Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Segers heeft het woord.
We hebben het allemaal in de media gelezen: de grote Belgische mediabedrijven deden het goed ondanks de coronacrisis. DPG Media België boekte in 2020 een omzet van 1,766 miljard euro. Dat is 8 procent meer omzet dan in 2019. De nettowinst steeg in 2020 nog meer, met 38 procent, namelijk naar 178 miljoen euro. Dat zijn bedragen die doen duizelen. Ook Mediahuis boekte enorme winsten. In 2020 lag de winst van Mediahuis op 58,6 miljoen euro, wat vier keer hoger is dan in 2019. De mediabedrijven compenseerden de mindere reclame-inkomsten door de coronacrisis met de inkomsten uit abonnementen.
Maar deze winsten voelden de journalisten, werkzaam voor de grote mediabedrijven, zelf niet in hun portefeuille. Uit een artikel van Vrij Nederland van 21 april met de titel ‘Krantenkoning Christian Van Thillo: de man die ons medialandschap verschraalde’ over de invloed van DPG Media België op het Nederlandse medialandschap, blijkt dat freelancejournalisten bij DPG Media Nederland weinig betaald worden. Over Vlaanderen hebben we ter zake weinig of geen cijfers.
Zo kreeg een Nederlandse regiojournaliste in 2017 13 cent per woord, dat uiteindelijk verhoogde naar 14,5 cent per woord in 2019. Ik ken lokale en regionale journalisten die voor een foto 2 of 3 euro krijgen. Ondanks de grote winsten van de mediabedrijven van de laatste jaren ziet men in de journalistieke sector vooral een evolutie naar een grotere inzet van freelancejournalisten, terwijl journalisten met een vast contract schaarser worden. Om dat te concluderen volstaat het om even de samenstelling van de redactie te overlopen bij de grote kranten in Vlaanderen.
Dat schreef de Vlaamse Vereniging voor Journalisten (VVJ) ook onlangs in haar jaarverslag van 2020. Daar stelde ze trouwens ook duidelijk dat door de coronacrisis voornamelijk de journalisten die op freelancebasis werken, hun opdrachten het voorbije jaar zagen slinken. De werkzekerheid van journalisten daalt dus duidelijk en het journalistieke beroep wordt meer en meer een broodjob. De VVJ vroeg in haar memorandum ‘Beter nieuws met professionele, onafhankelijke en verantwoordelijke journalistiek’ daarom om de corona- en relancesteun voor de mediabedrijven meer af te stemmen op de specifieke journalistieke noden, zodat de steun ook toekomt bij de mensen die dag in en dag uit bezig zijn met de nieuwsstroom.
De relancemiddelen voor de mediabedrijven, namelijk 35 miljoen euro – dat is fantastisch – gaan voor het grootste deel naar de digitale transformatie van de mediabedrijven. Dat heeft de minister beslist. Nochtans ontvingen zowel Mediahuis als DPG Media België reeds forse steun van de Vlaamse Regering via de strategische transformatiesteun. DPG Media België ontving ongeveer 1 miljoen euro in november 2020 voor de digitale transformatie van hun bedrijf en Mediahuis kreeg een vergelijkbaar bedrag in oktober 2017.
De coronacrisis heeft dus een grote ongelijkheid in de media- en journalistieke sector aan het licht gebracht: terwijl de grote mediabedrijven grote winsten maakten en subsidies krijgen, moeten freelancejournalisten op het einde van de maand krabben om brood op de plank te krijgen, als ze al opdrachten hebben. Als we in de toekomst kwalitatieve journalistiek willen blijven hebben, en dat is toch de basis voor de werking van onze democratie, dan denk ik echt dat het tijd wordt om journalisten naar behoren te vergoeden voor hun belangrijke werk voor onze democratie.
Minister, ik vind het goed dat we onze mediabedrijven ondersteunen, maar we moeten ook de journalisten ondersteunen. ZultĀ u ervoor zorgen dat er meer transparantie komt in de begroting en de financiële stromen van de mediabedrijven? Ik denk dat we dat echt mogen vragen, en dat we niet moeten zeggen dat dat private bedrijven zijn.
Hebt u er zicht op hoeveel de Vlaamse freelancejournalisten vandaag verdienen? Dat zijn cijfers die ik wel graag eens wil horen. Ik heb daar onderzoek naar gedaan, maar dat is al vele jaren geleden.
Hoe staat u tegenover de evolutie dat er steeds meer journalisten op freelancebasis worden tewerkgesteld in plaats van aangeworven met een vast contract?
Wat is uw positie ten opzichte van de federale steun aan de kranten en de btw-vrijstelling? Dat was de laatste dagen toch opnieuw heel hard in het nieuws.
Op welke manier garandeert u dat de relancemiddelen binnen de mediabedrijven worden ingezet voor het verbeteren van de werkomstandigheden en werkzekerheid van de journalisten?
Minister Dalle heeft het woord.
Als minister van Media denk ik dat ik het als een compliment kan beschouwen dat u eigenlijk bekritiseert dat er te veel steun gaat naar de mediabedrijven. Er is de transformatiesteun vanuit Innovatie voor Mediahuis en DPG Media België. En zij komen ook in aanmerking voor het relanceplan. Ik beschouw het dus als een compliment als u dat zo zegt. Ik heb u wel diezelfde opmerking niet horen maken toen we hebben gezegd dat ook de VRT in aanmerking komt voor ondersteuning vanuit het relanceplan, en dat ze ook 16 miljoen euro krijgen voor hun transformatie. Ik vind dus wel dat u op dat vlak niet heel consequent bent.
Wat dan specifiek de situatie van de freelancers betreft: rond de transparantie kan ik verwijzen naar mijn antwoorden in de commissie van Media van 1 april, waarin u een gelijkaardige vraag hebt gesteld. Er bestaan reeds wettelijke bepalingen over transparantie die voor alle bedrijven gelden en dus ook voor de grote mediabedrijven. Zoals ik toen ook heb aangegeven, is dat ook een federale materie.
U vraagt naar het aantal freelancejournalisten en wat zij verdienen. Ik heb natuurlijk geen algemeen zicht op de vergoeding van werknemers op freelancebasis. Een rondvraag van de VVJ leert wel dat de verdiensten van bepaalde categorieën journalisten onder druk staan, vooral bij regiojournalisten, persfotografen en journalisten die werken voor ‘digital only’-mediaspelers. Ik heb ook de mediabedrijven bevraagd en zij lieten mij weten dat freelancejournalisten marktconform worden vergoed. Dat neemt natuurlijk niet weg dat velen van hen, zeker in coronatijden, het inderdaad bijzonder moeilijk hebben.
Ik wijs in deze context ook naar het Sociaal Charter voor de Mediasector waardoor ook de grote mediabedrijven gebonden zijn. Het charter bepaalt dat er moet worden gestreefd naar correcte vergoedingen voor geleverde prestaties, rekening houdend met de concurrentiële omgeving. Voor zelfstandigen moet er worden gestreefd naar een faire vergoeding.
U vraagt naar mijn houding ten aanzien van de evolutie van freelancejournalisten. Ik heb in eerdere vragen om uitleg, op 21 januari en 4 maart, al toegelicht dat de arbeidsomstandigheden voor journalisten een belangrijk aandachtspunt blijft, maar dat dat statuut natuurlijk ook grotendeels een federale bevoegdheid is. Werken als freelancer blijft een veelvoorkomend statuut binnen de journalistiek.
Al wil ik dat wel nuanceren: de indruk wordt soms gewekt dat dat een steeds maar stijgend fenomeen is. Ik kan dat niet bevestigen. Ik heb alvast één reactie die ik jullie toch wil meegeven. Mediahuis heeft me laten weten dat alvast bij hen het aantal journalisten in vaste dienst met 7 procent is gestegen ten opzichte van 2015. Het is daar dus niet zo dat het aantal journalisten in vaste dienst daalt en dat er freelancers voor in de plaats komen. Die evolutie kan alvast bij Mediahuis tegengesproken worden. Ook algemeen gesproken kan ik dat niet bevestigen.
U hebt ook vragen gesteld over de federale ondersteuning die er is voor de mediasector, met name de btw-vrijstelling enerzijds, en de concessie rond de krantenbedeling anderzijds. Ik heb daar in de commissie Media van 9 januari 2020 op een vraag van collega Van den Brande mijn standpunt en mijn inzichten over gegeven.
De btw-vrijstelling is een belangrijke maatregel, waar we ook in deze commissie al waardering voor hebben uitgesproken, denk ik. Het is een maatregel die ook toepasselijk is gemaakt op de digitale platformen. Op dat vlak is dat steun voor zowel de digitale als de papieren kranten en tijdschriften.
Dan is er het contract met bpost. Dat wordt vaak onterecht voorgesteld als een subsidie. Ik denk dat we hier de terminologie correct moeten hanteren, collega’s. Het betreft namelijk een concessie, waarbij bpost middelen krijgt om een openbare dienst uit te voeren. Op 10 december 2019 werd op het federale niveau beslist om de concessie met bpost met twee jaar te verlengen onder dezelfde voorwaarden. De federale ministerraad heeft zeer recent ingestemd met het opstarten van een procedure voor een nieuwe concessieovereenkomst voor de bezorging van erkende kranten en tijdschriften in twee fasen, namelijk met publicatie op Belgisch en Europees niveau en onderhandelingen. Deze beslissing is natuurlijk belangrijk voor onze media, niet alleen voor de kranten, maar ook voor magazines en organisaties in de non-profitsfeer. Het spreekt voor zich dat ik me terdege bewust ben van de kritiek die mogelijk is op deze concessie. Dat is ook gebleken uit gesprekken met verschillende spelers. Ik zal dan ook nauwgezet opvolgen wat de federale collega’s daarover zullen beslissen.
Tot slot peilde u ook naar de relancemiddelen en de link met de journalistiek en de werkzekerheid. Het doel van het digitaal transformatieprogramma is om de technologische weerbaarheid en de economische leefbaarheid van de Vlaamse mediasector te versterken, en uiteindelijk uiteraard om de kwaliteit en in sommige gevallen ook de kwantiteit van de mediaproducten voor de Vlaamse en Brusselse kijkers, luisteraars en mediagebruikers te versterken.
De middelen gaan niet rechtstreeks naar de journalisten, maar de investeringen en steun voor digitale tools, diensten en platformen zullen uiteraard ook de gebruikers, zoals journalisten en andere mediaprofessionals, ten goede komen. Een sterker Vlaams media-ecosysteem is namelijk de beste garantie voor werkzekerheid voor lokale mediaprofessionals en dus ook voor journalisten, met inbegrip van de freelancejournalisten.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Bedankt, er is alweer heel veel gezegd. U had het ten eerste over de transformatiesteun en de relance. Ik zou niet hebben gezegd dat het goed is dat de VRT geld kreeg uit het noodfonds. Ik denk dat ik dat wel heb gezegd, maar misschien moeten we dat nakijken. En als ik dat niet heb gezegd, dan zeg ik het bij deze: mijn appreciatie was daar wel voor.
Toen ik daarentegen vroeg hoeveel de VRT krijgt van de relancemiddelen, hebt u mij geantwoord dat we dat niet gaan oormerken voor de VRT. Ze moeten maar projecten indienen. Dat wilde ik toch even rechtzetten.
U had het over de regionale lokale journalisten. Ik denk dat we daar echt met aandacht moeten naar kijken. We hebben vanuit Vlaanderen een beweging opgezet waar we meer en meer autonomie geven aan de lokale besturen. Meer en meer macht gaat naar de lokale besturen. Maar wat het niveau van journalistiek op regionaal en lokaal niveau betreft, is er nog heel veel werk aan de winkel. Dat zijn allemaal vrijwilligers; we kennen het profiel van de gepensioneerde leraar die zijn eigen online bladje publiceert. Daar zitten we nog niet goed naar journalistiek toe, en zeker ook niet naar vergoeding toe. We zitten daar dus met een conflict: meer en meer macht naar lokale besturen, maar de controle daarop verloopt niet zoals dat op nationaal niveau moet gebeuren.
Dan waren er de btw-tarieven. Zoals u aangeeft is het een zeer goede zaak dat we dat ook hebben uitgebreid, eindelijk. Dat was al lang een vraag van de online onafhankelijke journalistieke initiatieven.
Wat de posttarieven en het contract met bpost betreft: ik ben daar altijd wel voorstander van geweest omdat ik vind dat we onze kranten verdeeld moeten krijgen naar iedereen. Bpost moest daarvoor ondersteund worden. Maar er worden wel minder en minder kranten gedrukt. Deze week hebben we vernomen dat er in Kosovo geen papieren kranten meer worden gedrukt. In het licht van het feit dat er steeds minder papieren kranten zijn, in het licht van de monsterwinsten van de kranten, denk ik dat we daar toch over moeten nadenken. Maar dat moet op federaal niveau gebeuren, daar ben ik het absoluut mee eens. Toch denk ik dat we ook vanuit Vlaanderen onze insteek moeten geven. Want ik heb gezien dat er vorige week een federaal voorstel was van de N-VA om dat te schrappen. Daar moeten we ons toch ook vanuit Vlaanderen over beraden.
Ten slotte denk ik dat we monitoring nodig hebben. U verwijst naar ons charter, maar het effect van dat charter is nog niet duidelijk. Ik denk dat de precariteit zeer groot is en blijft. U zegt dat de mediabedrijven u zeggen dat ze marktconform uitbetalen. Maar als marktconform betekent dat mensen nauwelijks een cent krijgen voor een foto of een artikel, dan is dat ook marktconform, maar dan is het nog niet correct. Misschien heeft ons charter dus nog niet het gewenste effect.
Minister, ik denk dat we echt opnieuw dat Steunpunt Media of een ander steunpunt nodig hebben om daar te monitoren, misschien binnen de VVJ of buiten de VVJ. Maar we moeten nadenken hoe we de verloning van onze journalisten, toch de bewakers van onze democratie, goed kunnen opvolgen, monitoren. We moeten ervoor zorgen dat ze op een correcte manier voor een correct loon hun werk kunnen doen. Want momenteel is dat ondermaats, zeker in het licht van die gigantische winsten.
De heer Slootmans heeft het woord.
Wat die btw-vrijstelling en die concessie betreft: ik begrijp van mevrouw Segers dat zij enerzijds kritiek uit op het gegeven dat er subsidie of transformatiesteun wordt gegeven aan bedrijven die tegelijkertijd grote winsten maken, en daarmee zelfs onrechtstreeks buitenlandse overnames gaan financieren. U zegt dan dat u ook wel voorstander bent van die btw-vrijstelling van die kranten. Maar anderzijds bekritiseert u het ook. Het is natuurlijk het een of het ander.
Ik wil er in die context trouwens op wijzen dat er nu inderdaad een wetsvoorstel is van de N-VA, dat gewoon een kopie is van dat van de Open Vld, dat voorligt in de Kamer. Maar het is ook zo dat wij bij de afgelopen begroting een aantal amendementen hebben ingediend om die steun te schrappen. We hebben daarnet verwezen naar de online media, die daar in het verleden inderdaad het slachtoffer van waren. Maar er zijn natuurlijk ook de dagbladhandelaars, die ook een belangrijk slachtoffer zijn. Ze zijn nu trouwens, als ik mij niet vergis, naar het Europees Hof van Justitie gestapt om die werking te laten schrappen.
U zegt dat we daar vanuit Vlaanderen over moeten nadenken, reflecteren. Allemaal goed en wel, maar wat is uw standpunt? Het is het een of het ander. U verwijst naar Kosovo. Bent u dan inderdaad van mening dat dat niet meer kan, die subsidies of die concessies? Het maakt ook niet uit welk woord men ervoor gebruikt, want het gaat over belastingmiddelen die daarvoor worden aangewend. Wat is het standpunt van Vooruit? Als u ertegen bent, waarom stemt uw partij langs de andere kant van de straat dan telkens tegen zulke voorstellen? In die zin lijkt enige consequentie hier toch wel aangewezen.
Ik heb zelf ook nog een vraag of een opmerking. Deze namiddag hadden we met minister Jambon een discussie over de precariteit en het statuut van de kunstenaar. Ook daar heb je natuurlijk heel veel freelancers aan het werk.
In het Kunstendecreet is een mechanisme ingebouwd waardoor subsidies alleen kunnen worden toegekend als er rekening wordt gehouden met fair practices en fair pay in de cultuursector. Ik vraag me dus af of die koppeling hier ook op een of andere manier kan worden gemaakt, of niet er niet moet worden onderzocht of een soort charter inzake fair practices en fair pay kan worden gekoppeld aan subsidies voor mediabedrijven, naar analogie met het Kunstendecreet, waar we toch ook die weg willen opgaan. Dat is mijn bijkomende vraag.
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Segers, ik wil eerst even helder stellen wat ik bedoelde als ik zeg dat u twee maten en twee gewichten gebruikt. Wanneer ik iets doe voor de VRT, dan vindt u dat altijd goed en meestal te weinig. Zo gaan we bijvoorbeeld 16 miljoen euro investeren voor de digitale transformatie van de VRT én dat combineren met de mogelijkheid om in te tekenen op de uiteindelijke 35 miljoen euro voor de relance. Dan vindt u dat evident, en dan vindt u dat allicht zelfs ontoereikend. Wanneer daarentegen private spelers zoals Mediahuis of DPG Media België aanspraak maken op transformatiesteun vanuit reguliere innovatiebudgetten en tegelijk ook aanspraak kunnen maken op diezelfde media-innovatiemiddelen, op die 35 miljoen euro, dan bekritiseert u dat. Ik noem dat twee maten en twee gewichten. Het getuigt van een visie op het medialandschap waar ik niet achter kan staan. Voor mij gaan een sterke openbare omroep en sterke private spelers immers hand in hand, versterken die elkaar. Dat is wat ik bedoelde.
U hebt ook verwezen naar de nood, ook in het kader van een innovatieplan, om zeker ook lokale journalistiek niet uit het oog te verliezen. Dat is zeker ook een van mijn zorgen. Het bewijs daarvan is dat bijvoorbeeld ook de regionale omroepen prominent aan bod komen in het media-innovatieplan. Ook lokale radio’s zullen bijvoorbeeld kunnen intekenen, als ze daarvoor in aanmerking komen, op de projectoproepen voor de kleinere spelers. Ik wijs er ook op dat er in het kader van het coronanoodfonds 147.000 euro extra is gegaan naar het Fonds Pascal Decroos. Ook individuele journalisten konden daarop intekenen, bijvoorbeeld met interessante, creatieve lokale projecten. Op dat vlak zijn er dus ook al wat initiatieven genomen.
Wat de verwijzing naar Kosovo betreft, ik weet niet of dat de beste is. Dat de papieren krant op korte termijn zal verdwijnen, dat denk ik eerlijk gezegd niet. Als je kijkt naar de evolutie van de abonnementen van de grote spelers in Vlaanderen, dan blijkt toch dat die vrij populair blijven. Je ziet wel een shift naar meer digitale abonnementen en meer hybride formules. Denk maar aan de almaar populairder wordende formule van een papieren krant in het weekend en een digitale formule tijdens de week. Ik denk dus niet dat papier irrelevant zal worden, althans niet op korte termijn. Wel is er een evolutie, en die kan maken dat men inderdaad nadenkt over de wijze waarop zo’n concessie vorm krijgt. Ik denk dat dat een heel relevant debat is. Dat zal federaal worden gevoerd, maar u kunt erop rekenen dat ik dat van zeer nabij volg, met de federale collega’s.
Wat het sociaal charter betreft, dat houdt ook verband met zowel de vraag van collega Segers als die van collega Meuleman. Dat wordt natuurlijk jaarlijks geëvalueerd. Er is ook een platform van de diverse spelers, die daar regelmatig samenkomen. Bij de meest recente bijeenkomsten ging het vooral over diversiteit en, ook op mijn uitdrukkelijke vraag, over grensoverschrijdend gedrag in de mediasector. Ik heb het er al geregeld over gehad: ik denk dat we in de mediasector op dat vlak echt een inhaalbeweging moeten doen ten aanzien van bijvoorbeeld de sport- en cultuursector. Ook binnen het kader van het sociaal charter zijn de mediabedrijven en de sociale partners daarrond aan het werken.
Ik vind het geen slecht idee om zeker ook eens de situatie van de freelancejournalisten onder de loep te nemen in het kader van dat overlegplatform in de schoot van het sociaal charter. Dat lijkt mij een goed punt voor hen om dat eventueel bij een volgende gelegenheid of het komende jaar op de agenda te plaatsen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. Het is jammer dat u mijn positie echt te zwart-wit leest. Er is echt geen sprake van twee maten en twee gewichten wat mijn denken over ons mediasysteem betreft. De media zijn de vierde macht, de media zijn een essentieel onderdeel voor een goede werking van onze democratie. Onafhankelijke, kwaliteitsvolle journalistiek is vitaal voor onze democratie. Daarover gaat het. De leefbaarheid, de gezondheid van ons ecosysteem is daar ook essentieel in. Dat ecosysteem bestaat uit een publieke omroep en een commercieel deel van onze media.
Wat de VRT betreft, is er zeer zwaar bespaard bij het begin van de legislatuur. Er zijn nu dankzij corona ook extra middelen gekomen. De VRT haalt alle KPI’s: ze moet onder meer een goede werkgever zijn, en ze moet ook daar een voorbeeld zijn voor Vlaanderen.
Aan de andere kant zie ik dat private mediabedrijven dit jaar heel grote winsten maken en kunnen rekenen op transformatiesteun, die ik hen van ganser harte gun. Maar ik zie daar ook dat de VVJ en zowat iedereen de alarmklok luidt als het gaat over de verloning van degenen die die kranten vullen: de journalisten, de fotografen. Daar zit dus een probleem. Je kunt niet én gigantische winsten boeken én je personeel, degenen die de kranten moeten vullen, onvoldoende waarderen en verlonen. Dus daar zit het probleem, minister. En dat gaat dan niet over ‘bij de VRT is alles goed’ en ‘ik ben tegen de commerciële media’. Zo simpel is het echt niet, hoor, daar mag u mij niet van verdenken.
Mijn oproep is vooral: laat ons er samen naar kijken. U verwees naar het overlegplatform voor het sociaal charter. Misschien moeten we dat doen met rondetafels of toch die staten-generaal, wat ik een tijdje geleden al eens lanceerde, om ons eens te buigen over de problematiek van de freelancers die zich stelt, zowel voor nationale journalisten als zeker – en ik ben blij dat u me daar toch volgt – voor lokale en regionale journalisten. Die worden immers ondergewaardeerd voor hun werk en de betekenis die ze hebben. Mensen lezen ook ongelooflijk graag die regionale en lokale berichtgeving.
Mijnheer Slootmans, ook daar is het niet zwart-wit. Ik zeg u dat de btw een goede zaak is, en vooral het feit dat die nu uitgebreid is naar de digitale initiatieven. Wat betreft de bpost-subsidie voor de verdeling: niets is voor eeuwig. Ik ben daar voorstander van, altijd geweest, omdat ik denk dat het belangrijk is dat onze kranten bij de mensen geraken en voor 7 uur in hun bus zitten. Maar als we steeds meer naar digitale kranten evolueren, moeten we in het licht van de winst bekijken wat we ermee doen. Daar is mijn oproep er een naar reflectie en debat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.