Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, deze vraag is gebaseerd op onderzoek van CD&V-Kamerlid Steven Matheï, die met Nederlandse cijfers en de Nederlandse situatie kwam, waar onderzoek is gedaan over hoe criminele organisaties via sponsoring bij amateursportclubs en andere verenigingen terechtkomen, waar vervolgens hun kantine en de vzw als dekmantel kunnen worden gebruikt voor hun criminele activiteiten. De achterliggende reden is natuurlijk om die activiteiten aan het oog van politie en gerecht te onttrekken. Het blijkt dat ook het parket in Limburg daarover een proefproject heeft lopen in de politiezone CARMA, in Genk, om bepaalde verenigingen daaromtrent te checken.
In Nederland zou het fenomeen al voorkomen bij 3,4 procent van de sportclubs en verenigingen. Vermoedelijk zou het gaan om het witwassen van geld en het zogenaamde ‘sociaal witwassen’. We hebben geen cijfers over hoever dergelijke praktijken op dit moment aanwezig zijn in Vlaanderen, maar in 2018 werd wel een rondvraag gedaan bij de Limburgse gemeenten. Daarbij gaven gemeenten toch signalen rond een tiental verenigingen. Het parket heeft dus een onderzoek lopen, dat resultaten zou opleveren in de zomer.
Minister, werd er al actie ondernomen rond de signalen die al in 2018 werden opgevangen? Ik bedoel dan vooral – want dat zal onze Vlaamse rol dan worden – hoe wij sportclubs attent kunnen maken, sterker kunnen maken en hen kunnen wijzen op de gevaren en de mogelijke signalen van dergelijke criminele infiltratie, en hoe men daarmee dient om te gaan.
Minister Weyts heeft het woord.
Dit is inderdaad een wat onderbelicht fenomeen. Er is ook niet zo gek veel over bekend. Desondanks zijn we er wel al een tijdje mee bezig. Het sociaal witwassen is een fenomeen dat past binnen het bredere kader van verschillende fenomenen en praktijken van criminele organisaties. Ik denk aan witwaspraktijken, met ook het sociale witwassen, maar bijvoorbeeld ook aan omkoping en wedstrijdvervalsing. Helaas is dat een breder maatschappelijk fenomeen, dat dus ook de sport treft, door infiltratie.
Maar we zijn dus wel specifiek met een aantal zaken bezig. In het verleden is er al een nationaal platform rond wedstrijdvervalsing opgericht. Dat is een samenwerking tussen de federale overheid Justitie, de drie gemeenschappen, de onderzoeksdiensten van politie en het federale parket, de kansspelregulator, de Nationale Loterij en de sportsector, in de vorm van het Belgisch Olympisch en Interfederaal Comité (BOIC), de Vlaamse Sportfederatie en enkele specifieke sportfederaties, namelijk voetbal, tennis, wielrennen, hockey en basketbal.
Er is ook een team Sportfraude van de federale politie. Dat is vrij recent. Dat is pas medio vorig jaar opgericht, in de schoot van de Centrale Dienst ter Bestrijding van de Corruptie, een onderafdeling binnen de federale politie. Daar focust men op verschillende vlakken van het bestrijden van verschillende vormen van fraude in de sport. Ze werken op strategisch-conceptueel vlak inzake het fenomeen sportfraude, onder andere door internationale samenwerking, en op gerechtelijk vlak, waarbij ze principieel de lokale en federale politiediensten ondersteunen. Maar ze kunnen ook zelf autonoom onderzoek verrichten. Ze hebben recent ook onderzoek gedaan naar bijvoorbeeld voetbalmakelaars. Dat is u ongetwijfeld bekend. Zij zijn ook het Single Point of Contact (SPOC) bij Interpol en Europol op het vlak van sportfraude.
Er kan ook signalenoverleg plaatsvinden tussen het federale parket en eventuele betrokken sportfederaties als er indicaties zijn van sportfraude of matchfixing. De federale politie heeft daarvoor ook een website, www.sportfraude.be, waar je meldingen kunt doen, ook gewoon van signalen. Er kan ook monitoring van bepaalde sportevenementen opgezet worden. Dat gebeurt afhankelijk van de opportuniteiten, informatie die men heeft gekregen, eventueel ook internationale samenwerking, en het risicoprofiel van bepaalde evenementen. Dat heeft er bijvoorbeeld wel toe geleid dat, in samenwerking met Tennis Vlaanderen, op een bepaald moment een Armeense bende is opgerold.
Dan kom ik tot het onderzoek dat we nu ook voeren in Vlaanderen. Er is een grootschalig FWO-basisonderzoek (Fonds Wetenschappelijk Onderzoek) gestart. Dat is wel nog maar van dit jaar. Dat wordt getrokken door de onderzoeksgroep Sportmanagement van de vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen van de Universiteit Gent. Het heet ‘Prevention Of Fraud in Sports’. De focus ligt op types van fraude, zoals matchfixing, mensenhandel, omkoping, financiële en sociale fraude, inclusief witwaspraktijken. Het is eigenlijk de eerste keer dat er zo’n multidisciplinair project wordt uitgevoerd, dat ook concrete tools zou moeten kunnen ontwikkelen. Denk aan een soort barometer voor de sport, een risicoaudit, misdaadmonitoring. Dat is de doelstelling. Men kan bijvoorbeeld ook concrete aanbevelingen doen als het gaat over eventuele wets- of decretale aanpassingen of over competitiehervormingen: hoe kun je de mazen in het net en de opportuniteiten verkleinen? Het project loopt over verscheidene jaren. Wij hopen dan ook om met die resultaten aan de slag te kunnen gaan.
Tot slot kunnen ook de federaties zelf heel wat inspanningen doen. Sommige doen dat ook. Er zijn een twaalftal sportfederaties die specifieke aandacht schenken aan het thema wedstrijdvervalsing, ook in hun beleidsplan tijdens deze nieuwe olympiade. Tijdens de vorige olympiade waren dat nog maar zeven federaties. Dat is toch bijna een verdubbeling. Zo hebben zeker ook de tennis- en voetbalfederaties wel al wat werk verricht, node, in het kader van bijvoorbeeld wedstrijdvervalsing, in samenwerking met politie en justitie. Dat gaat dan over vervolgingen en repressie in de taskforce signalenoverleg, het monitoren van een toernooi, maar ook in functie van preventie en sensibilisering, in de vorm van workshops voor topsporters.
Het Centrum Ethiek in de Sport (ICES) zorgde voor een informatie-aanbod op hun website rond wedstrijdvervalsing, en heeft samen met het BOIC daaromtrent een studiedag georganiseerd in november 2019.
Er is verder uiteraard een algemene wetgeving rond witwassen, die ook de sportfederaties moeten volgen. Ik denk dan specifiek aan de verplichte registratie van de begunstigde van de vereniging in een register. De sportclubs kunnen ook daarover ondersteuning en documentatie vinden op de website van Dynamo.
Afsluitend wil ik nog zeggen dat we onze oren en ogen openhouden, ook met Sport Vlaanderen. Op het vlak van sensibilisering levert het Dynamoproject goed werk. We kijken uiteraard uit naar de resultaten van het onderzoek, ook in Limburg, en ik zal vanzelfsprekend mijn medewerking verschaffen aan elke concrete tool die of instrument dat wordt aangereikt.
De heer Coenegrachts heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik hoor dat er heel wat initiatieven lopende zijn, met de focus op matchfixing, wedstrijdvervalsing en de kwetsbaarheid van professionele sporters. Dat is verstandig en het is goed dat dat is gebeurd. Maar het is toch ook heel positief dat de UGent dat nu breder onderzoekt, dat we een beter zicht krijgen op bredere mogelijke malversaties in de sportsector. Want nog meer dan anders hebben we door corona binnen de amateurclubs financiële noden blootgelegd die hen ook kwetsbaar maken voor dergelijke infiltraties. We moeten hen daar ook alert voor maken. Want criminelen komen natuurlijk niet met een businesskaartje zeggen: ‘Ik ben een crimineel en kom hier geld witwassen.’ Het gebeurt veel subtieler dan dat. We moeten onze clubs daarvoor behoeden en sterker maken. Ik kijk uit naar het verdere traject daarover. Ik blijf het met u opvolgen.
Minister Weyts heeft het woord.
Het is goed dat het onder de aandacht komt en dat we erop hebben geanticipeerd door dat onderzoek al te starten.
Waar ik zelf nog mee zit, is dat we eens moeten kijken of we daarover een tussentijdse rapportering kunnen krijgen. Want het loopt over meerdere jaren, maar ik veronderstel dat we niet de volledige termijn zullen uitzitten en dat we tussentijds wel een terugkoppeling kunnen krijgen. En dan kan ik naar u terugkomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.