Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening en Energie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, tijdens het paasreces zag ik een reportage in het programma Vranckx op Canvas over onze tweedehandsauto’s die een nieuw leven gaan leiden in Guinee. De reportage gaf een beeld van het Europese autokerkhof in Afrika. Iedereen die onze natuur een warm hart toedraagt, zal ongetwijfeld de beelden hebben gezien en vinden dat we een oplossing moeten zoeken.
In oktober 2015 bracht ik dit debat al eens ter sprake in deze commissie. Toenmalig minister Joke Schauvliege beloofde strengere regels voor de problematische verkoop van technisch totale verliezen (TTV’s) via onder andere het Informex-platform. De minister wist toen duidelijk waar de problemen zaten en ze communiceerde een duidelijk actieplan.
Twee jaar later vroeg ik de minister een stand van zaken. Het moet gezegd: de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) had toen mooi werk geleverd en kon mooie resultaten voorstellen. In het antwoord liet de minister ook weten dat er nog werk aan de winkel was. Ze zei onder andere: “Het federale project van traceerbaarheid kent vooruitgang. Gezien het belang voor het Vlaamse beleid afgedankte voertuigen, stuurde ik op 19 september 2016 een brief naar minister Bellot om het belang te duiden en om aan te dringen op vooruitgang.”
Minister, ik ben ervan overtuigd dat er minder TTV’s buiten Europa worden versleept, maar wat doen we met de afgeschreven tweedehandswagens van bij ons? Na het zien van deze reportage blijven we allen met veel vragen achter.
Minister, bent u op de hoogte van het probleem?
Plant u nog acties met betrekking tot de TTV’s?
Welke initiatieven zult u eventueel nog nemen in verband met de oude tweedehandswagens die worden gedumpt in Afrika?
Minister Demir heeft het woord.
Ik ben mij inderdaad bewust van de problematiek. De OVAM heeft daar vorige legislatuur, samen met de bevoegde minister, op ingezet. De OVAM zet er nog steeds vol op in om zowel voertuigen technisch totaal verlies als andere afgedankte voertuigen te sturen naar het netwerk van de Belgische erkende centra. Het nog steeds ontbreken van de traceerbaarheid van voertuigen is echter een heel belangrijke hindernis. Hierdoor is het immers niet mogelijk te weten welke voertuigen als afgedankt moeten worden beschouwd. Deze tracering moet, zoals u zegt, op federaal niveau worden ingevoerd. Ik zal hierover nogmaals in overleg treden met het federale niveau.
Naast de voortzetting van de opvolging van het beheer van voertuigen technisch totaal verlies, blijft de OVAM nieuwe initiatieven nemen om ook andere beheerders van grotere voertuigvloten te sturen.
De OVAM heeft gewerkt aan een omzendbrief over de Vlaamse dienstvoertuigen. Dat is ook van belang.
Daarnaast heeft de OVAM een belangrijke input geleverd bij het ontwerp van de Europese en de Vlaamse mobiliteitsstrategie. Daarin geeft de OVAM weer dat het afvoeren van voertuigen technisch totaal verlies en andere afgedankte voertuigen naar erkende centra een belangrijk element is in het geheel. We doen dat ook in die Vlaamse en die Europese mobiliteitsstrategie.
De OVAM heeft actief deelgenomen aan het milieuprogramma van de Verenigde Naties. Het ging daarbij over de export van tweedehandsvoertuigen naar Afrika om internationaal mee te helpen bij het zoeken en uitwerken van oplossingen. Dat project van de Verenigde Naties heeft als doel criteria op te stellen waaraan voertuigen moeten voldoen om te kunnen worden geëxporteerd, alsook de richtlijnen op te stellen voor zowel de export- als de importlanden. De vijftien West-Afrikaanse landen hebben een importverbod ingesteld waardoor sinds 1 januari 2021 benzine- en dieselvoertuigen minimaal een Euro 4-emissieklasse moeten hebben, personenvoertuigen en lichte bestelwagens maximaal 5 jaar oud mogen zijn en zware bedrijfswagens maximaal 10 jaar. Deze regeling is juridisch nog niet geratificeerd waardoor het verbod niet kan worden afgedwongen bij vertrek. Het is aan de ontvangende landen om hier dus snel werk van te maken. Daar kunnen wij vanuit Vlaanderen verder helaas geen impact op hebben. Maar we blijven dit uiteraard internationaal mee opvolgen, want het is belangrijk dat we, als we hier het nodige doen, nagaan of ook andere Europese landen, en ook breder, ons daarin volgen. De betrokken Afrikaanse landen moeten het ook ratificeren.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw zeer concrete antwoord en uw gedeelde bezorgdheid. Ik ben mij ervan bewust dat dit een probleem is dat Vlaanderen niet alleen kan oplossen en dat er vanuit Europa de nodige initiatieven zullen moeten worden genomen om dit aan te pakken.
U zegt in uw antwoord dat u opnieuw contact zult opnemen met het federale niveau. Minister, ik weet niet of u daar nu een antwoord op kunt geven. Maar minister Schauvliege zei in 2016 dat zij al contact had opgenomen met de toenmalige minister Bellot. Bent u op de hoogte van een eventueel antwoord of concrete stappen die in de tussentijd al zouden zijn gezet door de Federale Regering of de huidige minister van Mobiliteit? Ik dank u.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Dank u voorzitter, ik wil kort even aansluiten bij de vraag van collega Fournier. Minister, ik moet toegeven dat ik opnieuw zeer sterk geschrokken was van de wijze waarop onze haven opnieuw speelt in dit circuit. We hebben onder andere al een discussie gehad in deze commissie rond plastic afval en de controle daarop.
Ik heb begrepen dat u aangeeft dat u een probleem hebt om te kunnen controleren, omdat traceerbaarheid een knelpunt is en u dus moeilijk kunt nagaan welke voertuigen als totaal afgedankt moeten worden beschouwd. Minister, ik stel me in dezen toch wel de vraag of er überhaupt controle is op deze transporten, op deze uitvoer? Hoe gebeurt die dan momenteel? Op welke manier wilt u daar werk van maken? Als we dit zien vertrekken vanuit Vlaanderen, met ook leed aan de andere zijde, bij aankomst, dan moeten we toch wel kijken wat we zelf effectief kunnen ondernemen op dat vlak. Vandaar mijn vraag, minister:
Hoe kijkt u vandaag tegen dat handhavingsbeleid aan? Wordt er vanuit Vlaanderen ook gehandhaafd, en hoe gaat u dat verder vormgeven?
Minister Demir heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Men zegt mij dat de laatste jaren en maanden helaas geen stappen zijn gezet in de traceerbaarheid. Voor het opzetten van die traceerbaarheid is een KB nodig, in uitvoering van de federale wet op de Kruispuntbank van Voertuigen. Dat hebben we nodig. Ik zal nog eens een initiatief nemen. Misschien is men nu, naar aanleiding van deze reportage, meer bereid om daarin wat voortgang te maken. Ik wil dat zeker doen, dus ik ga een initiatief nemen naar de federale collega.
Wat de handhaving betreft: het is natuurlijk de douane die daarin handhaaft, maar wat wij al doen is de keuringsattesten opvragen, en daarop wordt gecontroleerd. Dat is belangrijk. Alles wat uitvoer betreft is een belangrijke verantwoordelijkheid bij de douane, maar ook op die punten is er wel een samenwerking tussen verschillende diensten.
Mevrouw Fournier heeft het woord.
Nogmaals bedankt, minister. Ik zal zeker niet nalaten om binnen x aantal tijd een opvolgingsvraag hierover te stellen. Dank u wel om dit nog eens op te nemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.