Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Vraag om uitleg over het escalerende geweld in Israël
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister-president, recent laaiden de spanningen tussen de Israëlische overheid en de Palestijnse bevolking opnieuw op. Er zijn meer dan tweehonderd doden, meer dan duizend gewonden. Aanleiding is de dreigende annexatie van Palestijnse woningen in Oost-Jeruzalem door Israëlische kolonisten. Palestijnse demonstranten en de Israëlische politie raakten al meerdere dagen na elkaar slaags.
Het federale regeerakkoord stelt dat de Federale Regering op multilateraal en EU-vlak werkt aan een lijst van effectieve en proportionele maatregelen ingeval van een Israëlische annexatie van Palestijns gebied en aan een mogelijke en tijdelijke erkenning van de Palestijnse staat.
Is de Vlaamse Regering het eens dat er werk dient gemaakt te worden van dergelijke effectieve en proportionele tegenmaatregelen als antwoord op de dreigende annexatie van Palestijns gebied?
Veroordeelt de Vlaamse Regering de dreigende annexatie?
Welke strategie zal de Vlaamse Regering voeren ten aanzien van de Israëlische regering om haar standpunt kracht bij te zetten?
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Mijn vraag is inderdaad gelijkluidend. We hebben vorige week opnieuw gehoord van tal van raketaanvallen en luchtbombardementen tussen Israël en de Palestijnse gebieden. De regio kent een van de bloedigste dagen sinds verschillende jaren. Tientallen burgers, onder wie ook kinderen, kwamen ondertussen om het leven. We zien ook de beelden van zware vernielingen en een brandende moskee. Het is echt een nieuw dieptepunt in een langdurig conflict.
Collega Lambrecht haalde het al aan: de aanleiding van het escalerend geweld was de wijk Sheikh Jarrah, net buiten de oude stad, waar Palestijnse families al jarenlang met uitzetting worden bedreigd. De laatste maanden kwam dat in een stroomversnelling. Meer dan driehonderd gezinnen dreigen nu uit hun huis te worden gezet.
Internationale mensenrechtenorganisaties hebben felle kritiek op de wetgeving waar Israël zich op baseert voor de uithuiszetting, en de VN waarschuwde al dat hier mogelijk oorlogsmisdaden worden gepleegd. Ook de Amerikaanse president riep Israël al op om hiervan af te zien. In eigen land vonden afgelopen weekend betogingen en manifestaties plaats, zowel pro-Palestijns als pro-Israëlisch. De Verenigde Naties waarschuwen voor een grootschalige oorlog als het conflict verder ontspoort. De Veiligheidsraad kwam intussen al bijeen – dit is een beetje een update, gezien de recente ontwikkelingen – maar slaagde er gisteren nog niet in een gezamenlijke verklaring op te stellen.
Minister-president, hoe kijkt u naar deze situatie? Zult u hierover in overleg gaan met uw federale collega?
Hoe staat u ten aanzien van bilaterale of Europese sancties tegenover Israël? Hoe schat u de impact hiervan in voor Vlaanderen?
11.11.11 heeft een actieplan opgesteld met tien concrete maatregelen als reactie op de politiek van Israël ten aanzien van de Palestijnen. Daarin stellen ze onder meer: “Neem de nodige maatregelen gericht op de volledige stopzetting van elke vorm van wapenhandel en militaire of veiligheidssamenwerking met Israël.” Daarom vraag ik u ook of u weet hebt van enige export van wapens vanuit Vlaanderen naar Israël.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik zal alle vragen samen beantwoorden, behalve de vraag over de wapenexport. Die behandel ik achteraf.
De situatie gaat inderdaad van kwaad naar erger en wekt grote bezorgdheid op van de internationale gemeenschap. De aanvallen langs beide zijden moeten onmiddellijk stoppen, willen we niet opnieuw verzeild geraken in een negatieve spiraal van geweld en vergelding.
Elke burger heeft recht op veiligheid en respect voor de fundamentele mensenrechten. Dat moet voor ons het uitgangspunt zijn bij de benadering van dit conflict, of het nu gaat om de raketten die Hamas willekeurig afvuurt op Israël of de burgerslachtoffers die vallen bij Israëlische bombardementen in de Gazastrook. Respect voor het internationaal recht moet steeds de leidraad zijn.
De Vlaamse Regering heeft op 7 december 2001 en op 30 september 2005 een formele positie ingenomen ten aanzien van het Israëlisch-Palestijns conflict, en gepleit voor een onderhandelde tweestatenoplossing op basis van de relevante resoluties van de VN-Veiligheidsraad. De Vlaamse Regering hanteert als principieel uitgangspunt dat voorrang dient te worden gegeven aan het internationaal recht bij de regeling van conflicten. Dat principe moet ook in dit geval spelen. Vorige Israëlische annexaties van Palestijns gebied werden door de Verenigde Naties niet erkend.
Iedereen heeft belang bij een snelle de-escalatie van dit conflict. Het kan ook leiden tot onrust en spanningen tussen de burgers met Arabische roots en de Joodse gemeenschappen in Europa – ook in Vlaanderen, waar beide groepen ruim vertegenwoordigd zijn. Ik zou dan ook een duidelijke oproep willen doen aan alle politieke partijen om met de nodige nuance naar dit uitermate complexe conflict te kijken en te vermijden dat we deze spanningen importeren naar Vlaanderen. Een stopzetting van de vijandelijkheden en een de-escalatie van de toestand zijn daarom de prioriteit op korte termijn.
Ik zal op korte termijn zelf geen stappen zetten naar de Israëlische regering. Deze kwestie wordt momenteel binnen de VN-Veiligheidsraad besproken en er komt een uitzonderlijke vergadering van de Europese ministers van Buitenlandse Zaken. Vlaanderen zal via de geëigende interfederale fora wegen op de Belgische standpuntbepaling. Vanuit Vlaanderen zullen we deze diplomatieke inspanningen ondersteunen en, waar mogelijk, bijdragen tot een einde van de vijandelijkheden op korte termijn en een duurzame oplossing voor het conflict op lange termijn.
Wat de wapenexport betreft: sinds september 2006 voert de Vlaamse Regering een strikt exportcontrolebeleid voor strategische goederen naar Israël. Dit beleid werd bevestigd in 2009, in overeenstemming met de resolutie van het Vlaams Parlement van 7 januari 2009 betreffende de toenmalige oorlog in Gaza. Dit beleid bestaat uit het verbod van uitvoer en doorvoer van strategische goederen die de versterking van de militaire capaciteit van de Israëlische krijgsmacht inhouden.
Concreet betekent dit dat de uitvoer of doorvoer van defensiegerelateerde producten, ordehandhavingsmateriaal, ander voor militair gebruik dienstig materiaal, civiele vuurwapens en producten van tweeërlei gebruik, de zogenaamde dual use goederen, niet is toegestaan indien er sprake is van militair eindgebruik in Israël, hetzij door de Israëlische overheid hetzij door het Israëlisch leger. Ook Israëlische defensiegerelateerde of civiele ondernemingen worden geviseerd, voor zover ze de goederen zullen aanwenden voor militaire doeleinden. Enkel defensiegerelateerde goederen, die tijdelijk naar Israël worden uitgevoerd voor testdoeleinden, maar die na afloop ervan terug naar de uitvoerder worden gezonden, vallen niet onder deze regeling. De reden hiervoor is dat ze niet worden ingezet in militaire operaties, opgezet door de Israëlische overheid of uitgevoerd door het Israëlische leger.
Uitvoer of doorvoer van producten voor tweeërlei gebruik is wel mogelijk, maar alleen als het specifiek gaat over goederen waarbij het civiel gebruik duidelijk is aangetoond.
Om een uitvoer- of doorvoervergunning voor Israël te bekomen moet de uitvoerder of doorvoerder de materiële zekerheid verschaffen en aantonen dat de goederen enkel voor wederuitvoer of voor bewerking en wederuitvoer aan een Israëlisch bedrijf worden geleverd, en dat het eindgebruik van die goederen zich buiten Israël situeert. Dat gebeurt op basis van specifiek aan te leveren documenten.
Mijn diensten passen die richtlijnen scrupuleus toe in hun onderzoek in het kader van de ontvangen aanvragen voor uitvoer of doorvoer naar Israël. Ze bezorgen bovendien een maandelijks overzicht van alle afgeleverde vergunningen en weigeringen voor de uitvoer of doorvoer van defensiegerelateerde goederen en dual use goederen aan het Vlaams Parlement en aan mezelf, als functioneel bevoegde minister. U kunt die maandelijkse overzichten dus consulteren.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Dank u wel, minister-president. Ik denk dat we er allemaal van overtuigd zijn dat de aanvallen langs beide kanten moeten worden gestopt, maar uit uw antwoord maak ik op dat u vanuit Vlaanderen wacht op de beslissing van de Verenigde Naties. U vermeldt nog eens dat de tweestatenoplossing, waar er heel veel twijfel over bestaat, een van de mogelijkheden zou kunnen zijn.
Op korte termijn zet de Vlaamse Regering geen stappen ondanks de zware oorlog die daar woedt. Zal ze de federale regering dan niet volgen als die effectieve en proportionele tegenmaatregelen neemt als antwoord op die dreigende annexatie?
Dan heb ik nog een vraag. U zegt heel duidelijk dat u de Verenigde Naties wilt volgen. Maar wat als de Europese Unie sneller met een initiatief zou komen? In vroegere antwoorden zei u meestal dat Vlaanderen de Europese Unie volgt.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister-president. We hebben opnieuw de twee D’s hier: dialoog en de-escalatie. Het is jammer dat we dat nogmaals moeten herhalen, maar er is een enorme bezorgdheid over de escalatie op dit moment. Er zal in ieder geval internationale druk nodig zijn om het staakt-het-vuren te forceren. Het is bijzonder jammer dat de Veiligheidsraad het daarover niet eens geraakt. We zullen dat op elk niveau nauw opvolgen. Het is belangrijk dat we de vicieuze cirkel van geweld doorbreken.
U hebt volledig gelijk wanneer u zegt dat het van twee kanten moet komen, dat de burgers beschermd moeten blijven in dit dossier en dat we tot een langdurige oplossing moeten komen want anders blijft die conflictsituatie bestaan. We zullen ook op Europees niveau moeten kijken hoe dat verder kan worden aangepakt.
Wat betreft de wapenhandel hebt u me verzekerd dat alles nauwgezet zal worden gecontroleerd. Dat is enorm belangrijk. Ik heb nog een vraag.
Er zijn berichten van Vlamingen die ter plaatse getuigen van bombardementen en dat ze voortdurend naar schuilkelders moeten vluchten. In Israël is er een Flanders Investment & Trade-kantoor (FIT). Hebt u daarvan meer nieuws? Hebt u daarmee contact? Is iedereen veilig?
De heer D’Haese heeft het woord.
Minister-president, dank u voor de toelichting over dit vreselijke conflict. Ik heb u horen zeggen dat het respect voor het internationale recht daarin de leidraad is. Dat is inderdaad heel belangrijk. Het is ook goed dat de diplomatieke weg loopt via de Verenigde Naties. Dat lijkt me de juiste weg. Ik ben ook blij om te horen dat de wapenexport naar Israël strikt wordt opgevolgd. Wat er op dit moment met die wapens gebeurt, is heel problematisch.
Minister-president, ik heb nog twee vragen. Ten eerste is ieder slachtoffer en iedere daad van geweld aan beide kanten een even groot probleem. Maar het gaat hier niet over een symmetrisch conflict, maar over een conflict tussen een kolonisator of bezetter en een onderdrukt of bezet volk. Het stoort me dat u die twee kanten op dezelfde hoogte zet. Het is toch mis beginnen lopen door de uithuiszettingen tegen het internationale recht in en met een totaal disproportionele reactie nu met bombardementen op de Gazastrook? Dat is een eerste vraag.
Ten tweede, mevrouw Talpe heeft het gehad over FIT. Ik neem aan dat de Vlaamse Regering ook wel betrekkingen heeft met de Israëlische regering of met Israëlische organisaties. Ik neem toch aan, minister-president, dat, hoewel de vredesonderhandelingen via de Verenigde Naties moeten gaan, jullie die punten van het ingaan tegen het internationale recht over bezetting en kolonisatie, toch ook opnemen in jullie bilaterale contacten?
De heer Vanlouwe heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Het lijkt mij een zeer evenwichtig antwoord te zijn, waarbij u inderdaad pleit voor een de-escalatie van het conflict, zoals de Vlaamse Regering dat in het verleden ook heeft gedaan.
Als Vlaams-nationalist ben ik natuurlijk voorstander van het zelfbeschikkingsrecht van volkeren. Dat heeft zeker en vast betrekking op de Palestijnen, maar tegelijk ook op de Israëli's. U moet weten dat er in het Midden-Oosten nog meerdere landen zijn die nog steeds niet de onafhankelijke staat Israël erkennen, maar die nog steeds de neiging hebben, zoals bepaalde dictatoriale islamitische regimes daar, om over te gaan tot de totale vernietiging van de Israëlische staat.
Ik ben dus absoluut – ik blijf dat herhalen – voorstander van het recht op zelfbeschikking, op onafhankelijkheid, niet alleen voor de Palestijnen, maar wat mij betreft ook voor de Catalanen, de Schotten, de Vlamingen en zeker ook de Koerden. Maar ik ben ook voorstander van het recht op veiligheid in dit verschrikkelijke conflict, waarbij er slachtoffers vallen aan beide zijden, en dat zijn oorsprong vindt in een eigendomsdiscussie die lokaal moest worden geregeld, maar totaal geëscaleerd is. De eerste reactie daarop was een nacht waarin honderden raketten vanuit Gaza werden afgevoerd op diverse gebieden in Israël, gevolgd door een totaal onverantwoorde en buitenproportionele aanval op Gaza.
Ik verwijs naar initiatieven die we hebben genomen bij vorige uitbarstingen van het conflict, waarbij we het geweld van beide kanten veroordelen, met respect voor de mensenrechten, het nationaal en het internationaal recht. Ik hoop dat de Europese Unie desbetreffend een bepaalde bemiddelende rol kan spelen.
De heer Aerts heeft het woord.
Minister-president, collega's, mijn eerste kennismaking vandaag met de commissie Buitenlandse Zaken was alvast interessant.
Het is al eerder gezegd, uiteraard ook vanuit Groen: in de situatie van Palestina en Israël moet al het geweld worden veroordeeld. Er zijn slachtoffers aan beide kanten. Dat is altijd zeer pijnlijk. Het conflict escaleert enorm.
In de toelichting werd nog gesproken over tientallen slachtoffers. Ondertussen zitten we aan meer dan tweehonderd slachtoffers en werd er een ziekenhuis van Artsen zonder Grenzen aangevallen.
Daarom hadden we vorige week, samen met een aantal collega’s van Groen, een voorstel van resolutie ingediend in plaats van een vraag om uitleg. Zo willen we ertoe aansporen om meer te doen en in plaats van enkel woorden te gebruiken ook actie te ondernemen. Ik hoop dat dit voorstel van resolutie op relatief korte termijn kan worden besproken. Maar ik ga ervan uit dat dit nog wordt aangekaart tijdens de regeling van de werkzaamheden. We zijn ervan overtuigd dat we niet opnieuw hetzelfde kunnen doen, zoals altijd. We moeten niet enkel met woorden zeggen dat er iets moet gebeuren. Maar vanuit Vlaanderen en België moeten we de voortrekkersrol opnemen om, samen met Europa, impulsen te geven om dit probleem op te lossen.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik geef eerst een reactie op collega Lambrecht, en anderen die daarover tussengekomen zijn. Ik heb wel degelijk gezegd: binnen de Verenigde Naties, de Veiligheidsraad, maar ook de uitzonderlijke vergadering van de Europese ministers van Buitenlandse Zaken. Dus, onafhankelijk van wie die strijd wint – wie het eerst met iets naar buiten komt –, ik denk dat én de VN Veiligheidsraad én de ministers van Buitenlandse Zaken ermee bezig zijn. Ik heb ook gezegd dat wij via de geëigende interfederale fora zullen wegen op de Belgische standpuntbepaling. En dat geldt dus ook voor die Europese vergadering van ministers van Buitenlandse Zaken.
Ik heb nog niets gehoord van FIT. Ik ga ervan uit dat als er iets met de medewerkers van FIT zou zijn, dat ik het dan onmiddellijk zou weten. Daar is dus volgens mij, op dat vlak, geen probleem.
Mijnheer D’Haese, ‘een niet-symmetrisch conflict’, zegt u. U wilt mij natuurlijk uitspraken ontlokken die ik echt niet ga doen. In dit conflict moet je ik-weet-niet-hoever teruggaan in de geschiedenis om te zeggen wie daar nu eigenlijk mee begonnen is. Is dat in dezen nog relevant? Daar gaat het niet over. Dat is een vreselijk conflict.
Ja, er worden langs Israëlische kant fouten gemaakt, ja, er worden langs de kant van Hamas fouten gemaakt, en er gebeuren onaanvaardbare dingen. De discussie voeren van wie nu meer schuldig is dan de andere, dat is echt een heilloze discussie. Het is mijn overtuiging dat de-escalatie en diplomatie de weg is die we moeten ingaan. Dat is inderdaad niet de meest spectaculaire weg, maar het zal toch op die manier moeten gebeuren, of niet.
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Minister-president, oké, los van wie begonnen is, er zijn twee partijen in het conflict, maar er is hier toch wel een echte disproportionaliteit. Niet de minste organisaties, namelijk Human Rights Watch, 11.11.11., Amnesty International, zeggen allemaal dat het Israëlisch beleid er echt een is van apartheid. Je zit met een disproportionele strijd, met een spiraal van geweld die gestopt moet worden. Ik kan enkel hopen dat – als de federale regering dan toch met effectieve en proportionele maatregelen komt als antwoord op de dreigende annexatie – we dat als Vlaanderen goed gaan bekijken en opvolgen. Dat zal wellicht, hopelijk, de komende dagen duidelijk worden. We kunnen allesbehalve overgaan tot de orde van de dag als we zien wat daar gebeurt. Ik dank u.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Ik wil de vele collega’s danken die zich hebben aangesloten. Ik denk dat we allemaal een enorme bezorgdheid delen over de situatie, de escalatie van geweld. De minister-president heeft daarnet nog een derde ‘D’ toegevoegd aan de-escalatie: dialoog of diplomatie. Ik denk inderdaad dat we daarmee aan de slag moeten, en dat het belangrijk is dat we die vicieuze cirkel van geweld stoppen en dat we van onze kant doen wat we kunnen om de nodige druk uit te oefenen op de beide partijen. Ongeacht wie er doorheen de geschiedenis wel of niet de gedoodverfde schuldige is, het is nu vooral zaak om het geweld te stoppen en ervoor te zorgen dat de veiligheid van de burgers ter plaatse absoluut gegarandeerd wordt. Dank u wel.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.