Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over de restauratie van de Boelwerfkraan in Temse
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werden deze vragen om uitleg via videoconferentie behandeld.
De minister zit nog vast in het verkeer, maar ik stel voor dat we toch al beginnen.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Voorzitter, de Boelwerfkraan in Temse is al sinds 2004 als beschermd monument aangeduid en is sinds 2009 vastgesteld bouwkundig erfgoed. Concreet gaat het om een zogenaamde Hensen-kraan. De torenkraan is door de curatoren van de ter ziele gegane Boelwerf, die in 1994 failliet is gegaan, aan de gemeente Temse geschonken. De kraan domineert al jaren het stedelijk silhouet van Temse is voor de vele gewezen scheepsbouwers dan ook een symbool.
Het restauratiedossier sleept al jaren aan en de kosten lopen op. De totale restauratie is in 2019 op ongeveer 1,5 miljoen euro geraamd, zonder subsidies van de Vlaamse overheid. De kosten zouden voor de gemeente ongeveer 895.000 euro bedragen. Volgens het gemeentebestuur sleept het restauratiedossier al zo lang aan ten gevolge van een fout van de Vlaamse overheid. Aanvankelijk zou de Vlaamse overheid 80 procent financieren en zou de gemeente Temse 20 procent financieren. In toepassing van het nieuwe decreet zou de gemeente Temse 60 procent van de kosten en de btw op het hele kostenplaatje moeten dragen. Dat is wat de huidige burgemeester heeft verklaard. Aangezien in de nabije toekomst nog heel wat investeringen nodig zijn, heeft het gemeentebestuur de minister naar zijn standpunt gevraagd om een declasseringsprocedure te starten. Er is heel wat tegenkanting ontstaan van de nautische erfgoedvereniging Op Stoapel in Temse, die ijvert voor een maximaal behoud van alles wat met de Boelwerf te maken heeft.
Minister, waarom sleept dit dossier al zo lang aan? Is er volgens u inderdaad ergens iets misgelopen?
Welk standpunt zult u innemen in verband met een eventuele declassering? Welke mogelijkheden ziet u om dit monument te bewaren als een symbool van de scheepsbouw?
Kunt u, als toch tot een restauratie zou worden overgegaan, vertellen op welke manier een dergelijke kraan dient te worden hersteld of gerenoveerd? Gebeurt dat ter plaatse of ergens anders en moet de kraan dan worden gedemonteerd?
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, mijn vragen liggen natuurlijk in dezelfde lijn. We hebben allemaal gehoord van en gelezen over de vaststelling dat er problemen zijn met de restauratie van de Boelwerfkraan. Ik heb hierover overleg met de burgemeester gehad. Die kraan is een belangrijke historische getuige en het dossier staat symbool voor de moeilijkheden die we nu kennen. Iedereen vindt dat we belangrijk erfgoed moeten bewaren, maar het komt vaak op de centen aan. De Vlaamse overheid en de lokale besturen leveren inspanningen, maar op een bepaald moment botsen ze op een limiet en dan staan ze daar. Dat is bijzonder jammer.
Het is bijzonder belangrijk aan de hand van deze concrete problematiek na te gaan hoe we dit globaal kunnen oplossen en wat de grote uitdagingen zijn waar we voor staan. Ik heb er alle begrip voor dat het lokaal bestuur stelt dat niet te kunnen dragen. Het bedrag van 769.000 euro is gigantisch voor het lokaal bestuur en de vraag om een declassering is gesteld.
Minister, hoe staat u tegenover de mogelijke declassering van de torenkraan? Hebt u al een standpunt ingenomen of is het onderzoek lopende? Zult u verder overleggen met de gemeente om het behoud van de torenkraan te verzekeren? Welke bijkomende maatregelen ziet u om de gemeente te kunnen ondersteunen? Ziet u mogelijkheden om de torenkraan te redden?
In welke mate kunnen we dit algemeen doortrekken naar andere dossiers en naar de grote uitdagingen waar we voor staan? Hoe kunnen we de lokale besturen nog meer ondersteunen in de zoektocht naar manieren om het belangrijk onroerend erfgoed te behouden?
Minister Diependaele heeft het woord.
Collega’s, eerst en vooral mijn excuses dat ik nog in de auto zit. Laat dat geen blijk van gebrek aan respect zijn voor het parlement. Er is blijkbaar iets gebeurd in de tunnels.
Collega’s, alles wat met Temse en de Boelwerf te maken heeft, heeft voor mij een beetje een bijzondere betekenis, want mijn moeder was van Hamme afkomstig en ze heette Annemarie Boel. Zij was dus van in de negentiende eeuw nog op de een of andere manier verbonden met de stichters van de Boelwerf. In de laatste jaren was de Boelwerf trouwens niet meer van de familie Boel. Die hing samen met de Waalse staalnijverheid. Ik denk dat het Cockerill was. De kraan is dan ook niet origineel van Boel, want die is maar in de jaren tachtig naar Temse gegaan. Die kwam eigenlijk van een ter ziele gegane staalfabriek in Wallonië. Maar dat terzijde.
Het dossier heeft in elk geval een heel lange voorgeschiedenis en is het ook niet zo gemakkelijk. Het is wel degelijk behoorlijk complex. De bescherming dateert van 2004. In 2011 gingen de eerste stemmen op voor de restauratie van de kraan en werd ook een eerste inspectie uitgevoerd door Monumentenwacht. In 2016 werd de vraag tot opheffing van de bescherming voor een eerste keer gesteld aan de toenmalig bevoegde minister, Geert Bourgeois. En uiteindelijk diende de gemeente in het voorjaar van 2018 toch een restauratiedossier in. Dat dossier bleek evenwel niet volledig en kon bijgevolg niet ontvankelijk worden verklaard. De erfgoedconsulent communiceerde daarover, zoals gebruikelijk, met de door het gemeentebestuur aangestelde architect en niet rechtstreeks met de gemeente. Naderhand bleek dat die informatie niet was doorgestroomd van architect naar opdrachtgever, wat maakte dat het gemeentebestuur pas begin oktober te weten kwam dat het in april ingediende dossier niet ontvankelijk werd verklaard. Dat kan volgens mij niet worden aangeduid als een fout op Vlaams niveau, mijnheer Slagmulder, maar daar zit wel de bron van de verwarring of de slechte informatiedoorstroming.
Wij hebben de administratie de opdracht gegeven om de procedure tot opheffing van de bescherming nog voor de zomer op te starten. Die procedure zal dus wel degelijk worden opgestart. Naar mijn aanvoelen moet je dit bekijken in een ruimere context. We hebben in het regeerakkoord duidelijk geschreven dat er werk gaat worden gemaakt van de evaluatie van ons beschermd bestand. We zijn daar werk van aan het maken. Een van de belangrijke principes die we bij zo’n evaluatie hanteren, is het principe van zuinigheid. Beschermingen moeten getoetst worden aan het Vlaamse niveau. Heeft het beschermd monument op het volledige grondgebied van Vlaanderen een betekenis? Heeft het Vlaanderenbreed impact? Opheffingen zullen dan veeleer zeldzaam blijven, maar mogen ook absoluut geen taboe zijn. Ik denk dat we het er allemaal over eens zijn dat er wel aanwijzingen zijn dat we die evaluatie moeten durven te maken.
In ons beleid willen we ook alle middelen geven aan de lokale besturen om aan de slag te gaan met hun onroerend erfgoed. Bepaalde bouwwerken kunnen lokaal een erg belangrijke rol spelen. In dit geval kan dat zeker een overweging zijn. In de visienota, die ik hier volgende maand in de commissie voorstel, voorzien we tal van mogelijkheden voor de lokale besturen om zelf het roer in handen te nemen voor hun lokale erfgoedbeleid. We mogen als overheid niet onderschatten wat voor een financiële impact al die beschermde monumenten hebben op onze begroting, maar ook op de begroting van onze lokale besturen. Temse is daarbij natuurlijk geen uitzondering. Een kostprijs van anderhalf miljoen euro is wel degelijk de moeite.
Welke mogelijkheden zien we om het monument toch te bewaren als symbool? Aangezien er een actieve erfgoedgemeenschap is die het belang van de Boelwerf behartigt, kan het gemeentebestuur misschien samen met hen stappen zetten om het imago van de kraan op te waarderen van ‘roestige en dreigende kraan’ naar ‘esthetische en ingenieuze machine’. Als de huidige crisis ons één ding geleerd heeft, is het wel het belang dat Vlamingen hechten aan hun leefomgeving. Door de torenkraan te beschouwen als een kunstwerk ter herinnering aan de Boelwerf en de sociale geschiedenis van Temse, kan de lokale draagkracht versterkt worden en ook de bovenlokale uitstraling ervan vergroten.
Ik hoor ondertussen dat er stemmen opgaan die suggereren delen van de kraan om te vormen tot een kunstwerk voor het verfraaien van de openbare ruimte. Ook dat behoort, na een opheffing van de bescherming welteverstaan, tot de mogelijkheden. Ik heb vernomen dat het stadsbestuur van Temse hiervoor openstaat en regelmatig in gesprek gaat met lokale erfgoedorganisaties en buurtbewoners.
Laat mij hier nog aan toevoegen dat de idee dat het opheffen van een bescherming per definitie leidt tot sloop of afbraak of wat dan ook, niet waar is. De opheffing van een bescherming zorgt er alleen voor dat de juridische verplichtingen die aan de eigenaar worden opgelegd bij zo’n bescherming, opgeheven worden. Die juridische verplichtingen vallen weg. Maar uit het overleg en de signalen die wij krijgen vanuit het gemeentebestuur van Temse blijkt dat men zeker bereid is om na te gaan welke alternatieve manieren er zijn om met dat symbool nog iets te doen. Ik heb het in deze commissie ook al verschillende keren verteld, denk ik: ons uitgangspunt is dat ons onroerend erfgoed een verhaal vertelt. En er zijn ook andere manieren, financieel minder lastige manieren, om dat verhaal te vertellen. In die zin wil ik er heel hard op hameren dat de ophef van een bescherming natuurlijk niet per definitie leidt tot afbraak of sloop. Dat is zeker niet het geval.
U had ook een vraag over de demontage. Ik ben natuurlijk geen ingenieur, mijnheer Slagmulder, maar we hebben dat wel eens nagevraagd. Dankzij doorgedreven vooronderzoek is er reeds veel kennis over de kraan vergaard. Op basis van de rapporten van Monumentenwacht weten we dat de hoofdstructuur van de kraan algemeen gezien, qua aantasting door corrosie en dergelijke, in relatief goede staat is. De nevenstructuren –trappen, relingen, bordessen, cabine – verkeren in minder goede toestand en vertonen een sterke aantasting door corrosie.
Een restauratie in verschillende fasen, op maat van de urgentie van de werken, lijkt voor een dergelijke kraan de beste optie. De kraan werd na de stopzetting vastgezet. Men kan voor een restauratie van de geblokkeerde kraan gaan of bij de restauratie opteren voor een vrij roterende kraan. Een restauratie met geblokkeerde kraan zal ingrijpender zijn en een hogere kostprijs inhouden dan wanneer geopteerd wordt voor een vrij roterende kraan. Dit draaien van de kraan moet niet gezien worden als een continu ronddraaien maar eerder als een langzaam draaien, de wijziging van de windrichtingen volgend. Opteren voor de restauratie als niet-werkende kraan houdt in dat de machinerie niet gerestaureerd wordt. Bij voorkeur gebeuren deze werken ter plaatse. Een volledige demontage van de kraan is bijzonder complex en dreigt de prijs van een dergelijke restauratie nog op te drijven.
Zal ik verder overleggen met de gemeente teneinde het behoud van de torenkraan toch te kunnen verzekeren? Zoals al gezegd, is er herhaaldelijk overlegd met de gemeente over dit dossier. Ik ben daar trouwens enkele weken geleden geweest, ik denk de eerste week van het paasreces, op een vrijdag, toen er een kunstwerk onthuld werd op de gevel van het beschermd stadhuis, het oude stadhuisgebouw. Ik heb daar kunnen vernemen en geleerd dat Temse zeer veel aandacht besteedt aan lokale kunstenaars en kunst in het algemeen. Daar zitten dus zeker mogelijkheden.
Op 9 maart van dit jaar ontving ik een officieel schrijven van het college van burgemeester en schepenen met daarin een motiveringsnota ter staving van hun vraag tot opheffing van de bescherming. Ik heb naar aanleiding van deze vraag het agentschap de opdracht gegeven de procedure tot opheffing van de bescherming voor deze zomer op te starten.
U vraagt in welke mate ik meer algemeen geconfronteerd word met lokale besturen die om financiële redenen geen restauraties doorvoeren. Vlaanderen investeert elk jaar bijna 100 miljoen euro in onderhoud en herwaardering van onroerend erfgoed. Ik voorzie deze regeerperiode 80 miljoen euro, en in 2020 en 2021 is er 10 miljoen euro extra voor restauratie- en premiedossiers. Van 2022 tot 2024 is dat telkens 20 miljoen euro. Jullie weten dat we via het relanceplan ook nog eens 100 miljoen euro extra ter beschikking hebben.
Momenteel heb ik slechts weet van een beperkt aantal vragen tot opheffing van bescherming. En laat het duidelijk zijn: in een overgrote meerderheid van die gevallen is het zelden of nooit puur een financieel vraagstuk, al speelt dat natuurlijk altijd in meer of mindere mate mee. Maar er zijn meestal ook wel andere overwegingen die dat ingeven. De procedure tot opheffing verloopt gelijkaardig aan die van de bescherming, dus in twee fasen – een voorlopige opheffing of wijziging en de definitieve opheffing of wijziging van bescherming –, met een advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed (VCOE) en met een openbaar onderzoek. De rechtsgevolgen van de bescherming als monument blijven van kracht tot het beschermingsbesluit definitief is opgeheven.
Er is dus duidelijk ook nog een openbaar onderzoek. In Temse is een erfgoedvereniging actief. Daaraan zal ook input worden gevraagd in de vorm van een participatietraject dat nog doorlopen moet worden en waarin heel wat alternatieven naar boven kunnen komen.
Zoals u weet, stelden we eerder dit jaar de visienota Lokaal Onroerenderfgoedbeleid aan de Vlaamse Regering voor, waarin aandacht gaat naar het beschermen en de evaluatie van het beschermde bestand. Omdat er veel terreinkennis aanwezig is bij lokale besturen en zij ook bij het beheer van beschermd erfgoed een belangrijke rol spelen, zullen zij actief en nadrukkelijk betrokken worden bij die evaluatie.
Laat me daarbij heel algemeen de volgende opmerking maken. We zijn er allemaal van overtuigd – en ik ben daar ook een groot voorstander van – om lokale besturen een belangrijkere rol te geven in het onroerenderfgoedverhaal in het algemeen. Dat betekent ook dat we naar hen moeten luisteren als er een vraag komt tot opheffing. Ik sta open voor de autonomie en de inspraakmogelijkheden van een lokaal bestuur. Als er een vraag komt, moeten we die op een oprechte en eerlijke manier behandelen en niet onmiddellijk in een kramp schieten.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw uitgebreide antwoord.
Dit is inderdaad een moeilijke kwestie. Ik heb begrepen dat de procedure voor declassering zal worden opgestart, maar dat betekent daarom nog niet dat de kraan definitief gedeclasseerd zal worden. Ik zou het alleszins jammer vinden mocht dat erfgoed verdwijnen.
Ik begrijp de bezorgdheden van de mensen die het willen beschermen, maar zoiets moet ook financieel haalbaar zijn. De stad wil de nodige inspanningen leveren, maar de bedragen die ze nu zou moeten ophoesten zijn op den duur nog moeilijk te verantwoorden, zeker gelet op de uitdagingen waarvoor de lokale besturen staan. Alles heeft een prijs. We hebben het hier een tijdje geleden ook gehad over de Kolenwasserij Beringen.
Het is een keuze die moet worden gemaakt. Als de kraan kan blijven, is dat zoveel te beter. Maar anders hoop ik, minister, dat er eventuele andere initiatieven worden genomen, zodanig dat de geschiedenis van de Boelwerf niet dreigt te verdwijnen.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, bedankt voor uw antwoord in geen evidente omstandigheden in de wagen, maar ik moet zeggen dat het heel duidelijk was.
Ik vind het goed en mijn fractie staat er ook achter dat lokale besturen een belangrijke rol krijgen in het onroerenderfgoedbeleid. Dat betekent natuurlijk niet dat we ze aan hun lot moeten overlaten, maar dat hoor ik u ook niet zeggen, voor alle duidelijkheid. Ik ben blij dat u klare taal spreekt en goed en duidelijk stelt dat uw diensten een partner zijn van het lokale bestuur en ook mee zoeken naar oplossingen. Het is heel belangrijk om dat te benadrukken. Ik ben blij dat ik dat zo prominent hoor in uw antwoord.
U zult die rol zeker verder moeten vervullen. Dat zal in dit dossier heel belangrijk zijn. Ook cruciaal is de participatie van de lokale erfgoedgemeenschap, maar ook ruimer van de lokale gemeenschap, evenals een goede communicatie. Het is niet omdat men een declassering aanvraagt, dat die kraan plotseling zal verdwijnen. Dat is een heel andere zaak en dat heeft niets met elkaar te maken. Om ervoor te zorgen dat er geen fake news ontstaat, is het heel belangrijk om voldoende inspraak te hebben en een echte partner te zijn, maar er ook helder over te communiceren. Het zou goed zijn als het lokale bestuur dat kan doen, maar ook dat uw diensten daarin een partner zijn.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Ik weet niet of het aan mijn internetverbinding lag of aan die van de minister, maar ik denk dat ik een deel van het antwoord heb gemist.
Alleen de financiële impact die beschermde monumenten hebben op de Vlaamse begroting of op de begroting van de lokale besturen, mag natuurlijk niet het doorslaggevende argument zijn om een monument te declasseren. Zo wordt het wel eens voorgesteld in de pers. Hier is de afweging gemaakt. Het is inderdaad een monument van lokaal belang. De vraag is dan, zoals u zegt, minister, of een Vlaamse bescherming op dat niveau nog wenselijk is.
Ik ben ervan overtuigd dat het onderzoek heel grondig zal zijn. Een declassering hoeft niet te betekenen dat het monument zal verdwijnen. Ik hoop in elk geval dat het verhaal van de Boelwerf op een of andere manier kan worden verteld. Een kunstwerk lijkt me een mooie optie. Verder hoop ik, net als de vorige sprekers, natuurlijk op participatie door de lokale gemeenschap.
Ik wil me zelf kort bij deze vragen om uitleg aansluiten. De erfgoedvereniging Op Stoapel in Temse is actief bezig voor het behoud van de kraan en de eventuele oprichting van een Boelmuseum. Het behoud van het maritieme erfgoed is zeer belangrijk. Er zou eventueel worden gestart met een petitie en aan crowdfunding worden gedaan.
Ik wil hieraan toevoegen dat de Vlaamse Regering destijds een grote rol heeft gespeeld in de poging de Boelwerf te redden. Ik denk dat we dit zeker in overweging moeten nemen om ervoor te zorgen dat het monument behouden kan blijven.
Minister Diependaele heeft het woord.
Voorzitter, ik denk dat uw laatste toevoeging heel belangrijk is. Er wordt hier een verhaal verteld. De kraan is natuurlijk het symbool, maar het gaat veel ruimer. Het is het verhaal van de Boelwerf en de sociaal-economische impact op de streek en op Temse in het bijzonder. Dat verhaal moeten blijven worden verteld.
Ik ben het helemaal eens met alle sprekers. We moeten een partner zijn en nagaan hoe we de gemeente de beste mogelijkheid kunnen geven om dat verhaal te blijven vertellen.
Mijnheer Slagmulder, het zou heel hypocriet van mij zijn een openbaar onderzoek te starten en nu al te beslissen wat de uitkomst zal zijn. Het openbaar onderzoek zal worden gestart en wat de definitieve beslissing betreft, ligt alles nog open. U hebt Op Stoapel vermeld. Die vereniging en het gemeentebestuur van Temse kunnen een rol spelen. We moeten vooral aandacht hebben voor de alternatieven die naar voren worden geschoven. Hoe kunnen we het verhaal vertellen, ook als het monument eventueel wordt opgeheven? Dat zal een belangrijk onderdeel van het openbaar onderzoek uitmaken.
De heer Slagmulder heeft het woord.
Ik heb hier weinig aan toe te voegen. Ik wilde de kwestie eens onder de aandacht brengen, omdat ik het belangrijk vind dat de betrokken partijen zo spoedig mogelijk weten waar ze aan toe zijn.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Minister, ik wil enkel nog vermelden dat dit een belangrijke testcase is voor het beleid zoals wij dat zien. Het gaat om een partnerschap tussen de lokale gemeenschap, de gemeente Temse en de Vlaamse overheid. Het is heel belangrijk dat we dit goed aanpakken en dat dit tot een goed einde komt. U wilt meer inzetten op een dergelijke manier van samenwerken. Het is belangrijk dat dit goed lukt om het vertrouwen in het beleid en in deze werkwijze te versterken. Het is een heel concreet dossier, maar het zal een grote impact hebben op verschillende dossiers in Vlaanderen.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.