Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Ronse heeft het woord.
Eerst en vooral dank aan onze medewerker Tijl Rommelaere, die me met handen en voeten deze problematiek heeft uitgelegd. Hij heeft dat in kindertaal moeten doen, want het is verschrikkelijk complex. Ik probeer de vraag te vertalen.
Er is de sociale Maribel. Iedereen kent die. Die is vooral bedoeld als ondersteuning voor arbeidscreatie in de non-profitsector. Werkgevers ontvangen dan een tussenkomst in de loonkosten. Dat wordt met RSZ-middelen gefinancierd. Uiteraard, dat is de essentie van mijn vraag, moet dubbele financiering vermeden worden. Een bedrijf of organisatie kan niet zomaar voor dezelfde uitgaven verschillende subsidies ontvangen. Men wil nagaan wat de subsidies op Vlaams niveau al waren inzake loontussenkomst. Dat staat op de multifunctionele aangifte (DmfA-aangifte). Dat kan gaan om het Vlaams Opleidingsverlof (VOV), de tussenkomst arbeidsongevallenverzekering, de Vlaamse intersectorale akkoorden of – en daar komt het – de Vlaamse Ondersteuningspremie (VOP).
Waarom wordt de VOP in dat lijstje opgenomen? De Vlaamse ondersteuningspremie kan worden aangevraagd indien een arbeidshandicap van een medewerker een impact heeft op zijn functioneren. Daarmee wordt het lagere rendement of een bijkomende investering gecompenseerd. Het is niet noodzakelijk een loontussenkomst. De VOP zou uit dat lijstje van mogelijke dubbele financiering moeten worden gehaald. Werkgever en werknemer spreken onderling af hoe de VOP wordt ingevuld. Zo kan de premie worden ingezet voor bijvoorbeeld afwijkingen op het uurrooster – voor een langere lunchpauze, voor aanpassingen van het takenpakket, of voor de begeleiding en ondersteuning door rechtstreeks verantwoordelijken. Wij zien dat niet als een dubbele financiering in de context van die sociale Maribel.
Moraal van het verhaal: Vlaanderen voorziet subsidies om personen met een arbeidshandicap te ondersteunen. Die zou, naar onze vrees, federaal worden afgeroomd omdat die wordt meegenomen. Minister, kunnen we daar iets aan doen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Ronse, ik kan u een kort of een lang antwoord geven. U mag zelf kiezen. Het korte antwoord is dat dit inderdaad een zeer technische vraag is en dat het antwoord erop neerkomt dat de RSZ controleert of een VOP wordt toegekend en of er een sociale Maribel-vermindering is. Ik weet niet of dat volstaat voor u. Zo niet, ga ik over tot mijn iets meer uitbundige antwoord.
Dubbele financiering of subsidiëring kan absoluut niet. Dat moeten we absoluut vermijden. De VOP is een tussenkomst in de loonkosten voor de werkgever die een werknemer met een arbeidshandicap of gezondheidsprobleem tewerkstelt. De werkgever ontvangt die premie omdat die arbeidsbeperking invloed heeft op het functioneren van de werknemer, er is rendementsverlies.
De VOP is vormgegeven binnen de Algemene Groepsvrijstellingsverordening (AGVV), een Europees kader dat lidstaten in staat stelt om overheidsmiddelen aan bedrijven te geven. De steun die overheden aan ondernemingen verlenen, valt onder de AGVV. Die hoeft niet bij de Europese Commissie te worden aangemeld, een kennisgeving volstaat.
Een belangrijke voorwaarde is inderdaad dat men vanuit de overheid maar één keer hetzelfde kan financieren. In uw voorbeeld is er een risico dat twee overheden de loonkost van dezelfde werknemer zouden financieren: één keer vanuit de Vlaamse overheid, met de VOP, en één keer vanuit de federale overheid, met de sociale Maribel.
De VOP-regelgeving bevat daarom een aantal concrete bepalingen om die risico’s te vermijden. We hebben expliciet opgenomen met welke andere loonkostsubsidies de VOP niet gecombineerd mag worden. Uw voorbeeld zit daarbij.
We voorzien dat de VOP-premie berekend wordt op loonkosten waarbij al rekening wordt gehouden met eventuele verminderingen van de werkgeversbijdragen. Bijvoorbeeld de Vlaamse doelgroepvermindering voor laaggeschoolde jongeren, maar ook RSZ-verminderingen rond de eerste aanwerving enzovoort. De VOP wordt berekend op de werkelijke loonkosten na aftrek van de Vlaamse en federale RSZ-vermindering.
De sociale Maribel heeft betrekking op de loonkosten van bepaalde werknemers binnen bepaalde sectoren. De sociale Maribel richt zich hoofdzakelijk op de non-profitsector. De bedragen die door de sociale Maribel vrijgemaakt worden binnen een bepaalde sector, worden aangewend om bijkomende tewerkstelling in deze sector te subsidiëren. Voor een werknemer die aan de sociale Maribelvoorwaarden voldoet, kunnen de werkgevers van de verschillende sectoren een forfaitaire vermindering van hun sociale bijdragen aanvragen.
Ik begrijp dat hier een risico op dubbelfinanciering zou kunnen bestaan. Het gebruik van de sociale Maribel door een werkgever kan door de Vlaamse overheid niet zomaar afgetrokken worden van de loonkosten waarop we de VOP berekenen. Bij de sociale Maribel gaat het niet om een een-op-eenrelatie.
Het is belangrijk dat de federale overheid inderdaad voorkomt dat werkgevers voor personen die met een VOP zijn tewerkgesteld, ook gebruikmaken van de sociale Maribel. Het is de RSZ zelf – hier kom ik weer bij mijn beknopte antwoord – die de toets of controle uitvoert dat de sociale Maribelvermindering niet tegelijk kan worden toegepast. Zij zijn de enigen die dat kunnen zien. Hiertoe voegt de RSZ rechtstreeks een bevraging uit op de betrokken werkgevers die een beroep doen op de sociale Maribel.
Het is technisch, maar het is een terechte vraag en een risico.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik snap wat u zegt, minister, dat is al heel wat in dat technisch debat. Er zou nog een misverstand kunnen bestaan. Het punt dat wij willen maken, is het volgende. Wij vinden dat de sociale Maribel wel moet kunnen worden gecombineerd met de VOP-premie. Die combinatie is niet altijd een dubbele financiering.
En de vraag is eigenlijk, ook als is het de RSZ die het moet bekijken, om desnoods eens samen met de RSZ te overleggen dat men een kader bekijkt dat in een aantal gevallen – in veel gevallen zal dat mogelijk zijn – de VOP en de sociale Maribel wel samen mogen, omdat het eigenlijk zaken zijn die andere dingen financieren. Zoals u terecht zegt, is de sociale Maribel een loontussenkomst in de non-profitsectoren. Maar de VOP-premie is een tussenkomst om mensen met een arbeidshandicap te versterken, desnoods voor extra investeringen en begeleiding, dus het gaat hier veel verder dan een loontussenkomst.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega, ik heb alle begrip voor uw opmerking. De VOP-loonpremie wordt wel gedefinieerd als een tussenkomst in de loonkosten, dus een loonpremie, vanwege het rendementsverlies. Ik heb dat uitgelegd. Om die reden is het dus wel een bijdrage in de loonkosten. Maar het rendementsverlies kan op een aantal manieren tot uiting komen, bijvoorbeeld trager werken of meer tijd nodig hebben bij de uitvoering van de taken. Je kunt niet zomaar stellen dat de VOP geen loonkostondersteuning is, eigenlijk is ze dat wel. Ik weet dat er ook andere maatregelen zijn om mensen met een arbeidshandicap te ondersteunen: de BTOM-maatregelen (bijzondere tewerkstellingsondersteunende maatregel), dat is onder andere de werkpostenondersteuning. Het gaat dus over de discussie hoe je de VOP interpreteert. We houden het in het oog, en ik neem ook uw laatste opmerkingen mee.
De heer Ronse heeft het woord.
In zekere zin is dit inderdaad ook een stukje een loontussenkomst. Ik denk dat het in de realiteit soms flou is. We hebben ook gekeken naar de folder van de VOP-premie. Daar wordt een voorbeeld aangehaald. Een zekere Karel lijdt aan een psychische stoornis. Hij doet zijn job als informaticus heel nauwgezet. Contacten met klanten en collega’s lopen soms stroef, goedbedoelde feedback van collega’s eindigt soms in een woordenstrijd. Karel heeft moeilijkheden met het opvolgen van instructies van klanten, de chef moet dan bemiddelen, enzovoort. De VOP-premie is er voor de extra tijd die de chef en de andere collega’s aan hem besteden. Is dat dan een loontussenkomst of eerder een tussenkomst in de begeleiding om iemand te kunnen tewerkstellen? Het is soms echt een grijze zone als je een aantal voorbeelden neemt. Dat was de essentie van de vraag. Ik ben blij dat u ook in uw laatste opmerking zei dat u dat meeneemt.
De vraag om uitleg is afgehandeld