Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Danen heeft het woord.
Dit is voor een stukje een illustratie van de vraag van collega Tobback en de aanvulling die ik toen al gedaan heb: mensen weten soms niet goed waar ze recht op hebben, en vallen soms tussen wal en schip. Ik wil dat kort met u delen, en ik hoor graag uw antwoord op deze vraag.
Eigenaars van een woning of een wooneenheid, zoals een appartement, kunnen een EPC-labelpremie (energieprestatiecertificaat) aanvragen wanneer deze wooneenheid binnen de vijf jaar grondig wordt gerenoveerd. Een voorwaarde om aanspraak te maken op deze premie is evenwel dat het gaat om een wooneenheid met een ondermaatse energieprestatie. Dat kan aangetoond worden met een energieprestatiecertificaat dat niet ouder mag zijn dan van 2019. Het bedrag van de premie wordt bepaald door het EPC-label na uitvoering van de renovaties.
Deze EPC-labelpremie is evenwel niet cumuleerbaar met de totaalrenovatiebonus. Enkel wie in 2020 een bestelbon of offerte heeft ondertekend voor een investering die kan meetellen voor de totaalrenovatiebonus en de eindfactuur hiervoor in 2021 ontvangt, heeft de keuze tussen het traject van de totaalrenovatiebonus of de EPC-labelpremie. De voorwaarde dat het EPC dan niet ouder mag zijn dan 2019 blijft hierbij gelden. U hoort, het is allemaal zo simpel niet. Door de bomen het bos zien is niet altijd zo evident.
Om in aanmerking te komen voor de totaalrenovatiebonus, was er geen EPC nodig dat opgesteld werd voor de uitvoering van de werken. In de praktijk betekent dit dat er eigenaars van een wooneenheid zijn die al voor 2019 gestart waren met de voorbereidende renovatiewerken, zoals het strippen van de woning, en die enkel beschikken over het EPC-attest dat bij de aankoop van de woning werd meegeleverd. Hierdoor komen zij niet meer in aanmerking voor de labelpremie, hoewel zij volgens de uitzondering wel in aanmerking hadden kunnen komen indien aan de EPC-voorwaarde was voldaan. Bij een totaalrenovatie verliezen deze eigenaars ongeveer 250 euro aan premies wanneer zij een woning renoveren van label E of F naar label A. Dat lijkt misschien geen groot bedrag, maar het gaat om het principe. Ik stel deze vraag ook om aan te tonen dat de regels niet altijd op elkaar zijn afgestemd.
Bent u op de hoogte van deze problematiek?
Hebt u een zicht op het aantal eigenaars dat via deze uitzondering aanspraak had kunnen maken op de labelpremie in plaats van op de totaalrenovatiebonus?
Zult u stappen zetten voor deze groep van eigenaars, zodat zij alsnog gebruik kunnen maken van de iets hogere labelpremie?
Eigenaars in deze situatie, die geen gebruik kunnen maken van de labelpremie maar wel aanspraak maken op de totaalrenovatiebonus, moeten bij hun premieaanvraag per uitgevoerde maatregel vermelden dat zij gebruik wensen te maken van de BENO-pass. Wordt deze boodschap gecommuniceerd naar de betrokken groep van eigenaars? Wordt dit door de netbeheerder actief opgevolgd?
Minister Demir heeft het woord.
Collega Danen, uw vraag toont de complexiteit aan van de materie.
Eerst en vooral wil ik erop wijzen dat al wie sinds 2017 en voor 1 januari 2021 bij Fluvius een premie heeft aangevraagd voor een investering die kan meetellen voor de totaalrenovatiebonus, in geen geval in aanmerking kan komen voor de EPC-labelpremie. Ik denk dat dat logisch is.
De kans is klein dat een woning een label E of F zou hebben wanneer voor deze woning een EPC voor de renovatie wordt opgemaakt nadat de woning al gedeeltelijk is gerenoveerd. Ik heb er dan ook voor gekozen om in dit geval maximale rechtszekerheid te bieden en wie al gestart is met renoveren, het traject van de totaalrenovatiebonus te laten doorlopen. Ik denk dat dat een goed principe is.
Alleen wie nog geen enkele premie heeft aangevraagd bij Fluvius voor een investering die kan meetellen voor de totaalrenovatiebonus in de periode 2017-2020, maar wel gestart is met renoveren in 2020, kan eenmalig de keuze maken tussen het traject van de totaalrenovatiebonussen of de EPC-labelpremie. Dan moet men wel over een ondertekende offerte of bestelbon uit 2020 beschikken en een bijhorende eindfactuur uit 2021. We gaan daar niet moeilijk over doen. Het is echt een overgangsperiode.
De vergelijking van de EPC-labelpremie van 5000 euro voor label A en de totaalrenovatiebonussen voor zeven maatregelen voor een totaalbedrag van 4750 euro voor een woning is wat kort door de bocht. Wie aanspraak kan maken op de totaalrenovatiebonus, heeft met zekerheid ook al voor zes verschillende maatregelen een basispremie ontvangen van Fluvius. Wie in aanmerking komt voor de EPC-labelpremie en daarbij renoveert tot label A, zou dit zelfs kunnen doen zonder ook maar één basispremie aan te vragen, ook al heeft de eigenaar voor de labelverbetering ook de nodige investeringen moeten doen. Het is dus wat kort door de bocht om te stellen dat er een verschil is van financiële stimuli van 250 euro. Daarvoor zou men voor iedere individuele woning het volledige scenario van de totaalrenovatiebonus met basispremies moeten vergelijken met het volledige scenario van de EPC-labelpremie met ontvangen basispremies. Dan heb je een volledig beeld. Dat verschil is niet een-op-een te vergelijken.
In alle communicatie van het Vlaams Energie- en Klimaatagentschap (VEKA) en van Fluvius wordt er gewezen op de voorwaarden voor de totaalrenovatiebonus en de EPC-labelpremie. In de webtool voor premieaanvragen van Fluvius wordt ook uitgelegd welke investeringen voor de totaalrenovatiebonus in aanmerking kunnen komen. Ook de relatie met de EPC-labelpremie wordt toegelicht, en de uitzonderingsregel van 2020. Ik denk dus dat daar goed over wordt gecommuniceerd. Maar nogmaals, we zitten in een overgangssituatie, wat alles wat moeilijk maakt.
De heer Danen heeft het woord.
Ik wil niet te ver ingaan op deze specifieke situatie, maar ik wil gewoon aantonen dat het soms heel ingewikkeld is om te begrijpen wat er speelt. Het zou dan ook goed zijn dat ook andere stakeholders binnen zo’n verbouwingsproces – aannemers, architecten – ook goed op de hoogte zouden zijn van wat er speelt. Eigenlijk zou iemand – dat zou Fluvius of het Energiehuis kunnen zijn – niet echt een aanklampende houding moeten aannemen, maar mensen toch meer en beter moeten informeren dan gewoon zeggen wat wel of niet gaat. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: ‘Het gaat niet, maar je zou ook dit kunnen proberen’ of: ‘Het gaat, maar dan moet je daarop letten.’ Ik zeg het, het is vaak heel ingewikkeld. Mensen moeten vaak aan een aantal voorwaarden voldoen. Voor alle duidelijkheid: ik ben voor voorwaarden, anders komen we in de far west terecht, maar de vraag is vooral illustratief, om aan te tonen hoe ingewikkeld het allemaal is en om aan te geven dat iedereen in het proces het best goed geïnformeerd is, zeker ook de Energiehuizen en Fluvius, al neem ik aan dat ze dat wel zijn – ik heb in elk geval goede ervaringen met beide –, om mensen meer te kunnen informeren dan louter zeggen wat wel of niet gaat.
De heer Pieters heeft het woord.
Minister, dit bewijst nog maar eens hoe rommelig de zaken in elkaar zitten. Voor u dat gezamenlijk loket opzet, stel ik voor dat u eens bij een aantal eigenaars die zo’n woning kopen met een E- of F-label, het hele traject volgt, tot zij weten waar ze aan toe zijn en beslissen wat ze gaan doen. Ik denk niet dat een van ons het al op die manier heeft meegemaakt. Er moet rekening worden gehouden met de situatie waar meestal jongere koppels in terechtkomen, als ze een woning aankopen. Ik doe dit voorstel. Ik denk niet dat dit overbodig is en ik denk dat het veel zou bijdragen aan hoe het systeem in elkaar zit en hoe het verbeterd zou kunnen worden.
Minister Demir heeft het woord.
Ik heb geen bijkomende antwoorden, maar ik ben het wel eens met dat aanklampend beleid. Ik zie daar een rol weggelegd voor de Energiehuizen. Daarvoor zijn ze er, om die mensen verder te begeleiden. Ik ben het er eigenlijk wel mee eens.
De heer Danen heeft het woord.
Ik ben blij dat er regelmatig suggesties worden meegenomen. Dat kunnen we alleen maar toejuichen. Ik denk dat we door goed samen te werken wel wat stappen vooruit kunnen zetten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.