Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Op 23 april 2019 raakte Joeri Verbeeck uit Heule, zwaargewond bij een dodehoekongeval in Kuurne. Op de hoek van de Brugsesteenweg met de R8 belandde hij onder een rijdende vrachtwagen en werd zeshonderd meter meegesleurd. Hij verloor hierbij zijn linkeroog en rechterarm, daarnaast raakten ook nog zijn linkerarm en gezicht verminkt. Niettegenstaande meer dan dertig operaties blijft hij niet bij de pakken zitten. De jongeman is immers een echte doorzetter en een vechter; zijn motto is niet voor niets ‘never give up’.
Sindsdien zet hij zich in om dodehoekongevallen kost wat kost te voorkomen. Joeri vertelde in het televisieprogramma, Gert Late Night, de talkshow van Gert Verhulst en James Cooke op Vier, over een waarschuwingssysteem dat vrachtwagens zouden kunnen gebruiken om aan te geven dat ze fietsers achter hen hebben gezien.
Naar aanleiding van dit programma, werd Joeri door u, minister, op uw kabinet uitgenodigd om dit idee, een eenvoudig en betaalbaar systeem om dodehoekongevallen te vermijden, aan u voor te stellen. U reageerde enthousiast en bleek uitermate geïnteresseerd in zijn uitvinding. U stelde dat dit een zeer goed idee is. Op sociale media schreef u zelfs, en ik citeer: “Ik zal mijn administratie de opdracht geven om zijn idee technisch en juridisch te onderzoeken.” U beloofde verder om samen met Joeri verder na te denken over een nieuwe campagne om het gevaar van de dodehoek extra onder de aandacht te brengen.
Tot slot raadde u Joeri ook aan met zijn verhaal naar scholen te gaan om jongeren bewust te maken van dit gevaar. Een suggestie waarmee Joeri op eigen initiatief verder mee aan de slag is gegaan.
Voor de technische uitwerking van het project stapte de jongeman met zijn idee intussen naar hogeschool Vives waar de opleiding autotechnologie het idee bij wijze van proefproject heeft toegepast op een ambulance van het AZ Groeninge. Een maand lang werd met dit project geëxperimenteerd. In de ambulance werd een knop aan de richtingaanwijzers geïnstalleerd in combinatie met een lampje op de rechterzijspiegel. Als de bestuurder wil duidelijk maken dat hij de fietser heeft gezien, kan hij het via de knop het lampje groen laten worden. Op die manier weet de fietser dat hij gezien is en dat aan hem met zekerheid voorrang verleend zal worden. Blijft het lichtje op rood, dan weet de fietser dat de bestuurder van het voertuig hem niet heeft opgemerkt.
Begin 2021 is Joeri Verbeeck verkozen tot kersverse Krak van Kortrijk, de stad die de meest fietsvriendelijke en verkeersveilige stad van Vlaanderen wil zijn. De uiteindelijke droom van Joeri is dat zijn uitvinding internationaal bekend en toegepast zal worden, zodat andere kinderen geen slachtoffer meer worden van dodehoekongevallen met vrachtwagens en op die manier het verschrikkelijk lichamelijk leed dat zo’n ongeval kan veroorzaken, bespaard blijft.
Volgens de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV) gebeuren jaarlijks nog steeds zo’n vijftig dodehoekongevallen met vrachtwagens waarbij zwakke weggebruikers slachtoffer zijn. Eén vijfde van deze ongevallen kent een dodelijke afloop, de helft ervan leidt tot zeer zware verwondingen zoals bij Joeri het geval was. De slachtoffers zijn vooral 11- tot 20-jarigen en senioren. Bijna alle ongevallen gebeuren overdag en op werkdagen; overdreven snelheid speelt zo goed als geen rol bij dergelijke ongevallen.
De inkt van deze vraag om uitleg was amper droog toen deze maand een meisje op de fiets in Nieuwpoort werd gegrepen door een afdraaiende truck. Zij werd voor de ogen van haar broertje doodgereden, en is het zoveelste slachtoffer dat had kunnen vermeden worden indien u en uw administratie, wat betreft de uitvinding van Joeri Verbeeck, diligenter had opgetreden en de installatie van dit waarschuwingssysteem voor vrachtwagens reeds verplicht had opgelegd.
Minister, hoever staat u en uw administratie met het beloofde technisch en juridisch onderzoek om dit waarschuwingssysteem voor vrachtwagens in Vlaanderen verplicht op te leggen?
Indien u van oordeel bent dat het technisch en/of juridisch niet haalbaar is om de uitvinding van Joeri verplicht op te leggen, welke andere snelle en efficiënte oplossingen ziet u dan om het aantal door vrachtwagens veroorzaakte dodehoekongevallen in Vlaanderen drastisch te doen dalen?
Indien u en uw administratie daarentegen van oordeel zijn dat deze uitvinding wel verplicht kan opgelegd worden, ziet u dan een mogelijkheid en bent u bereid om een voortrekkersrol op u te nemen en deze uitvinding ook aan uw ambtsgenoten in alle Europese lidstaten kenbaar te maken zodat dit waarschuwingssysteem mogelijk in heel Europa ingang kan vinden?
Welke ideeën zijn er intussen uit de bus gekomen in het kader van de door u geplande sensibiliseringcampagne?
Wanneer wordt de lancering van deze nieuwe campagne om het gevaar van de dodehoek extra onder de aandacht te brengen, gepland?
Zult u ook andere verkeersslachtoffers dan Joeri, die dergelijk ongeval overleefden, en/of de nabestaanden van dodelijke slachtoffers de kans geven om hun verhaal te doen tijdens deze nieuwe campagne of op een ander gepast ogenblik?
Minister Peeters heeft het woord.
Mevrouw Ryheul, bedankt voor uw vraag. Ze haalt alle aspecten van de dodehoekproblematiek nog eens naar boven, iets wat ons allemaal enorm aanbelangt, aangezien er nog dagelijks dodehoekongevallen gebeuren.
Alvorens uw vragen te beantwoorden wens ik toch even te benadrukken dat onze administratie en ons kabinet hier steeds alle aandacht voor hebben. Er wordt continu gefocust op educatie, infrastructuur en technologische hulpmiddelen. Ondanks al die facetten blijft het moeilijk om dergelijke ongevallen te voorkomen. Het is dan ook vrij gratuit dat u zegt dat ik op het kabinet niets ondernomen heb. Joeri is inderdaad hier op het kabinet geweest en heeft zijn technisch voorstel uitgelegd. Ik vind het trouwens zeer moedig dat die jongeman overal zijn verhaal doet en er zodoende voor zorgt dat veel meer mensen zich effectief bewust zijn van de problematiek van de dodehoekongevallen. Chapeau voor wat hij allemaal doet en chapeau voor de moed en daadkracht die hij op tafel legt om ook andere mensen bewust te maken van de hele problematiek.
Ik wil ook meegeven dat ik ook al heel wat andere slachtoffers of nabestaanden ontvangen heb hier op het kabinet. Telkens hakt dat er echt in, op emotioneel vlak. Dat raakt een mens echt heel diep, maar dat geeft me nog extra motivatie om echt in te zetten op alles wat verkeersveiligheid aangaat.
Wat het technische waarschuwingssysteem betreft dat Joeri had uitgedokterd: ik heb dat voorstel voorgelegd aan de administratie. Uiteraard – en ik denk dat u dat ook wel weet en ik wil me echt niet verstoppen achter bevoegdheden – is het niet aan mij om technische aspecten of veiligheidssystemen te verplichten op voertuigen. Wat ik wel kan doen, is volop inzetten op educatie en sensibilisering.
Vanuit Europa is beslist dat vanaf 2022 nieuwe veiligheidstechnologieën verplicht worden in vrachtwagens. Dit geldt echter enkel maar voor nieuwe vrachtwagens, vrachtwagens die vanaf 2022 op de markt komen. De nieuwe systemen die Europa vanaf 2022 verplicht, zorgen ervoor dat er sowieso meer beveiliging komt voor voetgangers en fietsers. Oude vrachtwagens zonder detectiesystemen zijn door deze regelgeving niet getroffen. Maar ik blijf erbij dat technische aspecten niet de enige oplossing zijn.
Ouders van Verongelukte Kinderen (OVK) en Rondpunt vzw nemen heel wat initiatieven om naar klassen te gaan, om mensen ervan bewust te maken hoe men zich moet opstellen op de weg, in de nabijheid van zwaar vrachtvervoer. We betrekken ook de lokale besturen bij die educatieve en sensibiliserende aspecten om iedereen er zoveel mogelijk van bewust te maken. Maar via voertuigtechnologieën alleen zal het niet opgelost raken.
We werken ook heel nauw samen met de transportsector als dusdanig. We wijzen hen op hun verantwoordelijkheid. Ook zij zoeken naar tal van oplossingen inzake dodehoekongevallen. Daarvoor werken ze samen met hun sectorfederatie, Transport en Logistiek Vlaanderen (TLV). Volgende week heb ik daar een meeting mee, specifiek rond het verhaal van de dodehoekongevallen.
Daarnaast investeren we in veiligere schoolomgevingen en -routes. Ook het voorval van het meisje dat het leven liet op weg naar school, waar u naar verwijst, is immers een zeer spijtig voorval. Dat is een reden te meer om volop in te zetten op die schoolroutes als dusdanig.
Wat sensibilisering betreft, plannen we geen grootschalige campagne of een campagne met grote borden langs de snelwegen; we weten dat die dodehoekongevallen zich veel meer afspelen in dorpskernen, bij afdraaibewegingen. Daarom wordt veel meer ingezet op die educatieve pakketten, waarin het dodehoekverhaal een prominente rol krijgt, en op het te actualiseren verkeersveiligheidsplan, waar we op dit moment heel hard aan werken met de diverse partners. Ook daarin krijgt het hele verhaal rond dodehoekongevallen een prominente rol. Heel wat lokale besturen hebben ook hun SAVE-charter ondertekend. Ook daarin gaat alle aandacht naar dodehoekongevallen.
We willen dus proactief heel wat dingen ondernemen, zowel richting de weggebruikers als richting de diverse overheden, om proactief gevaarlijke situaties te detecteren en kort op de bal te spelen. Dat willen we ook volop uitrollen met onze MIA-proeftuinen (Mobiliteit Innovatief Aanpakken).
Dit gezegd zijnde, opnieuw, die dodehoekongevallen die nog dagelijks voorvallen, zijn heel betreurenswaardig. Ik heb enorm veel appreciatie en waardering voor de slachtoffers of de nabestaanden die er hun schouders onder zetten om zoveel mogelijk mensen te waarschuwen en om ons erop te attenderen dat we nog een hele weg te gaan hebben. De regelgeving die vanuit Europa en het federale niveau worden opgelegd en de educatieve en bewustmakingspakketten en onze infrastructuur – dat en-en-verhaal –, daar blijven we ten volle op inzetten.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Minister, het is inderdaad een en-en-verhaal: enerzijds inzetten op die sensibilisering, anderzijds die voertuigtechnologie. Ik ben er ook van op de hoogte dat het niet mogelijk is om die veiligheidssystemen te installeren in die oude vrachtwagens, maar 2022 lijkt me dan ook nog heel ver weg. Ik had deze week nog contact met Joeri en hij wist me te vertellen dat hij gecontacteerd werd door uw kabinet, iets waar hij heel enthousiast over was, ook omdat hij nog verder betrokken zou worden bij mogelijke campagnes.
Minister, de plaats waar het ongeval plaatsvond, was de hoek van de Brugsesteenweg en de R8 in Kuurne. Zoals u weet ontsluit de R8 Kortrijk, via de complexen Kortrijk-Zuid en Kortrijk-Oost, naar de E17. Nu, tussen die beide complexen is de R8 niet gesloten. Tijdens spitsmomenten is die zone tussen Harelbeke en Kuurne een echte ‘killing zone’ geworden. Gisteren nog raakte een bromfietser van zestien jaar daar nog gewond na een ongeval.
Nochtans ligt er een heel eenvoudig voorstel van de lokale burgemeesters op tafel om die dodehoekongevallen, zoals dat van Joeri, in die zone definitief de wereld uit te helpen. Het komt erop neer om op de R8 in die zone een verhoogd middentalud aan te leggen, waardoor risicovolle gelijkgrondse kruisingen met het gemotoriseerd verkeer in de mate van het mogelijke verdwijnen of minstens zeer veilig worden heraangelegd. Met de werken die gepland staan aan de R8, de verkeerswisselaar enerzijds en de verbreding van het Kanaal Kortrijk-Bossuit anderzijds, zal er eerstdaags voldoende uitgegraven grond beschikbaar zijn om dat voorstel van de burgemeesters te realiseren.
Minister, we weten dat u de verkeersveiligheid in de zone waar Joeri slachtoffer werd van het dodehoekongeval ook ter harte neemt. Ik las ook in de krant van West-Vlaanderen van 16 april over de aankondiging van uw uitgebreide studieopdracht om het voorstel van de burgemeesters daar te realiseren.
Collega, kunt u stilaan afronden?
Waarom wordt met de aanvang van deze studieopdracht nog gewacht tot 2022, zeker als men nu reeds weet dat vanaf 2022 grote hoeveelheden grond gaan vrijkomen die nuttig en zonder veel extra kosten gebruikt zouden kunnen worden voor de aanleg van die verhoogde R8-middenberm tussen Harelbeke en Kuurne?
Mevrouw Lambrecht heeft het woord.
Dank u wel, minister. Ook dank aan de vraagsteller. We zijn inderdaad blij dat deze problematiek hier in de commissie aan bod komt. We horen veel te veel over dodehoekongevallen. Collega, u hebt het gezegd: vijftig per jaar, dat is niet min. Daarom zou ik toch ook de aandacht willen vestigen op de technologieën, de radarsystemen, de sensoren, de camerasystemen die de dode hoek wegnemen bij de vrachtwagenchauffeurs. En minister, ik zou toch willen vragen om te bekijken om dat verplicht te kunnen maken. U zegt dat dat niet kan, maar u kunt misschien toch meer het voortouw nemen om dat op de agenda te krijgen, want het is inderdaad een en-en-verhaal, met sensibilisering en met educatie. Het zou goed zijn als zo’n technologieën verplicht zouden zijn, niet alleen, zoals Europa zegt, in de nieuwe vrachtwagens, maar ook in de oude. Dat vind ik een heel belachelijke regel: bij de nieuwe vrachtwagens ben je beschermd en bij de oude niet. Wij zouden u zeer dankbaar zijn, minister, mocht u daar een beetje meer voor willen gaan.
Een andere maatregel, waar u wel voor bevoegd bent, minister, is het vermijden van zoveel mogelijk conflictsituaties tussen fietsers en vrachtwagens. Daarvoor wachten wij al jaren op het Vlaams vrachtroutenetwerk. Dat plan zou ervoor zorgen dat onnodige omwegen, onveilige verkeerssituaties en verdwaalde vrachtwagens vermeden worden. Dat plan zou in 2015 klaar zijn, maar wij hebben het nog niet gezien. Kunt u daar werk van maken, minister? Wanneer mogen we in de commissie een voorstelling daarvan verwachten?
Mevrouw Moors heeft het woord.
Onlangs hebben wij van de Vlaamse Stichting Verkeerskunde (VSV), op basis van voorlopige cijfers van de federale politie, een analyse ontvangen over het aantal verkeersdoden in Vlaanderen. Daaruit blijkt dat er in 2020 een daling was van 18,8 procent ten opzichte van 2019. Dat is natuurlijk goed. We belanden daarmee op 247, wat evenwel nog niet het beoogde resultaat was voor 2020, namelijk 200. De impact van corona heeft hier zeker mee te maken. Er is een beperkte mobiliteit geweest, dat brengt het aantal verkeersdoden sowieso naar beneden. Uit dezelfde analyse bleek ook dat er een lichte stijging is van het aantal doden met betrekking tot lichte vrachtwagens.
Minister, denkt u dat er specifieke nieuwe maatregelen nodig zijn om het aantal verkeersdoden met lichte vrachtwagens terug te dringen?
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Toen ik nog schepen van Mobiliteit was, ettelijke jaren geleden, in Menen, heb ik op het transportcentrum LAR een spiegelafstelplaats geopend. Wij waren toen de derde in Vlaanderen, na Essers in Wilrijk en Nike in Laakdal. Dat was een idee van het kabinet van Kathleen Van Brempt, zij was toen minister van Mobiliteit. Alle vrachtwagenchauffeurs konden op die plaats hun spiegels optimaal afstellen om zo de dode hoek zo klein mogelijk te maken. Minister, ik weet dat dat een klein initiatief is, maar ik denk dat hier alle initiatieven goed kunnen zijn. Hebt u weet van die spiegelafstelplaatsen? Er waren er toen drie. Ik weet niet of er ondertussen in Vlaanderen meerdere zijn. Staat u achter dat initiatief? Gaat u dat eventueel nog verder ontplooien of hoe ziet u het?
Minister Peeters heeft het woord.
Dank u wel, collega’s, voor uw bijkomende vragen. Uiteraard willen we allemaal hetzelfde: zo weinig mogelijk en het liefst geen slachtoffers in het verkeer. Daar moeten we alles op alles zetten om dat ook trachten te bereiken.
Mevrouw Moors, u verwijst naar de cijfers van 2020. Die zijn inderdaad iets beter dan die van het jaar 2019. We hebben er ook al het debat over gehad in deze commissie. 2020 was natuurlijk een heel atypisch jaar. Het zou goed zijn als we die cijfers kunnen bestendigen, maar het feit dat er heel wat minder essentiële verplaatsingen zijn gebeurd, speelt daar natuurlijk ook een rol. Daar moeten we zeker alle aandacht op blijven richten.
Ook het aantal ongevallen met lichte vrachtwagens moet mee in rekening gebracht worden. Ik heb daarstraks al gezegd dat het een en-en-verhaal is. Er is enerzijds de alertheid van iedereen die zich in het verkeer begeeft. Elke weggebruiker, of het nu een vrachtwagenchauffeur, een autobestuurder, een fietser of een voetganger is, iedereen moet sowieso alle alertheid aan de dag leggen. Anderzijds hebben we als overheid, zowel lokale als Vlaamse overheden, natuurlijk een verpletterende verantwoordelijkheid op het vlak van veilige infrastructuur. Daar moeten we volop op blijven inzetten.
Ik zou heel graag alles gelijktijdig doen. Ik heb bij de vorige vraagstelling al gezegd dat we heel wat extra middelen hebben. Dat stemt ons enerzijds blij, omdat we heel wat meer vragen kunnen honoreren, maar anderzijds weten we ook dat we heel wat vragen hebben liggen en dat we niet alles gelijktijdig kunnen doen.
Wat de R8 en de specifieke situatie daar betreft, onderzoeken we op dit ogenblik ook al wat daar kan qua quick win. Er worden een aantal studies uitgerold en er is ook een overleg met de burgemeesters gepland om te kijken wat er nu al kan. We moeten allemaal de neuzen in dezelfde richting krijgen. Soms wordt gemakkelijk gezegd: ‘Die heeft dit idee en dat zou al kunnen ten bate van de veiligheid.’ Als het eenvoudig was, dan hadden we het waarschijnlijk al lang uitgerold. Vaak gaat men dan met alle partners aan tafel zitten en kijkt men hoe men tot de beste oplossing kan komen. Alleszins zal er, wat dat betreft, sowieso over gewaakt worden dat dat zo snel mogelijk kan, want als er een gevaarlijke situatie gedetecteerd is, vraag ik ook zeker aan de administratie om ervoor te zorgen dat er zo snel mogelijk een en ander verandert. Een ongelijkgrondse kruising is natuurlijk altijd zeker te prefereren. Sowieso is er altijd een voorkeur voor een volledige scheiding van het verkeer, zeker op de drukke gewestwegen. Maar soms zijn er wat extra studies nodig. Ik zal er zeker over waken en kijken of er een quick win mogelijk is.
Mevrouw Lambrecht en mevrouw Fournier, op dit ogenblik zijn er 22 of 23 spiegelafstelplaatsen in Vlaanderen. Ook dat is weer een element dat wat kan bijbrengen. Natuurlijk moeten de chauffeurs er zich nog naar begeven en het ook effectief willen doen. Maar ook voor hen is dat een verantwoordelijkheid. In die zin sta ik er zeker achter dat dat ook mee verder uitgerold kan worden. Het is de verantwoordelijkheid van iedereen die deelneemt aan het verkeer. Dus ook daar stel ik zeker de vraag aan de logistieke sector om daar gebruik van te maken.
Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ook oudere vrachtwagens al aan de nieuwe regelgeving onderhevig gemaakt worden? Het zal niet altijd evident zijn. Ik zal dat zeker ook meenemen. Op het laatste overleg met mijn collega’s-mobiliteitsministers is duidelijk naar voren gekomen dat er in het najaar van dit jaar op initiatief van de federale overheid een verkeersveiligheidscongres zal plaatsvinden. Het is niet duidelijk of het in september of november zal zijn. Alleszins komt er een federaal verkeersveiligheidscongres. Daar kunnen zaken als de technische aspecten, specifieke regelgeving voor de voertuigen zeker aan bod komen. Ik zal dat zeker suggereren aan mijn collega Gilkinet.
Met betrekking tot het Vlaams vrachtroutenetwerk moet ik het antwoord even schuldig blijven. Mevrouw Lambrecht, u vroeg naar de exacte timing. Dat moet ik opvragen. Ik kan daar nu niet onmiddellijk op antwoorden.
En wat de R8 in Kortrijk betreft: daar is het voorkeursalternatief nu gekend, en dan kan ook de verdere uitrol van die studie plaatsvinden. Ik zal er zeker over blijven waken dat het zo snel mogelijk kan. Want we hebben er allemaal alle belang bij dat er zo weinig mogelijk slachtoffers vallen in het verkeer. Het is een belangrijke verantwoordelijkheid van eenieder, maar zeker ook van ons, als degenen die verantwoordelijk zijn voor de infrastructuur.
Mevrouw Ryheul heeft het woord.
Bedankt, minister, om onze bezorgdheden omtrent de techniciteit van de oude vrachtwagens mee te nemen naar uw collega Gilkinet. Ik weet dat het systeem van Joeri zeker betaalbaar was. Bekijk dat alstublieft nog een keer.
Ik weet ook, minister, dat het lichamelijke leed en de materiële schade die veroorzaakt worden door het nog steeds hoge aantal dodehoekongevallen in Vlaanderen, u helemaal niet onberoerd laten. Want elk dodehoekslachtoffer in Vlaanderen is er een te veel. Joeri zal heel zijn leven lang de sporen dragen van het ongeval. Als u er echt voor kunt zorgen dat minstens al de R8-zone tussen Harelbeke en Kuurne zeer snel veiliger wordt aangelegd, dan zal dat voor Joeri en zijn familie in ieder geval een enorme morele genoegdoening geven, dat er ten minste op deze plaats geen andere kinderen meer het slachtoffer kunnen worden van zo'n verschrikkelijke dodehoekongeval.
De vraag om uitleg is afgehandeld.