Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw Claes heeft het woord.
In Limburg slaan Hogeschool PXL en het volwassenenonderwijscentrum SYNTRA Limburg de handen in elkaar, om zo de Vlaming op de trein van het levenslang leren te krijgen. Beide onderwijsinstellingen gaan in de toekomst als SYNTRA PXL samenwerken op het vlak van levenslang leren. Cursisten van SYNTRA Limburg zullen via een verkort programma sneller kunnen doorstromen naar PXL om daar een opleiding aan te vangen. Omgekeerd zullen ook studenten van PXL zich gemakkelijker kunnen heroriënteren naar een van de dagopleidingen van SYNTRA Limburg.
De twee onderwijsinstellingen willen niet alleen eventuele overgangen, zowel voor huidige studenten, als voor alumni gemakkelijker maken, maar zullen ook kennis en docenten uitwisselen. Ook het verkrijgen van vrijstellingen voor studenten en cursisten zal gemakkelijker worden gemaakt. Deze samenwerking moet ervoor zorgen dat cursisten van SYNTRA Limburg de drempel naar de hogeschool durven te nemen. Anderzijds zal PXL toegang krijgen tot het ondernemersnetwerk van SYNTRA Limburg, wat nuttig kan zijn met het oog op onderzoek of leerplekken.
Minister, hoe staat u tegenover dit initiatief? Wat zijn de sterktes en de opportuniteiten van deze samenwerking? Hoe zal deze samenwerking worden opgevolgd en geëvalueerd? Zullen gelijkaardige samenwerkingen ook in de rest van Vlaanderen worden geïnitieerd?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik had de grote eer om het huwelijk tussen SYNTRA Limburg en PXL te mogen inzegenen. Daarom draag ik deze samenwerking een warm hart toe.
De samenwerking van deze twee ambitieuze en complementaire partners moet een katalysator kunnen zijn voor de regio en voor het waarmaken van levenslang leren. PXL en SYNTRA Limburg halen hiermee het beste in elkaar naar boven. U hebt de belangrijkste troeven al heel correct aangestipt.
Het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) volgt deze samenwerking van nabij op. PXL en SYNTRA zetten een stuurgroep op die de samenwerking monitort. Jaarlijks wordt er ook een jaaractieplan voor de samenwerking opgesteld en wordt hierover gerapporteerd in een jaarverslag, met een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie. Op het tweemaandelijks strategisch overleg van VLAIO met vertegenwoordigers van de Unie van Zelfstandige Ondernemers (UNIZO), het Vlaams netwerk van ondernemingen (Voka), het ACV, het ABVV, de Vlaamse Overkoepelende Organisatie van Technologieverstrekkers (VLOOT), de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor) en SYNTRA, zullen dit jaarverslag en de samenwerking op zich ook regelmatig worden behandeld.
Wat de toekomst betreft gaat VLAIO een lerend netwerk met de hogescholen en de SYNTRA’s opstarten, zodat eventuele synergieën aan het licht kunnen komen. VLAIO heeft in dezen vooral een faciliterende rol. Een samenwerking moet organisch tot stand komen. Ik vind dit een grote win-winsituatie waarin elke partner zijn eigenheid kan behouden en zonder dat er iemand wordt uitgehuwelijkt. Tot hier mijn volledig positief antwoord.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, dank u wel voor deze positieve noot in uw antwoord. Ik hoor dat er heel wat partners betrokken zijn in dat huwelijk. Meestal houden we het bij één partner, maar dit is zeker positief en een meerwaarde.
Ik heb deze vraag om uitleg gesteld omdat ik het een boeiend thema vindt. Vaak wordt er te veel nagedacht vanop een eiland. Die wisselwerking en samenwerking zijn dan ook zeer positief. Dat heeft altijd veel troeven.
Als we dan toch nadenken over levenslang leren, dan is het in dat kader noodzakelijk dat er een goede samenwerking is. Ik hoor dat er veel opvolging en overleg is, dat er plannen zijn en dat er ook een jaarverslag zal volgen. Ik ben benieuwd hoe dat zal verlopen en hoe dat op termijn wordt gepubliceerd en wat de resultaten zullen zijn.
Als we de schoolbanken verlaten of we doen de deur dicht van het hoger onderwijs of de universiteit, dan sluiten we zogezegd een hoofdstuk af en gaan we naar de arbeidsmarkt. Zo is dat op dit moment niet. Je kunt het een beetje vergelijken met een goede software die regelmatig een update nodig heeft. Anders raken we achterop of zijn onze systemen niet meer compatibel, om het met een kleine voetnoot te zeggen.
Onderwijs kan hier een belangrijke rol opnemen om de ex-studenten te motiveren en te blijven ondersteunen om steeds nieuwsgierig te blijven en te blijven leren. Ik ben dan ook absoluut voorstander om deze samenwerking uit te breiden tot heel Vlaanderen.
Minister, op welke manier kan de VDAB hierbij worden betrokken?
Ik wil toejuichen dat PXL en SYNTRA Limburg elkaar hebben gevonden.
Ik heb ook begrepen dat VLAIO een initiatief opzet om ook andere SYNTRA’s en hogescholen dichter bij elkaar te brengen. Er is al een goede samenwerking tussen verschillende SYNTRA’s en verschillende hogescholen. Ik ben dan ook benieuwd om wat meer te vernemen over dit initiatief om andere SYNTRA’s en hogescholen dichter bij elkaar te brengen.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Dit zijn inderdaad initiatieven die we alleen maar kunnen toejuichen. We kunnen toejuichen dat dat ook gebeurt tussen andere regionale campussen. Het is vooral heel belangrijk dat we de goede praktijken meenemen. Als we de monitoring doen, moeten we vooral leren uit de zaken die goed zijn gelopen. Het is niet nodig om het warm water opnieuw uit te vinden, het is vooral nodig om de goede zaken die werden geëvalueerd, mee te nemen in andere eventuele samenwerkingen.
Een luid toegejuicht huwelijk.
Minister Crevits heeft het woord.
Ja, een luid toegejuicht huwelijk, waarin het niet zo belangrijk is om elkaar eeuwig trouw te zijn, want elke partner behoudt zijn vrijheid, maar gebruikt elkaars sterkte.
Ik zie enthousiasme op verschillende banken.
Collega Claes, VDAB kan een rol spelen als toeleider van werkzoekenden, maar samenwerkingen tussen onderwijsverstrekkers die een hele leerladder kunnen aanbieden, dat groeit beter organisch. Als facilitator is er natuurlijk veel mogelijk.
Het voordeel van de samenwerking is ook dat de twee directeurs elkaar heel goed verstaan en diep in elkaars ogen hebben gekeken. In coronatijden blijft dat natuurlijk heel belangrijk.
Voor mij is het dus geen verplichting, laat het organisch groeien. Maar het is wel belangrijk om dit in the picture te zetten opdat ook op andere plaatsen een groeispurt zou kunnen ontstaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.