Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Goedemiddag, collega’s. Ik heb inderdaad een vraag over de PFAS-vervuiling (poly- en perfluoralkylstoffen), minister. Het is een discussie die we ook al in de plenaire gevoerd hebben, en waar we toch graag nog even op door willen gaan, gelet op de bijkomende berichtgeving.
Poly- en perfluoralkylstoffen zijn door de mens gemaakte producten die van nature niet in het milieu voorkomen. Ze worden gebruikt in allerlei producten omdat ze water, vet en vuil afstoten. Door het gebruik van deze producten, door fabrieksemissies, incidenten en zelfs bij het blussen van branden, zijn PFAS in het milieu terechtgekomen. PFAS breken niet af, kunnen zich gemakkelijk verspreiden in het milieu en kunnen ophopen in dieren, planten en het menselijk lichaam. Deze chemicaliën worden ook wel eens de ‘forever chemicaliën’ genoemd.
PFOS, een stof die gebruikt wordt om tapijten en textiel water-, vet- en vuilafstotend te maken, is een van de producten van de PFAS-familie.
In de commissie van 20 april stelde ik minister Demir de vraag naar de stand van zaken inzake onderzoek en normering van PFAS en de link met de werken aan Oosterweel. De minister gaf aan dat de normering recent was bijgesteld. Dat bleek ook uit een rapport van de OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij). Alleen voor PFOS is er geen bijstelling gebeurd. Voor bouwkundige toepassingen is de norm van PFOS niet aangepast en blijft die 70 microgram per kilogram grond. Voor de andere PFAS-verbindingen wordt een toetsingsnorm gevolgd, waarbij de som van de gemeten PFAS wordt getoetst aan de norm voor PFOS. Voor vrij gebruik van PFOS was er een bijstelling van 8 naar 3 microgram per kilogram grond voorzien, en dat gaat in vanaf 1 april 2021. Er wordt ook heel duidelijk aangegeven in de nieuwe richtlijnen dat bodemmateriaal opgegraven op PFAS-verdachte terreinen best ter plaatse blijven. De toetsingswaarden zijn voorlopige waarden omdat wetenschappelijk onderzoek nog steeds volop bezig is.
Op de commissie stelde minister Demir dat de norm voor bouwkundige toepassingen voor PFOS bepaald is op basis van de haalbaarheid en de gemeten achtergrondwaarden in Vlaanderen. Eerder gaf de minister ook aan dat er nog een bijkomend biomonitoringsonderzoek bezig is, hoewel we al weten dat PFAS een grote impact heeft en in de hele Vlaamse bevolking verhoogde concentraties te vinden zijn. Voor PFOS was dat in 2014 voor 77 procent van de 50- tot 65-jarigen het geval.
In de Standaard van 26 april wordt het grondverzet naar aanleiding van de werken aan Oosterweel in relatie tot PFOS toegelicht. In de commissie gaf minister Demir aan dat alle werken conform de geldende normering verlopen. Dat lijkt logisch. De vraag is natuurlijk of de normering streng genoeg is. In Nederland gebruikt men voor PFOS een strengere norm.
Bouwheer Lantis beseft het gevaar en neemt maatregelen. Men stelt dat de vervuilde grond het Oosterweel-projectgebied niet zal verlaten. De grond met de hoogste concentraties PFOS blijft in de zone waar hij wordt aangetroffen. Die grond wordt grondig verpakt zodat die op termijn geen risico kan vormen voor de omgeving. U hebt dat trouwens ook in de plenaire vergadering aangegeven. U zei toen dat de totale kostprijs wordt geraamd op ongeveer 64 miljoen euro. Met die 23 miljoen euro extra en de vorige schijf die het Vlaams Fonds voor de Lastendelging in 2019 aan Lantis ter beschikking heeft gesteld, heeft Lantis tot op heden een bedrag van 50 miljoen euro ontvangen om tegemoet te komen aan die problematiek.
Voorts zei u op de plenaire vergadering van 28 april over het transport van gronden: "Uiteraard zal de bouwheer, de nv Lantis, zelf het een en ander controleren maar daarnaast hebben we natuurlijk ook de instanties die daarvoor zijn aangewezen, met name de OVAM en de Grondbank. Zij zullen sowieso elke vrachtwagen controleren die daar met een vracht grond rondrijdt. Er zal worden gecontroleerd of men over de juiste attesten beschikt. Er moet ook een duidelijke verklaring zijn over het soort grond dat wordt getransporteerd. De OVAM zal dat allemaal opvolgen en de geldende richtlijnen doen respecteren."
In De Morgen en in de Standaard van 8 mei worden opnieuw data gepubliceerd. Annik Dirkx, woordvoerder van Lantis, zegt dat in totaal zo’n 400.000 kubieke meter grond in dit deel van de Oosterweelwerf de waarde van 70 microgram overschrijdt. Die grond blijft ter plaatse en wordt met een dubbele afdichting van waterafstotende folie en klei afgeschermd zodat de PFOS niet kan wegsijpelen. Dat is een verbetering, want nu ligt die vervuilde grond vrij in de natuur.
Daarnaast bevat zo’n 570.000 kubieke meter van de grond die wordt uitgegraven tussen de 8 en 70 microgram PFOS per kilogram droge stof. Die kan volgens de toetsingswaarden hergebruikt worden als bouwkundig bodemmateriaal binnen de werkzone. Er wordt onder andere een berm mee aangelegd. Grond die niet boven de grens van acht microgram piekt, mag elders vrij hergebruikt worden. De normen voor vrij gebruik zijn intussen aangescherpt naar 3 microgram PFOS per kilogram, volgens de studie waarnaar ik in het begin van mijn vraag verwees. Maar de vergunning aan Lantis is verleend op basis van de oude norm van 8 microgram, zegt de OVAM. Daarnaast geven Duitse experten aan dat de 70 microgram-norm die Vlaanderen hanteert 23 keer soepeler is dan de Nederlandse norm en 45 keer soepeler dan de Beierse.
U beseft dat al die verschillende cijfers toch wel wat vragen oproepen. Daarom wil ik de vraag opnieuw aan u stellen, minister. De vergunning die aan Lantis is verleend, is gebaseerd op oude normen die geldig waren tot 1 april. Vanaf 1 april zijn er nieuwe richtnormen geldig.
Collega Schauvliege, mag ik u vragen om af te ronden? U gaat over uw tijd.
Ik zal mijn vragen stellen. Mijn vraag is heel concreet: zal het grondverzet herrekend worden op basis van de nieuwe norm van 3 microgram? Hoeveel grond kan er op die wijze minder afgevoerd worden? Hoe zal die bijkomende hoeveelheid ingezet worden?
Kunt u meer duidelijkheid verschaffen over de raming van de sanerings- en stockeringskosten. Wie heeft die raming gemaakt? Hoe ziet ze er concreet uit en kan het parlement daarin inzage krijgen?
Vermits er nog geen saneringstechnieken voor PFOS bestaan, waarvoor zal de al voorziene 50 miljoen euro concreet dienen?
Kan Lantis ook putten uit de reserves voor projectgebonden risico’s die voorzien zijn in het taakstellend budget, als de kosten voor de PFOS-vervuiling verder oplopen? Kunnen er dan ook middelen uit het overkappingsfonds worden ingezet?
Is het mogelijk dat een deel van de PFOS-vervuilde gronden worden hergebruikt voor de onderbouw van de leefbaarheidsprojecten op Rechteroever? Welke stappen zult u in voorkomend geval zetten om dat hergebruik te stoppen en kunt u bij uitbreiding waarborgen dat er geen enkel volume aan vervuilde PFOS-gronden op Linkeroever ooit zal terechtkomen op Rechteroever?
Vraag zes gaat over de gronden die hergebruikt zouden kunnen worden binnen de kadastrale werkingszone. Welke kadastrale werkingszones zijn er allemaal afgebakend voor de Oosterweelwerken, specifiek voor de zones waar vervuiling met PFOS gevonden is? Welke conclusies blijken uit het door de bodemsaneringsdeskundige opgestelde rapport waarin deze zones worden afgebakend? Is de concentratie PFOS gebruikt als parameter om onderscheid te maken tussen de verschillende kadastrale werkingszones, waarbinnen dezelfde milieueffecten van de vervuilde gronden worden verwacht?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Schauvliege, dank u voor uw vragen.
Voor wat betreft de norm moet ik verwijzen naar wat we eerder al hebben gezegd. De OVAM heeft de voorlopige richtwaarde van 3 microgram per kilogram voor vrij gebruik van gronden recent bepaald, en deze geldt als toetsingswaarde wanneer er PFAS-gehaltes gemeten worden in de bodem in het kader van een technisch verslag. Tot er nieuwe technische verslagen zouden opgemaakt moeten worden, gelden de normen die overeengekomen werden met de OVAM. De eventuele bijstelling van de norm naar 3 microgram heeft voor het projectgebied van Linkeroever geen impact omdat er een grondtekort is.
Voor wat uw tweede en derde vraag betreft, wil ik duidelijk meegeven dat Lantis zelf niet de saneringsplichtige is. De kosten die Lantis in kaart heeft gebracht gaan enkel over de maatregelen die Lantis zelf dient te nemen. De afhandeling van de PFC/PFOS-problematiek resulteert voor Lantis in een aantal meerwerken op Linkeroever. Specifiek gaat het hier over kosten voor de waterzuiveringsinstallatie – dan gaat het over investering, onderhoud en exploitatie – en verder voor een aantal bemalingsmaatregelen, kosten voor het verwerken en inpakken of afdekken van gronden, extra studie- en projectmanagementkosten, compensaties voor inefficiënties en vertragingen bij de aannemer.
Deze meerkosten zijn dus geraamd op basis van de meerwerken van aannemer Rinkoniên en wordt getoetst aan de ramingen en data die Lantis ter beschikking heeft en in beeld heeft gebracht.
De PFOS-vervuiling is een risico vreemd aan het investeringsproject als dusdanig. Daarvoor waren de financiële middelen niet voorzien in de scope van het financieel model van Lantis. Deze worden ook niet voorzien binnen het taakstellend budget, maar moeten bijkomend gereserveerd of op tafel worden gelegd. Ze zijn dus niet voorzien in het taakstellend budget en dus ook niet in het financieel model van Oosterweel noch in het overkappingsfonds. Tot op heden werd een deel van de kosten aangerekend op enerzijds het Vlaams Fonds voor Lastendelging en anderzijds zijn er specifiek een aantal middelen vanuit mijn beleidsdomein naar voren gebracht om hieraan tegemoet te komen.
In de technische verslagen werd opgenomen dat aan de PFOS-houdende zone een aparte kadastrale werkzone wordt toegekend. Dit wil specifiek zeggen dat PFOS-houdende gronden niet naar andere delen van de werf of buiten deze kadastrale werkzone kunnen worden afgevoerd.
Verder kunnen we ook stellen dat er op Rechteroever een groot overschot is aan gronden. Er is bijgevolg geen enkele noodzaak om op Rechteroever gronden aan te voeren, zoals ik ook al in de plenaire vergadering heb gezegd.
Verder is in de technische verslagen ook opgenomen dat al de PFOS-houdende gronden geregistreerd zullen worden in een apart bodembeheerrapport, om zo te vermijden dat deze zonder meer afgevoerd zouden worden.
Dan wat uw zesde vraag betreft: de zone waar verhoogde concentraties aan PFOS zijn aangetroffen is in de technische verslagen ondergebracht in één aparte kadastrale werkzone op basis van de aan- of afwezigheid van PFOS. Dat toetsingskader is daar dus in opgenomen. Daarbij is er in de afgebakende kadastrale werkzone geen bijkomende verontreiniging van het grondwater, en wordt er dus geen bijkomend risico aan blootstelling veroorzaakt.
Ik hoop dat ik daarmee op al uw vragen een antwoord heb geboden, en anders hoor ik het wel.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Het stelt ons alvast gerust dat alles zeer goed geregistreerd wordt, en dat er geen gronden met PFOS van Linker- naar Rechteroever verhuizen. Dat zegt u hier toch. En alles wordt heel duidelijk geregistreerd in een bodembeheerrapport.
Ik heb daarbij nog twee vragen. Dat bodembeheerrapport, zal dat consulteerbaar en inkijkbaar zijn? Kunnen we dat dus mee opvolgen? Ten tweede wil ik u nogmaals de vraag stellen – de verhalen blijven de ronde doen – over de gronden die worden afgevoerd en Oosterweel verlaten: is daar geen enkele PFOS-concentratie in terug te vinden? Ik wil de vraag nog eens heel expliciet maken: als er gronden de werf verlaten op Linker- of Rechteroever, kunt u mij dan voor 100 procent garanderen dat daar geen enkele meting of vaststelling van PFOS is vastgesteld, niet volgens de Vlaamse normen, en eigenlijk volgens geen enkele norm? Zal geen enkele meting de aanwezigheid van PFOS bevestigen?
Ik begrijp dat uit uw antwoord, en ik wil heel graag dat u mij dat nogmaals bevestigt. Want uit het antwoord van de plenaire kon je nog enigszins veronderstellen dat de gronden die de werf verlieten, gemeten zijn aan de 3 microgram-concentratie. Ik wil nu van u horen of dat 3 microgram is of 0 microgram. Ik denk dat dat wel een heel belangrijke uitspraak is, die heel wat mensen zal geruststellen.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Ik wil inderdaad graag even aansluiten, want de problematiek rond PFOS en de bezorgdheden daaromtrent houdt eenieder wel bezig. Want er zijn nog heel wat vraagtekens rond het verplaatsen en de wijze waarop PFOS reageert. En anderzijds zijn er ook heel wat bezorgde berichten rond de impact op onze gezondheid en onze omgeving.
Daarom is het allerbelangrijk dat we daar bijzonder voorzichtig mee omgaan. In die zin ben ik ook blij dat u heel duidelijk stelt dat als er een vaststelling gebeurt van PFOS in een meting, de grond effectief op het terrein, op de afgebakende zone aanwezig blijft.
Maar wat de normering betreft heb ik begrepen dat we ondertussen natuurlijk een strenge normering hebben, omdat we meer kennis hebben. Ik ben dan ook wat bezorgd over de manier waarop we toch de nodige voorzichtigheid kunnen nemen in projecten die vandaag lopende zijn.
Minister, ik heb eigenlijk ook een vraag, ik heb er al naar verwezen tijdens de actuele vraag. Er zijn vandaag effectief technieken op de markt: het hybride grondwasproces, waarvan wordt geclaimd dat zij toch een heel grote zuiveringsgraad kunnen nastreven. We hebben ondertussen ook moeten vaststellen dat de OVAM de techniek ook toepast. U gaf aan dat dat voor u ook een nieuw gegeven was. Bij deze zou ik heel concreet willen vragen of de toepassing van die techniek voor het project in Oosterweel nog effectief wordt nagegaan, en of dat dan alsnog wordt ingezet als dat effectief mogelijk is.
Daar komt nog bij dat de gronden momenteel in folie worden gestockeerd, tijdelijk, om te zien of er zich geen verdere vervuiling kan verspreiden. Mag ik er dan ook effectief van uitgaan dat dat een tijdelijke berging is en dat, zodra de techniek beschikbaar is, die grond ook effectief wordt gezuiverd of niet? Hoe wordt daarmee omgegaan? Het is misschien een beetje een zijsprong, maar ik stel deze vraag omdat ik eerder een vraag om uitleg had ingediend die momenteel afgewezen is, omdat deze vraag eerst aan bod moest komen.
Namens mijn fractie wens ik mij ook aan te sluiten bij de tweede vraag van collega Schauvliege. Wij zouden bevestigd willen zien dat de vervuilde grond van Linkeroever de werf niet zal verlaten. Op lokaal niveau is daar toch wel wat heisa over, in mijn gemeente, waar een oude kleiput, een oud stort van de stad Antwerpen, met grond van Oosterweel zou worden opgevuld. De vervuilde grond zou daar niet opgegraven worden maar overdekt met grond van Oosterweel. Kan ik de bevestiging krijgen dat die niet zal worden bedekt met nog meer vervuilde grond van de werken bij Oosterweel?
Minister Peeters heeft het woord.
Collega’s, gezondheid belangt ons allemaal aan. Wij moeten zeer voorzichtig omgaan met vervuiling. Ik begrijp dat dit heel veel vragen, zeker bij de burgers, oproept. Zoals ik al gezegd heb in de plenaire vergadering, moet ik ook nu bevestigen dat Lantis heel duidelijk aangeeft dat er geen grond van Linkeroever wordt afgevoerd. Alle grond blijft ter plaatse. Ik denk dat ik daarmee dan toch heel duidelijk ben, mevrouw Schauvliege. Er is trouwens een grondtekort op Linkeroever. Dat is ook mijn antwoord aan de heer Claes.
Mevrouw Rombouts, wij vernemen inderdaad ook dat er nieuwe technieken zijn om met die vervuilde gronden, waarin men PFOS kan aantreffen, om te gaan. Daarrond is onderzoek lopende. Lantis zegt dat ze dat heel nauw opvolgen. Er zijn al aanwijzingen dat die nieuwe technieken goed bruikbaar zouden zijn in zanderige bodem, maar minder daar waar leem en klei overwegen, zoals op Linkeroever. Ik spreek in voorwaardelijke zin. Ik ben geen specialist in die technieken en onderzoeken. In elk geval volgt Lantis dat allemaal op. In samenspraak met de OVAM heeft men gekozen voor het inpakken van die gronden zoals ik dat al heb toegelicht, maar als er betere technieken zijn, staat men daarvoor open.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
U begrijpt, minister, dat wij heel ongerust zijn om de berichtgeving over PFAS en PFOS in het kader van het Oosterweelproject en in het kader van mogelijke andere projecten in Vlaanderen waar grond naartoe gaat. Het is een milieuprobleem waarover niet alle kennis al beschikbaar is. Wij krijgen er continu nieuwe inzichten in. Wij kunnen eigenlijk niet voorzichtig genoeg zijn. Het is dan ook heel belangrijk dat dit heel nauwgezet verder wordt opgevolgd, niet alleen wat Oosterweel betreft, maar wat de hele problematiek rond PFAS en PFOS betreft.
Ik vroeg daarnet naar het bodembeheerrapport van de Oosterweelwerken. Ik vind het heel belangrijk om ook de transparantie te blijven bewaken. Alleen zo kan worden tegemoetkomen aan de ongerustheid van de bevolking en van de mensen die rond Oosterweel wonen.
Intussen is er een afspraak om in de commissie Leefmilieu hieraan een hoorzitting te wijden, met alle beschikbare kennis die er op dit moment over is. Ik stel voor dat wij daar met zijn allen de schouders onder zetten om al die kennis bij elkaar te houden en ervoor te zorgen dat wij de vinger aan de pols houden. Dit lijkt toch wel een verhaal te zijn dat nu nog niet stopt. Ik hoop dat wij daar met zijn allen rond kunnen samenwerken.
De vraag om uitleg is afgehandeld.