Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, onnodig te zeggen dat onze studenten hoger onderwijs het moeilijk hebben gehad en nog steeds hebben tijdens de coronapandemie. U hebt er in de vorige vraag al naar verwezen: we kunnen u niet betichten van niet te communiceren over onderwijs, maar als het gaat over het volwassenenonderwijs, het deeltijds kunstonderwijs of het hoger onderwijs over versoepelingen, maatregelen of ondersteuning, dan is de pers daar minder in geïnteresseerd dan in het leerplichtonderwijs. Daardoor zou de indruk kunnen ontstaan dat wij in het parlement en u als minister en de Vlaamse Regering daar niet mee bezig zijn. Het tegendeel is uiteraard waar, blijkend uit de initiatieven die u neemt, blijkend uit de vragen die wij hier stellen daaromtrent. We kunnen helaas alleen maar die vaststelling doen.
Niet alleen is er stevige beperking tot zelfs afschaffing van hun contactonderwijs, ook is het studentenleven en hun jong leven tout court stilgevallen. Ze hebben weinig contact met leeftijdsgenoten, wat al meermaals duidelijk is geworden. De kotbubbel heeft lang gezweefd. We zijn blij dat er op dit moment tot 20 procent contactonderwijs kan zijn.
We kregen wel signalen dat er grote mentale druk was bij de studenten, maar we hadden het raden naar hoe groot die was en naar de invloed van de coronamaatregelen op het mentaal welzijn van studenten. Er is niet echt grootschalig onderzoek gebeurd en daarom zijn we blij dat de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) samen met u het project mentaal welzijn ontwikkelde. Op die manier probeert de VVS het taboe omtrent mentaal welzijn bij studenten te doorbreken en het bewustzijn te verhogen. Dat kunnen wij alleen maar toejuichen.
Het project steunt op drie strategische doelstellingen, die moeten helpen om het algemene doel te bereiken. Ten eerste, een beeld krijgen op de toestand van het mentaal welzijn van de student in de Vlaamse universiteiten en hogescholen. Ten tweede, het formuleren van beleidsaanbevelingen richting instellingen, koepelorganisaties en de overheid. Ik benadruk dat ik dit belangrijk vind want hoe dichter bij de student hoe beter. Ten derde, het verhogen van het bewustzijn en het doorbreken van het taboe rond mentaal welzijn bij studenten. Als twee studenten elkaar tegenkomen en de ene vraagt aan de andere hoe het gaat, is het niet de bedoeling dat die ‘ça va, alles klaar’ antwoordt, terwijl ze er allebei door zitten maar het met elkaar niet durven te bespreken.
Minister, u hebt al meermaals uw steun voor het project uitgesproken. U was dan ook enthousiast toen het project op 1 juni 2020 van start ging. De afronding van het project was gepland op 31 maart 2021. De coronapandemie heeft meer dan ooit duidelijk gemaakt dat mentaal welzijn belangrijk is. We moeten daarom de inspanningen die we het voorbije jaar geleverd hebben in de ondersteuning van het mentaal welzijn, blijven volhouden en ervoor zorgen dat het mentaal welzijn van onze studenten uit de taboesfeer blijft, ook na corona. Daarnaast moeten we inzetten op het versterken van de weerbaarheid.
Welke volgende stappen zijn er voorzien met dit project? Welke resultaten zijn uit het onderzoek naar voor gekomen en welke aanbevelingen zijn er gedaan op basis van het project? Welke beleidsinitiatieven zult u nemen op basis van dit project om het mentaal welzijn van studenten te ondersteunen en te verbeteren?
Zal het digitaal platform op maat van studenten dat laagdrempelig en anoniem toegang biedt tot een breed e-healthaanbod, ook onderdeel vormen van dit beleid? Zo ja, wanneer zal het platform klaar zijn?
Zal in de toekomst dit onderzoek naar het mentaal welzijn van studenten opnieuw worden gedaan om de evolutie te kunnen zien? Ik heb zelf de vragenlijst bekeken en die was zeer uitgebreid. Ik vond de vragen ook niet altijd makkelijk in te vullen omdat ze enige introspectie vereisen. Het is in elk geval een soort van nulmeting, weliswaar binnen de coronacrisis.
Is het mogelijk om dit project uit te rollen bij de iets oudere leerlingen van het secundair onderwijs, bijvoorbeeld in de derde graad, zodat we daar toch een of andere vinger aan de pols houden?
Minister Weyts heeft het woord.
De VVS heeft met haar project rond het mentaal welbevinden wat vertraging opgelopen. Dat heeft te maken met het feit dat men een beetje het slachtoffer van zijn eigen succes is, in die zin dat de bevraging een heel grote respons heeft gehad en heel wat data heeft opgeleverd, meer dan verwacht. Daardoor heeft men nog meer tijd nodig voor de verwerking.
Het is een ambitieus project. En aangezien de examens binnenkort van start gaan, hebben we besloten om het te verlengen tot eind oktober van dit jaar. Ook de afsluitende conferentie zou zich dan moeten situeren. Dat biedt natuurlijk ook het voordeel dat er een optimale afstemming kan gebeuren met het SIHO-project (Steunpunt Inclusief Hoger Onderwijs) rond mentaal welbevinden van studenten, dat momenteel lopende is. Het is een belangrijk thema en ik vind het heel goed dat de VVS dat werk zo grondig doet.
Ik ben ook blij dat de Vereniging van Vlaamse Studenten in dezen heel nauwgezet samenwerkt en de tussentijdse resultaten systematisch bespreekt met de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) en het SIHO. Dat is een nieuwe interactie, die ongetwijfeld ook veel positieve resultaten zal opleveren met betrekking tot het mentale welbevinden.
Het toekomstige beleid rond mentaal welzijn bij studenten, dat we vanaf 1 januari volgend jaar willen uitrollen, gaat natuurlijk vaste vorm krijgen op basis van de resultaten en de beleidsaanbevelingen uit de twee projecten van de VVS en het SIHO.
Samen met de studentenvoorzieningen, met de Vereniging van Vlaamse Studenten en het SIHO ga ik dat beleid ontwikkelen. Ik denk dat bij hen de belangrijkste kennis en expertise zit. De studentenvoorzieningen zorgen al jaren goed voor onze studenten en willen dat vast ook blijven doen, maar ik denk dat ze ook wel blij zijn met die extra ondersteuning die er nu is. Eindelijk is er gewoon een structureel ingebed Vlaams beleid rond mentaal welzijn bij studenten.
Het is de bedoeling om jaarlijks een bevraging te doen van studenten met betrekking tot het mentale welbevinden. De bevraging die we nu grondig doen, is dus een soort nulmeting. En vervolgens kunnen we op jaarlijkse basis die evolutie blijven monitoren, en desgevallend ook extra maatregelen nemen.
U vroeg naar een platform op maat van studenten met een e-healthaanbod. Dat is een luik van de SIHO-taken. Het SIHO is momenteel zo’n platform aan het ontwikkelen. Ze brengen de experten uit onze instellingen samen om dit jaar rond minstens vijf thema’s te werken en een onlineaanbod te voorzien. De bedoeling is dat dat platform een beetje de rol van bruggenbouwer speelt tussen alle instellingen, zoals het SIHO dat vandaag eigenlijk ook doet voor zijn activiteiten voor studenten met een functiebeperking, dus dat men een beetje dezelfde architectuur hanteert, maar dan voor mentaal welzijn. Er komt dus één centraal platform. De timing kan ik in dezen moeilijk geven, maar dat kan niet lang meer op zich laten wachten.
In het secundair onderwijs kan iedereen gelukkig weer naar school. Zelfs tijdens de voorbije maanden waren er desondanks toch ook nog altijd contactmomenten. Ik heb daaromtrent al vaak gezegd dat de school niet alleen een plek is om te leren, maar ook een plek waar je jezelf ontwikkelt tot sociaal wezen, en helaas ook waar heel wat zaken gedetecteerd kunnen worden. Scholen zullen altijd een belangrijke plek blijven voor het mentaal welzijn van scholieren uit het secundair onderwijs, vanuit meerdere oogpunten. Mentaal welbevinden hangt natuurlijk ook samen met kennisverwerving. Die liggen in elkaars verlengde. Wie zich goed voelt, zal beter leren. En wie goed leert, zal zich beter voelen.
Scholen houden dus een vinger aan de pols en zijn belangrijke graadmeters. Wanneer zij iets detecteren, kunnen ze de juiste hulp inschakelen, met de hulp van de CLB’s. Ik vind dat dus een andere aanpak dan bij studenten hoger onderwijs. Toch zetten we ook daar heel erg op in, door het versterken van CLBch@t. Om het nog laagdrempeliger te maken, zal CLBch@t ondergebracht worden in een nog te ontwikkelen CLB-platform. En daarnaast voorzien we nog eens extra middelen voor de CLB’s.
De CLB’s zullen – hout vasthouden – vanaf het najaar hopelijk minder taken hebben op het vlak van contactonderzoek, waardoor er ruimte vrijkomt. Voor dat contactonderzoek heb ik meer dan driehonderd extra vte’s voorzien. Normaal gezien zouden die weer afgebouwd moeten worden, maar we gaan ze behouden, net gelet op de rol van de CLB’s op het vlak van mentaal welbevinden in het leerplichtonderwijs. Ik zou er dus echt voor willen zorgen om die extra bezetting binnen de CLB’s te handhaven. Die kan dan nog meer gericht worden, weg van het contactonderwijs en naar het bijstaan van leerlingen, leerkrachten en ouders op het vlak van mentaal welbevinden.
Afsluitend wil ik dat de scholen van ons leerplichtonderwijs over voldoende informatie beschikken over hun leerlingen rond mentaal welzijn en hoe ze gerichte interventies kunnen inzetten. In het kader van de relance nam ik op dat we op korte termijn een digitale tool aan de scholen ter beschikking willen stellen voor het in kaart brengen van het welzijn van hun leerlingen. We hebben daar al een goed voorbeeld van, al ben ik nu even de naam kwijt – die zal me wel te binnen schieten bij de repliek. Afhankelijk van de mate waarin wordt ingeschreven op onze overheidsopdracht of oproep, krijgen we iets gelijkaardigs of hetzelfde, maar het is in elk geval de weg om te gaan: een app waarmee anoniem en geanonimiseerd gepeild kan worden naar mentaal welbevinden, zodat leerlingen proactief met hun vragen en bezorgdheden terechtkunnen bij de scholen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw uitgebreide antwoord.
Ik wil vanuit mijn kant eigenlijk alle partners bedanken voor hun inzet hierrond. U haalt ze aan: VVS, de VLIR, de VLHORA en het SIHO, met het SIHO als regisseur of spelverdeler. Ik denk dat dat een goede zaak is, omdat we vooral op het terrein dingen moeten zien gebeuren. Dat is één zaak.
Twee, ik zou nu kunnen zeggen: ‘Jammer dat het project vertraging heeft opgelopen’, maar eigenlijk is dat een goede zaak. U spreekt van een zeer grote respons – ik had dat ook al vernomen – en ik vind dat een goede zaak. Een grote respons zal een duidelijk beeld geven en zal misschien ook oproepen tot verdere analyse over wat die cijfers nu precies willen zeggen en wat we er al dan niet uit kunnen concluderen. Dat gaat zeker een interessant debat worden. Ik heb begrepen dat het verlengd is tot eind oktober 2021, dus we zullen nog even op onze honger moeten blijven zitten. Maar goed, honger maakt rauwe bonen zoet – of hoe gaat dat spreekwoord ook alweer? Daar kijk ik echt wel naar uit.
Ik zit wel nog ergens mee, en ik weet niet of dat meegenomen is. Langs de ene kant heb je een preventief en langs de andere kant een curatief luik. Dat curatief luik is voor studenten die al verder zitten. Er wordt heel dikwijls verwezen naar die studentenpsychologen, waarvan ik vaststel dat sommige instellingen daar heel sterk op inzetten en andere instellingen daartoe wat extra aanmoediging nodig hebben, om de middelen die ze daarvoor hebben, ook voor die studentenpsychologen in te zetten. Maar ik zou toch ook willen oproepen om het preventieve luik mee te nemen. We moeten daarnaar kijken.
Wat die laagdrempelige antennes betreft, minister: zijn die al operationeel? Hoe werken ze concreet? Hoeveel zijn er? Hebt u er zicht op hoe ver we op dat vlak staan?
In het tweede deel van uw antwoord ging u eigenlijk in op een aantal zaken die ruimer zijn. Voorzitter, die zaten eigenlijk in mijn vraag die onontvankelijk is verklaard. Daar ga ik nu niet verder op in. Daar zullen we later nog op kunnen ingaan, denk ik, wanneer we het hier of elders hebben over de visienota ‘Van Kwetsbaar naar Wendbaar’. Ik zou me nu inderdaad willen beperken tot de kwestie van het mentaal welbevinden van onze studenten.
Mevrouw Vandromme heeft het woord.
Ik heb zelf al een aantal vragen gesteld over het psychisch welzijn van zowel leerlingen als studenten. Ik wil hier kort eventjes tussenkomen in plaats van collega Warnez, die momenteel een goed welzijn heeft, vermoed ik, en die volop aan het genieten is van het kersvers vaderschap.
Collega’s, het mentaal welzijn van onze studenten is in elk geval iets wat ook onze fractie zeer belangrijk vindt. We zullen dat ook wellicht bespreken, als we de indicatieve planning bekijken van deze commissie, op 1 juli. Dan gaat het zowel over de VVS-bevraging als over de verbindingsofficieren, maar ook over de conceptnota over de nieuwe regelgeving over de psychologische ondersteuning van studenten, waarvan collega Warnez de trekker was.
Minister, u haalt een aantal zaken aan. Ik denk dat het zeer interessant is om toch ook een overzicht te hebben van de middelen die u dan wilt inzetten voor dat psychisch welzijn van onze studenten. U haalde ook de leerlingen aan, maar zoals collega Daniëls zei, is het misschien goed dat we die discussie voeren naar aanleiding van de voorstelling van de conceptnota. Voorzitter, zo worden er lijnen getrokken die door iedereen worden gevolgd.
De heer Danen heeft het woord.
Het is natuurlijk goed dat er een alomvattend plan komt. Minister, u hebt het al aangegeven: de meeste instellingen voor hoger onderwijs hebben zelf een aantal initiatieven genomen. Een aantal hebben zelf bevragingen gedaan, hebben allicht bepaalde expertise over dingen die werken en dingen die niet werken. Hoe zult u die goede initiatieven of die gegevens van de hogeronderwijsinstellingen meepakken in dat ruimere plan? Ik neem aan dat dat allemaal bouwstenen zijn om dat plan te maken, maar ik had ook graag van u gehoord wat u ervan vindt. Ik heb immers op een bepaald moment vastgesteld, allicht net zoals u, want tijdens corona bleek dat natuurlijk, dat sommige hogescholen en universiteiten veel beter uitgerust waren dan andere om tegemoet te komen aan de vragen van studenten rond mentaal welzijn of daarmee aan de slag te gaan. Allicht zijn er heel grote verschillen, waaruit men nu ook lessen heeft getrokken. Hoe gaat u een en ander proberen met elkaar in balans te brengen?
Ik hoop natuurlijk dat dit geen eenmalig element is, dat dit een structureel beleidsaandachtspunt wordt en blijft, ook na u. Dat is ook wat collega Daniëls aangaf. Nogmaals, we weten niet hoelang u blijft, maar dit zou in het beleid moeten worden ingebakken. Het probleem is immers dat er heel vaak aan steekvlampolitiek wordt gedaan in het beleid. Dat is niet alleen bij Onderwijs zo. Dat is geen verwijt aan u, maar gewoon een algemene vaststelling. Ik hoop dat, als we iets van corona overhouden, dat het proberen uitwerken van een sterk welzijnsbeleid voor studenten en scholieren is. Dan zal corona toch niet helemaal voor niks zijn geweest.
Minister Weyts heeft het woord.
Dank u wel. Om aan te sluiten bij dat laatste, het is inderdaad zo dat we ervoor willen zorgen dat ook op dit vlak corona positieve gevolgen heeft voor heden en toekomst, net zoals op het vlak van digitalisering of zomerscholen, bijvoorbeeld. Voor de aanpak qua mentaal welzijn bij zowel leerlingen in het leerplichtonderwijs als studenten in het hoger onderwijs zou dit ook een keerpunt moeten betekenen, waarbij we gaan naar een echt structureel beleid dienaangaande. We zijn daar nu de basis voor aan het leggen, op grond van de werkzaamheden van zowel VVS als het SIHO. Op basis daarvan kunnen we aan de slag gaan met een structureel beleid vanaf 1 januari van volgend jaar.
Hetzelfde geldt toch ook voor leerplichtonderwijs. Daar zijn we nog andere initiatieven voor op poten aan het zetten, ook in dialoog met de experten. Maar als het gaat over het hoger onderwijs, denk ik dat we daar de goede basis aan het leggen zijn met de twee onderzoeken, met een e-healthaanbod en een SIHO-platform, ook met de aanduiding van de zes antennes of verbindingsofficieren die ondertussen operationeel zijn en die daar ook hun rol trachten te spelen in het kader van het beleid rond mentaal welbevinden. Appwel, het initiatief van PXL, is wat ik daarstraks zocht. Ik hoop dat we hier nu echt de fond gelegd hebben en dat corona ook op dat vlak een zegen betekent, namelijk dat we inzake mentaal welbevinden van studenten en van leerlingen nu een structureel Vlaanderenbreed beleid gaan kunnen voeren.
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik wens van hier, live, mijnheer Warnez succes en proficiat met de geboorte van zijn toekomstige student. Het zal nog wel eventjes duren tegen dat hij er is. Hij laat me net weten dat de wifi in de materniteit niet fantastisch werkt. Dat is misschien maar goed ook, zodat hij ten volle kan genieten van zijn gezinsuitbreiding.
Minister, bedankt voor uw opvolging van dit dossier. Collega’s, we moeten inderdaad kijken dat we alle elementen die er zijn, samenleggen, zeker dit onderzoek, ook het SIHO. Het is een belangrijk feit dat dat verlengd is tot oktober 2021. We moeten opletten dat we voordien geen conclusies gaan trekken op basis van info die nog niet is afgerond en die we nog niet volledig hebben. De Appwel – minister, u hebt die app niet uitgevonden, anders had er wel degelijk iets van ‘sprong’ in de benaming gezeten –, de welzijnssprong via de app, is een interessant gegeven waar we heel snel info voor moeten krijgen.
Minister, ik wil toch nog eens benadrukken dat we niet alleen naar het curatieve luik moeten kijken: het oplijsten van de problemen. We moeten zeker en vast ook naar het preventieve luik kijken. Dat is minstens even belangrijk. We gaan dit vanuit de N-VA-fractie zeker verder opvolgen. Zoals collega Danen zei, moeten we iets doen met die crisis. Ik denk dat dat inderdaad waar is, dat wat hier nu uit voortvloeit niet alleen coronagerelateerd is, maar dat we dat een permanente uitrol geven en er een permanente koppeling mee doen. Dat is iets dat we als N-VA-fractie altijd naar voren geschoven hebben. Ik merk nu de consensus wel. Ik denk dat dat waar is en dat we de verschillende partners daar een cruciale rol in kunnen laten spelen.
De vraag om uitleg is afgehandeld