Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Wetenschap en Innovatie
Vraag om uitleg over de opening van de horeca, zowel binnen als buiten, in het licht van de coronacrisis
Vraag om uitleg over vragen bij het gebruik van coronasneltests in bedrijven
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, collega’s, we hebben deze vragen gisteren in de plenaire vergadering al voor een stukje behandeld. Ik denk dat ik met mijn vraag beter had aangesloten bij de actuele vraag van collega Vanryckeghem. Maar laten we hier in de commissie wat dieper op ingaan. Daarvoor is er hier meer ruimte dan in de plenaire vergadering.
Mijn vragen betreffen de Vlaamse ondersteuningsmaatregelen. Zoals iedereen weet, heeft de horeca groen licht gekregen om de terrassen te openen op 8 mei. We zijn daar allemaal heel tevreden mee. Zo komt er eindelijk wat perspectief voor de sector, al is dat niet voor elke horecazaak een oplossing. Want voor de mensen zonder terras blijft het nog moeilijk en ook de evenementensector blijft nog op zijn honger zitten. Daarom is het, zoals gisteren gezegd, zeer belangrijk dat die ondersteuningsmaatregelen er nog zijn. Want het water staat heel wat ondernemers nog steeds aan de lippen, zowel kleine als grote bedrijven. Zij moeten nu al heel lang stilzitten en staan te popelen om opnieuw te starten. Laat die vaccinaties dus maar vooruitgaan, zodat we inderdaad nog meer perspectief kunnen geven.
Zoals gezegd, blijft het Vlaams beschermingsmechanisme lopen, aan 10 procent van de omzet.
Minister, kunt u extra toelichting geven bij dit beschermingsmechanisme? Zijn er eventueel nog verdere afspraken met de sectoren? Zijn er nog zaken waarop de Vlaamse overheid momenteel wil inzetten om de gesloten of halfgesloten sectoren extra te ondersteunen? We hadden het gisteren over de heropstartlening. Dat is ondertussen duidelijk en goed besproken.
Gisteren heeft mijn collega Allessia Claes ook gewezen op de protocollen, omdat er daar ook wat onduidelijkheid over bestond. Maar ook die vraag werd gisteren beantwoord.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, nu de terrassen weer open mogen, wordt er stilletjesaan ook gedacht aan de volledige heropening van de horeca, dus ook van de binnenruimtes. Niet alleen de experten en onze overheid bekijken deze piste, ook de ondernemers zelf zijn al volop bezig met het uitwerken van ideeën om ook de binnenruimtes zo veilig mogelijk te maken.
Zo focussen de Otomat-vestigingen zich bijvoorbeeld op drie pijlers, de 3 v’s: volgen, ventileren en valideren. Vooral dat laatste is de moeite om eens van naderbij te bekijken, aangezien het ook op de steun van de GEMS-adviseurs (Groep van Experts voor Managementstrategie van COVID-19) kan rekenen. Ze hopen op een soort certificaat dat aantoont dat ze een covidveilige omgeving zijn. Er zou met niveaus kunnen worden gewerkt, zoals bij de energielabels op elektronische toestellen. Een zaak met een A-label is bijvoorbeeld volledig in orde met alle ventilatienormen. Dat zou vertrouwen geven aan de consument, maar het kan ook de overheid helpen. Want stel dat je op het einde van de zomer toch weer naar een vierde golf evolueert – een worstcasescenario – dan zou je die zaken die ondertussen een A-label hebben langer kunnen openhouden, omdat daar het risico op besmetting aanzienlijk kleiner is. Ook om te bepalen hoeveel klanten je mag ontvangen, kan zo’n certificaat een belangrijke factor zijn.
Naast de voordelen zijn er uiteraard ook verscheidene nadelen aan zo’n systeem gekoppeld. Daar ben ik mij van bewust. Men gaat sterk beginnen diversifiëren en zaken die momenteel de middelen niet hebben om hun zaak zo optimaal mogelijk voor te bereiden, zullen achteraan in de rij komen te staan, wat dan nog extra negatieve gevolgen zal hebben voor hun opbrengst.
Minister, staat u achter het voorstel van de GEMS om met een soort certificaat te werken, zodat bij een mogelijk nieuwe lockdown eventueel zaken wel open zouden kunnen blijven?
Hoe ziet u, steeds rekening houdend met de huidige stand van zaken betreffende de volksgezondheid, de opening van de volledige horeca tegemoet?
Ten slotte, zullen de ondernemingen bij de heropening van de terrassen kunnen blijven rekenen op de verschillende steunmaatregelen? Zal er een onderscheid worden gemaakt qua steun tussen bijvoorbeeld de zaken die beschikken over grote terrassen en de zaken zonder terras?
De sneltesten binnen bedrijven raken steeds meer ingeburgerd, wat een positief gegeven is. Nu ook de federale teststrategie in bedrijven op volle toeren geraakt, zijn onze bedrijven ook beter gewapend tegen mogelijke sluitingen.
Minister, we zijn ook blij dat u zelf hebt aangedrongen op het gebruik van sneltesten en hiervoor echt uw rug hebt gerecht. Op die manier kunnen we onze Vlaamse economie verder optimaal beschermen. Ook de bedrijven reageren heel positief op deze testen. Maar uiteraard duiken er ook vragen op, wat niet onlogisch is bij een dergelijk groot logistiek project.
Zo loopt de kostprijs soms op bij de bedrijven. De sneltesten zelf zijn gratis, maar het werk van de bedrijfsarts moet wel betaald worden.
Zijn er plannen om hier iets aan te veranderen? Zullen de sneltesten van het federale niveau ook na 1 mei nog gratis zijn?
Nu moet er altijd een bedrijfarts aanwezig zijn. Zijn er mogelijkheden waarbij de arts gewoon een coördinerende rol kan opnemen, maar anderen de testen kunnen afnemen en registreren?
Ook bij het gebruik van sneltesten binnen een bedrijf moet de bedrijfsarts aanwezig zijn terwijl we deze als particulier gewoon in de apotheek kunnen kopen en zelf thuis kunnen uitvoeren. Kunt u hierover samenzitten met uw federale collega? De aanwezigheid van een bedrijfsarts kan in deze situatie eerder een belemmering zijn gezien de kostprijs.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vanryckeghem, een dergelijk certificaat zou een geruststelling kunnen zijn voor klanten dat er in de zaak een goede ventilatie is die het risico helpt te beperken. Het is dus positief maar het betekent niet dat men andere voorschriften mag negeren. Het kan wel helpen om aan te tonen dat men veilig kan winkelen.
We mogen echter niet uit het oog verliezen dat iedereen in het kader van de protocollen voor voldoende ventilatie moet zorgen. Men kan dus ten aanzien van ondernemers weinig onderscheid maken aangezien iedereen aan de voorwaarde moet voldoen.
Een dergelijk certificaat vergt de nodige reglementeringen en dus kosten voor de ondernemers. Het kan een meerwaarde zijn maar ik zou daar voor de rest niet zo veel onderscheid in maken.
Alle sectoren zorgen er momenteel voor dat hun protocollen aangepast zijn aan de voorwaarden van het buitenplan. Wat Economie betreft, gaat het in eerste instantie over de horeca. Dat protocol wordt formeel gevalideerd door de federale ministers Dermagne en Clarinval. Er is beslist over de randvoorwaarden voor 8 mei. U kent die, ik ga ze niet nog eens allemaal opsommen.
Die kernvoorwaarden moeten, zoals ik gisteren in de plenaire vergadering heb gezegd, worden opgenomen in het aangepaste horecaprotocol. Horeca Vlaanderen heeft ons ook geïnformeerd dat dit allemaal zal gebeuren.
Wat de opening van de binnenruimten betreft, heeft het Overlegcomité op 14 april 2021 een opening in de maand juni vooropgesteld maar wel in functie van de gunstige evolutie van de cijfers in de ziekenhuizen en van de voortgang van de vaccinatiecampagne.
Wat de vaccinaties betreft, zijn er heel hoopvolle berichten inzake het aantal vaccinleveringen. Ik hoop dat de datum van 11 juli behouden kan blijven.
De Vlaamse Regering heeft een principiële beslissing genomen over de voortzetting van het Vlaams beschermingsmechanisme voor de maanden mei en juni 2021. Ik heb dat gisteren ook tijdens de plenaire vergadering gezegd. Deze steunmaatregel is nu aangemeld bij Europa. Zodra Europa die goedkeurt, kan ik met de definitieve beslissing naar de regering komen.
Ondernemingen die worden geconfronteerd met een omzetdaling van 60 procent of meer krijgen, zoals voorzien, ook steun. We verlengen dus alle bestaande steun voor mei en juni. Ook restaurants en cafés zullen die steun kunnen blijven genieten.
De opening van de terrassen heeft eigenlijk geen impact. De horeca blijft als gesloten beschouwd zo lang ze niet volledig open mag. Het al dan niet halen van inkomsten uit terrasverkoop is immers afhankelijk van een aantal externe factoren zoals de oppervlakte van het terras en de weersomstandigheden. Wanneer het pijpenstelen regent, is het moeilijk om een terras open te houden.
Die ondernemingen komen dus enkel in aanmerking als ze een actieve bedrijfsvoering hebben afgestemd op de exploitatiebeperkingen, uiteraard. Maar wij houden – zoals bij takeaway eigenlijk – met die inkomsten geen rekening om de steun te bepalen.
Dan kom ik tot de sneltesten, collega Vanryckeghem: het werk van de arbeidsgeneeskundige diensten heeft natuurlijk ook een kostprijs. En ik moet mij excuseren, ik heb gisteren niet geantwoord op een vraag van collega Vande Reyde in de plenaire vergadering. Ik ben vergeten het te zeggen, maar ik heb dat niet gedaan omdat die twee vragen vandaag geamendeerd stonden. Ik vond het een beetje sneu, ik vond dat ik uw vragen beter vandaag kon meenemen dan dat ik die zou behandelen in de tien seconden of zo die ik nog had. Dus voilà, dat is de reden waarom ik op dat onderdeel van de vraag nog niet geantwoord heb.
Ik heb dus vernomen dat het werk van die arbeidsgeneeskundige diensten ook een kostprijs heeft en dat die soms erg hoog oploopt. We hebben dat aangekaart in de Taskforce Testing. Er werd ook binnen Co-Prev – dat is de dienst die de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk overkoepelt – de afspraak gemaakt dat iedereen zich moet houden aan de wettelijk vastgelegde tarieven.
Dan de vraag of de sneltesten ook na 1 mei nog gratis zullen zijn: absoluut. De coronacommissaris heeft ons laten weten dat de regeling aanvankelijk tot eind april was, maar dat die verlengd zal worden. Dat is goed nieuws, denk ik.
Moet er nog altijd een bedrijfsarts aanwezig zijn? In principe kunnen ook anderen het nu al, het kan ook gebeuren door een verpleegkundige van de arbeidsgeneeskundige dienst, onder de verantwoordelijkheid van een arts. Maar die arts hoeft niet noodzakelijk ter plekke aanwezig te zijn voor de afname. Dat gaat dus iets breder.
Dan, wat de zelftesten betreft: daarvoor is de aanwezigheid van de bedrijfsarts in bepaalde situaties niet nodig. In het advies van de RAG – dat is de Risk Assessment Group – van 23 maart 2021 wordt, voor wat de sneltests en de zelftests betreft, het volgende gesteld: ‘De staalafname en het testen kan op verschillende manieren georganiseerd worden. Elk bedrijf kiest de procedure die het best past. De staalafname en de test gebeurt door de arbeidsarts of zijn verpleegkundige. Dit kan in het bedrijf zijn, of erbuiten. De staalafname en de test gebeurt door het personeelslid zelf, onder supervisie in het bedrijf. Daarbij kun je geen druk uitoefenen. De staalafname en de test gebeurt door het personeelslid thuis.’ Men mag dus eigenlijk kiezen hoe dat zal verlopen. In het eerste geval gaat het over de afname van een klassieke snelle antigeentest. Dat zijn de testen die we bij ons in de stock liggen hebben, collega Vande Reyde. In het tweede en derde geval gaat het over zelftesten, die verkrijgbaar zijn in de apotheek. Ik heb er ook een doosje gekocht. Daarbij is het wel de bedoeling dat, als die zelftesten worden ingezet binnen de werkcontext, ook de arbeidsgeneeskundige dienst betrokken wordt, onder meer om een inschatting te maken van het nut van het gebruik van de testen en om erover te waken dat alle maatregelen worden gerespecteerd. De arbeidsarts zal natuurlijk ook de opvolging moeten doen in geval van een positieve test.
Ik was trouwens vorige week zondagmiddag te gast bij VTM. Normaal zit je in de studio met een mondmasker, maar ze hebben daar een test afgenomen, een sneltest, waarbij je na een kwartier het resultaat ziet, en die was dus negatief. Daardoor heb ik zonder mondmasker in de studio kunnen zitten. Ik geef dat maar mee om aan te tonen dat dit wel al flink gebruikt wordt in allerlei contexten.
Ik hoop dat dit helder en duidelijk was. Dank u wel.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Bedankt, minister. Dat was helder en duidelijk, al viel u opnieuw enkele keren weg. Er is een stukje van uw betoog verdwenen, maar ik hoop dat de diensten daar iets van kunnen maken. Anders denk ik dat ze uw kabinet of uzelf wel kunnen contacteren om dat aan te vullen.
Ik heb nog een bijkomende vraag. Het is wel een zeer specifiek vraag, het is een vraag die wij krijgen vanuit het werkveld, van ondernemers uit exportgerichte bedrijven. Zij melden dat er niet altijd op dezelfde manier met quarantaineverplichtingen wordt omgegaan. Ze krijgen niet altijd hetzelfde advies als ze terugkomen van zakenreizen. Ze vragen om daar wat duidelijkheid in te krijgen.
Voor die exportgerichte bedrijven zijn reizen namelijk zeer belangrijk om hun contacten te onderhouden. Er kan wel veel digitaal gebeuren, maar ze merken dat persoonlijk contact toch belangrijk is en dat ze een concurrentiële achterstand oplopen als andere landen daar flexibeler in zijn. Dan dreigen ze bepaalde contracten of bepaalde contacten te verliezen. Minister, werd u al aangesproken over die zakenreizen? Wat is uw mening daarover? Wilt u dit verder opnemen binnen de sector?
Er zijn een aantal nieuwe maatregelen genomen, zoals het inreisverbod vanuit India, Zuid-Afrika en Brazilië. Ik ga daar zeker mee akkoord, want ik denk dat we inderdaad zeer voorzichtig moeten zijn voor mutaties, zeker omdat we nog niet allemaal gevaccineerd zijn. Neemt u dit verder op?
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Ik heb nog enkele bemerkingen. Dank u wel, minister, voor uw verhelderend antwoord. Ik hoop inderdaad dat er toch een onderzoek gevoerd wordt naar de haalbaarheid van het certificaat. Uiteraard hoop ik – waarschijnlijk net zoals de voltallige commissie – dat de horeca zo snel mogelijk onbelemmerd weer open mag, want er doen zich toch enkele problemen voor. Als burgemeester vrees ik wat voor de handhaving als de terrassen om 22 uur ontruimd moeten worden. Ook de horecaondernemers hebben heel wat vragen. Moeten ze bij hun voorbereidingen steeds de weersvoorspellingen in de gaten houden? Wat moeten ze doen bij een regenvlaag? Men zal maar op een terras zitten met een tomate-crevette – of zoals ze het in West-Vlaanderen noemen: een tomate-Crevits – en plots naar binnen moeten lopen omdat het begint te regenen. Dat zijn problemen die zich de volgende weken zullen voordoen. Ik hoop, net als de collega’s, dat de horeca zo vlug mogelijk onbeperkt kan heropenen, als alle problemen van de baan zijn, want de gezondheid primeert natuurlijk.
Mevrouw Malfroot heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Het was een heel duidelijk antwoord. Ik wil beginnen met u te feliciteren. Ik vind het namelijk belangrijk dat u ervoor geijverd hebt om die steunmaatregelen verder te laten lopen. Het is voor de horecasector namelijk al heel lang heel moeilijk geweest en het zal nog heel lang moeilijk blijven. Het stemt me dus blij dat u er toch voor geopteerd hebt om de sector nog steeds als gesloten te beschouwen, waarbij de zaken met een terras wel de kans hebben om iets te verdienen en de zaken die gesloten blijven toch ook nog steeds op de nodige steun kunnen rekenen.
Ik zei het deze week ook aan minister-president Jambon tijdens de debriefing: we verwachten toch wel wat problemen met het sluitingsuur van de terrassen. We zijn natuurlijk bang dat het probleem zal verschuiven van een terras – een gecontroleerde omgeving – naar parken of naar de woning van mensen, waar de regels niet gecontroleerd worden en waar alle remmen losgelaten zouden kunnen worden. Ik heb dus wel wat bedenkingen bij dat sluitingsuur. Maar ik vind het dus heel fijn dat u ervoor geopteerd hebt om die steun verder te laten lopen.
Ik had graag van u vernomen wanneer in het Overlegcomité de volledige heropening van de sector behandeld zal worden. Het is voor zaken met enkel de mogelijkheid om binnen te eten namelijk belangrijk dat ook zij kunnen heropstarten.
Ik wil u ook feliciteren met de zelftesten en de sneltesten, want het is toch van belang dat we een versnelling hoger schakelen om die economische bedrijvigheid en activiteit opnieuw op gang te krijgen. Dat hebt u dus eveneens goed gedaan, waarvoor dank.
Ik heb nog een bijkomende vraag met betrekking tot de steunmechanismen. We hebben namelijk vastgesteld dat er in april een Vlaams beschermingsmechanisme was van 15 procent, dat vanaf mei teruggebracht wordt tot 10 procent. Waarom is dat gebeurd? Er is toch geen verschil voor de horecazaken die gesloten blijven en terugvallen op het vroegere systeem, ondanks hun verzoek om meer steun te krijgen?
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Allereerst wil ik mij verontschuldigen bij mijn collega Vanryckeghem, omdat ik dat inderdaad in de plenaire vergadering heb gevraagd in verband met die zelftesten. Ik kreeg ook meteen een berichtje van mijn medewerkster, die zei dat er daarover vandaag in de commissie een vraag op de agenda stond. Ik wou hem zeker niet het gras voor de voeten wegmaaien. En het is goed dat u daar gisteren niet op hebt geantwoord, minister.
Ik heb dezelfde vraag als collega Malfroot, over die 15 procent van het Vlaams beschermingsmechanisme. Met welke reden is die teruggedraaid naar 10 procent? Ik kan wel begrijpen dat er een gelijkschakeling is tussen allerlei sectoren. Maar is dat dan enkel een beslissing voor mei en juni? En wordt dan nadien bekeken wat er gebeurt bij een volledige opening, of dat dan permanent is? Het lijkt me een goede zaak dat we daarin tot een constante zouden komen. Want als het de ene maand 15 procent is en de andere maand weer wordt verlaagd, dan is dat natuurlijk weer minder duidelijk voor de horeca. Misschien kunt u nog even toelichten hoe dat zit? Ik dank u.
Tot slot wil ik graag zelf nog even het woord nemen. Coronagewijs was er commotie over de events. Ik heb begrepen dat er op 11 mei een nieuw Overlegcomité komt, om heel duidelijke richtlijnen te geven voor de heropening van de sector. In Israël en Groot-Brittannië heeft men met een vaccinatiegraad van ongeveer 50 procent een heropening gedaan van de samenleving, de horeca en de eventsector. Ik zie geen bijkomende besmettingen sinds de heropening in die landen. Zoals viroloog Van Ranst al zei, kunnen we ervan uitgaan dat we eind mei, op het moment dat wij die drempel zullen hebben bereikt, heel wat extra mogelijkheden zullen hebben.
Minister, kunt u duidelijkheid creëren voor de eventsector, zodat die zich kan voorbereiden op wat komen zal? En verder vraag ik ook om dat niet alleen vanaf juli mogelijk te maken, maar vanaf pakweg half juni een eerste opening voor die sector mogelijk te maken, zodat ook daar de economische activiteit opnieuw kan worden hernomen. Kortom, mijn vraag is een vraag naar ruimte voor de eventsector.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega's, ik dank jullie voor alle aanvullende vragen, maar ook voor de woorden van appreciatie die ik her en der hoor. Dat doet ook wel eens deugd.
Collega De Vreese, ik ga eerst in op uw opmerking over de quarantaine. Het is de bedoeling dat de risico's zoveel mogelijk worden beperkt. Waar mogelijk moeten zakenreizen maximaal kunnen. De EU is de belangrijkste markt voor onze kmo's. Het is dan ook van belang dat we daar heel snel tot een goede en een groene situatie kunnen komen.
Bij beslissingen over reisverboden wordt ook niet over één nacht ijs gegaan. Voor professionele reizen zijn er mogelijkheden, maar daar is testing heel, heel belangrijk. Ook is het belangrijk dat de regels streng worden opgevolgd. Maar ik heb begrepen dat dat ook wel uw betoog was, dat het van belang is dat die regels heel goed worden nageleefd.
Collega Vanryckeghem, de regels voor de horeca zijn heel duidelijk. Je mag nooit binnen consumeren. Natuurlijk is het dan van belang dat het weer goed is. Vandaag regent het, de voorbije week was het weer goed. Dat is de reden waarom we de terrasinkomsten niet hebben meegenomen. Ik volgde en volg eigenlijk nog altijd Horeca Vlaanderen: de opening van de terrassen wordt niet noodzakelijk een commercieel succes voor onze horeca. We hebben immers grillig weer, je moet personeel oproepen, alles klaarzetten. Ik ben overstag gegaan om de opening van de terrassen toch nog een goede maatregel te vinden, omdat het deels ook de organisatie van het sociale gebeuren betreft. Als je op het terras hebt gezeten, wordt je tafel ontsmet. Er zijn regels over met hoeveel je mag samenzitten. Ik vind het een hele prestatie dat de horecasector daaraan wil meewerken om dat in goede banen te leiden. Daarom hebben we gezegd dat we dit als een goede maatregel beschouwen, als een bijdrage van de horeca aan de organisatie van het buitengebeuren. En daarom rekenen we die inkomsten niet mee.
Collega Malfroot, ik begrijp uw opmerking over het sluitingsuur. De minister-president zal ook wel hebben gezegd dat 23 uur voor ons ook kan, als je richting 24 uur gaat. Maar het is van belang om mee te geven dat de zaken niet dicht moeten zijn. De mensen moeten weg zijn. Er is ook wel wat tijd nodig om buiten alles op te kuisen, om het terras proper te maken en om al het personeel naar huis te laten gaan. Zeker de grotere terrassen zullen daarvoor wat tijd nodig hebben. Er geldt een samenscholingsverbod na 24 uur, er is geen avondklok meer. Daarom hebben we nu 22 uur genomen. Als je dat vergelijkt met de regeling in Luxemburg of Nederland, dan is dat eigenlijk al veel ruimer. Ik vind het dus goed.
Het zal wel van belang zijn dat de mensen de regels naleven. Dat is mijn grootste zorg. Je doet de horeca-uitbaters geen plezier door er een grote festiviteit van te maken. We hebben er alle belang bij – en dat zou ook mijn oproep zijn – dat de regels worden nageleefd en dat je de mensen die een terras willen openen het niet moeilijker maakt, door die regels met de voeten te treden enzovoort. Daarin zit een hele grote uitdaging.
Er zijn op die terrassen ook wel nog wat mogelijkheden. Er zijn ruime parasols en overkappingen mogelijk. Ook mag je verwarmingselementen zetten als het koud is. Maar er moet wel een opening zijn. Je mag je terras dus niet helemaal sluiten. Maar dat is bepaald in het protocol; die regels zijn duidelijk.
En dan, de vraag van 1 miljoen: wanneer kunnen de binnenruimtes open? Horeca Vlaanderen zit daar wat mee verveeld. Want nu de terrassen opengaan, mogen we niet doen alsof daarmee de horeca opnieuw open is. Want veel restaurants hebben alleen een binnenruimte. We moeten dat binnenplan dan ook zeer goed verzorgen. Het volgende Overlegcomité vindt plaats op 11 mei. Misschien kunnen we dan al wat meer perspectief geven.
Hetzelfde geldt ook voor de events, voorzitter. Dat was een hele moeilijke knoop. Eigenlijk is er beslist om voor juli en augustus nog niets te beslissen voor de events. Want als we dat zouden hebben beslist, zou die beslissing niet aansluiten bij de eventregeling die de sector zelf voorstelt. En ik vind het belangrijk dat we respect hebben voor de manier waarop de eventsector een plan heeft gemaakt. Om de kansen om daar nauwer bij aan te sluiten groter te maken, is er beslist om een nieuw Overlegcomité te houden. Ik denk dat dat plaatsvindt op 11 mei. De cijfers zijn ook beter aan het worden. Dat was onze overtuiging en de reden dat we daar absoluut mee akkoord zijn gegaan: omdat we dan meer naar het nieuwe normaal zouden moeten kunnen evolueren. Het aantal mensen dat extra gevaccineerd zal zijn, zal ook weer spectaculair veel hoger zijn. Voorzitter, uw opmerking over hoe andere landen dat aanpakken, nemen wij uiteraard mee.
We hopen dus dat we voor de horeca in juni naar de volledige heropening kunnen gaan. Dat zal ook de kostprijs van de steun wat doen dalen.
Ik kom tot de vragen over de 15 procent. Eigenlijk is de steun tot nu toe altijd al 10 procent geweest. We hebben eenmalig de steun opgetrokken naar 15 procent in de maand april. Waarom hebben we dat toen gedaan? Omdat er een enorme tristesse was dat de winkels weer op afspraak moesten werken en dat de contactberoepen hun activiteiten weer moesten stopzetten. Om toch een extra duwtje in de rug te geven, hebben we toen besloten om die steun eenmalig op te trekken tot 15 procent. Maar het was dus niet de bedoeling om dat te laten aanslepen. En, collega's, als ik moet kiezen tussen het langer laten lopen van de steun of nog een keer 15 procent, dan kies ik toch voor de langere steun.
Collega Vande Reyde, u vraagt wat het verschil is. Wel, ik zal het u meegeven. Het verschil tussen 10 en 15 procent is bijna 50 miljoen euro. Het is 97 miljoen euro versus 145 miljoen euro. U weet dat we al meer dan 2 miljard euro hebben uitgegeven. Ik geef er de voorkeur aan om die steun niet te bruusk stop te zetten. Dat is mijn zorg. Het is ook een bescherming die we geven voor de vaste kosten. Die 15 procent was dus eenmalig, vanwege de harde maatregelen die opnieuw moesten worden genomen. In de heropstart willen we de horeca, maar ook de events en de andere sectoren steun blijven geven. Dus ook wie 60 procent omzetverlies heeft, kan blijven steunen op bescherming in mei en juni. Ook dat willen we niet te snel stopzetten. Ik hoop dat ik hiermee goed heb gemotiveerd waarom we terugkeren naar 10 procent. Ik dank u.
Mevrouw De Vreese heeft het woord.
Minister, ik dank u voor de verdere toelichting. Ik denk dat het overgrote deel van de ondernemers en van de bevolking zich het laatste jaar in allerlei bochten heeft gewrongen om alle maatregelen strikt toe te passen. Ik denk dat we ook bij de opening van de terrassen zullen zien dat ondernemers en burgers alle moeite zullen doen om zich aan alle maatregelen te houden.
Het feit dat de ondernemers opnieuw kunnen opstarten en misschien nog een kleine omzet kunnen draaien, is ook heel belangrijk voor hun mentaal welzijn. Ook voor ons als burger is het belangrijk dat we opnieuw een klein beetje naar het normale leven kunnen gaan. We kijken daarnaar uit.
U hebt met de Vlaamse Regering belangrijke stappen gezet om die sectoren blijvend te ondersteunen. Maar zeker voor de evenementensector die nog helemaal zonder perspectief zit, is het heel belangrijk om die banden heel dicht te houden en te luisteren naar hun bezorgdheden. Ik hoor dat dat heel stelselmatig gebeurt. Ik vraag u om daar zeker op te blijven inzetten. Dat blijft nodig en hopelijk kunnen we binnenkort inderdaad de teugels nog wat meer lossen.
De heer Vanryckeghem heeft het woord.
Ik heb geen opmerkingen meer maar ik wil de minister en haar medewerkers danken voor hun blijvende inzet en bezorgdheid voor onze Vlaamse ondernemers en in het bijzonder voor onze Vlaamse horeca.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.