Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Minister-president, de Vlaamse Regering heeft op 19 december beslist om 460.000 euro subsidie toe te kennen aan Brussels Philharmonic vzw voor het project Podium 19. In samenwerking met de VRT als mediapartner en coach, en met distributeurs, zoals Proximus, richten de Vlaamse Kunstinstellingen – dat waren Concertgebouw Brugge, Kunstencentrum Vooruit, deSingel, Antwerp Symphony Orchestra, Opera en Ballet Vlaanderen, Ancienne Belgique en Brussels Philharmonic - het tv-kanaal Podium 19 op. Op dat tv-kanaal werden elke avond vanaf 21 uur voorstellingen van kunstenaars of kunstenorganisaties uitgezonden. Van donderdag tot zondag werden er elke week nieuwe programma’s voorgesteld. Elke avond kwam een andere sector aan bod. De programma’s werden dan op de andere avonden in een lussysteem heruitgezonden. Alle programma’s werden ook beschikbaar gesteld via VRT NU. Het nieuwe tv-kanaal bood de cultuursector een platform waarop producties konden worden getoond die door de coronasluiting voorlopig niet in de zalen gebracht worden.
In antwoord op mijn eerdere vraag daarover, op 7 januari, benadrukte u ook: “Als breed toegankelijk tv-kanaal kan Podium 19 er bovendien toe bijdragen dat er een nieuw publiek wordt opgebouwd, wat de sector in post-coronatijden ten goede kan komen.”
Het project is ondertussen afgelopen. Het duurde tot 30 april. Ik wil daarover een paar vragen stellen.
Kunt u toelichting geven bij de kijkcijfers van de uitzendingen op Podium 19, als die beschikbaar zijn, zowel voor de nieuwe programma’s als voor de herhalingen en het bereik via VRT NU?
Werd er al onderzoek gedaan naar welke type kijkers men heeft bereikt qua leeftijd en cultureel participatieprofiel? Werd er met andere woorden een nieuw publiek bereikt, zoals u suggereerde op 7 januari? Was er een verschil in bereik per genre-avond? Het aanbod was immers heel divers: het ging van pop tot opera en toneel.
Hoe evalueert de cultuursector dit project? We vingen toch hier en daar wel wat kritiek op over de selectie van de programma’s en over de beperkte vergoeding van de artiesten.
Hoe evalueren de distributeurs, Telenet, Proximus en Orange, en de VRT dit project?
Hoe evalueert u het project? Heeft het potentieel om voortgezet te worden? Zo neen, waarom niet ? Zo ja, in welke vorm of formule?
Welke afspraken werden er gemaakt over de heruitzendrechten na afloop van Podium 19?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik heb net bericht gekregen dat iemand uit mijn nabije omgeving overleden is aan COVID-19. Soit, ‘life goes on’. Maar als ik af en toe een beetje afwezig ben, dan vraag ik daar enig begrip voor.
De kijkcijfers waar wij momenteel over beschikken, hebben betrekking op de periode van 21 januari 2021 tot en met 18 april 2021. In die periode van in totaal dertien weken, met vier programma-avonden per week, heeft Podium 19 in totaal 350.000 kijkers gehad, die 1,4 uur keken zonder weg te zappen. Op het digitale platform VRT NU keken in dezelfde periode 85.000 bezoekers effectief naar voorstellingen. In het totaal gaat het dus om 435.000 kijkers.
De website www.podium19.be, waar informatie beschikbaar was over de programmatie op de zender, telde in totaal 105.000 bezoekers. Gespreid over de vermelde periode keken 1.178.000 mensen kort naar een programma, en 1,7 miljoen mensen klikten de zender aan zonder verder te blijven kijken.
De Vlaamse kunstinstellingen zullen in de komende weken samen met de studiedienst van de VRT en met publiq een grondige analyse maken van de kijkcijfers en van het kijkgedrag. Ik verwacht de resultaten daarvan in de maand juni.
Wat betreft het bereikte publiek kan ik, in afwachting van het resultaat van de aangekondigde grondige analyse, alvast meegeven dat de eerste indicaties wijzen in de richting van een ouder kijkerspubliek dat gemiddeld tot hoger opgeleid is.
Uit de voorlopige cijfers blijkt dat de 45-plussers goed zijn voor 83 procent van de kijkers en de gemiddeld tot hoger opgeleiden samen voor 87 procent van de kijkers. Uit de verdere analyse zal blijken of dit initiatief een breder en ander publiek heeft kunnen bereiken.
Op programmaniveau valt er vooralsnog weinig te verduidelijken, omdat de metingen niet fijnmazig genoeg konden gebeuren. Toch lijkt het erop dat het volledige aanbod gesmaakt werd en dat er niet kan worden gezegd dat bepaalde genres opmerkelijk beter scoorden dan andere. Dat bevestigt wat de specialisten in de kunstinstellingen al lang aanvoelen, met name dat het publiek cultuuromnivoor is.
Uw derde vraag ging over de evaluatie door de cultuursector zelf. Iedereen die betrokken was bij Podium 19, namelijk de initiatiefnemers, de partners, de deelnemende kunstenhuizen, de technische toeleveranciers, zoals de opnamebedrijven, en ook het publiek, heeft ervaren dat hier iets unieks gebeurd is.
Het initiatief heeft de sector – inclusief zijn facilitaire bedrijven – die het moeilijk had, opnieuw een boost gegeven. Het aanvoelen leeft dat er een bron aangeboord is die levensvatbaar zou kunnen zijn: een plek voor de podiumkunsten in Vlaanderen in de digitale wereld. De ervaring is krachtig, maar tegelijk erg kort geweest. Onze kunstinstellingen zijn uiteindelijk podiumkunstenmakers, geen televisiemakers.
De consensus binnen de sector is op dit moment dat er wel degelijk een plaats en ruimte denkbaar zou kunnen zijn voor een dergelijk initiatief, maar dat de focus nog niet scherp genoeg is om vandaag te bepalen wat dat project dan moet zijn, wie het initiatief moet nemen, waar het ondergebracht en hoe het gefinancierd moet worden. De aangekondigde analyse zal hopelijk een antwoord kunnen bieden op die vragen.
De kunstinstellingen voelen aan dat Podium 19 meer in zich had dan een project van tijdelijke aard. Ik ga ervan uit dat zij samen met hun partners een gedegen en ernstige oefening zullen maken over een mogelijke voortzetting ervan ter versterking van de publiekswerking voor de Vlaamse kunstensector en ik kijk met belangstelling uit naar het resultaat ervan.
U verwees naar kritiek op de selectie van de programma’s. Op dat vlak was de houding vanuit de initiatiefnemende kunstinstellingen duidelijk. Ze installeerden een programmacommissie die alle projecten screende, nooit op de inhoud ervan, maar wel op de technische kwaliteit van de aanlevering van de banden, de duurtijd van het project – zodat de ingewikkelde programmapuzzel kon gelegd worden – en op een zo divers mogelijk aanbod. In dat kader werden op bepaalde momenten themadagen of zelfs themaweken voorzien: de Bachweek, de week van de Belgische muziek, een dansdag, om er maar enkele te noemen.
Wat de instellingen niet hadden kunnen vermoeden, was de massale toestroom van projecten. Bij de opstart van het initiatief was er sprake van ongeveer vijftig projecten, het zijn er uiteindelijk 224 geworden. Dat bewijst nog maar eens het bijzonder rijke aanbod aan hoogkwalitatieve kunstprojecten in Vlaanderen, maar het heeft er de selectie niet makkelijker op gemaakt. Dat zult u begrijpen. Naar mijn aanvoelen is die selectie evenwel correct verlopen.
Wat betreft de kritiek die u aanhaalt over de vergoeding van de artiesten, kan ik het volgende zeggen. Het was expliciet de bedoeling van de Vlaamse kunstinstellingen om met dit initiatief zowel de eigen huizen als, bij uitbreiding, alle professionele podiumkunstenmakers op een zinvolle en hoogkwalitatieve manier te motiveren om te blijven werken. De instellingen hebben daarbij duidelijk gecommuniceerd dat de opnames met eigen middelen moesten gebeuren. Het zou om meer dan één reden onrealistisch geweest zijn om te verwachten dat de producties ook nog eens gefinancierd zouden worden vanuit Podium 19.
U moet daarbij ook rekening houden met de volgende elementen. Ten eerste werd er op de subsidies vanuit Vlaanderen aan de cultuursector op geen enkel moment geraakt in deze coronaperiode. De producties vielen stil, maar de subsidies bleven doorlopen. Daarnaast werd het systeem van de tijdelijke werkloosheid opengesteld, waardoor de huizen een besparing konden realiseren op de personeelskost tijdens hun inactiviteit.
Bovendien nam de Vlaamse Regering enkele forse steunmaatregelen, zoals de culturele activiteitenpremie, waar gretig werd op ingetekend en waarvan ik weet dat ze soms ook gebruikt werd om de opnames voor Podium 19 mee te financieren.
Ook werd de taxshelterregeling, die normalerwijze niet kan ingeroepen worden voor opnames, tijdelijk uitgebreid voor opnames, mits het een livestreaming van het project betrof.
Tot slot kende de Vlaamse Regering – u zei dat al in uw vraagstelling – een projectsubsidie van 460.000 euro toe aan de initiatiefnemers van Podium 19. Die subsidie werd, met uitzondering van de opstartkosten, volledig gebruikt om de toeleveranciers van projecten een beperkte extra ondersteuning te bieden.
Naargelang de omvang van het project varieerde die steun van 1000 tot 5000 euro.
De definitieve afrekening van het project moet nog gebeuren, maar ik kan nu al meegeven dat er van de 460.000 euro subsidie meer dan 310.000 euro betaald werd aan de individuele kunstenaars of kunstenprojecten en nog eens 50.000 euro werd uitgetrokken voor de auteursrechten.
U vroeg ook naar de evaluatie van het project door de distributeurs en door de VRT. Dat zal onderdeel uitmaken van de aangekondigde grondige analyse die we in juni verwachten.
In uw vijfde vraag informeerde u naar de evaluatie die ik als minister maak van dit initiatief en naar de toekomstmogelijkheden voor het initiatief. Ik ben zeer te spreken over wat Podium 19 op een heel korte tijd heeft kunnen realiseren. Een dergelijk voorbeeldig en breed samenwerkingsverband tussen de kunstinstellingen en het brede professionele kunstenveld met de VRT, met publiq, de belangrijkste telecomoperatoren en de inningsmaatschappijen, zoals Sabam, kan ik enkel toejuichen. Ik deel het gevoel van iedereen die betrokken was bij Podium 19 dat er hier iets unieks is gebeurd. Het heeft een sector, inclusief zijn facilitaire bedrijven, een boost gegeven, en dat geeft mij - en ik hoop velen met mij - veel voldoening.
Ik kijk met verwachting uit naar het resultaat van de grondige analyse om het verder te hebben over een mogelijke voortzetting van het project en de wijze waarop. Ik kijk daarbij ook met bijzondere belangstelling uit naar het antwoord op de vraag of we met Podium 19 een breder publiek hebben kunnen bereiken, dan wel het publiek dat anders – in niet-coronatijden – naar de zalen zou komen. Dat is voor mij een cruciaal element in de analyse.
Uw laatste vraag ging over de heruitzendrechten. De Vlaamse Kunstinstellingen hebben voor de rechtenkwesties duidelijke afspraken gemaakt met enerzijds de kunstenaars, de kunstenactoren en de toeleveranciers, en anderzijds met enkele inningsbedrijven en rechtenhouders, zoals Sabam.
Ieder programma kreeg een eerste uitzending en enkele heruitzendingen op Podium 19 gedurende zeven dagen na en direct volgend op de eerste uitzending. Nadien bleef het programma nog dertig dagen opvraagbaar via VRT NU. Daarna vervielen de uitzendmogelijkheden onherroepelijk. Heel concreet wil dat zeggen dat, nu Podium 19 uit de ether is, de allerlaatste uitzendingen nog tot uiterlijk 30 mei kunnen bekeken worden op VRT NU. Daarna hebben Podium 19, de VRT of de kunstinstellingen geen verdere rechten op de aangeleverde programma’s, tenzij het om hun eigen projecten gaat. De rechten liggen dus voor de volle 100 procent bij de individuele kunstenaars of bij de kunstenactoren. Rekening houdend met die geldende rechten zijn alle uitzendingen ook enkel in België te bekijken geweest en niet in het buitenland.
Het is een omstandig antwoord, maar het gaat toch over een belangrijke kwestie.
Minister, mag ik u oprechte deelneming betuigen namens deze commissie bij het verlies van iemand uit uw entourage.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Ook mijn oprechte deelneming. Het is altijd even schrikken en het plaatst een aantal zaken in perspectief. Maar goed, het blijft een interessante vraag en u hebt ook heel uitgebreid geantwoord, waarvoor dank.
Het is inderdaad een uniek project geweest, waarin een aantal actoren ons gedurende al die maanden heeft kunnen verblijden met topkunst van allerlei soort. Wat me wel opviel in de eerste evaluatie, want die is nog niet definitief en we zullen in juni meer weten, is dat meer dan 80 procent 45-plussers heeft ingeschakeld op Podium 19. Ik denk dat we daarmee voor een stuk toch zitten bij het publiek dat vaak wordt bereikt voor dit soort voorstellingen. Het is nog afwachten of we een nieuw publiek hebben bereikt.
In elk geval heb ik een heel positieve opmerking gekregen van iemand die met een mobiliteitsbeperking altijd thuis zit en heel weinig naar theater, opera of wat dan ook kan gaan en die nu bij wijze van spreken elke avond mee kon genieten van zaken waarvoor je je anders moet verplaatsen en voor moet betalen.
Ik denk dat we misschien specifiek ook eens moeten kijken of mensen met een mobiliteitsbeperking daar veel aan gehad hebben. Het was één opmerking, dat is geen evaluatie.
Het is niet aan ons om een evaluatie te maken, maar wat misschien ontbrak, is een omkadering. Zij kregen het een na het ander: een voor- en nabespreking, maar een beetje omkadering om een nog breder publiek te bereiken was misschien niet slecht geweest. Zoals u zei, was het uniek en nieuw, we kunnen eruit leren. Stel dat er op een of andere manier verder wordt gegaan, dan kan men toch naar die omkadering eens kijken. Eigenlijk is dat in mijn ogen een stuk de taak van de VRT: de beheersovereenkomst bevat de opdracht om rond cultuur een en ander te doen. Ze zouden daar meer mee kunnen doen. Misschien kan toch met hen gepraat worden over hun visie op de omkadering. Hoe kunnen vakmensen daar een stuk op inzetten?
Bovendien heb je dan nog de kans dat er crossmediaal nog een en ander kan gebeuren. In het begin was er heel veel reclame voor Podium 19, ook op de radio, maar dan is dat stilgevallen. Als dat een blijver zou kunnen worden, eventueel wat aangepast en verbeterd, dan kan de VRT een belangrijke partner worden om op de radio bijvoorbeeld nog meer reclame te maken.
Het is een interessant samenwerkingsverband dat in mijn ogen een goede basis is om eventueel andere initiatieven te lanceren. Dat hoeft zeker niet exact hetzelfde te zijn. Laat ons hopen dat we corona enigszins achter ons kunnen laten en dat de zaken die nu tot stand zijn gekomen het liefst kunnen doorgaan maar toch een beetje in een andere vorm. Het liefste wat we natuurlijk doen als we geen mobiliteitsbeperking hebben, is zelf naar de zalen gaan. Dat is nog altijd het belangrijkste en het fijnste. Dat wil niet zeggen dat we dit digitale audiovisuele experiment zomaar moeten weggooien.
De kijkcijfers, 1,4 miljoen is er ooit naartoe gegaan maar niet gebleven, zijn toch hoog. De andere cijfers, over een hele periode, zijn niet fenomenaal, maar dat is niet slecht om te beginnen. Er ontbrak misschien wat omkadering, maar dat is een persoonlijke inschatting.
Ik heb zelf een paar keer gekeken, maar meestal op een tweede scherm. Het orkest speelde en ondertussen was ik wat aan het werken. Als tweede scherm vond ik dat fantastisch, maar om echt voor mijn tv te gaan zitten en ernaar te kijken, dan zou ik de zaal echt wel verkiezen. Dat is voor iedereen anders en dat hangt af van de persoonlijke situatie.
Ik heb geen bijkomende vragen. Misschien komen die er binnenkort, als de definitieve evaluatie er is in juni. Misschien is het interessant om dat eens in te plannen of anders stellen we opnieuw vragen.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister-president, mijn innige deelneming bij het verschrikkelijke nieuws dat u net ontving. Mijn grote dank dat u toch in de commissie zit. Ik wens u bijzonder veel sterkte.
Dank voor de interessante vraag, mevrouw Brouwers. We kunnen veel leren uit het experiment Podium 19. We kijken met ons allen heel hard uit naar de evaluatie. Dit was echt een schot in de roos. Het beantwoordde op het juiste moment aan de bijzondere noden in de sector. De mensen wilden op een podium staan en alles delen. Er waren noden bij het publiek, men wou concerten en voorstellingen blijven proeven ook al was het digitaal. De culturele activiteitenpremie heeft daar zeker toe geholpen.
Dus ik denk dat die evaluatie ons veel gaat leren. We kunnen nu al spreken van een succes. Als ik die cijfers hoor, minister-president, dat is veel. 1,178 miljoen mensen die op een of andere manier hebben gekeken, dat is zeer veel. 224 projectaanvragen, dat is zeer veel. De drang en de nood waren zowel aan publiekszijde als aan ‘makerszijde’ zeer groot. Ook al moeten we vaststellen dat onze cultuurliefhebbers omnivoren zijn, ze hebben toch een specifiek profiel. Cultuurdeelname is een zeer verspreid goed. Het leeft vooral bij hoger opgeleide iets oudere mensen.
Bij Podium 19 zit veel potentieel om te verbreden naar het crossmediale waar mevrouw Brouwers ook naar verwees. Dat kan ons helpen om eindelijk eens echt vooruitgang te maken in de verbreding van cultuurparticipatie.
Voor mijn fractie zeg ik: laat ons er alles aan doen om dit onlinegegeven te continueren. Ook al zitten we liever in een zaal, dat kan niet altijd, denk aan een voorstelling midden in de week waar je niet naartoe kunt of waar je tegen de verplaatsing opkijkt. Tv en internet zijn en blijven een goede ingang voor cultuur.
Zelf was ik vanaf mijn vijftiende gebeten door opera. Ik had niet de mogelijkheid om naar De Munt te gaan. Ik heb de Ring van Chéreau via tv ontdekt. Ik herinner me een interview met Yves Vanhove, onze grote regisseur, waarin hij zegt dat in zijn jeugd de captaties van de VRT zo belangrijk waren om naar een concert, opera of theatervoorstelling te kunnen gaan. We moeten dat continueren. Minister-president, hebt u daarover al overleg met de VRT? Hoe kan de VRT met steun van Vlaanderen daarvoor zorgen? Ik zou trouwens ook een gesprek aangaan met Telenet en Proximus om Podium 19 een plaats te geven.
Minister-president, ik heb een schriftelijke vraag gesteld om een totaaloverzicht te krijgen van wat Podium 19 heeft gedaan. Dat is nog eventjes afwachten.
Inderdaad, mevrouw Brouwers, Podium 19 was een godsgeschenk voor de culturele sector. Ze hebben maanden stilgelegen en eindelijk kregen ze dan weer een presentatieplek. Dat was ook het doel natuurlijk, niet meteen een nieuwe zender.
De opgedane ervaring qua organisatie en technisch gezien kan een troef zijn voor de toekomst om andere – crossmediale – projecten uit te werken zoals de collega’s hebben gezegd. Het was een heel nuttig experiment.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u voor de commentaar. Er was alleen een vraag van mevrouw Segers. Ik heb op dit moment nog geen opties genomen. Ik zou de evaluatie willen afwachten.
Wat mij hier bezighoudt, u hebt erop gewezen, mevrouw Brouwers, is dat dit voor mensen met een beperking inderdaad een alternatief is. Heel de community van 1,2 miljoen mensen zou anders naar de zalen gegaan zijn. Dat is een belangrijk element om verder opties op te nemen. Het project was zeker en vast geslaagd in de context waarin we moesten werken. Dat staat buiten kijf. Hier en daar waren er wat schoonheidsfoutjes. Het was natuurlijk redelijk snel opgezet. Je kunt elk ding altijd verbeteren.
De cruciale vraag voor mij is: welk publiek dat we anders niet bereiken, live op de podiums, kunnen we hiermee bereiken? Dat is een element. Ik heb daar nu nog geen antwoord op. in de loop van de maand juni wordt dat wel helder.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Nogmaals dank voor het antwoord, minister-president.
De vraag om uitleg is afgehandeld.