Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
De hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, Josep Borrell, lag een tijdje geleden alweer onder vuur. Maar liefst 62 Europese Parlementsleden ondertekenden een brief waarin ze hun ontzetting uitten over een ontmoeting die op vraag van Borrell zou hebben plaatsgevonden tussen vertegenwoordigers van de European External Action Service (EEAS) en een delegatie van de Venezolaanse ambassade in Brussel. De Venezolaanse ambassade vertegenwoordigt het regime van Nicolás Maduro.
In 2018 bezorgde Maduro zichzelf een nieuwe termijn via duidelijk frauduleuze verkiezingen, waarop oppositieleider en parlementsvoorzitter Juan Guaidó zichzelf uitriep tot interim-president. De Europese Unie (EU) sprak steeds haar steun uit voor Guaidó, maar sinds Maduro het parlement – eveneens op frauduleuze wijze – weer in handen heeft kunnen krijgen, heerst er verdeeldheid tussen de Europese landen over het voortzetten van de steun aan Guaidó.
Het is niet de enige flater die Borrell begaan heeft met betrekking tot Venezuela. Begin dit jaar lag de hoge vertegenwoordiger ook al onder vuur van Europese Parlementsleden omdat hij Guaidó in een statement een vertegenwoordiger van Venezuela’s ‘outgoing National Assembly’ had genoemd. Die bewoording zou legitimiteit geven aan Nicolás Maduro’s regime. Eind vorig jaar waren er eveneens geruchten dat Borrell een zogenaamde geheime missie naar Venezuela gestuurd zou hebben in de aanloop naar de verkiezingen daar. Het invloedrijke parlementslid Manfred Weber zei in een brief gericht aan Borrell dat het ging om een clandestiene missie die gericht was op het legitimeren van het regime van Maduro.
Minister-president, u hebt altijd verklaard dat de Vlaamse Regering nog altijd op dezelfde lijn zit als de Federale Regering, de Europese lidstaten en de Europese Commissie. Ook verklaarde u dat de hoge vertegenwoordiger de jongste maanden aangetoond heeft dat hij actief op zoek is naar een oplossing voor de politieke impasse die Venezuela treft.
Daarom heb ik de volgende vragen. Bent u van mening dat het steeds moeilijker wordt om eenzelfde lijn te behouden tussen de Federale Regering, de Europese lidstaten en de Europese Commissie? Zo niet, wat toont volgens u aan dat er nog altijd één gemeenschappelijke Europese visie bestaat op de situatie in Venezuela?
Hebt u nog altijd voldoende vertrouwen in de aanpak van de hoge vertegenwoordiger? Zo ja, waar is dat vertrouwen op gebaseerd?
Bent u van oordeel dat de hoge vertegenwoordiger met zijn acties legitimiteit verleent aan het regime van Maduro?
Wat heeft Vlaanderen in het verleden gedaan om de mensenrechtenschendingen in Venezuela onder Maduro aan te kaarten en druk uit te oefenen op het regime? Heeft de Vlaamse Regering plannen om zelf nog iets te ondernemen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Er bestaat wel degelijk een gemeenschappelijke en gedragen Europese visie op de situatie in Venezuela. Het Maduroregime heeft zich de jongste jaren in toenemende mate autoritair en repressief opgesteld. Het respect voor de democratie, de mensenrechten en de rechtsstaat is bijna onbestaande. De Europese Unie heeft al in 2019 beslist om een sanctieregime, namelijk een tegoedenbevriezing –asset freeze – en een reisverbod – travel ban – tegen Venezuela in te stellen. De EU besliste recent ook om negentien functionarissen toe te voegen aan de sanctielijst. Dat was een conclusie van de Raad van de Europese Unie van 25 januari 2021.
Begin 2021 heeft Venezuela de EU-ambassadeur aan de deur gezet. De sancties zijn nadien vanzelfsprekend gehandhaafd gebleven. De hoge vertegenwoordiger, Josep Borrell, heeft al verschillende verklaringen uitgestuurd in naam van de EU-lidstaten, waarin Venezuela wordt opgeroepen om de democratie en de grondrechten te respecteren en om vrije verkiezingen te organiseren.
Het persbericht van de EU-Raad van 25 januari 2021 stelt dat de Venezolaanse verkiezingen van 6 december 2020 een gemiste kans waren voor de democratie. Ze werden gehouden zonder nationale consensus over de voorwaarden ervan en voldeden niet aan de internationale normen voor een democratisch proces. De EU-Raad herhaalt de oproep van de EU dat alle politieke en burgerrechten moeten worden gewaarborgd, dat alle politieke gevangenen onmiddellijk en onvoorwaardelijk moeten worden vrijgelaten, en dat alle politieke tegenstanders in vrijheid en veiligheid moeten kunnen leven.
Ik kan u alleszins verzekeren dat alle EU-landen er unaniem voorstander van zijn om het sanctieregime te handhaven tot wanneer de Venezolaanse autoriteiten daadwerkelijk maatregelen nemen.
U vraagt of ik nog vertrouwen heb in de hoge vertegenwoordiger. Josep Borrell kent als Spanjaard Latijns-Amerika erg goed. Hij heeft begin dit jaar publiek verklaard dat de EU veel meer aandacht moet hebben voor een van onze belangrijkste en strategische partners: Latijns-Amerika. Josep Borrell voert de beslissingen van de Europese Raad uit. Maar als diplomaat komt het hem toe om contacten te leggen en conversaties te voeren met alle partijen. Dat is de taak van diplomaten: de contacten levend houden. Als niemand nog praat met het Maduro-regime, stevenen we af op een nieuw Noord-Korea, maar dan op Latijns-Amerikaanse bodem. Ik denk dat niemand dat wil, ook Vlaanderen wenst dat niet.
Ik denk dat de hoge vertegenwoordiger zijn taak als diplomaat maximaal moet vervullen. Door met de vertegenwoordigers van de Venezolaanse ambassade in Brussel te spreken, blijft het gesprek ten minste op gang en blijft de kans op dialoog gevrijwaard. Tegelijkertijd ben ik wel van mening dat de EU bijzonder voorzichtig moet zijn om te zorgen dat dergelijke demarches inderdaad niet kunnen worden begrepen als een legitimering van het regime. Dat is het subtiele spel van de diplomatie: contacten onderhouden en toch niet de indruk wekken dat het een legitimering van het regime is.
De banden tussen Vlaanderen en Venezuela zijn vrijwel onbestaande. Er zijn dus ook geen hefbomen aanwezig die Vlaanderen kan hanteren. Vlaanderen heeft zich altijd volmondig geschaard achter de veelvuldige veroordelingen van de EU over de schendingen van de mensenrechten en democratie in Venezuela en zal dat blijven doen.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben alvast tevreden dat u erg kritisch blijft voor Venezuela.
U stelt dat er nog steeds één gemeenschappelijk Europees standpunt is. Dat kan misschien zo wel zijn, maar toch wijzen de initiatieven die de heer Borrell recent nam op zijn minst op een ongelukkige aanpak van de hoge vertegenwoordiger. U zegt dat hij de situatie ter plaatse beter kent, ook als Spanjaard, en dat een diplomaat moet praten om op die manier voor een oplossing te zorgen. Maar – en ik sta zeker niet alleen met mijn vaststelling – hij zorgt met zijn demarche wel voor een legitimering van het regime. Dat was ook de ontzetting die bleek uit de brief van 62 Europese parlementsleden. Zij nemen er wel degelijk aanstoot aan. Ik probeer voorzichtig te zijn, maar het was toch wel heel ongelukkig. Op die manier geven we toch niet echt de indruk dat we op één lijn staan om dit ondemocratische regime te veroordelen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.