Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de jeugdwerkzomer van 2021 in het licht van de coronacrisis
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, ik had deze vraag eigenlijk al twee weken geleden, voor de paasvakantie, ingediend. Ze geraakt nu op de agenda. Daardoor is ze natuurlijk een beetje eerder terugblikkend en vooruitblikkend. Ik zal ze dan ook op die manier proberen in te leiden.
Ik wil met u eventjes terugkeren naar de situatie in de paasvakantie en naar de stappen voorafgaand aan de paasvakantie omtrent het aanbod tijdens de paasvakantie van jeugdwerk.
In de laatste rechte lijn naar de paasvakantie waren er last minute nog ingrijpende bijkomende maatregelen nodig in de strijd tegen het coronavirus. Begin maart konden we nog uitkijken naar een paasvakantie met jeugd- en sportkampen, maar er moest in extremis heel snel geschakeld worden omdat kleinere bubbels nodig geacht werden en omdat overnachtingen niet langer konden.
Op 18 maart kwamen een aantal van die zaken al ter sprake in deze commissie. Toen was er voor de sector nog heel veel onzekerheid, ook tot uw eigen ergernis. Het was een zeer moeilijke situatie omdat tijdig voorbereiden toch wel van fundamenteel belang is voor de sector. Daar kom ik straks nog op terug.
Vervolgens was het bang afwachten wat het Overlegcomité van 24 maart zou beslissen. Zij hebben nog een aantal ingrijpende zaken beslist, namelijk dat de paasvakantie een week vroeger zou ingaan. Dat was een ingrijpende beslissing en het maakte de puzzel voor veel ouders nog een pak complexer, maar voor de jongeren was het tegelijk misschien wel een welgekomen pauze, ook in het onderwijs, om eens adem te halen, in die situatie zelfs zonder mondmasker.
Gelukkig kwamen er geen maatregelen die het georganiseerde jeugdwerk nog verder aan banden legden, of dat godbetert speelpleintjes afgespannen zouden worden met politielint. We hebben toch een aantal lessen geleerd, waarvoor u ook hard gewerkt hebt, sinds de lockdown van vorig voorjaar.
Op 18 maart kon u nog geen inschatting maken over het jongerenaanbod dat tijdens de paasvakantie zou doorgaan. U was toen nog volop in overleg met de sector – er was ook de complexiteit van testen – over hoe dat allemaal in zijn werk zou moeten gaan. Het was niet duidelijk in hoeverre alles praktisch haalbaar zou zijn, in hoeverre bijkomende sanitaire maatregelen betaalbaar zouden zijn. Het jeugdwerk zelf gaf toen al, voor die beslissing van het Overlegcomité, aan dat wat toen gevraagd werd, eigenlijk de facto onmogelijk zou zijn, om dan nog op een goede en aantrekkelijke manier, maar ook haalbare manier jeugdwerk te organiseren.
Na het Overlegcomité waar de ingrijpende beslissing genomen is om de bubbels te verkleinen, trokken zowel de kinderrechtencommissaris als de Vlaamse Jeugdraad heel duidelijk opnieuw aan de alarmbel over de impact op kinderen en jongeren en herhaalden ze hun aanbevelingen, misschien tot frustratie toe, van na de eerste lockdown.
Ondertussen is de paasvakantie voorbij en zagen we op het terrein dat er heel wat kampen doorgegaan zijn onder strenge regels, maar ook dat er heel wat kampen last minute geannuleerd zijn. Bij de speelpleinwerkingen hoorden we al dat er slechts een kwart is doorgegaan.
En dan wil ik vooruitblikken, minister. Diezelfde vragen en problematieken stellen zich des te meer en nog een stuk groter qua capaciteit en noden richting de zomervakantie. Ik denk dat onze kinderen en jongeren na het voorbije jaar meer dan ooit recht hebben op een veilige, maar vooral ook avontuurlijke, fijne en gezellige zomer samen en dat we alles moeten doen om dat waar te maken. Dat zou ook tonen dat onze prioriteiten als samenleving juist staan. Ik zou het wrang vinden dat we heel streng met jeugdwerk omgaan, maar dat tegelijk tegen de zomer de horeca bijvoorbeeld ten volle geopend zou zijn. Ik weet dat u dat als minister ook nooit zult aanvaarden als het in die richting gaat. De sector vraagt wel duidelijkheid. We zijn eind april. Als we duizenden kampen met honderdduizenden deelnemers willen laten doorgaan, zal het van belang zijn dat de sector tijd krijgt om dat grondig voor te bereiden. Zij dringen dus ook aan op een snelle beslissing. Wij staan mee aan hun zijde om die vraag hier in deze commissie voor te leggen.
Terugkijkend op de paasvakantie: hoe zagen de kampen en andere jeugdactiviteiten in de paasvakantie er uiteindelijk concreet uit? Waren de protocollen werkbaar voor de organisaties? In hoeverre werden de definitieve protocollen in overleg met hen uitgewerkt? In hoeverre is de goede samenwerking uit het verleden voortgezet?
Werd er al dan niet getest? Zo ja, hoe, waar, wanneer en door wie? Is er ook maar op enige manier gebruikgemaakt van testing?
Hebt u er zicht op hoeveel geplande kampen uiteindelijk doorgingen, al dan niet onder een afgeslankte vorm, en hoeveel er werden geannuleerd? In welke mate hebt u ernaar gestreefd om zo veel mogelijk twijfelaars over de streep te trekken om hun plannen niet te annuleren?
Hebt u zicht op de geleden schade door de organisaties, financieel en op andere vlakken, die hun kampen met of zonder overnachting moesten annuleren? Hebt u zicht op de meeruitgaven voor de organisaties die hun capaciteit moesten inperken en extra logistieke maatregelen moesten nemen? Welke steunmaatregelen voorziet u hiervoor?
In hoeverre werden er monitorenopleidingen en vormingen voor leiding georganiseerd? Zorgen die voor voldoende nieuw bloed om op korte en op lange termijn de continuïteit te verzekeren?
Hoe kijkt u zelf, aan de vooravond van een volgend Overlegcomité, waarvan we hopen dat de jeugd alvast terug te vinden zal zijn op de agenda, naar de zomer van 2021? Verwacht u dat het jeugdwerk met gelijkaardige protocollen als vorig jaar aan de slag zal kunnen? Is er een tijdspad uitgetekend met de sector om de voorbereidingen naar de zomeractiviteiten zo vlot mogelijk te laten verlopen? Wanneer wordt welke beslissing genomen?
Wat deed u om te vermijden dat lokale besturen, voortbordurend op de verstrengde federale maatregelen, overgingen tot nog scherpere maatregelen, zoals het afsluiten van speeltuinen, skateparken of dergelijke?
Tot slot wil ik nog terugkomen op de aanbevelingen van de kinderrechtencommissaris en van de Vlaamse Jeugdraad. Hoe kunnen we alsnog verdere stappen zetten om de rechten van kinderen en jongeren centraal te blijven stellen in deze crisis en om die aanbevelingen dus mee te nemen?
De heer Anaf heeft het woord.
Ik heb een vraag over hetzelfde thema, met het verschil dat ik vooral vooruitblik naar de zomer. We hebben inderdaad gemerkt dat de organisatie tijdens de paasvakantie moeilijk verliep, vooral doordat er pas laat beslist werd om kampen met overnachting niet te laten doorgaan. Het volgende moment dat we weer massaal jeugdkampen en -activiteiten kunnen verwachten, is de zomervakantie, die steeds dichterbij komt, dichterbij dan men zou verwachten. Tijdens de vorige zomervakantie is heel wat kunnen doorgaan, weliswaar met heel strikte protocollen: bubbels van vijftig personen, geen buitenlandse kampen verder dan 150 kilometer van de Belgische grens, strikte hygiënemaatregelen enzovoort. Toen was dat allemaal vrij nieuw en werd er bewust, samen met de jeugdsector en met u, minister, voor gekozen om de beslissing zo laat mogelijk te nemen om zoveel mogelijk te laten doorgaan. Het werd al vaak gezegd in deze commissie: dat was toen zeker de juiste aanpak. Daardoor konden zowat een miljoen kinderen en jongeren vorige zomer genieten van het jeugdwerk en al wat dat te bieden heeft.
Als we willen dat de zomer van 2021 – gelet op de omstandigheden – minstens even succesvol kan zijn als de vorige zomer, dan is het belangrijk dat de jeugdorganisaties zich nu echt kunnen beginnen voor te bereiden op de zomer, om ervoor te zorgen dat alle activiteiten op een veilige manier kunnen verlopen. Het is nu niet meer nieuw. Vorig jaar waren er protocollen, maar ondertussen is de situatie natuurlijk al wel wat veranderd. Tegen de zomer zullen alle oudere en kwetsbare mensen in principe volledig gevaccineerd zijn. Laten we hopen dat tegen de zomer ook alle 18-plussers een eerste vaccin gekregen hebben. Er zijn nu testen. We hebben meer inzicht in het virus. Ik vraag me dus het volgende af. U hebt al gezegd dat u gelijkaardige protocollen wilt gebruiken als vorig jaar. Ik veronderstel dat u daarmee niet ‘dezelfde protocollen’ bedoelt en dat er wel een aantal zaken aangepast zullen worden. U hebt ook aangegeven dat u het niet ziet zitten om PCR-testen in te zetten bij kinderen en jongeren, wegens de kostprijs en een aantal praktische afwegingen.
Ik denk dat het belangrijk is om chaos en onduidelijkheid te vermijden, en om te vermijden dat er last minute nog allerlei zaken geannuleerd moeten worden, zowel voor kinderen als begeleiders, organisaties en ouders. Veel organisaties kampen, ondanks alle lokale en Vlaamse steunmaatregelen, met een financiële kater.
Ik heb hierover een aantal vragen, minister. Hebt u al enige duidelijkheid over de organisatie in de zomer van 2021? Zo nee, wanneer denkt u dat er duidelijkheid kan komen?
Is er een plan B? Worden er verschillende plannen gemaakt, afhankelijk van de evolutie van de cijfers de komende weken?
Zult u de bestaande protocollen voor het jeugdwerk aanpassen voor de zomer van 2021? Zo ja, welke? Hebt u daar al duidelijkheid over?
Is het de bedoeling om een teststrategie uit te werken voor de zomervakantie, zodat het jeugdwerk, indien het aantal besmettingen toch hoger is dan gehoopt, toch verder kan werken?
Waarom kiest u ervoor om geen zelftests in te zetten in de organisatie van de zomeractiviteiten? Is dat een strikt standpunt of kan dat toch nog gewijzigd worden?
Denkt u dat er deze zomer de mogelijkheid zal zijn om op kamp te gaan in het buitenland, eventueel opnieuw met een straal van 150 km? Werd daar al iets over beslist? Zo ja, hebt u een zicht op de jeugdwerkregels in het buitenland, zodat de werking van onze jeugdverenigingen hieraan kan worden aangepast?
Op welke manier wilt u de jeugdorganisaties financieel ondersteunen voor de zomer en de activiteiten die ze dan organiseren?
Minister Dalle heeft het woord.
Ik zal proberen een gestructureerd antwoord te geven. Ik begin met de paasvakantie, dan beantwoord ik de vragen over testing, over de schade en de financiële impact, de kadervorming en tot slot, misschien wel het belangrijkste, de komende zomer.
Eerst heb ik het over de paasvakantie. Het Overlegcomité van 19 maart heeft vrij kort voor de paasvakantie een aantal stringente maatregelen genomen waardoor eerdere beslissingen werden bijgesteld. Concreet konden de activiteiten voor kinderen en jongeren tot en met 18 jaar in de paasvakantie slechts doorgaan onder strenge voorwaarden, namelijk in groepen van tien, exclusief begeleiding, en voor jongeren van 13 tot en met 18 jaar moesten deze verplicht buiten plaatsvinden.
Na het Overlegcomité van 15 maart, waarover ik mijn frustratie even heb uitgedrukt, werd het protocol aangepast en de juiste richtlijnen zo snel als mogelijk gecommuniceerd. Op die manier kregen organisaties de nodige informatie om maximaal aan de slag te gaan. Het is uiteraard aan de organisaties en de vrijwilligers om uit te maken of zij een aanbod willen en kunnen voorzien. De draagkracht van de groep mag hierbij niet uit het oog verloren worden. We vragen veel van de talloze vrijwilligers die zich telkens opnieuw opladen en inspannen om er het beste van te maken. Samen met Bataljong heb ik de lokale besturen opgeroepen om ruimte te geven aan kinderen en jongeren tijdens de paaspauze.
Ook al werden de maatregelen slechts twee weken voor de paasvakantie vastgelegd, toch vonden er heel wat activiteiten plaats, helemaal volgens de protocollen. Speelpleinwerkingen, dagkampen, vonden plaats in bubbels van tien en voornamelijk buiten, ook al waren de weersomstandigheden verre van ideaal. Hoewel de lokale besturen ook de verantwoordelijkheid hadden om noodopvang te voorzien tijdens de paaspauze, hebben ook vele besturen een aanbod voorzien voor de jeugd. Ik denk hierbij aan vakantiekampen, extra speelstraten en de publieke speelruimte ook open te laten voor vrijwilligers, kinderen en jongeren. Ik spreek mijn bewondering uit voor de vele vrijwilligers en medewerkers die zich inzetten om de activiteiten te organiseren en ontspanning mogelijk te maken. De flexibiliteit en gedrevenheid die zij opnieuw aan de dag legden in toch wel zeer moeilijke omstandigheden is bijzonder straf.
Jammer genoeg vonden ook heel wat activiteiten niet plaats. Het is duidelijk dat de organisatie van activiteiten in groepen van hoogstens tien deelnemers uiterst moeilijk is, en enkel verdedigbaar is in uitzonderlijke omstandigheden en voor een zo beperkt mogelijke periode. Concrete cijfers kan ik op dit moment niet geven. Wat de speelpleinwerkingen betreft, is de inschatting momenteel dat een vierde van de activiteiten plaatsvond. De Ambrassade gaf aan een bevraging te doen om een concretere inschatting te kunnen maken.
Wat de testing betreft, was er geen teststrategie gekoppeld aan deze activiteiten in de paasvakantie. Voor de zomeractiviteiten denk ik dat wij dat ook moeten vermijden. Wij hebben dat vorige zomer kunnen doen met strikte protocollen, op een moment dat er nog geen vaccinaties waren. Collega Anaf, zoals u terecht zei, zullen tegen de zomer en zelfs eerder de kwetsbare mensen en 65-plussers zeker gevaccineerd zijn. Dan gaan wij naar een zo groot mogelijke vaccinatiegraad bij de meerderjarige bevolking tegen midden juni. In die context lijkt het systematisch testen niet aangewezen. Dat is niet realistisch, duur en slecht voor de toegankelijkheid van de activiteiten. Voor heel wat kinderen, jongeren en hun families zou dat een serieuze drempel betekenen. Dat moeten wij in het bijzonder voor de kwetsbare mensen vermijden. Wij hebben al heel wat solidariteit gevraagd van kinderen en jongeren. Wij moeten met protocollen kunnen werken zoals vorig jaar maar niet identiek aan die van vorig jaar.
Wat is de financiële impact van de paasvakantie? De paasvakantie is net afgerond, dus deze vraag komt nog te vroeg om een gedetailleerde financiële inschatting te kunnen maken. Ik engageer mij wel om opnieuw te bekijken wat de schade is en om daar vanuit de Vlaamse overheid verantwoord op te reageren.
U heeft wel al kunnen lezen dat de Vlaamse Regering voor erkende jeugdverblijven en -hostels een bedrag van 5,175 miljoen euro bijkomende coronasteun heeft uitgetrokken. Wij gaan dat in de komende weken samen met collega Zuhal Demir, bevoegd voor het toerisme, concretiseren wat betreft de procedure. Maar ook voor de bredere jeugdsector bekijken wij welke mechanismen mogelijk zijn.
Wat de kadervorming betreft, vonden in de paasvakantie 66 animatorcursussen door. 5 daarvan waren al gestart voor de paasvakantie. 44 cursussen gingen fysiek door, 20 online en bij 2 was er een combinatie van fysiek en online. Er waren ook 14 hoofdanimatorcursussen. 2 daarvan waren al gestart voor de paasvakantie. 11 cursussen verliepen digitaal, 3 vonden fysiek plaats. Er waren geen instructeurscursussen. Of die cursussen leiden tot voldoende nieuwe monitoren, is vandaag nog moeilijk te beantwoorden. Het zijn immers niet enkel de cursussen in de paasvakantie die zorgen voor de animatoren tijdens de zomervakantie. Ook hier is het jeugdwerk flexibel en probeert het zoveel mogelijk momenten aan te bieden om voldoende jongeren te bereiken.
Dan kom ik tot slot op de organisatie van de zomer van 2021. Wij zijn al heel lang bezig met de voorbereiding daarvan, en daarover is er constant overleg met de jeugdsector, met de twee collega’s van de Franse Gemeenschap en de Duitstalige Gemeenschap en met de virologen. Wij hebben ook voortdurend protocollen geüpdatet in overleg met het coronacommissariaat. Dus was de oefening in de afgelopen weken niet zo complex om de protocollen ook aan te passen in het vooruitzicht van de zomer. U weet dat vanaf 8 mei de regels voor de groepen verruimd worden van 10 naar 25 voor alle leeftijden. Er is nog altijd de mogelijkheid tot 12 jaar om binnen te werken in groepjes van 10 als het niet anders kan. Voor ouder dan 12 jaar is het altijd buiten.
Dat is de eerste stap, vanaf 8 mei. Voor de periode nadien is ons huiswerk klaar. Wij hebben de besprekingen daarover afgerond. Wij hebben samen met de collega’s Valéry Glatigny en Isabelle Weykmans van de andere gemeenschappen onze bevindingen bezorgd aan de federale eerste minister. Ik hoop dat dit morgen op het Overlegcomité kan worden behandeld. Het is de bedoeling om in de zomer effectief activiteiten mogelijk te maken, met protocollen die moeten nageleefd worden. Ik reken op groen licht bij het Overlegcomité.
Het laatste punt van mijn antwoorden betreft de kinderrechten. Het is belangrijk om daarvoor te blijven ijveren. Een deel van wat de kinderrechtencommissaris heeft gezegd, had betrekking op onderwijs. Maar ook in de vrije tijd moeten de kinderrechten gerespecteerd worden, volgens het Verdrag van New York. Het is belangrijk dat wij zowel op relatief korte termijn, 8 mei, extra mogelijkheden geven, als op langere termijn en in de zomer. De projectoproep waar collega Brusselmans straks nog een vraag over heeft voor kwetsbare kinderen en jongeren, kadert in dat streven om kinderrechten gerespecteerd te zien voor alle groepen in de samenleving.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord en voor de terugblik op de paasvakantie. Op heel korte tijd zijn er heel veel pogingen geweest om toch nog heel wat waar te maken. Door veel mensen is er op het terrein keihard gewerkt. Maar de les van deze voorbije periode is toch dat die aanpak zijn limieten heeft. De jeugdsector heeft zich in de voorbije periode getoond als een van de meest wendbare sectoren in de samenleving. Dat verdient erkentelijkheid maar we moeten ook beseffen, in het vooruitzicht van de zomer, dat dat toch wel zijn beperkingen heeft. Ik voel in uw antwoord dat u dat ook wel beseft.
Ik heb nog enkele aanvullende bedenkingen en vragen. Ik ben blij dat u zelf focust op de haalbaarheid van de maatregelen. De vorige zomer heeft geleerd dat wij met een aantal maatregelen een grote impact kunnen hebben en een relatief veilige zomer kunnen realiseren. De omstandigheden zijn veranderd voor de komende zomers door de vaccinatie. De vraag is of wij de deadline van 11 juli halen, of zal het veeleer eind juli zijn, wanneer de helft van de zomervakantie al voorbij zal zijn?
Maar toch wil ik graag uw pleidooi ondersteunen om maximaal testing te vermijden in de sector. Ik denk dat er voldoende andere middelen zijn om daaraan tegemoet te komen. Dat is ook een vraag van de sector. Bovendien heeft de sector zich ook bij elke voorbije vakantie en bij andere types van activiteiten steeds zeer voorbeeldig opgesteld. Onmogelijke protocollen creëren is dus niet nodig, omdat de sector bewezen heeft het met heldere protocollen te kunnen waarmaken. Ik wil u vragen om daar voldoende aandacht aan te blijven besteden.
Wat de focus op timing betreft, kunnen wij het de sector niet aandoen om de beslissing naar de komende weken uit te stellen, dan eventueel nog wat kleine opflakkeringen in de cijfers te zien en dan telkens opnieuw te moeten schakelen. Minister, ik dring erop aan om, wanneer het morgen niet lukt, de komende week een richtinggevende beslissing te nemen. Uiteraard kan er bij noodsituaties nog geschakeld worden maar ik vind dat er richting moet worden gegeven. De sector vraagt dat ook heel duidelijk.
Tot slot heb ik nog een informatieve vraag. Er was vorig jaar een noodfonds richting lokale besturen. Overweegt de Vlaamse overheid nog iets dergelijks voor het komende jaar? En wat is de aanbeveling over de eenhobbyregel vanaf 8 mei? Hoe bekijkt u dit praktisch?
De heer Anaf heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is goed om te horen dat het huiswerk klaar is. Ik ben er ook zeer benieuwd naar. Ik vraag me af of het eventueel mogelijk is om al een tip van de sluier te lichten over wat u morgen zult voorstellen aan het Overlegcomité. Zijn er verschillende scenario’s naargelang de cijfers? Zit dat daar mee in?
Wanneer ik vraag naar het inzetten van testen, dan bedoel ik voor alle duidelijkheid geen PCR-testen. En ik wil ook niet dat dit systematisch vereist moet zijn en dat dit een criterium is om een kamp te kunnen organiseren, maar ik denk wel dat we moeten proberen om de kwaliteit te verbeteren. En dat zou kunnen door bijvoorbeeld die zelftesten in te schakelen. Die zijn veel minder duur dan PCR-testen. Met zelftesten zou men die protocollen op kamp misschien iets minder stringent kunnen maken omdat men een indicatie heeft dat er wellicht geen besmettingen zijn. Dat is niet 100 procent sluitend, maar het zou de kwaliteit en de manier waarop kinderen en jongeren zich op dat kamp kunnen gedragen toch een beetje kunnen verbeteren.
Ik hoop echt dat we een goede zomer tegemoet gaan voor al die kinderen- en jongerenorganisaties. Zoals u en ook ikzelf daarnet zeiden, zijn die kwetsbare mensen in principe ingeënt en zou er eigenlijk meer mogelijk moeten zijn dan vorige zomer. Ik ben heel benieuwd welke zaken u morgen zult voorleggen op het Overlegcomité.
De heer Brusselmans heeft het woord.
Ik dank de twee collega’s voor hun zeer belangrijke vragen. Ik sluit me aan bij hun pleidooi en zeker bij wat de heer Anaf op het einde van zijn repliek zei. Eigenlijk zou er meer mogelijk moeten zijn dan vorig jaar, net omdat een groot deel van de bevolking, de volledige kwetsbare bevolking, tegen dan gevaccineerd is. Vorig jaar hebben die protocollen goed gewerkt. Ik heb zelf een jeugdkamp georganiseerd met een maximum van vijftig personen. Dat was niet evident maar dat is wel gelukt. Ik zou dat dit jaar opnieuw willen doen. Mijnheer Vaneeckhout, u zegt dat als het morgen niet lukt, het zeker in de loop van de volgende weken moet lukken. Maar dat is eigenlijk te laat, het moet morgen gebeuren. Ik zit zelf continu in overleg met bestuursleden over wat we gaan doen. Er is zoveel onduidelijkheid. Dat geldt niet alleen voor mij, dat geldt voor de hele sector. Het is niet haalbaar wanneer de beslissing later valt dan morgen, we moeten daar heel realistisch in zijn. De sector heeft bewezen dat het mogelijk is aangezien het vorige zomer is gelukt.
Minister, ik steun u in uw pleidooi. De hele commissie zit op dat vlak op dezelfde golflengte, maar toch zou ik graag van u weten wat u morgen zult voorleggen op dat Overlegcomité. Wat is dat huiswerk dat u hebt gemaakt? Ik denk dat het parlement toch het recht heeft om te weten welke positie de Vlaamse Regering daar zal innemen.
Maar ik heb er het volste vertrouwen in dat u voor het maximum zult gaan. Onze steun hebt u zeker.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik zal mijn goede collega Freya Perdaens de komende tijd vervangen, omdat ze bevallen is van een flinke zoon, Wannes, en zich volop aan het bezighouden is met jeugdwerk – of babywerk, in dit geval.
Of er deze zomervakantie meer mogelijk zal zijn, is natuurlijk afhankelijk van hoe de situatie evolueert ondanks de vaccinaties. Het is sowieso een prioriteit om de zomervakantie veilig te stellen. Het was heel ingrijpend en bijzonder vervelend dat de regels net voor de paasvakantie nog verstrengd werden. Als we binnen de grenzen van wat mogelijk is activiteiten heel nauwgezet en heel goed georganiseerd kunnen laten doorgaan, kan dat misschien ook een rem zetten op de uit de hand gelopen bijeenkomsten zoals we die de laatste dagen hebben gezien in Knokke-Heist en iets langer geleden in het Ter Kamerenbos. Op de evolutie in het buitenland hebben we geen vat, want er zijn overal opstoten en er zullen er waarschijnlijk nog komen. Dus moeten we misschien toch op veilig spelen en in de eerste plaats kijken naar wat er in het binnenland mogelijk is. Ik hoor dat u volop overleg hebt gehad met de collega’s van de andere gewesten en dat het huiswerk klaar ligt. Het is uitkijken naar de resultaten van het overleg morgen en we hopen dat er inderdaad meer mogelijk is.
Mevrouw Rombouts heeft het woord.
Collega’s, ieder van ons betreurt heel sterk wat er is gebeurd op het laatste Overlegcomité net voor de paasvakantie, waar er dermate laat een beslissing werd genomen, zeker ook de minister, die daar zelfs zijn verontschuldigingen voor heeft aangeboden. Het was volledig buiten zijn wil om en hij heeft heel duidelijk aangegeven dat dat voor hem niet voor herhaling vatbaar is. Ik hoop dat we het daar over alle gewest- en partijgrenzen heen over eens zijn en dat men in het Overlegcomité heel goed beseft dat er hier tijdig een beslissing moet worden genomen, zowel voor diegenen die kampen organiseren als voor families.
Sta me toe. We hebben het afgelopen jaar een ongelooflijk samenhorigheidsgevoel gehad in deze commissie om duidelijk te pleiten voor meer vrijheden voor de jeugd. Ik meende heel duidelijk begrepen te hebben dat er geen onderscheid kan worden gemaakt tussen senioren, die nu al gevaccineerd zouden zijn en jongeren, die dat nog niet zijn. Op het vlak van het testen heeft dat een gigantische impact op de jongeren. We moeten dat maximaal proberen te vermijden. Ik begin aan te voelen dat er daarover bij sommigen wat verschil in mening begint te ontstaan. Ik hoop dat we aan één lijn zullen blijven trekken, over de partijgrenzen heen, om dit voor jongeren op de beste manier te kunnen organiseren.
Ik denk dat de zomer een cruciaal moment is. Minister, u hebt aangegeven dat u alles op alles zult zetten om te kijken op welke manier we meer vrijheden kunnen bieden voor jongeren in die zomer. Jongeren zitten nu in een periode voor de examens en komen mogelijk ook in aanmerking voor vaccinaties. Ik hoop dat we alles op alles kunnen zetten en dat u kunt overleggen met de collega’s om ervoor te zorgen dat de jongeren die als begeleiding mee op kamp gaan, maximaal gevaccineerd kunnen zijn voordat ze op kamp vertrekken. De leiding is natuurlijk ook een groep die gevaar dreigt te lopen. Ik hoop dat we ook op dat vlak alles op alles kunnen zetten en met de nodige draaiboeken en zonder de extra testen een fijne zomervakantie tegemoet kunnen gaan.
Ik heb nog één bijkomende vraag. Wij hebben nu natuurlijk aandacht voor het georganiseerde jeugdwerk, maar er zijn ook heel wat jongeren die niet direct in georganiseerd jeugdwerk zijn verzameld. Ook daar is het toch wel belangrijk om te zien hoe zij eventueel kunnen deelnemen aan activiteiten. De gemeenten zoeken vaak uit hoe ze het dan op de best mogelijke manier kunnen organiseren. Minister, denkt u er eventueel ook aan om draaiboeken of voorbeeldactiviteiten, good practices, te delen met gemeenten of met anderen die willen organiseren, om ook niet-georganiseerde jongeren toch een fijne zomervakantie te laten beleven?
Minister Dalle heeft het woord.
Ik begin met deze laatste vraag, over het niet-georganiseerde jeugdwerk. Dat is ook belangrijk. Als minister van Jeugd heb ik niet alleen verantwoordelijkheid voor het jeugdwerk maar voor alle jongeren. Er zijn er veel die vandaag geen toegang hebben tot het georganiseerde jeugdwerk of die daar geen deel van uitmaken. Belangrijk daar is de uitbreiding van de samenscholingsregel van vier naar tien. Dat geldt natuurlijk ook voor de niet-georganiseerde jongeren en kinderen. Onder de 12 jaar zijn kinderen niet onderworpen aan het samenscholingsverbod. Zeker voor de jongeren boven de 12 jaar is dat belangrijk.
En dan uw vraag om aan de lokale besturen te suggereren om daar in mogelijkheden te voorzien. In het verleden heeft Bataljong dat al gedaan. Het lijkt mij nuttig om dit richting de zomer te herhalen. Hoe kun je de publieke ruimte inrichten? Wat zijn de verschillende mogelijkheden? Dat is zeker een goede suggestie.
Ik deel de inschatting, onder meer van collega Vaneeckhout, dat een structurele testingsstrategie niet goed is om de haalbaarheid voor de vrijwilligers en ook alle kinderen en jongeren niet in het gedrang te brengen. Collega Anaf, zelftesten? Ik sluit niet uit dat iemand dat gebruikt. Maar ik zie de onmiddellijk toegevoegde waarde niet, omdat de kwaliteit van de kampen en de contacten afhangt van de algemene regels, die we hopelijk morgen kunnen vastleggen, bijvoorbeeld in verband met de grootte van de bubbels. Die gaan we niet kunnen aanpassen met testen. De kwaliteit binnen de contactbubbels is eigenlijk de essentie van onze protocollen voor het jeugdwerk. De kwaliteit is binnen die bubbels gegarandeerd omdat daar de strikte vereisten van mondmaskers en social distancing niet moeten worden toegepast, ook niet als men niet getest is. Dat is een belangrijk principe. Zoals vorige zomer moeten we dit ook deze zomer toepassen. We mogen dat niet conditioneren aan de hand van een testingstrategie.
Collega Vaneeckhout, ik kan momenteel geen inlichtingen geven over een noodfonds lokaal bestuur. U zult dat aan collega Somers moeten vragen. Ik heb daar vandaag geen extra informatie over.
Wat de timing betreft: ons huiswerk is klaar. Hopelijk kan het morgen worden behandeld. Collega’s, u zult begrijpen dat ik niet op de details ervan kan ingaan. Wel kan ik zeggen dat het principe voor ons is dat de jeugdwerkzomer van 2021 voor de jeugdorganisaties, de kinderen en de jongeren minstens even goed moet kunnen verlopen als vorig jaar. Ik deel absoluut de inschatting van onder meer collega Brusselmans, die zegt dat we een totaal andere toestand hebben dan vorig jaar. Tegen de zomer moeten heel wat mensen gevaccineerd zijn, hopelijk de grote meerderheid van de volwassen bevolking. In die omstandigheden moet er toch meer mogelijk zijn. Ik deel dat uitgangspunt absoluut. Tegelijk zijn de cijfers vandaag niet goed. De sector en alle vrijwilligers hebben recht op duidelijkheid, zodat zij de voorbereidingen kunnen starten vanaf morgen. Maar ik denk ook dat, mochten de cijfers verbeteren – en ik hoop dat dat het geval is –, we desgevallend moeten bekijken hoe eventueel een extra versoepeling, bijvoorbeeld op het vlak van de groepsgrootte, mogelijk is. Maar morgen zou ik vooral duidelijkheid willen hebben om te kunnen starten, quid dat nadien de cijfers verbeteren.
Collega’s, ik merk hier kamerbreed dat meerderheid en alle oppositiepartijen in consensus zijn rond dat standpunt. Wij zitten in een bijzonder complex land. Ik probeer er met alle collega’s van de twee andere gemeenschappen en met de federale collega’s voor te zorgen dat die beslissing er kan komen. Maar al onze partijen samen zijn natuurlijk – toch langs Vlaamse kant – vertegenwoordigd in het Overlegcomité. Ik vermoed dat, mochten er problemen zijn, die niet hoofdzakelijk langs Franstalige kant zullen komen. Als iedereen van jullie ook zijn respectieve partijgenoten in het Overlegcomité zou kunnen contacteren om hier ook de jeugdwerkregels die voorbereid zijn met de drie gemeenschappen en met jeugdsector, morgen te honoreren, zou ik jullie daar heel erg dankbaar voor zijn. Ik denk dat we dan gezamenlijk een zeer mooi resultaat hebben gerealiseerd. Het huiswerk, opgesteld samen met de jeugdsector, is klaar. Laat ons morgen stappen vooruit zetten, laat ons morgen de regels afkloppen en op die manier groen licht geven aan de jeugdactiviteiten voor de zomer.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Wij weten wat ons te doen staat. Het spijt ons, collega Brusselmans, u kunt zich niet aangesproken voelen, maar de rest van ons weet wat de komende 24 uur op onze agenda staat. Ik kan alvast aangeven dat wij aandringen op die snelle beslissing, en ik voel dat dat ook gedeeld is in de commissie.
Collega Brusselmans, ik had gezegd: morgen of de komende week. Dus niet in het meervoud. Dat is wel belangrijk om aan te geven. Ik ben zelf nog actief in het jeugdwerk, als kok. Wij zijn gisteren voor de eerste keer samengekomen met de kampverantwoordelijken om de voorbereidingen te treffen. Die grote onzekerheid maakt het natuurlijk voor iedereen zeer moeilijk om de nodige stappen te nemen. Het is ook duidelijk, minister, dat de maatregelen die golden in de voorbije vakanties, in een zomervakantie totaal onhaalbaar zijn, en dat toch minstens de maatregelen van vorig jaar van toepassing zouden moeten zijn. Maar ik ben het ook eens met uw strategie van: later kunnen we eventueel nog versoepelen, mocht die mogelijkheid er zijn. Laat ons dat dan zeker doen.
Ik wou nogmaals benadrukken dat die praktische haalbaarheid zeer belangrijk is. Stel je voor dat we binnen- en buitenbubbels in aantallen laten verschillen: dat is praktisch gewoon onhaalbaar als je op een meerdaags kamp gaat met binnen- en buitenactiviteiten. We moeten een aantal dingen wel zeer consequent in het achterhoofd houden. Langs de andere kant snap ik ook dat er nog altijd wel ergens protocollen nodig zullen zijn. Ik heb daarnet nog eens de cijfers gecheckt. De opnamecijfers en de ICU-cijfers (intensive care unit) zijn op dit moment dezelfde als vorig jaar, die zitten exact op hetzelfde peil. We moeten dus een combinatie van de twee vinden. Maar dat sluit niet uit dat morgen op het Overlegcomité de sector een richting kan krijgen waarbinnen zij de voorbereiding kunnen starten. Dat is alvast onze vraag.
De heer Anaf heeft het woord.
Wat collega Vaneeckhout zegt, klopt natuurlijk. De cijfers zijn op dit moment inderdaad heel erg vergelijkbaar met die van vorig jaar. Als we ervan uitgaan dat onze vaccinatiecampagne goed blijft werken, mogen we er toch van uitgaan – zonder over een glazen bol te beschikken, helaas – dat we tegen de zomer in een betere situatie gaan zitten dan vorig jaar. Het juiste uitgangspunt vind ik dan ook dat de zomer minstens even goed zou moeten zijn als vorig jaar. Ik denk dat we ambitieuzer moeten zijn en dat we moeten proberen het beter te maken dan vorig jaar. Al die kinderen en jongeren snakken daar enorm naar. Uiteraard moet dat op een veilige manier.
Wat ik hier zeg, is een partijstandpunt, of een bewegingstandpunt – ik zal het op dit moment zo zeggen. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn. Maar het is natuurlijk moeilijk om intern iets te gaan verdedigen terwijl ik de finesses van wat er gaat voorliggen, niet ken. Ik heb alle vertrouwen in het jeugdwerk, dat dat mee opgemaakt heeft. Ik ga er ook van uit dat dat huiswerk goed zal zijn. En dan ben ik ervan overtuigd dat, als dat goed in elkaar zit, er morgen een beslissing genomen kan worden. Ik denk dat dat in het belang is van de volledige sector, en ik hoop echt dat we een goede zomer hebben.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.