Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking en Toerisme
Verslag
– Wegens de coronamaatregelen werd deze vraag om uitleg via videoconferentie behandeld.
De heer Deckmyn heeft het woord.
De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Blinken deed in de week van 22 maart enkele dagen ons land aan. Blinken ontmoette onder meer de secretaris-generaal van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO), Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen, de Hoge Vertegenwoordiger voor het EU-buitenlandbeleid Josep Borrell en de federale minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès.
Op de agenda stonden onder meer de toekomst van de NAVO, de relaties met China en Rusland, klimaatverandering, cyberveiligheid, terrorisme en energie. Gekoppeld aan het energievraagstuk en de relaties met Rusland werd waarschijnlijk ook het Nord Stream 2-project – de pijpleiding die Europa zal moeten voorzien van meer aardgas vanuit Rusland – besproken. Blinken is van oordeel dat Europese bedrijven die meewerken aan het project daar onmiddellijk mee moeten stoppen, anders riskeren ze sancties. Ik denk dat die discussie de afgelopen weken nog verder gaande was.
Hebt u stappen ondernomen om overleg te plegen met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken aangaande het Vlaams beleid inzake buitenlandse handel?
Hebt u de federale minister van Buitenlandse Zaken een verslag gevraagd over wat er werd besproken? Werden er zaken besproken die Vlaanderen specifiek aanbelangen?
Mochten er daadwerkelijk sancties volgen voor Europese bedrijven die samenwerking verlenen aan het Nord Stream 2-project, zullen er dan ook Vlaamse bedrijven direct getroffen worden? Zo ja, om welke bedrijven zou het gaan? Zouden er ook Vlaamse bedrijven of sectoren indirect getroffen kunnen zijn door die sancties? Welke? Zal de Vlaamse Regering, indien er sprake zou zijn van directe of indirecte economische schade aan de Vlaamse economie door de sancties, acties ondernemen om de getroffen bedrijven of sectoren ter hulp te komen?
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik antwoord op uw eerste vraag. Tijdens de voorbije decennia heeft geen enkele minister-president van de Vlaamse Regering een gesprek gehad met de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken. Dit eerste bezoek aan Brussel van de nieuwe Amerikaanse Secretary of State leek dan ook niet echt de gelegenheid om diplomatieke grenzen te verleggen.
Dat betekent evenwel niet dat de Vlaamse Regering internationaal niet ambitieus kan zijn. Ook vanuit Vlaanderen zetten we volop in op goede relaties met de VS, ook op het politieke niveau. Ik hoop dan ook met de nieuwe Biden-administratie van gedachten te kunnen wisselen over het Europese en Amerikaanse handelsbeleid, en de Vlaamse belangen die daarin spelen, tijdens de economische missie naar de Verenigde Staten die gepland is begin oktober. Dan doen we New York, Atlanta en Boston aan.
U vroeg of er hierover contacten zijn geweest met de federale minister van Buitenlandse Zaken. Ik heb collega Sophie Wilmès niet om een verslag gevraagd van dat gesprek. Dat is niet gebruikelijk. Omgekeerd bezorgen wij de federale collega’s ook geen verslagen wanneer wij bilaterale contacten hebben.
Vanzelfsprekend werden daar ook dingen besproken die Vlaanderen aanbelangen. U hebt er zelf een aantal genoemd: de relaties met China en Rusland, klimaatverandering, cyberveiligheid, energie. Als ik goed ben ingelicht, werd verder ook gesproken over het beheer van de COVID-19-pandemie, de samenwerking met de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO), wapenbeheersing, de screening van buitenlandse investeringen, de uitrol van 5G en zo meer.
Op de een of andere manier belangen al deze dossiers ons aan. Dat kan ook moeilijk anders. Het gewicht van Vlaanderen in België op politiek, demografisch, cultureel, economisch en handelsvlak is van die omvang dat al die kwesties Vlaanderen aanbelangen.
Voor zover de opvolging van het gesprek tussen beide ministers van Buitenlandse Zaken actie vraagt die verantwoordelijkheden van de deelstaten aanspreken, komen die punten automatisch aan bod op de intrafederale overlegfora die daarvoor in het leven zijn geroepen.
Wat de sancties betreft, leert navraag dat er geen Vlaamse bedrijven direct of indirect zouden zijn betrokken bij het Nord Stream 2-project. Dergelijke sancties zouden in de eerste plaats gericht zijn op bedrijven die rechtstreeks meewerken aan het project met als bedoeling Rusland te treffen. Ik verwacht dan ook geen directe impact voor Vlaamse bedrijven. Nu er opnieuw een verbetering merkbaar is in de trans-Atlantische relaties, lijkt het onwaarschijnlijk dat de VS buitenproportionele sancties zullen afkondigen die de EU bovenmatig treffen.
U vraagt of we sancties zullen ondernemen ingeval van directe of indirecte schade. Deze vraag zullen we beantwoorden wanneer ze zich stelt. Mijn diensten volgen de evolutie op en indien nodig wordt dit verder bekeken.
De heer Deckmyn heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord. U stelt dat geen enkele minister-president de minister van Buitenlandse Zaken heeft ontmoet. Maar het is zoals u zelf zegt: dat is toch een ambitie die u zou moeten hebben.
Ik heb dat gekoppeld aan het eerste bezoek van een net van start gegane administratie in de VS. Dat is het element dat speelt.
Ik denk dat het zeker een ambitie moet zijn om zo snel mogelijk die essentiële contacten te hebben. Het is ook een belangrijke handelspartner, zeker voor Vlaanderen, dat een exportland is.
Wat Nord Stream 2 betreft: het is inderdaad een beetje afwachten. Ik hoor dat het enkel gaat over sancties voor bedrijven die rechtstreeks belang hebben, dus niet onrechtstreeks. Ik wacht net zoals u af om te zien hoe de evolutie verder verloopt in dit project. Alvast bedankt voor uw antwoord.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Ik houd het kort, omdat u weet dat ik ook een vraag had ingediend rond Nord Stream die pas volgende week wordt geagendeerd vanwege de drukte van de dag. Ik zal die vraag dan misschien wat aanpassen in functie van wat de minister-president vandaag al heeft verteld wat betreft de impact op de bedrijven in Vlaanderen, als dat goed is voor u. Dat was mijn enige aanvulling: dat mijn vraag blijft staan, maar dat ik die wat update naargelang het antwoord van vandaag.
Minister-president Jambon heeft het woord.
Ik denk dat de heer Deckmyn noch mevrouw Talpe bijkomende vragen hebben gesteld.
De vraag om uitleg is afgehandeld.