Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Collega’s, de Vlaamse Regering heeft al eerder ingezet op het erkennen van verworven competenties en heeft een EVC-beleid (elders verworven competenties) uitgebouwd op basis van beroepskwalificaties. Zo kunnen we de beschikbare profielen op de arbeidsmarkt optimaal inzetten. Daarbij is het belangrijk verder te kijken dan diploma’s. Via EVC-trajecten kan men de nadruk leggen op talenten, competenties, kennis en ervaring.
Het EVC-beleid binnen het beleidsdomein Werk is gericht op het versterken van mensen om een duurzame loopbaan uit te bouwen. Het certificeren of valideren van competenties is daarbij een belangrijke stap. Wanneer de krapte op de arbeidsmarkt zich verder doorzet, zal de focus hier nog meer op komen te liggen.
De Vlaamse Regering werkte eerder al een kader uit om verworven competenties te kunnen laten erkennen. Dat gebeurt in een EVC-traject dat bestaat uit vier stappen: het benoemen van de competenties, het in kaart brengen van competenties, het laten beoordelen van competenties, en het certificeren van competenties. Er zijn ook EVC-testcentra, via bijvoorbeeld het volwassenenonderwijs, VDAB of sectororganisaties. Momenteel kan men voor vijf of zeven beroepen – dat is me niet helemaal duidelijk – zijn of haar ervaring laten erkennen.
EVC’s zijn niet onbelangrijk. Ook vanuit de jeugdsector wordt heel sterk gekeken naar de competenties die men daarin heeft verworven. Zeker voor jonge mensen zonder diploma is het een manier om misschien aansluiting te vinden bij de arbeidsmarkt. Binnen VDAB zijn er de onderwijskwalificerende trajecten specifiek op knelpuntberoepen gericht, maar verder zijn er geen kwalificerende trajecten voor werkzoekenden die een oplossing bieden als ze geen diploma hebben. De Ambrassade benadrukt dat de EVC-methode iedereen kansen kan bieden, maar roept op specifiek aandacht te besteden aan jongeren en hen te begeleiden richting een kwalificatiebewijs. De Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) steunt ook de beroepskwalificerende trajecten als middel om levenslang leren te stimuleren bij werknemers en werkzoekenden.
Minister, evolueert het gemeenschappelijk kwaliteitskader voor EVC-standaarden mee naargelang de nodige competenties om een beroep uit te oefenen veranderen? Is het flexibel genoeg? Zijn er gesprekken met VDAB om de lijst van beroepen waarvoor men zijn ervaring kan laten erkennen, uit te breiden? Zijn er afspraken met VDAB en/of sectororganisaties om proactiever in te zetten op de EVC-methode als structureel beroepskwalificerend instrument naar werk? Hoe kijkt u naar het beter bereiken van jongeren zonder diploma of kwalificatiebewijs?
Minister Crevits heeft het woord.
Het gemeenschappelijk kwaliteitskader voor EVC-standaarden houdt rekening met de mogelijkheid van een geactualiseerde EVC-standaard en moet niet meer evolueren. Dit is zo geregeld in het besluit van de Vlaamse Regering van 26 april 2019. De basis voor een EVC-standaard is de bijhorende beroepskwalificatie. Als de beroepskwalificatie aangepast wordt, kan het Agentschap voor Hoger Onderwijs, Volwassenenonderwijs, Kwalificaties en Studietoelagen (AHOVOKS) de ontwikkelingscommissie samenbrengen om de EVC-standaard te actualiseren. Na goedkeuring van een geactualiseerde EVC-standaard door de bevoegde ministers, geeft AHOVOKS aan welke van de bestaande EVC-instrumenten binnen het jaar aangepast moeten worden. Vanaf dat moment zijn zowel de erkenning van nieuwe EVC-testcentra als het toezicht op bestaande EVC-testcentra gebaseerd op de geactualiseerde EVC-standaard.
Artikel 2 van hetzelfde besluit bepaalt dat een lijst van beroepskwalificaties waarvoor een EVC-traject kan worden uitgewerkt ter kennisgeving aan de Vlaamse Regering wordt voorgelegd. De lijst is opgemaakt rekening houdend met de inbreng van onderwijs- en opleidingsaanbieders, sectoren, organisaties of strategische adviesraden en met de maatschappelijke of economische relevantie. VDAB is hierbij steeds betrokken.
Werkzoekenden zonder kwalificatie kennen een eerder moeizame overstap naar de arbeidsmarkt. Kwalificerende trajecten kunnen deze groep versterken in hun positie op de arbeidsmarkt. In samenwerking met het volwassenenonderwijs zet VDAB nu al in op onderwijskwalificerende trajecten met VDAB-opleidingscontract (OKOT’s). Een onderwijskwalificatie behalen, is echter niet voor elke werkzoekende weggelegd. Het zijn relatief zware trajecten, die een grote tijdsbesteding en studiewerk vergen. VDAB bekijkt hoe het arsenaal aan kwalificerende trajecten op een zinvolle wijze uitgebreid en georganiseerd kan worden voor werkzoekenden. De EVC-methode wordt daarin uiteraard ook meegenomen.
Op zich is de EVC-procedure enkel een beoordeling van de mate waarin iemand al dan niet de competenties voor een beroepskwalificatie heeft verworven. Een geslaagde EVC-procedure hangt af van de vraag welke competenties voorafgaand aan de EVC-assessment voldoende zijn verworven.
Aangezien jongeren doorgaans een beperkte werkervaring hebben, zijn de kansen dat jongeren succesvol een EVC-procedure doorlopen veeleer beperkt. Het is niet voldoende enkel op het doorlopen van een EVC-assessment in te zetten. Indien we jongeren een kans op een kwalificatie door middel van een EVC-procedure willen bieden, moeten we inzetten op de organisatie van een voorafgaand ervaringsopbouwend sterk traject. Enkel inzetten op de ontwikkeling van EVC-standaarden of op de erkenning van EVC-centra zal niet voldoende zijn om jongeren zonder diploma of kwalificatiebewijs te bereiken. We moeten de jongeren een haalbaar en zinvol voorbereidend traject bieden. Daarover loopt momenteel een onderzoek. Een ervaringsopbouwend sterk traject waarvan de EVC-procedure het sluitstuk vormt, is uiteraard een van de mogelijkheden.
We werken in Vlaanderen al heel lang aan die EVC’s. We zijn in 2005 of 2006 gestart met de ontwikkeling van de ervaringsbewijzen. Aanvankelijk was er veel interesse van de sectoren om op die manier een aanvulling te kunnen geven op de in het onderwijs verworven kwalificaties of uitgereikte diploma’s. Toen werd eraan gedacht voor tientallen beroepen ervaringsbewijzen uit te reiken, maar uiteindelijk is het een heel beperkte selectie geworden. Dit lijkt me veeleer een dalende dan een stijgende beweging.
Minister, wordt nog verder met de sectoren overlegd over manieren om opnieuw meer beroepen in aanmerking te laten komen voor de EVC’s en de ervaringsbewijzen? In het verleden zijn heel wat voorbereidende werkzaamheden uitgevoerd die misschien nooit tot een succes hebben geleid of niet voldoende zijn doorgezet, maar het kan relevant zijn dit nu weer op te pikken. Gezien de structurele krapte op de arbeidsmarkt, is dit zeer relevant.
Mevrouw Sterckx heeft het woord.
Voorzitter, het EVC-beleid is een stap in de goede richting om werkzoekenden en mensen die een carrièreswitch overwegen de mogelijkheid te bieden een job uit te oefenen waarvoor ze wel de juiste competenties hebben, maar niet altijd over het juiste diploma beschikken. Een uitbreiding van de lijst met beroepen waarvoor ze hun ervaringen kunnen laten erkennen, is dan ook nodig om zo veel mogelijk mensen en werkzoekenden de kans te bieden hun EVC’s te laten erkennen.
Het is dan ook de logica zelve dat in een vacature niet enkel de diplomavereisten, maar ook de verworven competenties worden opgenomen. Indien werkgevers in hun vacatures enkel over de diplomavereisten spreken, zullen de werkzoekenden met de juiste competenties, maar niet met het juiste diploma niet voor die functies solliciteren. Dat moeten we vermijden.
Minister, hoe zult u ervoor zorgen dat de werkgevers in hun vacatures zullen vermelden dat ook personen met elders verworven competenties kunnen solliciteren?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik dank iedereen voor de interesse. Het samenspel tussen Werk, Onderwijs en sectoren is uiteraard van belang. Er zijn nu tien beroepen waarvoor iemand door middel van de EVC’s een beroepskwalificatie kan halen, maar er zijn er nog heel wat in ontwikkeling. Dat is een stapsgewijs proces waar we voldoende aandacht en energie aan moeten besteden.
Mevrouw Sterckx, veel werkgevers doen dat al. VDAB speelt daar een zeer stimulerende rol in. We kunnen de werkgevers niet verplichten. Ze hebben de vrije keuze dat te doen. Ik vind ook wel dat de Vlaamse overheid een voorbeeld kan stellen. Dat is ook van belang.
Ik ben benieuwd naar het samenspel tussen de sectoren, het onderwijs en VDAB. Volgens mij valt er met betrekking tot het EVC-beleid en de ervaringsbewijzen wel degelijk nog heel wat winst te boeken. Ik hoop dat we de EVC’s in de toekomst voor meer beroepen zullen kunnen valoriseren. Dit wordt ongetwijfeld nog vervolgd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.