Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Buysse heeft het woord.
Minister, enkele weken geleden kondigde u aan dat u onder de noemer ‘een STEM-academie in elke gemeente’ (Science, Technology, Engineering and Mathematics) een nieuwe subsidie-oproep zult lanceren met een budget van 500.000 euro. Hiermee wordt beoogd om kinderen en jongeren buiten het reguliere schoolgebeuren in contact te brengen met technologie en wetenschap.
STEM-academies geven kinderen en jongeren de kans om in hun gemeente deel te nemen aan STEM-activiteiten. Na school, in de vakantie of tijdens het weekend kunnen ze daar experimenteren in labo’s of op veldonderzoek gaan. De thema’s tijdens de workshops zijn heel divers, gaande van ruimtevaart tot gamedesign, afhankelijk van de inspiratie van de organisatoren.
Het initiatief is op zich zeker toe te juichen, gezien de grote vraag op onze arbeidsmarkt naar meer instroom in STEM-profielen op verschillende kwalificatieniveaus. Dergelijke academies bieden kinderen en jongeren de mogelijkheid om op een laagdrempelige manier buiten de school in contact te komen met STEM. Als aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, kan een STEM-academie voor haar STEM-activiteiten een subsidie ontvangen na aanvraag via het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO).
Minister, welke termijn stelt u als doelstelling om in elke gemeente een STEM-academie te vestigen? Hoe wordt de verantwoordelijkheid van deze doelstelling verdeeld tussen het departement Onderwijs en het departement Werk?
Van organisatoren van gelijkaardige initiatieven verneem ik dat sommige doelgroepen, bijvoorbeeld kansarme jongeren, niet altijd worden bereikt met zulke initiatieven. Is dat aanvoelen terecht? Klopt die vaststelling of is het maar een uitzondering? Hoe wordt de deelname van verschillende groepen gemonitord? Zijn daar cijfers over? Wat zijn de resultaten daarvan? Hebt u zicht op de drempels die potentiële deelnemers en ouders van deelnemers ervaren om deel te nemen aan dergelijke activiteiten? Indien ja, wat wilt u daaraan doen?
Minister Crevits heeft het woord.
De doelstelling van de STEM-academie in iedere gemeente vloeit voort uit de ambitie om ieder kind vlot toegang te geven tot STEM-ervaringen in de vrije tijd. Daarvoor is een goede bereikbaarheid belangrijk. Daarom is het streven naar een STEM-academie dichtbij, namelijk in elke gemeente of stad, voor mij belangrijk. We zijn op de goede weg. In 2019 hadden 162 gemeenten een STEM-academie en in 2020 waren er dat 221. West-Vlaanderen is – voor zij die daarin geïnteresseerd zijn – de beste leerling van de klas en heeft in nagenoeg elke gemeente een STEM-academie. Alleen in Blankenberge is er nog geen.
Om maximaal te kunnen inzetten op die uitdaging, dus een STEM-academie in elke gemeente, zetten we in op een sterke lokale samenwerking tussen alle betrokken partijen: lokale overheden, kennisinstellingen inclusief scholen, bedrijven en de jongeren.
Het aanbod dat wordt opgezet, bereikt heel wat jongeren. Daarbij kan de kritiek opgeworpen worden dat vooral de al overtuigde en kansrijke jongeren deelnemen en anderen in de kou blijven staan. Ik ben me daarvan bewust. Daarom vragen we ook bij elke aanvraag voor erkenning of subsidie expliciet naar hoe de STEM-academie zich zal inzetten voor het bereiken van moeilijker te bereiken personen. Door STEM-trajecten ook op te zetten in samenwerking met andere jeugdorganisaties, willen we dat ook inbedden in hun werking zodat kwetsbare jongeren niet verstoken blijven van STEM.
Daarnaast is de groep van STEM-partnerschappen gestart met de oefening om de impact duidelijker in kaart te brengen waarbij het bereiken van kwetsbare groepen wordt meegenomen.
Door de diversiteit in de lokale werkingen is er nog geen eenduidig monitoringsysteem, maar daar wordt dus ook aan gewerkt.
Wat betreft de drempels, hebben enkele van de partnerschappen een expertise opgebouwd in het bereiken van kwetsbare doelgroepen. We hebben tien tips die erop gericht zijn om die drempels zo laag mogelijk te houden. U vindt de tips op www.gelijkgestemd.info.
Een STEM-academie in iedere gemeente is een doelstelling die is bevestigd in het regeerakkoord en we streven daarnaar op die termijn.
Het beleidsdomein Economie, Wetenschap en Innovatie (EWI) heeft die doelstelling voor zijn rekening genomen, meer bepaald het Agentschap Innoveren en Ondernemen als operationeel regisseur STEM. Jaarlijks zetten we daarvoor 2,5 miljoen euro in. We willen daarmee een hefboom zijn voor de lokale actoren.
Er is ook een beleidsdomeinoverstijgende werking opgezet en we zoeken altijd naar synergieën met initiatieven vanuit de departementen Werk en Onderwijs. Zo wordt de STEM-academiewerking onder de aandacht gebracht bij de sectororganisaties en is er ook samenwerking met de coördinator die het lerend netwerk STEM voor de basis heeft gemaakt. We willen de opgebouwde expertise op het vlak van de didactiek laten terugvloeien in de vrijetijdswerking.
De heer Buysse heeft het woord.
Hartelijk dank voor alle informatie, minister. Als West-Vlaming hoor ik het graag dat we zo’n goede leerling zijn. Ik wil toch benadrukken dat er zich soms praktische problemen voordoen. Ik heb dat destijds gehoord toen een van mijn kinderen deelnam aan een dergelijke activiteit. Ik vroeg aan de organisatoren waarom er een aantal mensen ontbraken. We hebben dat nagevraagd en toen bleek dat de verplaatsing soms heel moeilijk is, zeker voor grotere gemeenten of steden. Ik geef een voorbeeld als een activiteit op een woensdagnamiddag georganiseerd wordt: in gezinnen die maar over één wagen beschikken en waar een van de ouders de wagen nodig heeft om op het werk te geraken, slaagt de andere ouder er vaak niet in om de kinderen ter plaatse te krijgen. Dat lijkt misschien een fait divers, maar het zou jammer zijn dat door dergelijke zaken bepaalde groepen opnieuw de kans niet zouden krijgen. Ik ben blij dat eraan gewerkt wordt met het tienpuntenplan, dat ik ook nog eens nader zal bekijken.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Collega’s, ik ben enorm gewonnen voor het idee van de STEM-academie. Het is een interessant middel om de jongeren te laten kennismaken met STEM en hen er ook van te overtuigen om voor die richting te kiezen. Het onderwijs moet natuurlijk afgestemd worden op de arbeidsmarkt en wie kijkt naar de jobs van de toekomst, weet ook dat de vraag naar dergelijke profielen sterk zal toenemen. Als jongere kijk je niet altijd verder in de toekomst, naar de jobs en wat de toekomst zal brengen. Door dat concreet en tastbaar te maken door STEM geef je jongeren een duwtje in de rug. Ik hoop dat die academies verder verbreed kunnen worden in heel Vlaanderen.
Ik heb nog enkele vragen die misschien iets verder gaan dan deze commissie of deze vraag. Op welke manier worden de jongeren daarvoor actief uitgenodigd? Is dat met een folder in de boekentas of wordt dat meegenomen in de lessen? Krijgen ze daar een duwtje in de rug om activiteiten in de STEM-academie te volgen?
Zijn er alleen activiteiten tijdens het schooljaar of zijn er ook formules die ook in de vakantieperiode worden aangeboden?
Zijn er effecten zichtbaar? Stromen jongeren die de academie hebben gevolgd ook effectief door naar de studierichtingen?
Minister Crevits heeft het woord.
Mijnheer Buysse, dank voor de aanvullende opmerkingen en het enthousiasme over West-Vlaanderen. We werken aan die drempels, ook aan die verplaatsingen. U moet die tien tips eens bekijken. We proberen daar echt goed mee om te gaan, maar er zullen altijd wat drempels blijven. De bedoeling is natuurlijk dat er zo weinig mogelijk drempels zijn om alle jongeren de kans te geven om deel te nemen aan zo’n academie.
Collega Claes, de lokale partnerschappen communiceren heel breed. Er zijn ook vakantiekampen. Dat zijn op zich heel positieve signalen. Ik ben vooral blij met het enthousiasme over wat we doen bij STEM.
Wat de vraag over de studierichtingen betreft, zijn er onderzoeken gedaan die de attitudeverandering tegenover techniek aantonen. Dat is een van de redenen waarom dat in het STEM-actieplan zat. Als je vroeg genoeg geconfronteerd wordt en blijft met techniek en je hebt een technische knobbel, dan zul je er later misschien ook voor kiezen om een STEM-richting te volgen.
De heer Buysse heeft het woord.
Het is aangewezen dat het onderwerp binnen een aantal maanden terug aan bod komt, wanneer er wat meer zicht is op de organisatie en op de inschrijvingen. Er zijn veel aspecten die gemonitord kunnen worden. Het is vandaag nog niet aan bod gekomen, maar zo is er bijvoorbeeld de mate waarin meisjes zich aangesproken voelen door dergelijke initiatieven. Het is ook van belang om een keer te kijken of we daar op de goede weg zitten, maar dat kan op een ander moment opnieuw aan bod komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.