Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, we hebben het hier in de commissie al een paar keren gehad over de uitbouw van de digitale applicatie. Ik heb daar heel hoge verwachtingen van, omdat ik ervan overtuigd ben dat zelfregulering de beste manier is om discriminatie aan te pakken.
De tool wordt ontwikkeld door de Confederatie van Immobiliënberoepen (CIB) en is erop gericht om het verhuurproces te objectiveren, om op die manier discriminatie op de huurmarkt in te dijken. Een verhuurder zal immers op basis van die tool puur op basis van relevante informatie kunnen beslissen om een kandidaat-huurder al dan niet uit te nodigen voor een bezoek. Parameters zoals inkomen en gezinsgrootte zullen daarbij een rol spelen. Dat lijkt mij echt wel de juiste weg om te bewandelen.
In vorige commissievergaderingen gaf u in antwoord op vragen van een aantal collega's aan dat er nog enkele juridisch-technische problemen waren en dat de uitrol werd verplaatst naar het voorjaar 2021. Recent nog, op 18 maart, stelde u dat er volop wordt uitgetest en dat de pijnpunten worden opgelost.
Minister, kunt u aan de commissie vertellen hoe het intussen loopt met de testfase? Welke actoren hebben deze test uitgevoerd? Wat is er precies getest? In welke gemeentes vond de testfase plaats? Tot wanneer loopt de testfase nog? Wat zijn die juridisch-technische knelpunten waar u het de vorige keer over had? Zijn die intussen weggewerkt? Heeft men daar ondertussen een duidelijk zicht op? Zijn er naast privacykwesties nog andere problemen? Zijn er op basis van de testfase die loopt al bijsturingen geweest? Werd de applicatie zelf aangepast aan de hand van de bevindingen? Hoe ziet u de verdere uitrol van deze tool? Is er al een timing mogelijk?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel, mevrouw Sminate, voor uw vragen. Zoals u zelf aangeeft, zit Clee momenteel nog in een testfase. Aangezien de tool een belangrijke impact heeft op de kantoorwerking van de makelaars, heeft CIB Vlaanderen ervoor gekozen om met een beperkte groep van kantoren de tool te proefdraaien. Intussen maken al zo’n 50 vastgoedkantoren structureel gebruik van Clee. Zij hebben de tool tot hiertoe gebruikt bij een 550-tal huurpanden. De kantoren zijn regionaal verspreid en kennen een variëteit van grootteorde. Met die kantoren heeft CIB een rechtstreekse lijn om feedback te ontvangen.
CIB heeft gemeld dat er op basis van de feedback een aantal functionaliteiten zijn verfijnd of toegevoegd. Het gaat bijvoorbeeld over: het toevoegen van een herinneringsmail naar kandidaten bij het uitblijven van een bericht; ervoor zorgen dat de statussen van de kandidatuur eenvoudiger aangepast kunnen worden, bijvoorbeeld als een kandidaat laat weten geen interesse meer te hebben; de mogelijkheid om het bericht waarmee de makelaar de shortlist deelt met de eigenaar, te personaliseren.
Qua verdere uitrol is het relevant om aan te stippen dat de tool in deze fase er vooral op gericht is dat een persoon die op zoek is naar een huurwoning, een huurprofiel kan aanmaken en zich zo kandidaat kan stellen voor een woning. Maar het is belangrijk om mee te geven dat CIB momenteel ook onderzoekt hoe de tool in de nabije toekomst ingezet kan worden voor het aanvragen van een plaatsbezoek. Dit zou de meerwaarde aanzienlijk versterken. Dat is ook mijn persoonlijke overtuiging.
Aangezien deze laatste toepassing mogelijkerwijs ook nader onderzoek op vlak van privacy vergt, is het belangrijk dat CIB dat aspect daarom goed bekijkt. Zij staan daaromtrent overigens in contact met het agentschap Wonen-Vlaanderen.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Dank u wel, minister. Het doet mij echt wel plezier om te horen dat u effectief aan de slag bent met de tool. Het feit dat men voor zo een uitgebreide testfase gaat en er blijkbaar al een aantal functionaliteiten werden verbeterd of toegevoegd, bewijst dat het menens is dat men dit in de toekomst systematisch zal willen gebruiken in de verhuurmarkt.
Het doel is natuurlijk om zoveel mogelijk mensen een eerlijke kans te geven op een plaatsbezoek. Het is goed dat men de tool in die zin aanpast zodat de aanvraag onmiddellijk mogelijk is, anders heeft het voor mij weinig zin. Het is goed dat men daar op aan het werken is. Ik heb er na uw antwoord vertrouwen in dat we in de nabije toekomst de resultaten zullen kunnen zien van dit heel belangrijke project.
De heer Veys heeft het woord.
Het is een interessante vraag, en ik volg het ook graag op de voet op. Ik denk dat het ook wel eigen is aan een testfase dat men zaken test en bijstuurt, of dat nu menens is of niet. Dat lijkt mij toch de definitie van een testfase, denk ik dan. Mevrouw Sminate heeft wel gelijk dat het de bedoeling is om zoveel mogelijk kansen te geven, toch met deze tool, om mensen een plaatsbezoek te kunnen laten doen.
Mevrouw Sminate verwees naar die objectieve parameters. Minister, daarom zou ik u nog eens heel concreet willen vragen naar die objectieve parameters: welke gegevens zal de makelaar kunnen zien? Kunt u die nog eens benoemen? Ik denk dat dat toch cruciaal is voor een goed verloop.
Het gaat over zelfregulering. Ik neem aan dat dat betekent dat de Clee-tool niet verplicht wordt voor makelaars of huurders, maar ‘correct me if I’m wrong’. Hoe bent u zeker dat die voldoende breed zal worden toegepast? Het kan een goede tool zijn, daarom stel ik ook die vraag naar de objectieve parameters. Maar zal hij voldoende worden gebruikt? Intussen is er ook een nieuwe studie verschenen in Leuven, waaruit blijkt dat daar toch nog structureel gediscrimineerd wordt. De nettodiscriminatiegraad bedraagt 50 procent, dus een op twee. En er is daar ook een hoge mate van discriminatie tegenover rolstoelgebruikers en blinde mannen met een assistentiehond. Zal de Clee-tool ook daarin een rol kunnen spelen, in de bestrijding van discriminatie ten opzichte van rolstoelgebruikers en blinde mannen met een assistentiehond?
Als je het dan wat breder bekijkt: minister, volgt u die studies ook op in elke gemeente? Die komen gefaseerd in verschillende steden aan bod. Denkt u dat die daar effectief een bijdrage kunnen leveren? Bent u daar nog altijd van overtuigd? In essentie zijn dit mijn twee vragen: welke parameters zal men kunnen kiezen, en hoe zijn we zeker dat die tool voldoende gebruikt wordt?
Minister Diependaele heeft het woord.
Voor alle duidelijkheid: ik blijf ‘high hopes’ hebben. Ik geloof ook heel erg in dit instrument om effectief een rol te gaan spelen. Dit komt ook wel door corona. Mijnheer Veys, u gaf zelf aan dat het zelfregulerend is. Het is dus CIB die hier zelf de leiding in neemt. Ik vind het jammer dat het een tijdje stilgelegen heeft, maar het is goed dat het nu proefgedraaid wordt, want ik blijf er inderdaad zeer goede hoop op hebben, ook met betrekking tot discriminatie.
In verband met het concrete punt rond mensen met een assistentiehond: daarover zullen we verder moeten nadenken. Maar die andere objectieve parameters gaan over loon, het aantal kinderen, of iemand wel of niet rookt, en ga zo maar door. Ik kan daar een lijst van bezorgen als u dat nodig hebt.
Maar ik blijf er verder inderdaad heel veel geloof aan hechten. We blijven in nauw contact met CIB om dit verder uit te werken. We hopen ook – dat zijn inderdaad die laatste bezwaren die nog moeten worden weggewerkt om dat plaatsbezoek mogelijk te maken – dat dat effectief kan worden weggewerkt. Daarvoor blijven we in overleg en blijven we zoeken naar oplossingen. Ik dank u.
De vraag om uitleg is afgehandeld.