitkijken naar de evaluatie en het verloop van heel dit traject deze zomer. Laat ons hopen dat het eigenlijk niet nodig is en dat we voldoende water beschikbaar hebben. Ook wat betreft de bijkomende informatie die verzameld wordt om het reactieve afwegingskader verder aan te vullen, zullen we dit zeker met verdere interesse opvolgen.
Wat betreft de oefening rond eventuele schadevergoedingen, minister, gaat het mij ook helemaal niet over de nodige fantasieën die we daarrond kunnen creëren. Er worden natuurlijk wel een aantal mogelijke beleidsmatige ingrepen voorzien, dus ik denk dat het wel interessant is om die oefening mee te nemen. Maar ik heb begrepen dat u daar positief tegenover staat.
Voorkomen is nog altijd sterker dan reactief te moeten reageren. Uw Blue Deal is daar een belangrijk element in, vandaar ook mijn vraag naar de uitvoeringstabel. Ik heb ook begrepen dat de informatie, de kennis en de wetenschappelijke gegevens die we nu verzamelen bij het reactieve afwegingskader, mogelijk nog interessante informatie kunnen opleveren om eventueel nog bijsturingen te doen in de Blue Deal en de uitvoeringstabel. Ook dat zullen we verder opvolgen, want ik denk dat het belangrijk is om ook daar de juiste prioriteiten te kunnen leggen. Wordt vervolgd. We kijken uit naar de verdere discussies hieromtrent.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw extra antwoorden. Ik kijk ook uit naar de verdere uitrol van de Blue Deal, de verdere uitrol van het reactief kader, de verdere uitrol van de evaluatie en het tussentijdse rapport en naar de realisaties van de Blue Deal. Laat ons met zijn allen hopen dat dit kader niet gebruikt moet worden, maar het is goed dat het er is. Laat ons hopen dat het niet al te droog wordt dit jaar, dat we het niet nodig hebben en dat we mensen niet van water dienen af te sluiten.
De heer Van Rooy heeft het woord.
De Blue Deal is blijkbaar de nieuwe toverterm, maar als ik een simpele vraag stel over de connectie tussen de vaststelling van professor Willems, de cijfers die hij noemt en de Blue Deal, dan moet ik het doen met een non-antwoord. Ik neem daar akte van.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.