Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Vraag om uitleg over de signalenbundel van Netwerk Tegen Armoede over één jaar corona
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Recent Nederlands onderzoek legt bloot dat personen in armoede dubbel zoveel kans hebben om te sterven aan het coronavirus als de gemiddelde bevolking. In Vlaanderen onderschrijft onderzoek van COVIVAT, een consortium van de UAntwerpen en KU Leuven, deze resultaten. Personen in armoede hebben minder woonruimte en kunnen minder telewerken, wat de kans op besmetting verhoogt. Bovendien hebben ze vaker onderliggende aandoeningen, waardoor ze sneller aan het virus bezwijken. Ook zonder corona hebben armen in Vlaanderen ettelijke gezonde levensjaren minder dan de gemiddelde bevolking.
Voorgaand onderzoek schetst het belang van een domeinoverschrijdende aanpak van armoede. De impact van armoede loopt immers over verschillende beleidsdomeinen heen. In de eerste plaats moet de tewerkstelling van armen omhoog. Dit kan bijvoorbeeld door laagproductieve jobs goedkoper te maken, laaggeschoolden te heroriënteren naar de zorgsector en te investeren in de sociale economie.
Minister Beke, u bent als minister van Armoedebestrijding verantwoordelijk voor de coördinatie van armoedebestrijding over de verschillende beleidsdomeinen heen. Het opstellen van een globaal, domeinoverschrijdend, plan om armoede te bestrijden is niet evident. Professor Bea Cantillon en professor en onderzoeker bij het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck van de UAntwerpen, stellen daarom voor om in Vlaanderen, naar analogie met Nederland, een Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid op te richten. Deze raad met academici en stakeholders kunnen nadenken over een globaal plan om het fundamentele vraagstuk van armoedebestrijding invulling te geven. In opdracht van de Vlaamse Regering kunnen in deze raad ideeën, bijbehorende kosten en impact op armoedebestrijding uitgewerkt worden.
Minister, bent u bekend met het onderzoek van COVIVAT, waaruit een dubbel sterftecijfer voor personen in armoede blijkt door het coronavirus? Schetst dit onderzoek de noodzaak aan bijkomende maatregelen om armoede te bestrijden?
Wordt er structureel overleg gepleegd tussen de verschillende domeinen om het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding te evalueren en eventueel op bepaalde punten te herzien? Zo neen, waarom acht u dit niet noodzakelijk? Zo ja, welke tussentijdse evaluatie werd gemaakt en welke bijsturingen werden verricht?
Wordt er met minister Crevits overleg gepleegd over de toeleiding van personen in armoede naar de sociale economie en een opleiding voor een zorgberoep?
Hoe staat u tegenover het idee van een wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid? Kan dit, naar uw mening, een meerwaarde vormen in het bestrijden van armoede? Bent u bereid deze piste in overweging te nemen?
Op welke wetenschappelijke input rekent u momenteel om het armoedebeleid vorm te geven? Zijn hier knelpunten?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, het Netwerk tegen Armoede verzamelde het voorbije jaar signalen en getuigenissen over de impact van corona op het leven van mensen in armoede. Dat deden ze via 58 verenigingen waar armen het woord nemen, Welzijnsschakels en ATD Vierde Wereld (All Together in Dignity).
Het resultaat daarvan verzamelden ze in de Signalenbundel 2.0. Daarin worden zeven thema's – inkomen, vrije tijd, toegankelijkheid, zorg en onderwijs en dergelijke – behandeld. Bij elk van deze thema's wordt eerst een getuigenis gegeven, er komen concrete ervaringen maar ook aanbevelingen om het beleid beter af te stemmen.
Ik begin met een vraag die u niet zal verbazen. Deze signalen kwamen er het afgelopen jaar heel vaak. Zult u werk maken van een marshallplan tegen armoede? Hoe gaat u de aanbevelingen van de Signalenbundel 2.0 hierin verwerken?
Minister Beke heeft het woord.
Collega’s, ik ben bekend met het COVIVAT-onderzoek rond het effect van corona op een aantal maatschappelijke aspecten. De stelling van een algemene verdubbeling van het sterftecijfer bij personen in armoede vind ik echter niet terug in de onderzoeksrapporten.
De bevindingen rond de inkomensafhankelijkheid van de mortaliteit tijdens corona zijn opgenomen in een working paper, die dateert van oktober 2020, en zijn dus nog niet definitief. Bovendien schetst de working paper een zeer genuanceerd beeld van de situatie. Zo blijkt er geen inkomensafhankelijk effect te zijn bij bewoners van een woonzorgcentrum. Ook bij personen tot 65 jaar lijken er slechts zeer beperkte inkomensafhankelijke effecten te zijn. Waar men wel duidelijke inkomensafhankelijke effecten op de mortaliteit vaststelt, is bij de bevolkingsgroep van mensen ouder dan 65 jaar die niet in een woonzorgcentrum verblijven.
Maar nog los van die nuancering is de zogenaamde gezondheidsongelijkheid voor mensen in armoede wel een probleem dat ik erken en waarop ik ook wil inzetten, ook los van corona. Ook dat aspect wordt trouwens aangehaald door de onderzoekers: bij de groepen met lagere inkomensdecielen waarbij er wel een forsere toename van de sterfte is door corona, kan dit vermoedelijk deels verklaard worden door een gemiddeld genomen zwakkere gezondheid of ondergebruik van de gezondheidszorg bij deze groepen, los van corona.
Het is een problematiek die ik als een apart item in de omgevingsanalyse van het Vlaams Actieplan Armoedebestrijding (VAPA) 2020-2024 heb opgenomen. Het VAPA bevat dan ook een aantal acties waarmee ik hierop wil inzetten. Ik denk bijvoorbeeld aan de acties onder de vijfde doelstelling, voor een kwaliteitsvolle, leefbare en gezonde omgeving voor iedereen, maar meer specifiek ook aan de uitrol van zorgzame buurten, aan het versterken van buurtgerichte netwerken voor kinderen en gezinnen, want ook de strijd tegen armoede bij kinderen is belangrijk om de gezondheidsongelijkheid op latere leeftijd te vermijden.
Ik ben het er volkomen mee eens dat een beleidsdomeinoverschrijdende aanpak noodzakelijk is. Met het VAPA proberen we dit te doen. Het VAPA werd door de Vlaamse Regering goedgekeurd op 25 september 2020. Het plan is dus iets meer dan een half jaar oud. Een evaluatie van dit plan op zo een korte termijn lijkt me niet erg zinvol, temeer omdat het plan nu al samen gezien moet worden met de maatregelen die buiten en boven op het VAPA zijn genomen op het vlak van armoedebestrijding, bijvoorbeeld in het kader van de Vlaamse relance.
Opvolging en rapportering omtrent de uitvoering van de acties in het VAPA is voorzien in de beleids- en begrotingstoelichting van elke minister, die binnen zijn bevoegdheden acties uitvoert. Daarnaast voorziet het Armoededecreet een evaluatie en een bijsturing van het VAPA na twee jaar werking, dus in het najaar van 2022.
Ik sta in nauw contact met mijn collega Crevits over diverse thema’s. Minister Crevits heeft deze legislatuur al maatregelen aangekondigd inzake herscholing en bijscholing, sommige in het kader van de coronapandemie, sommige daarbuiten.
Collega Wouters, het is een interessante piste die naar voor geschoven wordt, maar laten we toch ook niet vergeten dat er al adviesraden bestaan – zoals de door u genoemde Wetenschappelijke Raad – met een vertegenwoordiging van wetenschappers. Daarnaast werken we binnen verschillende beleidsdomeinen ook met wetenschappelijke steunpunten voor beleidsrelevant onderzoek. Zo zal binnen mijn beleidsdomein midden van dit jaar het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin (WVG) van de vierde generatie van start gaan. Zoals u in uw vraagstelling ook hebt aangegeven, werd dit voorstel niet aan één minister gedaan. Het is dus niet aan mij om hierover voor de hele regering uitspraken te doen.
Zoals ik net heb vermeld, zal midden van dit jaar een nieuw steunpunt voor beleidsrelevant wetenschappelijk onderzoek voor het beleidsdomein WVG opstarten. Op dit ogenblik bereid ik een aantal onderzoekslijnen inzake armoedebestrijding voor die dit steunpunt zal opnemen. Het gaat dan concreet onder meer over het meten van armoede aan de hand van een nominale armoede-indicator, het methodisch ondersteunen van lokale tellingen inzake dak- en thuisloosheid en het aftoetsen en verfijnen van een kader voor lokale gezinscoaches. Want we hebben al een Vlaams Actieplan Armoedebestrijding waarover ik het net al gehad heb, en we hebben al een Vlaams relanceplan. In de plaats van nieuwe plannen te maken, werk ik liever met de instrumenten die we nu al hebben.
Ik heb wel oren naar de signalen die vanuit het Netwerk tegen Armoede naar voren worden gebracht. Het netwerk is betrokken in de Taskforce Kwetsbare Gezinnen en heeft daar ook al voorstellen ingebracht die we ook in de signalenbundel naar voren zien komen. Ik kan hier verwijzen naar de documenten van de Taskforce die eerder aan het Vlaams Parlement zijn bezorgd en naar de antwoorden die de Vlaamse Regering, al dan niet in het kader van het relanceplan, heeft gegeven.
Ik heb hier al eerder de initiatieven in dit kader toegelicht, bijvoorbeeld voor de versterking van het lokale armoedebestrijdingsbeleid midden vorig jaar, de bijkomende middelen voor het groeipakket, de 75 projecten die eind vorig jaar zijn gestart rond het sociaal isolement van mensen in armoede naar aanleiding van corona en de maatregelen in dat verband, enzovoort. Ook de andere leden van de Vlaamse Regering hebben op dit vlak al initiatieven genomen.
Ten slotte blijf ik in rechtstreeks contact met het netwerk via de organisatie van een verticaal permanent armoedeoverleg over de beleidsthema’s binnen mijn bevoegdheid.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Bijna elke week is er wel een vraag om uitleg over armoede in deze commissie. We moeten blijven inzetten op het bestrijden van armoede, omdat steeds meer mensen in armoede terechtkomen. Steeds meer mensen hebben het lastig om overeind te blijven. Steeds meer mensen sukkelen met schulden. Steeds meer mensen en gezinnen kloppen aan bij de voedselbanken. Wie het met een vervangingsinkomen moet stellen – werkloosheidsvergoeding, ziekte-inkomen, leefloon – krijgt elke maand een bedrag dat totaal niet volstaat om normaal mee te draaien in deze maatschappij. Aanpassingen aan de arbeidsmarkt, meer begeleiding van jongeren, meer aandacht voor de sociale huisvesting: er zijn zoveel domeinen waarin we dringend een tandje bij moeten steken, willen we niet verder achteruitgaan.
Het opstellen van een globaal domeinoverschrijdend plan om armoede aan te pakken en te bestrijden, zou echt een goed begin zijn. We verwachten dat u hier als coördinerend minister van Armoedebestrijding toch snel werk van maakt en deze commissie op de hoogte houdt.
Bent u bereid om een periodieke toelichting te geven over beleidsoverschrijdende plannen met betrekking tot armoedebestrijding?
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, het signaal dat gezonden werd, is wel heel duidelijk. De gevolgen van de crisis op lange termijn zijn – ik citeer: “moeilijk in te schatten”. Mensen in armoede ervaren structurele uitsluiting op verschillende levensdomeinen. Tijdelijke steunmaatregelen zijn nodig, maar volstaan niet. Er is meer nodig als we erger willen voorkomen en armoede een halt willen toeroepen.
Er wordt onder andere aangegeven dat mensen die technische werkloos waren, heel erg zullen schrikken van hun belastingbrief in 2021, want er werd veel minder ingehouden. Er wordt aangegeven dat er zich bij heel veel mensen zonder ondersteuningsnetwerk een huurachterstal aan het opstapelen is, dat mensen met interim- of flexi-jobs vaak geen beroep konden doen op compenserende maatregelen. Die mensen voelen zich in de steek gelaten. Dat zijn er de voorbije jaren steeds meer geworden. Verenigingen die voedselhulp aanbieden, stellen een enorme stijging van de vraag vast. Het is niet de eerste keer dat dit in deze commissie aan bod komt.
Wat ik ook een niet te verwaarlozen aspect vind, is dat mensen die in aanmerking komen voor steunmaatregelen, heel zware aanvraagprocedures moeten doorlopen en voor een groot deel hun privacy moeten opgeven. Ik vind dat niet netjes.
Minister, ik vrees echt dat de huidige en groeiende wachtrijen bij de sociale diensten, maar ook elders in zorg en welzijn, zware gevolgen zullen hebben, en dat we die gevolgen nu zelfs nog niet voor de helft zien. Daar moet nu echt actie worden ondernomen. Want anders zullen we straks heel zware miserie zien en zullen heel veel mensen, die tegen dan in een spiraal van miserie en problemen verdwenen zijn, daar nog heel moeilijk uit te halen zijn.
Als we kijken naar die signalenbundel ... Het opstapelen van huurachterstand bijvoorbeeld, die kan niet blijven duren. Die zal leiden tot gezinnen die op straat belanden, zeker nu er geen uithuiszettingsverbod is. De precaire jobstatuten die zich onder de vorige regeringen hebben verveelvoudigd, zijn sowieso een tendens die de mensen in precariteit duwen. Met dagcontracten, nulurencontracten enzovoort breng je heel veel mensen nu extra in de problemen. En voedselhulp is echt een alarmbel die we de afgelopen maanden al té vaak hebben gehoord. Mensen stappen pas naar een voedselbank wanneer het heel, heel slecht gaat. En er zijn nog geen armoedecijfers, maar u hebt ondertussen al zo veel tekens aan de wand gekregen.
Zoals ik al vaak heb aangehaald in de commissie – en trouwens ook tijdens de begrotingsbespreking – wordt er veel te weinig rekening mee gehouden dat mensen misschien geen lager inkomen hadden tijdens de crisis, maar dat de crisis het leven zo veel duurder heeft gemaakt. Niet alleen door de lockdown, maar ook door de vele voorzieningen die zijn weggevallen. En ja, ik ben blij dat Bea Cantillon hier is aangehaald. Zelfs door de rechterzijde, kijk eens aan. Maar zij zei, nadat ik deze vraag had ingediend, in een interview in De Morgen, op de vraag ‘Wie zijn job verliest, komt toch terecht in dat opvangnetwerk?’: “Akkoord, maar waarom krijgt een alleenstaande moeder die al voor de crisis werkloos was een lagere uitkering dan wie tijdens de crisis zijn job verloor?”
En er zijn op Vlaams niveau inderdaad weinig bijpassende maatregelen genomen. De Federale Regering heeft onlangs een grote inspanning gedaan. (Opmerkingen van de voorzitter)
Ik rond af. Maar ik leg er even de nadruk op. Want, minister, u doet alsof het VAPA voldoende is, alsof u nu voldoende inspanningen hebt gedaan. Maar er komt echt een vloedgolf op ons af. Dat wordt keer op keer bevestigd. En ik hoor eigenlijk geen urgentie in uw antwoorden. Kunt u daar alstublieft eens gehoor aan geven?
Mevrouw Vandecasteele heeft het woord.
Minister, ik blijf toch ook heel erg op mijn honger zitten na uw antwoord. Het is heel belangrijk om te beseffen dat de coronacrisis niet enkel een gezondheidscrisis is, maar ook een crisis die de kloof tussen rijk en arm ook in ons land zal vergroten. Bea Cantillon zegt dat de kloof tussen arm en rijk al veertig jaar groeit. Ze ziet dat met lede ogen aan. Maar die trend verergert vandaag nog. Zo zien we bijvoorbeeld dat mensen in armoede maar liefst twee keer zo vaak sterven aan het coronavirus als rijken. We zien ook dat de impact op hun inkomen veel groter is. We zien nu bijvoorbeeld ook dat mensen in armoede nog minder gevaccineerd zijn dan mensen met een hoger inkomen.
‘Ze zijn ons vergeten’ is een boek van Peter Mertens, waarin hij dat heel uitvoerig beschrijft. Ze doen ons heel lang geloven dat we allemaal in hetzelfde schuitje zitten, maar dat klopt niet. Corona is een klassenvirus en heeft een grote impact op mensen in armoede en op de werkende klasse.
Om die gigantische problematiek voor mensen in armoede tijdens de crisis aan het licht te brengen, heeft het Netwerk Tegen Armoede een signalenbundel verzameld met toch wel heel sterke getuigenissen. Ik hoop dat u de tijd neemt om dat dossier goed te lezen en om de mensen in armoede die het rapport hebben geschreven, ook te spreken. Ik haal er één uit. Zo getuigt iemand over zijn gezinsbudget: “Ik heb nu op 26 oktober nog 0,18 euro tot 2 november. Daarna komt er terug geld op mijn rekening. Ik heb eten in de diepvriezer en eten voor mijn katten. Ik ben niet in paniek. Maar deze week mag er NIETS gebeuren. De stress ...” Voor heel veel mensen is het tijdens deze crisis meer dan ooit overleven.
Minister, zoals collega Groothedde terecht aanhaalt, is het VAPA daarvoor een onvoldoende oplossing. U moet de impact en de grootte van het probleem van armoede zien. Dat los je niet op met het VAPA. Elke organisatie die actief is rond armoede, heeft gereageerd dat het VAPA onvoldoende is, dat dat onvoldoende de structurele oorzaken van armoede aanpakt. U kunt, na wat er vandaag gebeurt, nu de kloof tussen rijk en arm gigantische proporties aanneemt, echt niet afkomen met te zeggen dat we verder gaan met het VAPA. Er zal echt meer moeten gebeuren. Ik wil er echt op aandringen om dat ook te doen.
Ik heb, ten tweede, nog een korte vraag over de vaccinaties van mensen in armoede. Ze worden heel vaak niet bereikt via de traditionele mediakanalen. De vrees leeft dan ook dat veel mensen zich niet zullen laten vaccineren. Het Netwerk Tegen Armoede vraagt daarom ook om zoveel mogelijk te werken via organisaties die al in contact staan met de doelgroepen en om te werken met vaccinaties via mobiele teams, inloopcentra of verenigingen. Minister, zult u daar werk van maken?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Collega's, rond armoede hebben we inderdaad al ettelijke uren gedebatteerd. Ik heb ook kennisgenomen van de signalenbundel van het Netwerk Tegen Armoede waarin een aantal zaken werden voorgesteld, op verschillende beleidsdomeinen, ook rond wonen, vrije tijd en onderwijs. Hieruit blijkt toch ook wel nogmaals dat het zo belangrijk is dat elke minister zijn verantwoordelijkheid neemt om het luik armoedebestrijding binnen zijn bevoegdheidsdomeinen op te nemen.
De vraag van de collega aan de minister om nog maar eens een nieuw plan tegen armoede op te maken, vind ik dan toch wel een beetje raar. Want we hebben dat VAPA hier vorig jaar toch ook wel goedgekeurd. We hebben daarin heel wat acties, plannen en tools ontwikkeld die we verder uitwerken en die vandaag op het terrein verder worden aangepakt. En naast dat Actieplan Armoedebestrijding zijn er toch nog heel wat zaken die vandaag zijn uitgewerkt en waarmee er wordt gewerkt. Ik denk aan het Groeipakket, aan de 75 projecten die worden ondersteund in het kader van armoedeorganisaties, aan de automatische rechtentoekenning, aan de aandacht voor armoede in de taskforce, enzovoort. Er worden vandaag al zo veel initiatieven rond armoede genomen. Er wordt wel degelijk hard gewerkt rond die armoedeproblematiek. Laten we die problematiek ook niet ontkennen, want die is er wel. Maar wat ons betreft, bestaan er in en ook naast het VAPA heel wat initiatieven. Het zijn een voor een goede zaken, waarvan we nu stap voor stap verder werk moeten maken. Want we weten allemaal dat armoede aanpakken iets is waarbij we elke dag moeten stilstaan en dat we ook zeker vanuit onze kant zeker en vast willen blijven opvolgen.
De heer Veys heeft het woord.
Voorzitter, ik wil graag van start gaan met collega De Rudder erop te wijzen dat niet iedereen hier het VAPA heeft goedgekeurd. Dat is een belangrijke nuance, die ik toch even wilde rechtzetten.
Voorzitter, voor mijn fractie is het belangrijk dat iedereen een gezond en gelukkig leven kan leiden. En daarvoor is het belangrijk dat wie botst op stilstand en obstakels, opnieuw vooruit kan. Een sterke overheid moet zorgen voor oplossingen. Voor een bepaalde groep gaat het vandaag helaas over overleven, niet eens over leven. En dat kunnen we toch niet meer tolereren in de 21ste eeuw.
We zien nu twee fenomenen met betrekking tot de doelgroep. Er is een groep die het al moeilijk had voor het virus in ons land was en er is een groep die door dat virus in de problemen is gekomen. Het gaat om een groep die anders hoogstwaarschijnlijk net het hoofd boven water kon houden, maar waarvan het nu zichtbaarder is geworden dat dat ook kwetsbare mensen zijn. In die zin heb ik u ook al een vraag gesteld in de plenaire vergadering, ondertussen al een half jaar geleden, over die nieuwe kwetsbaren. U gaf toen aan dat u wel inzag dat die vloedgolf er zit aan te komen, dat u daarover overleg pleegt met het wetenschappelijke veld. Maar ik had toch vooral de indruk dat u wel bereid bent om dijken te bouwen, maar dat u nog niet goed wist waar of wanneer. Ik vrees dat het beton nog niet allemaal is besteld om die goede dijken te voorzien.
Minister, ik wil hier even specifiek op ingaan. Want het gaat natuurlijk over het detecteren van armoede, dat ook heel belangrijk is. In die zin staat in het regeerakkoord dat u een nieuwe armoede-indicator zou opstellen. Is er, gebaseerd op deze signalen van het Netwerk Tegen Armoede en de vele zeer interessante COVIVAT-studies (Corona Onderzoeksconsortium voor Inkomensverdeling en Sociale Effecten), bijgestuurd op bepaalde indicatoren? Zijn er indicatoren die u of uw kabinet vroeger niet konden opmerken, en die nu wel heel cruciaal zijn in deze crisistijd? Welke lessen hebt u daaruit getrokken?
Minister Beke heeft het woord.
Collega Groothedde, u stelt een aantal vragen die terecht zijn, die ik kan delen, maar waarvoor ik vandaag geen bevoegdheden heb. Als u uw tussenkomst houdt over de fiscaliteit, dan valt daar wel iets over te zeggen, maar wij zijn daar vanuit Vlaanderen niet voor bevoegd. Als het gaat over voedselhulp, dan is dat iets waarvoor wij niet bevoegd zijn, dat eveneens federale materie is. Daarom heb ik mij vooral gefocust op die zaken waarvoor wij wel bevoegd zijn en niet op de zaken waarvoor wij niet bevoegd zijn.
Wij zijn wel bevoegd voor het groeipakket en daar hebben wij een inspanning gedaan. Maar er zijn ook algemene maatregelen zoals de maatregel die minister Demir vorig jaar heeft genomen voor de aanpak van de energiefactuur van mensen die tijdelijk werkloos zijn. Ik denk verder aan steunmaatregelen om te verhinderen dat andere mensen in armoede komen, om ervoor te zorgen dat de kapper of de cafébaas bij het sluiten van hun zaak niet in de armoede zijn terechtgekomen enzovoort.
Is het VAPA vandaag voldoende? Neen, en dat heb ik ook in mijn antwoord gezegd. Maar naast het VAPA – en dat heeft ook collega De Rudder gezegd – hebben we ook nog het plan Vlaamse Veerkracht om een stimulans te geven.
De armoede-indicator is er momenteel nog niet. Dat zal nog verder worden onderzocht.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, het is een gedeelde bezorgdheid van verschillende fracties. Ik heb verder niets meer toe te voegen maar ik zal dit uiteraard heel goed opvolgen.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Minister, dit is toch echt niet het moment om met afleidingsmanoeuvres te antwoorden. Ik heb het over voedselhulp als signaal dat er nog geen cijfers zijn hoewel er een ontzettende nood is. Wanneer het gaat over uitkeringen, heeft de Federale Regering – en dat weet u heel goed – een heel grote inspanning gedaan. Maar in de compensatiemaatregelen vanuit de Vlaamse Regering is geen rekening gehouden met het verlies van besteedbaar inkomen. En over datgene waar u wel naar verwijst, zoals het Groeipakket, zegt specialist Wim Van Lancker terecht dat er niet genoeg sociale correcties worden gedaan. U hebt het over de energiemaatregel van minister Demir maar die gaat juist over mensen die wel tijdelijkewerkloosheidsmaatregelen genoten, terwijl ik het had over de mensen die van een uitkering leven en die daarnaast grijpen. U bekrachtigt mijn punt.
U hebt het afgelopen jaar veel op uw brood gehad maar soms lijkt het gewoon alsof armoedebestrijding het staartje aan het beleid is dat erbij inschiet. Ik vind dat ontzettend jammer want u hebt zoveel handvaten vanuit de Vlaamse Regering om dit aan te pakken.
U geeft aan dat alle ministers in uw regering verantwoordelijk zijn voor armoedebestrijding. De collega van CD&V herhaalt dat dan ook. Wel ja, dan moet u toch even praten met uw collega's in de Vlaamse Regering want af en toe ga ik inderdaad aankloppen bij een andere commissie. Onlangs antwoordde een collega-minister van u niet bevoegd te zijn voor armoede. U hebt daar dus nog werk.
Volgens uw collega-partijgenoot is mijn vraag om een nieuw plan rond armoede neer te leggen overdreven aangezien het VAPA er al is. Ik zie echter voortdurend nieuwe economische maatregelen vanuit de Vlaamse Regering, maar mensen in armoede die heel diep zitten, zullen binnenkort zo diep zitten dat zij niet meer activeerbaar zullen zijn, een woord dat uw regering heel graag gebruikt. U draagt hier een hele grote verantwoordelijkheid die veel verder gaat dan armoedebestrijding. Al wie u achterlaat, zal niet gewoon in armoede belanden, maar zijn we democratisch kwijt. Ik heb u daar tijdens de begrotingsbesprekingen voor gewaarschuwd. Ik heb dat in mijn eigen jeugd heel vaak zien gebeuren. Als u extremisme niet wilt voeden, dan moet u ervoor zorgen dat mensen niet massaal in armoede belanden.
In dat uitstekend interview van Bea Cantillon waar al meermaals naar verwezen is en dat u ook wel gelezen zult hebben, zegt zij dat het de ‘deplorables’ zijn in de Verenigde Staten die hebben bijgedragen tot de verkiezing van Donald Trump. Zij zegt dat Vlaanderen wat dat betreft ontzettend tekortschiet. Armoede lost men niet op met een paar brooddozen. Minister, onderneem alstublieft actie want de paar maatregelen die op dit moment worden genomen, zullen de noden echt niet oplossen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.