Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
Dit was ingediend als een interpellatie, maar het Uitgebreid Bureau heeft beslist om dit om te zetten naar een vraag om uitleg. Deze wordt nu geagendeerd in de commissie.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Voorzitter, ik leg me uiteraard neer bij de wijsheid van het Uitgebreid Bureau. Deze vraag had ik naar voren gebracht omdat ik toch links en rechts onduidelijke signalen naar aanleiding van het afsluiten van handelsverdragen gewaarwerd. Ik herinner me ook de discussie vorige week in de plenaire vergadering waar collega Tobback trouwens heel specifiek naar de dissonantie tussen de meerderheidspartijen heeft verwezen. Vandaar dat ik deze vraag stel, want eind maart sprak CD&V-voorzitter Joachim Coens zich uit tegen het handelsakkoord tussen de Europese Unie (EU) en de vier Mercosur-landen (Mercado Común del Sur). De voorzitter van de Vlaamse christendemocraten stelde en ik citeer: “Doorgaans passeren die akkoorden bij ons zonder veel debat. We zijn ook niet tegen wereldhandel, maar we moeten er verstandiger mee omgaan dan in het verleden.” Coens lijkt de tweede grootste coalitiepartner in de Vlaamse Regering op deze manier aansluiting te doen vinden bij de aanzwellende kritiek doorheen quasi heel Europa op de manier waarop handelsakkoorden momenteel worden afgesloten. Hij stopt niet weg dat er sprake is van een koerscorrectie.
De afgelopen maanden hebben we kunnen opmerken dat vooral het Mercosur-vrijhandelsakkoord op heftige kritiek kon rekenen vanuit verschillende politieke hoeken. Zelfs de kleinste coalitiepartner in de Vlaamse Regering, Open Vld, stelde bij monde van collega Rutten dat het akkoord dat voorligt ‘absoluut onvoldoende’ is. Bij een bezoek van de Europese Commissaris voor handel aan de Kamer op 24 februari werd eveneens duidelijk dat een meerderheid van de partijen in dit land aanzienlijke kritische bedenkingen heeft over het akkoord. Ook elders in Europa groeit de kritiek. Zo spraken onder meer Frans president Macron en Duits Bondskanselier Merkel zich al kritisch uit over het Mercosur-akkoord.
De kritiek op het Mercosur-vrijhandelsakkoord staat echter symbool voor het ontluiken van een andere visie op vrijhandel en de akkoorden die daaromtrent worden gesloten. Getuige hiervan was ook de forse kritiek op het CETA-vrijhandelsverdrag (Comprehensive Economic and Trade Agreement) dat afgesloten werd met Canada in 2016. Dat is zeker in ons land, ons niet onbekend.
Er worden steeds meer bezorgdheden geuit over de nadelen van dergelijke vrijhandelsakkoorden. Niet alleen dreigen door minder strenge arbeids- en milieunormen de lokale productie en tewerkstelling verdrongen te worden en dreigen de vrijhandelsakkoorden net milieuproblemen in derde landen te vergroten, ook maakt men zich zorgen over het uithollen van de nationale soevereiniteit. Dat laatste was een van de grootste bezorgdheden bij het afsluiten van het CETA-vrijhandelsakkoord (Comprehensive Economic and Trade Agreement). Trouwens, als het gaat over het uithollen van de nationale soevereiniteit, is dat voor het Vlaams Belang vaak een element geweest van ons stemgedrag.
Het CETA-verdrag bevatte oorspronkelijk een ISDS-clausule (investor-state dispute settlement) dat investeerders het recht geeft om op eigen houtje een arbitragezaak tegen een andere overheid aanhangig te maken. Dat werd vervangen door een investment court system (ICS) dat meer transparantie en zekerheid zou moeten bieden aan nationale overheden dat ze nog steeds zonder problemen wetgeving met betrekking tot bijvoorbeeld milieu kunnen goedkeuren. Toch blijft de vrees bestaan dat dit zou kunnen leiden tot een zogenaamd ‘chilling effect’ bij de regelgevende overheden.
Er worden haast aan de lopende band vrijhandelsverdragen afgesloten tussen de Europese Unie en verschillende derde landen en economische blokken. In de pijplijn zit namelijk niet alleen het op dit moment fel gecontesteerde Mercosur-vrijhandelsakkoord, maar er worden ook vrijhandelsakkoorden met bijvoorbeeld Australië, Nieuw-Zeeland en Mexico voorbereid. Het valt dan ook te verwachten dat de Vlaamse Regering in de toekomst nog regelmatig zal worden geconfronteerd met discussies die zeer gelijkaardig zijn aan de onlangs gevoerde over het Mercosur-vrijhandelsakkoord.
In de beleidsnota Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking lezen we dat de Vlaamse Regering het afsluiten door de Europese Commissie van evenwichtige handelsakkoorden en het onderhandelen en afsluiten van nieuwe bilaterale investeringsakkoorden op basis van de nieuwe modeltekst, steunt. De uitspraken van enkele coalitiepartners doen echter de vraag rijzen of de voltallige Vlaamse Regering nog even resoluut achter het afsluiten van dergelijke handels- en investeringsakkoorden door de Europese Commissie staat en daarbij het volste vertrouwen blijft behouden in de wijze waarop de commissie deze onderhandelt en afsluit.
Erg opvallend hierbij is dat coalitiepartner CD&V onlangs nog tegen een voorstel van resolutie van Vooruit heeft gestemd om het handelsakkoord aan te passen. Dit terwijl er op federaal niveau een gelijkaardige resolutie in de maak is die zal worden gesteund door alle regeringspartijen, waaronder dus ook CD&V en Open-Vld.
Op termijn dreigt dit verschil in visie een impact te hebben op de werking van de Vlaamse Regering. Een debat ten gronde over de visie van de Vlaamse Regering op het toekomstig handelsbeleid dringt zich dan ook op.
Minister-president, bent u van oordeel dat er een verschil in visie is ontstaan tussen de coalitiepartners in de Vlaamse Regering met betrekking tot het internationaal handelsbeleid en hoe de Vlaamse Regering moet staan ten opzichte van het goedkeuren van handels- en investeringsverdragen afgesloten door de Europese Commissie? Hebt u garanties bekomen van uw coalitiepartners dat zij volmondig achter het huidige Vlaams handelsbeleid blijven staan? Zijn er binnen de meerderheid al gesprekken gevoerd over toekomstige handelsverdragen en de visie die de Vlaamse Regering hierover uitdraagt? Zo ja, over welke handels- en investeringsverdragen ging het en wat werd er besproken?
Zal de Vlaamse Regering een koerswijziging doorvoeren en ijveren voor vrijhandels- en investeringsverdragen die meer rekening houden met het belang van lokale productie, voedselveiligheid, grensoverschrijdende milieuproblematiek en de rechten van werknemers? Hoe ziet u de toekomstige verhoudingen tussen de Federale en Vlaamse Regering met betrekking tot het ratificeren van handels- en investeringsverdragen? Zijn hierover reeds gesprekken geweest met de Federale Regering?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Mijnheer Deckmyn, het is bijna hartverwarmend hoe u erover inzit hoe de Vlaamse Regering met bepaalde kwesties omgaat. Het is aangenaam te horen dat u zo'n grote bezorgdheid aan de dag legt voor de Vlaamse Regering.
Is er een verschil van visie ontstaan? Internationale handel is een van de pilaren van de Vlaamse economie, die tot de meest open economieën ter wereld behoort en sterk geïntegreerd is in de mondiale waardenketens. Daarom zijn internationale handel en een sterk omkaderend handelsbeleid voor Vlaanderen van essentieel belang.
Voor de Vlaamse Regering is en blijft de Europese Unie de eerste en belangrijkste hefboom van het Vlaams buitenlands beleid.
Het gemeenschappelijk handels-en investeringsbeleid van de EU is een essentiële pijler, die ook helpt om Vlaamse bedrijven te ondersteunen in hun internationalisering. Het beleidskader op het vlak van handel en investeringen voor Vlaanderen, gedragen door de Vlaamse Regering, wordt vormgegeven door het regeerakkoord van mijn regering, mijn beleidsnota Buitenlands Beleid en de Vlaamse handels- en investeringsstrategie. Dat laatste document, dat nog dateert van 2016, geldt als referentiedocument voor het handels-en investeringsbeleid van Vlaanderen en is het resultaat van een brede denkoefening in 2016 waarbij ook het maatschappelijk middenveld werd bevraagd. Met de nota worden de belangen, de beleidsdoelstellingen en de beleidsinstrumenten geïdentificeerd, in volle transparantie. De Vlaamse handels- en investeringsstrategie is het vertrekpunt bij het begin van elke standpuntbepaling voor de handelsdossiers, dat verder wordt gevormd in de Werkgroep Europees Handels- en Investeringsbeschermingsbeleid (WEHIB). Het beleidskader voor handel is dus duidelijk afgebakend en politiek onderschreven. We stellen het steeds voorop om feitelijke analyses te maken van deze dossiers.
Dan was er de vraag of ik garanties heb verkregen van mijn coalitiepartners. Zoals ik u heb geschetst, is het kader waarin het Vlaamse handels- en investeringsbeleid wordt vormgegeven duidelijk en zijn de ambities in het regeerakkoord, die door alle regeringspartijen worden onderschreven, helder. Ons gedetailleerd uitgewerkt regeerakkoord lijkt mij de beste garantie voor de verdere positiebepaling in deze legislatuur. Binnen de Vlaamse Regering heb ik geen enkele indicatie dat een of andere partij die uitgangspunten niet meer zou kunnen onderschrijven.
Ik kom dan tot de vraag of er al gesprekken werden gevoerd binnen de huidige regering. In het kader van de grote reflectieoefening van de Europese Commissie om nieuwe lijnen en de politieke richting voor het EU-handelsbeleid op lange termijn vorm te geven, de zogenaamde Trade Policy Review, werd een brede openbare raadpleging georganiseerd. Via de WEHIB werd ook een Vlaamse bijdrage opgesteld en ingestuurd, waar de hele regering eensgezind achter staat. Als algemene kernboodschap heeft de Vlaamse Regering aangegeven dat ze zich inzet voor een toekomstbestendig multilateraal handelssysteem en een ambitieus, modern en assertief handels- en investeringsbeleid, dat onze Vlaamse bedrijven toelaat te internationaliseren en bescherming biedt tegen deloyale concurrentie. Daarbij hebben we oog voor een gelijk speelveld en dragen we bij aan duurzame groei. Wat de toekomstige handels- en investeringsverdragen betreft, zal de Vlaamse Regering zoals steeds pas een finaal oordeel moeten vormen wanneer de procedure voor ondertekening door de EU door de Commissie wordt ingeleid. Voortbouwend op de Vlaamse handels- en investeringsstrategie stellen mijn regering in het regeerakkoord en ik in mijn beleidsnota dat Vlaanderen de Europese Commissie steunt in het afsluiten van ambitieuze en evenwichtige handelsakkoorden die nieuwe marktopeningen creëren voor onze bedrijven, een gelijk speelveld nastreven en ambitieuze hoofdstukken inzake duurzame ontwikkeling bevatten. De analyse van de toekomstige verdragen waarover we ons zullen moeten uitspreken moet dus een antwoord bieden op de vraag of ze ambitieus en evenwichtig zijn.
U vroeg dan of we een koerswijziging zullen doorvoeren. Het Vlaamse handels- en investeringsbeleid zoals vastgelegd in de Vlaamse handels- en investeringsstrategie spreekt zich nu reeds uit voor het afsluiten van evenwichtige handelsakkoorden die marktopeningen creëren voor Vlaamse bedrijven én ambitieuze hoofdstukken bevatten met betrekking tot duurzame ontwikkeling. De Vlaamse Regering erkent reeds sinds jaren het belang van het handels- en investeringsbeleid voor zowel jobcreatie en economische groei als het vormgeven van globalisatie op basis van gedeelde Europese waarden. Vlaanderen beschouwt het gemeenschappelijk handels- en investeringsbeleid van de EU ook als een belangrijke hefboom voor economische groei en duurzame ontwikkeling, die dus ook kan worden gebruikt als een instrument ten dienste van mens en milieu. De thema’s die u aanhaalt, zijn inderdaad het onderwerp van discussie binnen de EU, en vanuit Vlaanderen nemen we constructief deel aan deze gedachtewisselingen om te bekijken hoe men het beleid hieromtrent kan versterken.
In haar communicatie over de herziening van het handelsbeleid, de eerder vermelde Trade Policy Review, heeft de Commissie aangekondigd dat er nieuwe voorstellen zouden komen ten aanzien van handel en duurzame ontwikkeling, zoals de opname van een hoofdstuk over duurzame voedselsystemen. Vlaanderen kijkt uit naar de nieuwe voorstellen, en in het bijzonder naar de aangekondigde herziening van het vijftienpuntenactieplan rond handel en duurzame ontwikkeling. Zoals steeds zal mijn regering te gepasten tijde standpunten innemen ten aanzien van de voorstellen volgens de daartoe voorziene procedures.
Uw laatste vraag was hoe ik de toekomstige verhoudingen zie tussen de Federale en de Vlaamse Regering met betrekking tot handelsverdragen. De standpunten die België inneemt over de handelsdossiers op Europees niveau, worden voorafgaand gecoördineerd binnen interfederaal overleg.
Er is zowel op administratief niveau als op politiek niveau regelmatig overleg, waarbij de verschillende belangen worden aangebracht en men tot een geconsolideerd Belgisch standpunt tracht te komen. Het is aan elke regering om een standpunt in te nemen en dat mee te delen. Vlaanderen stelt zich tot doel om constructief deel te nemen, op basis van een uitgebreide analyse die rekening houdt met het hele spectrum aan belangen. Zoals ik al zei in het begin van mijn betoog, Vlaanderen is een open economie, die leeft van internationale handel. Een op de drie jobs in Vlaanderen is een gevolg van buitenlandse investeringen. Vlaanderen heeft dus alle baat bij een sterk en performant EU-handelsbeleid waarin het zijn belangen open en constructief kan verdedigen. We pleiten er dan ook voor om positieve en constructieve standpunten in te nemen, die ons ook toelaten om op de moeilijke punten onze belangen te verdedigen. Dit punt heeft Vlaanderen de voorbije weken ook regelmatig aangebracht tijdens het interfederaal overleg over de handels- en investeringsdossiers. Dat verloopt niet altijd even makkelijk. Vaak worden door andere regeringen standpunten ingenomen waarin bepaalde belangen sterker doorwegen of zaken naar voren worden geschoven waarvan ik de mogelijke gevolgen voor de uitvoerbaarheid van de ingenomen Belgische posities betreur.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Minister-president, dank u wel voor uw antwoord. Om daarmee te beginnen waarmee u eindigde, Vlaanderen is inderdaad een exportland en een open economie. We moeten er dus echt zeer aandachtig voor zijn dat we inderdaad een goed en eenduidig beleid voeren. Het is niet zozeer mijn bezorgdheid over de samenhang van de Vlaamse Regering die mij ertoe noopte deze vraag te stellen, maar het feit dat de verschillende signalen die we onlangs hoorden, toch wel wezen op enige dissonantie. Beleid voeren is toch een eensgezinde visie uitdragen, die wordt ondersteund door alle meerderheidspartijen. Wat dat betreft, waren er de jongste tijd toch vreemde geluiden te horen. Vandaar mijn vraagstelling.
Het kader is duidelijk. Dat is het regeerakkoord. Ik had ook niets anders verwacht. Het is ook logisch dat het regeerakkoord de basis vormt voor de meerderheidspartijen, maar ik blijf erop terugkomen: dit strookt toch niet echt met wat ik uw coalitiepartners in het meest recente verleden heb horen zeggen. Voor u is er echter blijkbaar geen vuiltje aan de lucht. U bevestigt dat de meerderheidspartijen op dezelfde lijn staan, waarvan akte.
Ten slotte is er de samenhang met de Federale Regering als het gaat over internationale akkoorden. U zegt dat er voorafgaand interfederaal overleg is met betrekking tot internationale handelsverdragen en dat Vlaanderen constructief wil zijn daarin. Ik wil toch wel waarschuwen voor dat constructief zijn. Ik hoop dat dat niet op hetzelfde neerkomt als de resultaten waarmee we de jongste maanden regelmatig worden geconfronteerd. Dan gaat het over een heel ander dossier, namelijk het coronaoverleg in het Overlegcomité. Vlaanderen komt er daarin regelmatig bekaaid af. Minister-president, als er dus wordt ingezet op voorafgaand interfederaal overleg, dan vind ik dat u daar zeker fors op uw strepen moet blijven staan, gezien de economische positie van Vlaanderen. U moet er inderdaad op een eensgezinde manier voor zorgen dat onze open economie er zeker niet slechter van afkomt.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Voorzitter, ik wil me graag even aansluiten, al ga ik eigenlijk niet zo heel veel meer zeggen dan wat ik afgelopen woensdag ook in de plenaire vergadering heb gezegd. Toen wou collega Tobback enigszins doorzichtig een beetje een wig drijven, of iets naar voren brengen dat er eigenlijk niet is. Mijnheer Deckmyn, in tegenstelling tot collega Tobback was u wel present, dacht ik, op de hoorzittingen en heel wat besprekingen die we hierover hebben gehad. Ik moet toch zeggen dat de conclusies die u nu als vraagsteller lijkt te trekken, er echt wel niet zijn. Wij zijn altijd bijzonder genuanceerd geweest. Het gaat ook niet alleen over het handelsverdrag, maar over een globaal akkoord. Dat weten we ook. De gesprekken daarover lopen inderdaad al enkele decennia, en 2020 is een andere tijd dan 1999.
Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat ik de argumenten waarmee de minister-president zijn antwoord is gestart, ook als eerste heb gebruikt vorige week woensdag in de plenaire vergadering en ook in de hoorzittingen, die ik bovendien bijzonder interessant vond. Er heeft niemand gezegd dat hij tegen een bepaald verdrag is, maar we zijn het erover eens dat er bijsturingen moeten gebeuren, vandaar ook die hoorzittingen. Vanaf het prille begin van de Mercosur-besprekingen en -hoorzittingen was het duidelijk dat we een van de meest open economieën van Europa zijn. We zijn gebaat bij export.
We hebben het hier al gehad over de Senaat in deze commissie. Daarnet had u het over een resolutie in de Kamer die er overigens nog niet ter bespreking voorligt. Ik verwijs naar een resolutie over het handelsbeleid dat deze meerderheid naar voren heeft gebracht en goedgekeurd en die overigens perfect aangeeft dat we op dezelfde lijn zitten. Dat neemt niet weg dat dit dossier in veel Europese lidstaten en ook binnen België nog onderwerp van debat is om een zo goed mogelijk evenwichtig en ambitieus globaal akkoord af te kunnen sluiten.
U neemt akte van het antwoord van de minister-president. Ik doe dat ook. Ik hoorde daar ook geen verrassingen in. Ik maak van de gelegenheid gebruik om me daarbij aan te sluiten, net zoals vorige week en in de hoorzittingen.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Minister-president, ik wil ook even aansluiten om te zeggen dat onze fractie volledig achter het Vlaamse regeerakkoord staat, zoals u daarnet ook hebt geduid, en achter de standpuntbepaling die u hier ook hebt omschreven. Wat betreft collega Deckmyn en de verwijzing naar het federale niveau, zou ik de informatie toch even checken. Ik denk dat de informatie dat we allemaal op dezelfde lijn zitten om de resolutie daar goed te keuren, niet helemaal correct is.
Voor de rest klopt het wat collega Jans zegt. Het onderhandelingsmandaat van Mercosur dateert al van de vorige eeuw, namelijk 1999. Ondertussen heeft de wereld niet stilgestaan. Het is niet meer dan normaal dat we een update vragen volgens de huidige normen en waarden en dat we de bedrijven en landbouwers in de Mercosur-landen moeten vragen om hun ‘fair share’, hun maatschappelijke verantwoordelijkheid, te dragen. Dat is cruciaal om het ‘level playing field’ te garanderen en onze Vlaamse economie te versterken.
De heer Muyters heeft het woord.
Ik ben blij om aan collega Deckmyn en aan alle collega’s te laten horen en zien dat de Vlaamse meerderheid op een lijn zit vanwaar ze de leiding wil nemen voor nieuwe handelsakkoorden. Daarmee kan ze ook samen met Europa eigen normen en standaarden bepalen. Dat is een heel goede zaak.
We mogen ook niet vergeten dat we vandaag in een geopolitieke onzekerheid zitten. Er is vandaag een groeiend protectionisme. Op dat moment is pleiten voor vrijhandel wellicht niet het meest sexy, maar volgens mij meer dan nodig voor een open economie. Dat heeft de minister-president duidelijk naar voren gebracht. Op dat moment heb je geen handelsconflicten en het is zeker ook een hefboom voor welvaart, stabiliteit maar ook voor vrede. We vergeten dat al te gemakkelijk. Ik denk dat Vlaanderen en ook Europa op dat vlak voor een grote uitdaging staan.
Ik hoop dat niet alleen de coalitiepartners, maar ook de andere leden van het Vlaams Parlement daarover niet ideologisch vooringenomen zijn, onze economie, onze welvaart en dus ook ons welzijn een warm hart toedragen en beseffen dat die open economie, en dus die export en die handels- en investeringsakkoorden broodnodig zijn om onze welvaart en ons welzijn te garanderen.
Wat Mercosur betreft is ons standpunt altijd duidelijk geweest. We zijn heel tevreden dat er een aantal elementen over duurzaamheid in staan. Als we met een aanvullend protocol meer afdwingbare afspraken kunnen maken, doen we dat graag, maar dat is iets anders dan over alles opnieuw te onderhandelen. Tot daar, voorzitter, onze visie daarover.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Dank u wel. Ik ben natuurlijk heel verheugd dat de leden van de meerderheid hier duidelijk antwoorden dat ze op één lijn zitten wat dit betreft. Verder waren er geen bijkomende vragen, dus heb ik ook niets bijkomends aan te brengen.
Mijnheer Deckmyn, nog een slotwoord? Neen?
De vraag om uitleg afgehandeld.