Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer De Witte heeft het woord.
Collega’s, minister, ik heb inderdaad een vraag over de inburgering. De Vlaamse Regering past haar integratie- en inburgeringsbeleid aan. Het nieuwe Inburgeringsdecreet dat op tafel ligt, roept heel wat vragen op bij een aantal actoren, meer bepaald bij de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV), bij de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor), bij de academici en, last but not least, bij leerkrachten zelf. We hebben de jongste weken allemaal wel die mails ontvangen, denk ik, van leerkrachten van de centra voor basiseducatie (CBE’s). Minister, zij hebben een brievenactie georganiseerd gericht aan u, minister Crevits, minister Somers en een aantal parlementsleden. Ik heb veel mails gehad.
Hun bezorgdheden gaan eigenlijk over de aanpassingen aan dat inburgeringstraject. Vanaf 2022 zouden cursisten moeten betalen voor een deel van dat traject, meer bepaald voor de cursussen en toetsen Nederlands als tweede taal (NT2) en voor de cursus maatschappelijke oriëntatie (MO). Het zou gaan over 360 euro. Voor een aantal mensen is dat veel geld. Zeker voor mensen in precaire financiële situaties is dat een extra drempel. Wetende dat de helft van die cursisten dat traject eigenlijk uit vrije wil volgt, is er het risico dat een aantal mensen afhaken.
Meer specifiek gericht op deze commissie, om dat inburgeringsattest te behalen zouden nieuwkomers moeten slagen voor de gestandaardiseerde testen voor de cursus NT2. Dat is een resultaatsverbintenis en die dreigt voor een nieuwe drempel te zorgen. Een deel van de inburgeraars zal ook een hoger niveau qua kennis van het Nederlands moeten bereiken, namelijk B1 in plaats van A2. Zeker voor laaggeletterde cursisten kan dat een probleem vormen.
Op vrijdag 2 april vond een gesprek plaats tussen minister Somers en de initiatiefnemers van die briefschrijfactie. Minister, naar ik heb begrepen is er nog geen gesprek geweest met u daarover.
Ik heb de volgende vragen over die hertekening. Wat is de stand van zake met betrekking tot de ontwikkeling van die gestandaardiseerde testen? Welke partners zijn die testen aan het ontwikkelen? Welke timing wordt vooropgesteld voor de ontwikkeling, het testen en de invoering van die gestandaardiseerde testen?
Veel cursisten basiseducatie zijn laaggeletterd. Hoe zwaar zullen die testen doorwegen in het volbrengen van de cursussen? Zal er nog ruimte zijn voor permanente evaluatie? Kunnen de testen op het niveau van het centrum worden uitgevoerd door leerkrachten die de cursisten kennen, of zijn het testen die centraal worden afgenomen en geëvalueerd? Vreest u niet dat heel wat cursisten zullen afhaken als die lat wordt verhoogd? Wat is de specifieke aandacht voor laaggeletterde cursisten?
Op dit moment kan het niveau B1 dat moet worden behaald, niet worden gegeven in de CBE’s, alleen in de centra voor volwassenenonderwijs (CVO’s). Gaat u zorgen voor extra financiering en extra krachten voor die CBE’s voor het aanbieden van dat hoger niveau B1, of zult u daarvoor zorgen bij de CVO’s? Dat is momenteel niet duidelijk voor de mensen.
Volgens het nieuwe financieringsdecreet van de CVO’s en de CBE’s moeten die lessen Nederlands voor inburgeraars gratis zijn. Hoe valt dat te rijmen met het betalend maken van de cursussen, zoals vooropgesteld in het nieuwe Inburgeringsdecreet?
Minister Weyts heeft het woord.
De vertrekbasis van heel dit verhaal is het Vlaamse regeerakkoord, waarin we ook een duidelijke visie op de hertekening van het inburgeringsbeleid hebben opgenomen. We willen daarbij inspelen op de noden en uitdagingen van de 21e eeuw. Dat bestaat erin dat we inburgeraars beter willen voorbereiden op onze maatschappij, dat we hun kansen op succes, op slagen in onze samenleving willen versterken. We vragen daarbij een grotere inspanning van de inburgeraar, maar tegelijk bieden we meer kansen door het aanreiken van de hefbomen om als een volwaardige burger in Vlaanderen te kunnen functioneren.
In juli van afgelopen jaar hebben we verduidelijkt in een nota hoe we dat gaan realiseren en operationaliseren. In die nota kondigen we ook aan dat we met betrokkenheid van de onderwijsverstrekkers zullen evolueren naar een gestandaardiseerde NT2-test, die net- en koepeloverschrijdend wordt ingezet binnen alle NT2-opleidingen van CVO en CBE. Met deze NT2-test willen we echt een hefboom bieden aan elke inburgeraar, maar ook aan andere anderstaligen, ongeacht de plaats waar men NT2 volgt om hetzelfde taalniveau te behalen, zodat zo’n test en attest ook dezelfde waarde hebben.
We kijken momenteel naar partners voor de ontwikkeling van gestandaardiseerde NT2-testen. We willen daar snel mee gaan, maar de kwaliteit moet natuurlijk gegarandeerd zijn. De ontwikkeling omvat, naast het opstellen van het testmateriaal, een grootschalige proefafname van de ontwikkelde testen bij een steekproef van cursisten.
Deelname aan de gestandaardiseerde test is misschien niet evident voor cursisten met een lage geletterdheidsgraad. Net daarom hebben we zowel bij de ontwikkeling als bij de afname van de gestandaardiseerde NT2-testen voldoende oog voor die cursisten. De testen zullen peilen naar vier vaardigheden: spreken, luisteren, lezen en schrijven en maken het mogelijk om te differentiëren naar cursisten met zwakkere schriftelijke vaardigheden.
Het is niet de bedoeling om in te grijpen op de manier waarop het NT2-onderwijs georganiseerd wordt. Ik denk dat het de autonomie van de onderwijsverstrekkers is en blijft om te bepalen op welke pedagogische wijze zij de inhoud willen overbrengen. Ze zullen nog steeds kunnen kiezen voor de wijze van evaluatie per module. Permanente evaluatie blijft natuurlijk mogelijk. Maar het certificaat na de volledige opleiding van het betrokken taalniveau zal pas uitgereikt kunnen worden wanneer de cursist slaagt voor die test.
We bekijken nu hoe de afname van de gestandaardiseerde NT2-testen zo optimaal mogelijk georganiseerd kan worden. Een van de mogelijkheden is toe te laten dat testen afgenomen worden door de leerkrachten van de centra. Dit heeft als voordelen dat het eigenaarschap bij de centra ligt en dat het efficiënter is op het vlak van logistiek en kosten. Ook voor de cursisten is het een voordeel om de test af te leggen in een vertrouwde omgeving met vertrouwde mensen. Zeker voor laaggeletterde cursisten denk ik dat dat inderdaad van belang is.
Wat het behalen van het taalniveau B1 mondeling voor verplichte inburgeraars betreft, wil ik benadrukken dat die maatregel van toepassing is op personen die gedurende twee jaar niet gewerkt hebben of een opleiding gevolgd hebben. Ik vind het dan echt niet onredelijk om te vragen dat ze in die periode van het taalniveau A2 naar het taalniveau B1 mondeling evolueren door het volgen van een NT2-opleiding. Een hoger taalniveau zal ook hun kansen om te slagen in onze samenleving gevoelig verhogen.
Het behalen van het taalvaardigheidsniveau B1 mondeling verloopt in twee stappen. Tijdens het inburgeringstraject wordt het taalniveau A2 behaald. Na het behalen van het inburgeringsattest heeft de betrokkene twee jaar tijd om van A2 naar B1 mondeling te evolueren. Dit is een redelijke termijn. De termijn om van A2 naar B1 mondeling te schakelen voor een gemiddelde cursist in een centrum voor volwassenenonderwijs bedraagt maar de helft van de termijn, namelijk twaalf maanden. Bovendien voorziet het nieuwe Integratiedecreet vrijstellingen en een uitstelregeling. Mijn collega bevoegd voor inburgering is bezig met het verder bepalen van de randvoorwaarden, waaronder ook de criteria waarop sommige inburgeraars vrijgesteld kunnen worden. Dat kan bijvoorbeeld wegens medische of persoonlijke redenen of wegens beperkte leercapaciteiten. Dus dat ventiel wordt ook voorzien. VDAB is hier natuurlijk ook een belangrijke partner.
Het gaat om een kleine groep en dus zal de budgettaire impact beperkt zijn. Wel voorzien we nog in een aanpassing van het decreet Volwassenenonderwijs, waardoor de CBE’s onderwijsbevoegdheid krijgen voor het aanbod NT2 op niveau B1.
Over het betalend maken van de lessen NT2 is het regeerakkoord ook zeer duidelijk en in die zin zal het worden uitgevoerd. Wel wil ik al meegeven dat de huidige kostprijs van een inburgeringstraject voor de belastingbetaler ongeveer 4500 euro per traject bedraagt. Door een beperkte vergoeding aan de deelnemers te vragen, zorgen we ervoor dat de inburgeraars dat traject nog meer naar waarde schatten en als minder vrijblijvend ervaren. Dit is ook gerechtvaardigd als we kijken naar de hoge kostprijs voor de overheid, de belastingbetaler en naar de mogelijkheden die via die weg geboden kunnen worden aan mensen om sociaal mobiel te worden en ervoor te zorgen dat ze omhoog kunnen klimmen op de ladder.
Tegelijk willen we een kwalitatief sterker inburgeringstraject aanbieden en een betere doorstroom naar VDAB mogelijk maken om de werkzaamheidsgraad te verhogen. Door een beperkte financiële vergoeding te vragen, willen we de waarde van het inburgeringstraject voor zowel inburgeraars zelf als voor de samenleving versterken. Dat lijken mij nobele doelstellingen.
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw omstandig antwoord.
Het is voor mij nog niet heel helder wie bezig is met de ontwikkeling van die testen. Is er al een partner gevonden die de testen zal ontwikkelen? Of bent u nog op zoek? Ik had begrepen dat er in academische milieus weinig animo is om dit te doen. Het zou fijn zijn als u daar nog wat toelichting bij zou kunnen geven.
Ik ben blij met een aantal punten die u aanhaalt, namelijk dat er echt ruimte is voor een mondelinge toets en dat die zal worden afgenomen in de vertrouwenscentra. Dat zijn belangrijke bekommernissen die leven en waarover u helderheid schept.
Het klopt inderdaad dat dit een maatschappelijke kost heeft. Onderwijs is duur, maar vreest u niet dat mensen die vrijwillig deelnemen – een op twee – zullen afhaken door die drempel? Als ze zullen moeten betalen, zullen ze misschien niet meer deelnemen. Het gevolg zou kunnen zijn dat er niet meer mensen deelnemen, maar net minder.
Wat betreft het aanbod staat dit zinnetje in het ontwerp van decreet: “Wanneer het reguliere NT2-aanbod in het volwassenenonderwijs ontoereikend blijkt, kan een beroep worden gedaan op privaat aanbod.” Voor mij is niet helder in welke richting u momenteel zoekt. Ik kreeg ook graag daar meer verduidelijking over.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
We hebben inderdaad heel wat mails gekregen van mensen die verontrust zijn. Ik denk dat we wel kunnen stellen dat er tamelijk ingrijpende aanpassingen op stapel staan voor de inburgeringstrajecten.
Er zitten ook heel wat positieve zaken in. Ik denk dan bijvoorbeeld aan dat netwerktraject waarbij de inburgeraar bijgestaan wordt door een buddy, het lopen van een stage, het opnemen van vrijwilligerswerk. Aan de andere kant zijn het nieuwe maatregelen.
Onze fractie heeft steeds gevraagd om te blijven monitoren en de mogelijke effecten te blijven inschatten. Als medeauteur van de visienota, minister, trekt u het luik Onderwijs. We begrijpen dat er in het ontwerp van decreet dat definitief werd goedgekeurd door de Vlaamse Regering nog geen onderwijsluik zit. Als ik het goed heb, gaat het ook over de aanpassing van de onderwijsbevoegdheden. Wanneer komt u met dat luik Onderwijs? Is 1 januari 2022 dan nog haalbaar? Het is volgens ons niet wenselijk om het in stukken in werking te laten treden.
De heer Danen heeft het woord.
Ik denk dat het de bedoeling moet zijn om inburgeraars de kans te geven om zo snel en zo goed mogelijk in te burgeren. En blijkbaar zijn de visies in de samenleving daar verdeeld over.
Minister, als u zegt dat het toch allemaal zo fantastisch en zo goedbedoeld is, dan vraag ik mij af waarom er zoveel protest komt en er zoveel onrust is in de sector. Want die is er wel degelijk.
U zegt ook dat u toch voor de gestandaardiseerde tests wilt gaan. Niet alleen hier, maar ook in andere domeinen is dat het geval. U hebt dat in de markt proberen te zetten. Ik heb begrepen dat er toch wat weerstand komt van bepaalde universiteiten, die laten weten dat het hen heel erg moeilijk lijkt om op die tijd een gestandaardiseerde test te maken en dat het binnen de setting zoals die voorligt, vrijwel onmogelijk is om het te doen. Wat gaat u doen met die opmerkingen? Ik heb begrepen dat zij vragen om met hen rond de tafel te gaan zitten. Gaat u daarop in? Of gaat u dan maar naar iemand anders die die test moet uitwerken?
Wij stellen ons heel grote vragen bij die test. Voor ons lijkt dat een grote drempel te zijn. Maar als u er toch mee zou willen doorgaan, dan lijkt het mij van het allergrootste belang dat die test wel doet waarvoor hij bedoeld is, en niet bijkomende belemmeringen of drempels opwerpt.
Wilt u met de universiteiten die kritiek hebben gegeven op de mogelijkheid tot het ontwikkelen van zo'n test, rond de tafel te gaan zitten om te kijken wat er op dat vlak nog mogelijk is?
De heer Laeremans heeft het woord.
Ik wil onze collega er even op wijzen dat het hier in Vlaanderen allemaal nog zeer goed meevalt wat die drempels betreft. Ik kijk hier eventjes op een internetpagina over de drempels die men in Australië oplegt. Het zijn er een stuk of zeven. Ik ga ze eventjes overlopen.
Je moet al ouder zijn dan 18, dus geen minderjarige vluchteling. Je moet jonger zijn dan 45, dus geen mensen die binnenkomen om een pensioen binnen te pakken waarvoor ze nooit gewerkt hebben. Jouw beroep of het beroep van je partner staat op de beroepenlijst van Australië. Beroepen waar zij geen behoefte aan hebben, komen dus niet binnen. Je moet voldoen aan eisen met betrekking tot behaalde diploma's en werkervaring. Dus mensen die helemaal geen werkervaring hebben, komen daar al niet binnen. In de puntentest van Australië scoor je voldoende punten. Je moet dus voldoende kennis van het land en zo hebben. Je kennis van de Engelse taal moet aan een bepaald niveau voldoen. Er staat niet bij welk niveau, maar ik neem aan dat dat niet het beginnersniveau is. Het wordt getoetst door middel van een Engelse test. Je moet dus al voldoende Engels verstaan om de test te kunnen oplossen. En ten slotte is het belangrijk dat je in goede gezondheid bent. Je moet bij de aanvraag van een visum voor Australië aantonen dat je geen strafblad hebt.
Met andere woorden, mijnheer De Witte, de meeste mensen die hier zomaar binnen komen waaien, zouden in Australië niet binnen mogen. Wij zijn in Vlaanderen dus nog veel te mild en veel te goedkoop. En als het aan ons ligt, dan moeten mensen die – terecht – moeten inburgeren, daar de volledige kosten van betalen, of ze zouden in hun land van herkomst op zijn minst al een cursus gevolgd moeten hebben, zoals dat in Australië gaat. Dat is niet onmenselijk. Dat is een normale gang van zaken. En dat is niet alleen in Australië zo. Ik vind dus dat wij nog veel te mild zijn.
Ik kom zelf ook nog heel kort tussen. Het is zeker geen geheim dat onze fractie wel een heel grote voorstander is van die net- en koepeloverschrijdende NT2-test, net om de kwaliteit te garanderen. Want de kennis van het Nederlands is echt wel essentieel, niet alleen om in te burgeren, om deel te nemen aan het maatschappelijke leven, naar verenigingen te kunnen gaan en hobby’s uit te oefenen, maar ook om mensen echt naar een job toe te leiden. Als voormalig OCMW-voorzitter weet ik dat het echt wel een groot struikelblok is als de kennis van het Nederlands onvoldoende is.
U haalt aan dat er aandacht is voor laaggeletterden. Dat vinden wij zeer terecht. Dat is een goede zaak. Maar ik vind het toch ook wel belangrijk om hier aan te halen dat inburgeren een zaak is van rechten en van plichten. Dat is geen gratisverhaal. Ik volg de PVDA daar absoluut niet in. U haalt hier een bedrag aan van 4500 euro dat dat traject kost aan de belastingbetaler. Ik vind dat we daar iets voor in de plaats mogen vragen.
Mijnheer De Witte zegt dat mensen dan misschien niet gaan deelnemen. Ik weet nu niet wat die beperkte vergoeding is, maar het kan ook anders werken en motiveren om net wel naar de lessen te blijven komen.
Verder heb ik geen vragen.
Minister Weyts heeft het woord.
Wat de financiële vergoeding voor de NT2-cursussen en de tests betreft: dat gaat eigenlijk over een aanpassing van de bestaande regelgeving voor het inschrijvingsgeld voor het volwassenenonderwijs en van het beurzensysteem van studenten van een universitair talencentrum. Wat is daaromtrent de ambitie? Voor de cursus NT2, met inbegrip van de test, aan een CBE of CVO, wordt het standaardtarief van 1,5 euro per lestijd gevraagd, met een bijdrageplatform van 180 euro voor het NT2-traject tot en met A2. Die betaling gebeurt per module, zoals trouwens gebruikelijk in het volwassenenonderwijs, en dus gefaseerd. Voor een NT2-cursus aan een universitair talencentrum passen we het huidige beurzensysteem aan, waardoor elke inburgeraar zelf een bijdrage van 180 euro moet voorzien, wat allemaal nogal relatief is in het licht van de werkelijke kostprijs.
Ik begrijp natuurlijk wel de onrust in het veld, omdat er nu een gestandaardiseerde test komt. Dat wil dus zeggen dat die in de plaats van of boven op de eigen test komt. Iedereen die zichzelf respecteert, zal wel de nodige waarde hechten aan een eigen test, wat ik ook begrijp, maar ik denk toch dat we er via die test voor kunnen zorgen dat de waarde van het finale attest zal verhogen. De appreciatie nu kan heel verschillend zijn, want je weet niet wat, waar, in welke mate en met welke intensiteit wordt bevraagd en getest.
Wat de verdere ontwikkeling van de gestandaardiseerde testen betreft, zijn we inderdaad in gesprek met een partner in functie van die ontwikkeling. Iemand gaf aan dat er wel wat contestatie was of vragen in hoofde van sommige wetenschappers. Ook die hebben we gecontacteerd om in gesprek te gaan. We hebben gezegd dat de afname voorzien is voor september, maar voor mij is het belangrijkste de kwaliteit. Dat primeert in dezen.
Tot slot is er ons eigen luik, waarbij we inderdaad moeten voorzien in een onderwijsbevoegdheid voor CBE’s voor NT2 op het niveau B1. Daarvoor ga ik met een concreet voorstel naar de regering. Ik denk dat dat binnen dit en een week of twee zal zijn.
De heer De Witte heeft het woord.
Minister, bedankt voor de verhelderingen die u meegeeft. Wij gaan het zeker blijven opvolgen.
Ik wil nog twee dingen zeggen in mijn slotwoord, ten eerste rond het betalend maken. Ik denk dat het risico bestaat dat dat nog maar het begin is. Mijnheer Laeremans, in Nederland is de prijs die inburgeraars moeten opleggen 2000 euro, en daar komen ze nu zelf van terug, want het helpt niet: er zijn minder mensen die het volgen.
Mevrouw Grosemans, het verschil is natuurlijk dat de mensen die het moeten volgen, de prijs gewoon doorrekenen naar het OCMW. U zegt dat het de bereidheid om het goed te doen, zal verhogen, omdat ze er zelf voor betalen, maar mensen die het niet kunnen betalen, zullen het doorrekenen aan het OCMW en mensen die het niet hoeven te betalen, die gaan afhaken. Dat is onze vrees. En het resultaat op het vlak van integratie en inburgering gaat onzes inziens niet verbeteren.
Wat de testen betreft, geeft u een aantal opklaringen die wij verder zullen aftoetsen met het veld. Wij zullen deze zaak zeker verder opvolgen want dit is een heel belangrijk dossier voor die mensen ter plaatse en voor de samenleving.
Wat het werk betreft, gaat het over de visie over integratie. Integratie gebeurt in de samenleving. Die testen en die opleiding hebben een bepaalde meerwaarde maar gebeuren in de samenleving en effectief via het werk. In plaats van die mensen te straffen door de drempeltoegang tot het werk te bemoeilijken zou u die beter vergemakkelijken en zorgen dat er veel meer mensen aan de slag zijn. Op die manier leren ze de taal van hun collega’s, van de anderen. Dat is onze visie op integratie, wij steunen dit beleid dus niet maar dat is natuurlijk geen verrassing voor jullie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.