Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Brouns heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, dit thema sluit aan bij het onderwerp van vanochtend. In het regeerakkoord formuleert de Vlaamse Regering de ambitie om een gunstig fiscaal klimaat te creëren om investeringen in het onderwijs aan te moedigen. Ik citeer: “We zetten de schoolpoort open voor innovaties die in onze bedrijven ontwikkeld zijn. Daarvoor voeren we de samenwerking tussen scholen, bedrijven en kennisinstellingen op. Samen met onze bedrijven willen we investeren in de “Klas van de Toekomst”. ICT-toepassingen hebben een enorm potentieel om het leren in de klas te versterken en leren op maat mogelijk te maken. We ijveren voor een fiscaal gunstig kader om dergelijke investeringen vanuit bedrijven te stimuleren.”
Het gunnen van belastingvermindering op specifieke transacties is een mogelijkheid om zo’n gunstig investeringsklimaat tot stand te brengen. Zo bestond er bijvoorbeeld de mogelijkheid om belastingvermindering te krijgen voor giften van computers die nuttig zijn voor afstandsonderwijs, tussen 1 maart 2020 en 31 december 2020. Intussen is die maatregel afgelopen.
Minister, wat is uw visie op de ambitie in het regeerakkoord om een fiscaal gunstig kader voor investeringen vanuit bedrijven voor scholen te stimuleren? Welke beleidsinitiatieven wilt u nemen om dat bereiken? Hebt u reeds overleg gepleegd met de Federale Regering om belastingverminderingen voor giften of investeringen in het onderwijs te faciliteren? Zo ja, wat is daaruit voortgekomen? Zo neen, wanneer wilt u daarrond initiatief ondernemen? Plant u nog andere initiatieven om investeringen van externe partners in onze Vlaamse scholen te faciliteren?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat uw vraag naar een fiscaal gunstig kader betreft: dat is vooralsnog een federale bevoegdheid. Er was een federale maatregel die voorzag in een belastingvermindering voor giften aan scholen, meer specifiek voor desktopcomputers, laptops en tablets, maar die liep inderdaad eind vorig jaar af. De circulaire van de FOD Financiën stelde dat het ging om een tijdelijke maatregel die werd genomen ten gevolge van de COVID-19-crisis. Daar was ook een exacte termijn aan gekoppeld, van 1 maart 2020 tot 31 december 2020.
Zou die maatregel verlengd kunnen worden? Heel graag. Ik hoop dat we daarover aan hetzelfde zeil kunnen trekken om het pleidooi te halen. Misschien is uw vraag op dat vlak productiever dan de mijne, maar ik ben er ook sterk vragende partij voor.
Wat betreft het faciliteren van investeringen van externe partners: dat is al gaande en dat loopt ongelooflijk goed. Als je ziet wat de lancering van Digisprong heeft teweeggebracht op de markt, dat is zeer goed. De concurrentie speelt heel goed, eensklaps, terwijl dat vroeger totaal niet het geval was. Toen waren onze scholen geen serieuze spelers op de digitale markt, omdat hun ICT-budgetten gewoon te laag waren en dus niet aanlokkelijk voor de markt. Dat is door de lancering van Digisprong, een plan ter waarde van 385 miljoen euro, veranderd: men is in veel hoofdkwartieren wakker geworden en de concurrentie speelt volop, met heel scherpe prijzen, heel scherpe voorwaarden en heel sterke flankerende maatregelen. Ons onderwijs kan daar alleen maar baat bij hebben.
Je merkt dat commerciële spelers hun aanbod afstemmen op de investeringen via Digisprong, zowel op het vlak van ICT-toestellen als ICT-infrastructuur. Voor het vijfde en zesde leerjaar lager onderwijs hebben we bijvoorbeeld een bedrag voorzien van 290 euro per leerling, met de boodschap – omdat dat lager is dan de voorziene 510 euro voor het secundair onderwijs – dat dat bedrag niet besteed hoeft te worden aan een laptop, maar ook besteed mag worden aan een tablet of een Chromebook. Signpost zette recent echter een laptop in de markt voor 279 euro, inclusief btw en 3 jaar garantie, toevallig onder het voorziene bedrag.
Proximus besliste dan weer om scholen prioritair uit te rusten met fiber. Een eerste concrete ambitie bestaat erin om zowat alle secundaire scholen in België te kunnen connecteren op fiber tegen eind 2023. Proximus neemt het grootste deel van de aansluitingskosten voor eigen rekening en trekt daarvoor minstens 10 miljoen euro extra uit.
Tot slot zien we in de markt ook een nieuwe dynamiek ontstaan op het vlak van samenwerkingsverbanden tussen telecomoperatoren, ICT-specialisten en zelfs vzw’s die zich focussen op hergebruik van ICT-toestellen. Deze maand kondigden Telecomoperator Telenet en de onderwijs-ICT-specialist YES.be aan te gaan samenwerken om scholen te helpen hun onderwijs te digitaliseren. Deze samenwerking voorziet scholen niet alleen van een internetaansluiting, maar ook van een wifinetwerk, laptops, software, beveiliging en technische ondersteuning. Proximus en Signpost – om nog maar eens op die concurrentie terug te komen – hebben een gelijkaardige samenwerking aangekondigd.
Het gevecht om de gunst van het onderwijs is dus begonnen. Ik denk dat het heel goed is dat we daar een boost aan hebben kunnen geven. De scholen kunnen daar enkel profijt uit trekken. Op termijn leidt dat niet alleen tot gunstige voorwaarden, pecuniair dan, maar ook qua ondersteuning en begeleiding. Vanuit de private partijen zal men ook op dat laatste vlak veel meer krijgen dan een jaar geleden het geval was. Als we dat allemaal mee hebben kunnen bewerkstelligen dankzij de Digisprong, dan is dat zeer mooi meegenomen.
Minister Weyts heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw antwoord. Enerzijds is het ontegensprekelijk zo dat er enorm veel Vlaams belastinggeld wordt vrijgemaakt voor de versterking van de digitalisering van ons onderwijs. Dat zijn zonder meer ongeziene bedragen. Of dat zal leiden tot een voordeel door de concurrentie te kunnen laten spelen, is echter nog maar de vraag, natuurlijk. Als we naar de raamovereenkomsten kijken, dan zien we dat 90 à 95 procent bij het GO! en het katholiek onderwijs wellicht in handen van één speler zal zijn. Er zal dus toch nog wel moeten blijken hoeveel van die middelen naar de brede markt gaan. Dat lijkt me toch een groot vraagteken.
Er zijn dus zonder meer veel middelen voor het onderwijs. Zal de markt ter zake spelen? Ja, maar in het regeerakkoord, dat natuurlijk nog voor corona is opgemaakt, gaat het volgens mij over een veel duurzamer idee, namelijk samen met de Federale Regering nadenken over een kader om een fiscale stimulans te creëren voor bedrijven om ook op langere termijn investeringen in het onderwijs te stimuleren. Er zijn heel wat voorbeelden op dat vlak. Dat is dan eigenlijk de vraag. Digisprong is zonder meer een massieve investering. Nogmaals, die is ongezien en het is zeer goed dat we dat kunnen doen, maar daarnaast is er de duurzaamheid op lange termijn. Digisprong springt immers vier jaar, en daarna moeten we natuurlijk verder. Ik doe dus de oproep om samen met de federale collega’s na te denken over zo’n kader. We kennen de taxshelter in de mediasector. Is dat iets om te bekijken voor het onderwijs? Wat ons betreft, is het minstens de moeite om dat te onderzoeken. Ik geloof heel sterk in een win-winsituatie ter zake. Ik denk dat we die nu op het terrein ook al kunnen vaststellen. Scholen gaan een samenwerking aan met bedrijven en kunnen daardoor ook kennis en expertise binnenhalen. Voor bedrijven kan dat een fiscaal voordeel geven. Dit kan bedrijven versterken op lange termijn. Minister, bent u bereid om naar zo’n kader te gaan, om daadwerkelijk de stappen te zetten richting de federale collega’s om een wettelijk kader daarrond te bouwen voor een duurzame toekomst?
U geeft zelf ook een heel mooi voorbeeld in Sport, waar het Dynamo Project op het vlak van fiscale, boekhoudkundige ondersteuning ten dienste van onze sportclubs staat. Is dat een idee om ook binnen het Departement Onderwijs en Vorming te bekijken, om alle scholen op dat vlak te begeleiden en te ondersteunen om tot een optimale investering te komen vanuit bedrijven in het onderwijslandschap?
De heer Danen heeft het woord.
Eerst en vooral vind ik het natuurlijk vooral de taak van de overheid om te zorgen voor voldoende middelen voor het onderwijs, maar daarnaast is het niet verkeerd om een beroep te doen op geld van bedrijven of particulieren, of op het spaargeld van particulieren, om bijkomende investeringen te kunnen genereren.
Minister, u hebt hier aangekondigd dat mensen hun spaargeld zouden kunnen gebruiken om scholen te helpen bouwen. Ter zake zou een fiscale voorwaarde worden gecreëerd. Ik begreep dat dat kader nog niet helemaal af was, maar ik zou willen vragen om ook vanuit de andere beleidsdomeinen naar een eenvormig of eenduidig fiscaal kader te kijken. Ik weet dat er ook de Winwinlening is, of de vriendenlening van vroeger, waar minister Crevits nog steeds nogal mee uitpakt. Ik denk dat het interessant kan zijn dat de Vlaming, de particulier die graag spaargeld maatschappelijk wil inzetten, en ook de bedrijven, zou kunnen bekijken wat de mogelijkheden zijn om wat return te krijgen. Het onderwijs zou daar inderdaad eentje van kunnen zijn, maar in plaats van een aantal maatregelen naast elkaar te nemen, zou men dat wat globaler moeten bekijken, in een meer eenvormig en eenduidig kader. Wat vindt u daarvan?
Ik heb zelf geen extra vragen, maar ik wil me wel kort aansluiten. Ik heb die circulaire even bekeken. Het gaat inderdaad om ‘schenkingen om niet’. Dat was een tijdelijke federale maatregel. Die zorgen er alleen voor dat bedrijven die computers of tablets schonken aan scholen, fiscaal niet werden gestraft, omdat schenkingen fiscaal als een verkoop worden behandeld.
Ik denk dat het verlengen van die circulaire nuttig kan zijn. Ik denk dat het ook niet slecht zou zijn om dat te bepleiten, echter bij de federale collega’s. Maar die verlenging gaat op geen enkele manier de enorme Vlaamse inspanningen die we gedaan hebben met de Digisprong faciliteren.
Collega Brouns, ik denk dat u het best minister Van Peteghem aan de mouw trekt, want zo'n sterk flankerend fiscaal beleid zou wel heel zinvol zijn voor de digitalisering binnen onderwijs.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik zie maar wat ik zie. Ik geloof dat de lancering van de Digisprong een zelfversterkend effect aan het ressorteren is, waarbij alle marktpartijen zich plots op onderwijs werpen met een heel scherp aanbod. Proximus, Telenet, Signpost, Google, YES en ik vergeet er nog heel veel – het is een niet-indicatieve opsomming voor alle duidelijkheid. De scholen hebben nog twee schooljaren om nieuwe raamovereenkomsten in de markt te plaatsen. Die overheidsopdracht kan ook altijd op niveau van de school of de scholengroep. De scholen beslissen uiteindelijk hoe ze hun middelen zullen besteden.
Wat betreft de vraag rond btw en fiscaliteit: ik zal die vraag zeker met uw steun stellen. We zullen wel zien wat het antwoord daarop zal zijn. Baat het niet, dan schaadt het niet. Absoluut.
Tot slot, wat betreft de ondersteuning: we hebben natuurlijk ook het kennis- en adviescentrum dat we in het kader van de Digisprong op poten zetten. Dat voorziet enerzijds in een kamer die meer focust op het pedagogische luik: zorgen dat de leerkrachten opgeleid worden, de digitale leerprocessen en het materiaal. Anderzijds is er ook een technische kamer die zich in eerste instantie richt tot ICT-coördinatoren en diegenen die zouden instaan voor raamovereenkomsten, voor de aanschaf van materialen. Vandaar zou dus ook wat meer ondersteuning kunnen komen, desgevraagd richting de scholen.
De heer Brouns heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden. Voorzitter, ik heb uiteraard die vraag al gesteld. U hebt inderdaad aan ons een bondgenoot om daar toch wel te kijken bij de federale overheid of dat inderdaad meer dan een tijdelijk iets kan zijn. Het is inderdaad ingeschreven voor corona. Corona heeft ons de kans gegeven om te versnellen, om die sprong te maken. Ik hou nogal van een duurzaam beleid op dat vlak. Ik denk inderdaad dat we die kans moeten grijpen en inderdaad moeten we eventueel wat kennis en expertise betreft naar het kenniscentrum kijken, maar in eerste instantie naar een fiscaal gunstig kader om die investeringen in de toekomst mogelijk te maken. Minister, ik kijk dus uit naar uw initiatieven op dat vlak.
De vraag om uitleg is afgehandeld